PER TELEGRAAF. De bevolking dier stad telde bij den dood van Peter den Groote niet veel meer dan 25000 zielen. Reeds in 1750 werd zij op 80000, en in 1764 reeds op 150,000 zielen geschat. De eerste volkstelling had plaats in 1784; volgens haar bedroeg de bevolking 192,000 zielen; in 1800 telde zij reeds 220,000, in 1812 ruim 308,000, in 1825 omstreeks 420,000, in 1833 445,000, in 1840 470,000, van 1850 tot 1863 532,000 zielen. In 1869 gaf de volks telling het cijfer van 668,000, zoodat in zes jaren de bevolking met 136,000 zielen vermeerderd was. Te betreuren is het echter, zegt genoemd blad, dat volgens de statistische gegevens deze vermeerdering der bevolking niet het gevolg is van overmaat der geborenen boven de overledenen, maar alleen van toestrooming van buiten. In de geheele eeuw komen op 1,096,451 sterfgevallen 962,689 geboortenzoodat de bevolking een verlies had geleden van 133,762 menschen. Gedurende de laatste acht jaren bedroeg het cijfer der geboorten 159,777, dat der sterfgevallen 203,463, en had men dus jaarlijks gemiddeld een verlies van 5460 menschen. Als redenen van de groote sterfte worden opgegeven de ellendige toestand der kanalen; de overbevolking der morsige woningen van de mindere klassenN waar het bovendien aan lucht en licht ontbreekt: de slechte volksvoeding; het gemis van een behoorlijk rioolstelsel enz. WEENEN, 24 September. De Pol. Corr. meldt: De heer Andrassy ver klaarde in de afdeeling voor buitenlandsche zaken, op de interpellatie van den aartsbisschop Haynald over de (Jostersche beweging, dat de regering,in vereeniging met de beide naburige keizerrijken, met goed gevolg tot instand houding van den Europeschen vrede had gearbeid, en was hierop ook het behoud van den vrede in de toekomst gegrond; voor algeheele bescherming der rijksbelangen meende hij te kunnen instaan. Wat betreft het streven om eene herhaling van dergelijke gebeurtenissen te voorkomenhij ver wacht ook daarvan goede gevolgen. De commissie nam deze verklaringen als geruststellend aan. WEENEN, 24 September. Volgens berigten uit particuliere bron heeft de verklaring van Andrassy in de heden gehouden vergadering der commissie, dat het der mogendheden gelukken zou den vrede te bewareneen hoogst gunstigen indruk gemaakt. Bijzondere berigten melden dat Derwisch Pacha eergisteren bij Raono door de opstandelingen verrast werd en 200 dooden verloor. MARSEILLE, 24 September. De regtbank heeft heden uitspraak gedaan in de zaak van het Comité central. Vijf der beklaagden zijn vrijgesproken; de overigen zijn schuldig verklaard aan het houden van ongeoorloofde bijeen komsten en veroordeeld tot gevangenisstraf en geldboete: een, 4 maanden 10 fr.vier, ieder 2 maanden en 100 fr.tien, ieder 1 maand en 50 fr.; drie, ieder 15 dagen en 50 fr.zes, ieder 50 fr. BELGRADO24 September. Eenige aga's en beg's willen met de opstah- deliugen gemeene zaak maken. Aan eiken soldaat van de landweer is het verboden zijne woonplaats te verlaten. Op alle grenzen van Servië is het verkeer aan het strengste toezigt onderworpen. ncEzoiypEiy. LEIDEN—WOERDEN. Eene week geleden schreven wij over hetzelfde onderwerp onder een titel die wij veranderen, omdat er toen de naam in voorkwam van een persoon waarover thans de volksvertegenwoordigers in de Eerste Kamer der Slaten- Generaal den staf hebben gebroken ten aanzien van het contract met de N. Rijn S. maatschappij betreffende de spoorweg-aansluiting te Rotterdam. Met 23 tegen 12 stemmen heeft onze Eerste Kamer het oordeel geveld dat door de overeenkomst van 29 Juni en 5 Juli 1875 het algemeen belang niet behoorlijk is behartigd. Hoewel er ontegenzeggelijk eenig verband bestaat tusschen bedoelde overeenkomst en de subsidie questie, welke onze stad Leiden in het bijzonder trelt, kunnen wij, nu de nationale eer waar diglijk gehandhaafd is tegenover aanranding onzer conslitutioneele rechten het algemeene loslaten om ons nader met het bijzondere bezig te houden. Op de vraag die wij deden aangaande de eindbestemming van het door de gemeente Leiden toegezegde subsidie van ƒ100,000 is een antwoord inge. zonden in de Nieuwe Rotterdamsche Courant van 24 dezer. Ondanks dat antwoordwaarvoor wij erkentelijk zijnblijft over de gansche zaak het- zeffde waas van geheimzinnigheid dat ons belet om vrede te hebben met dc uitlegging dat de ƒ100,000 subsidie door de gemeente Leiden ten behotn der onderneming staan uitgekeerd te worden. Maar wat is eigenlijk de ondernemingWat viel er voor concessionarissen te ondernemen nadat de N. R. S. M. zich bereid had verklaard het tot stand komen van den spoorweg Leiden—Woerden te waarborgen? Is het denkbaar dat de N. R.S. M. onder het effect van haar contract met de regeering die waarborg zou weigeren om de enkele ƒ100,000, die de gemeente van Leiden zoo heel goed kan gebruiken voor velerlei zaken die zij zonder geld niet kan verkrijgen? Het zijn steeds vragen die wij te doen hebben, en ons vereenigende met des wensch van den schrijver in de N. R. Ct., dat concessionarissen zelve kei noodige licht zullen verspreiden over het cardinale punt betreffende hunne al- of niet wetenschap van het contract tusschen dc N. R. S. M. en *s konings minister, op het oogenblik dat zij zich bereid verklaarden de subsidie te aanvaarden; blijven er nog andere middelen over om in deze voor de onin. gewijden duistere zaak die klaarheid te brengen waarop het publiek reckl heeft wanneer zijne belangen, zijne financien er meê gemoeid zgn. Ook de schr. in de N. R. Ct. kent niet tous les détours du sérail, wam in zijne retrospeclie, gaande tot aan de missive waarbij burgemeester ei wethouders verwijzen naar een brief van concessionarissentoont hij brief zelve niet te kennen. Wij noemden het citaat uit die brief kinderlijk naïef, maar kennen den brief verder ook niet om de eenvoudige reden dal hij niet in 't gemeente-verslag is opgenomen; ook weten wij niet hoeeo wanneer hij in handen gesteld is van burgemeester en wethouders. Is dit brief opzettelijk of toevallig achterwege gehouden? Men zij niet verwonder! over deze vraag, want er zijn toch ettelijke geheime gemeenteraadsvergadf' ringen over de zaak gehouden. Waartoe al deze geheimhouderij? In wiens belang? Op wiens verzoek? Met al die mysteriën in publiekeaangelegenhedei bederft men zoo ligt het aspect waarin zaken en personen behooren gezien te worden. Altijd lekt van die diepe geheimen iets uit en de neiging naar het fabel achtige verleent aan de onwaarschijnlijkste dingen een onverdiend crediet. Zoo zou b. v. de burgemeester van Leiden in eene zjjner allergeheimste com ferenlien met den minister, van dezen vernomen hebben dat al zijne plannea met de N. R. S. M. van die Leidsche 100,000 afhankelijk waren. En zoo iets zou onze burgemeester geloofd hebben! Was geheimhouding te zijner tijd misschien noodig? wij durven daarop niet antwoorden. Maar thans nu de wrange vruchten dier geheimen zijl afgevallen, is openbaarheid noodzakelijker dan^ooit en wij hopen dat htl Gemeentebestuur van Leiden zal medewerken om openlegging van zaken k verkrijgen, opdat alle twijfel omtrent personen en feiten worde opgeheven,j Te Leiden ter Boekdrukker!) van J. G. DRABBE. i

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leydse Courant | 1875 | | pagina 6