omtrent den toestand der gemeente over het jaar 1874 beliep de bevolking op 31 December van dal jaar 19032 mannen, 21217 vrouwen, totaal 40249, waaronder hel garnizoen is begrepen. Het getal geboorten was ongeveer 2 pCt. meer en het getal overledenen 2% pCt. minder dan in het vorige jaar. De verhouding van het getal overledenen tot het cijfer der bevolking was 1 op 3499 zielen. Naar de godsdienstige gezindheid was de bevolking aldus verdeeldNed. hervormden 26233Waalschhervormden 792Evang. Lutherschen 940. Herst. Evang. Lutherschen 21, Doopsgezinden 216, Re monstranten 204, Chr. afgescheidenen 1102, R. Katholieken 10183, Oud- Roomschen 52, Ned. Israëliten 478, tot geene der genoemde gezindheden behoorende 28. liet getal kiezers bedroeg: voor de tweede kamer 1066, prov. stalen 1065, gemeenteraad 1588. De sterkte der dd. schutterij was actief 731 en reserve 527 man, te zamen 1258 man, waarvan behooren lot den eersten ban 793 man. als actief 341 en reserve 452 man. Het archief der gemeente werd door eenige geschenken verrijkt en in het jaar 1874 werden daarin velerlei onderzoekingen gedaan, waartoe vooral aanleiding gaf de viering van het 3,e eeuwfeest van Leidens ontzet en dat van de hoogeschool. Van de door den archivaris gedane onderzoekingen in de stedelijke registers is door de hh. Fruin, Hofdijk, Schotel, Dcrcksen. gebruik gemaakt in hunne bij die gelegenheid uitgegeven werken. Ook voor het prachtwerk van dr. Plcyte zijn vele extracten bewerkt. Op verzoek van den senaat der Lcidsche hoogeschool zijn de voormalige woonplaatsen opgezocht van een 30-tal professorenalhier werkzaam tus- schen de jaren 1575 en 1775, met het doel om in de gevels dier woonhui zen eventueel gedenkleckenen te plaatsen, vermeldende de namen dier pro fessoren. Uit de registers van het St. Lukasgild, die met het jaar 1648 beginnen, zijn de namen der Leidsche schilders en beeldhouwers opgezocht en alphabetisch gerangschikt, ten einde bij voorkomende gelegenheden te kunnen worden geraadpleegd. Verder zijn extracten genomen uit een oud Memorieboek van het Si. Calharina-gasthuis, waarin de ligging der graf steden van vele voorname personen vermeld wordendie in de midden eeuwen in de St. Pieterskerk begraven zijn, en waaruil men levens de namen van vele altaren alsmede eenige geschilderde glazen leert kennen, die weleer in de kirk aanwezig zijn geweest. Onder meerderen is ten gevolge van dit onderzoek bevestigd, dal de toren der Pieterskerk eertijds in het midden der kerk was geplaatst. Vermits er vermoeden bestond dat het geslacht van den dichter mr. Willem Bilderdijk te Leiden te huis behoorde, is op verzoek van dr. Wap een vrij omslagtig onderzoek ingesteld, waaruit is gebleken dat de dichter afstamde van een zekeren Izaak Bilderlijk, die alhier vermoedelijk herbergier was en, na te zijn gefailleerd, in 1684 met zijne vrouw Suzanna Vrolijk naar Rotterdam en vervolgens naar Amsterdam is vertrokken. 's GRAVENHAGE, 10 Junij.. Tot burgemeester der gemeente Hoevelaken is benoemd de heer G. G. Akersloot. „cn,,cinu: roTTïïgier in de arrond.-regtbank te Rotter dam de heer mr. P. A. J. Bouvin, thans kantonregter te Zierikzee; tot pro cureur bij de arrond.-regtbank te Eindhoven de heer mr. 11 J. van Leeuwen; advocaat aldaar; tot griffier bij het kantongeregt te Sncek de heer mr. II, de Ranitz, thans griffier bij het kantongeregt te Lochem. Door Z. M. is de kapitein ter zee W. C. Klis, op zijn verzoek, eervol ontheven van het bevel over het schroefstoomschip Leeuwardenom te worden vervangen door den kapitein ter zee J. van Gogh. en het bevel over het op te rigten corps torpedisten der marine opgedragen aan den kapitêin- luit. ter zee W. F. H. Cramer. Door den minister van koloniën zijn de hoofdonderwijzers J. van der Woude, 11. Grondijs, P. Lakeman, W. II. A. van Meerkerk, K. M. Hage en E. A. Reisig, cu de hulponderwijzers M. Schcele en W. op ten Noort, ge steld ter beschikking van den gouverneur-generaal van Nederl. Indië, om te worden benoemd tot onderwijzer 3e kl. voor de dienst daar te lande. - De minister van koloniën heeft goedgevonden, te benoemen tot leden der commissie, belast met het in dit jaar in Nederland afnemen van het examen, voorgeschreven bij art. 4 van het kon. besluit van 10 Sept. 1874, zooals het is gewijzigd bij art. 1 van het kon. besluit van 30 Oct. 1872, de volgende hh.lot lid en voorzitter: d'. W. R. baron van Hoëvell, lid van den raad van state, te 's Gravenhage: tot leden: dr. P. J. Veth en mr. I'. A. van der Litlihoogleeraren aan de rijks-instelling voor onderwijs in Indische taal-, land- en volkenkunde te Leiden; dr. H. Kern, hoogleeraar aan de hoogeschool te Leiden; J. J. Meinsmadr. A. W. T. Juynboll, J. R. P. F. Gonggrijp en G. K. Niemann, hoogleeraren aan de instelling van onderwijs in de taal-, land- en volkenkunde van Ned. Indië te Delft: A. C. Vreedc privaat docent aan dc rijks-instelling voornoemd te Leiden; G. J. Grashuis, laatstelijk ambtenaar op Java, thans tijdelijk privaat-docent aan de rijks instelling voornoemd te Leiden; dr. B. F. Matlhes. afgevaardigde van het Nederl bijbelgenootschap, thans te 's Gravenhage: H. Kleyn van de Poll, oud-resident op Java, te Utrecht; mr. P. J. Roosegaarde Bisschop, raadsheer in het hooggcreglshof van Ned. Indië, thans met verlof hier te lande, te Arnhem: 11. D. Canne. laatstelijk resident van Tapanoli, thans met verlof hier te lande, te 's Gravenhage; A. W. P. Verkerk Pistorius, laatstelijk con troleur l« kl. bij het binnenl. bestuur op dc bezittingen buiten Java en Madura, thans met verlof hier te lande, te 's GravenhageA. Salmon Vzn. en jh'. J. G. O. S. von Schmidt auf Altenstadt, laatstelijk controleurs 1« kl. bij hel binnenl. bestuur op Java en Madura, thans met verlof hier te lande, te 'sGravenhage; tot lid en secretaris: J. Spanjaard, hoogleeraar aan de instel ling van onderwijs in de taal-, land- en volkenkunde van Ned. Indië te Delft. Aanstaanden Zaturdag ten 6 ure 's namiddags zal Z. M. de koning van het Loo alhier aankomen. Z. R. II. prins Frederik heeft gisteren op het huis dc Paauw een diner gegeven, waarop verschillende leden der hofhouding en tal van aanzienlijken a waren genoodigd. d De aanstaande verjaardag van II. M. de koningin zal van gemeente- i wege gevierd worden door het afsteken van een groot vuurwerk in het 1 Malieveld, waar men reeds met de toebereidselen begonnen is. v In de jl. Dingsdag door de kamer van koophandel en fabrieken te dezer stede gehouden vergadering is vastgesteld een adres aan den minister a van financiënwaarbij de kamer de aandacht van den minister vestigt op 1 eene omstandigheid, die aan Nederland reeds zooveel nadeel heeft berokkend en nog steeds in klimmende male daarmede voortgaat, t. w. den stroom van vreemde munt, waarmede ons land bij voortduring wordt overstelpt, en i wier mindere waarde dan het Nederlandsche koperen geld. gevoegd bij toe- 1 neming der circulatie, het verlies, dat daardoor wordt geleden, aanhoudend I vergroot. De elkander opvolgende regeringen schijnen wel de noodzakelijk- heid te hebben ingezien, om den stroom dier vreemde munt te keeren; dock de tot dusverre daartegen genomen maatregelen hebben de gewenschle uit-1 I werking gemist. I De kamer meent dat het kwaad zou behooren te worden bestreden is I zijn oorsprong en dat genoemde verbodsbepalingen zich voornamelijk ook1 I zouden moeten uitstrekken tot de handelingen, die de voortdurende oorzaak blijven van de invoering der vreemde pasmunt. Hel is bekend, dat, voor namelijk aan de grenzen van ons land, de minder waardige munt wordil ingevoerd met het bepaalde laakbare doel om winst te betalen door beta ling van schulden in eene munt, die 5 a 6 pCt. minder kost dan de Neder landsche, waarvoor zij wordt in betaling gegeven. Mag men aannemen dat door eene doelmatige wijziging van onze koperen munt, de verwisseling der centen met 2 centimesstukken zou worden bemoeijelijktzoodat dit middel zeer zeker gedeeltelijk doel zou treffen, aan den anderen kant leert de geschiedenis van den laatsten tijd o. a. te Almelo, dat de verwisseling oio geheel zou zijn te voorkomen alleen door verandering van het uiterlijk dei pasmunt. Het geldt hier een onregt, gepleegd door hen, die hetzij met voor-I bedachten rade en met het doel om eene ongeoorloofde winst te gemeten, hetzij daartoe gedrongen door het voorbeeld van anderen, meenen di personen, die van hen afhankelijk (zijn (de werklieden en de kleine ne ringdoenden), te mogen betalen in eene ongangbare, minderwaardige munt Door, tegelijk met de uitvoering eener nieuwe koperen pasmunt, al de betalingen in vreemde munt strafbaar te stellen, zou wclligt voor dat volks belang, dringend vooral voor de grensgemeenten, kunnen worden gewaakt. Hel bad-saizoen te Schcveningen zal op Maandag 14 Junij geopenl worden. BUITENLANDSCHE BERIGTEN. ENGELAND. LONDEN9 Junij. lagcrnnis 13 uuur ucii aigevaaruigue wnaiiey aangekondigd, dl hij den heer Disraëli zal vragen of deze wel weetdat op het oogenblik en aanzienlijk aantal Jezuïlen in Engeland vertoeft, hetwelk in strijd is met de weten of de regering gezind is hen te vervolgen of andere maatregela tegen hen te nemen. Een veertigtal aanzienlijke personenmet den prins van Wallis aai het hoofd, heeft zich verbonden om gedurende vijf jaren elk jaar 100 li geven tot verbetering van het paardenras. Omtrent den branddie in het midden van Mei II. te Peshawur g(- woed heeft, meldt de Times o) India: De ramp, die Peshawur treft, is van niet gewonen omvang, alleen de branden van Chicago overtreffen haar in omvang en volslagenheid. Op eene nog onverklaarde wijze vatte de staf vuur en bleven de vlammen voortwoeden, zoodat half Peshawur in de ascli gelegd werd. De heete winden, die in dit jaargetijde heerschen. hadden ongetwijfeld tot de brandbaarheid der stad bijgebragt, daar zij alle hout werk kurkdroog hadden gemaakt. De Europesche troepen hebben zich on derscheiden door hunne pogingen om de ramp te keeren; maar men bevond, dat het eenige doeltreffende middel om den voortgang van den brand te stuiten bestond in het doen in de lucht springen van huizenten eindt rondom den brand een ledig te doen ontslaan. Bedroevend zijn de berigten over het gebrek, hetwelk de beroofde bevolking lijdt, en het is zeker, dat het beroep op de menschlievendheid van Indië en Engeland, hetwelk, naar men zegt, noodig is. niet te vergeefs zal worden gedaan. FKAKKRUH. Bij dc voortzelling der beraadslagingen in de nationale vergadering over de wet op het hooger onderwijs, werd aangenomen art. 2, houdende, «dat afzonderlijke cursussen, het bijwonen waarvan niet tot ingeschreven toe hoorders is beperkt, onderworpen zullen blijven aan de wetten op de open bare vereenigingen." Een additioneel artikel van den heer de Pressensé, houdende, «dat het verbod van de wet van 10 April 1868, om godsdienst- quaestiën te behandelen, op de particuliere cursussen niet van toepassing zou wezen'" werd met 389 tegen 224 st. verworpen, zoomede een ander van den heer Brunei, om aan de Muzelmannen in Frankrijk en inde koloniën het regt toe te kennen inrigtingen van onderwijs te openen. In het Journ des Déb. deelt de heer Lemoinne zijne overtuiging mede dat de circulaire van den minister van justitie aan de procureurs-generaal in Belgiebetreffende het onderdrukken en voorkomen der tegenwoordige botsingen, aan eene buitenlandsehc pressie haar ontstaan te danken heeft. In Engeland heeft graaf Miinsler. Duitschlands gezant, aan een maaltijd den Engelschcn den raad gegeven Ierland in het oog en onder bedwang Ie houden. Dit is zeer slecht opgenomen, en indien prins Bismarck tot de Engelsche regering vertoogen mogt gaan rigten over den toon, dien de katholieke bisschoppen in Engeland voerengelijk hij het over dien der Belgische bisschoppen gedaan heeft, zon graaf Derby hem waarschijnlijk

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leydse Courant | 1875 | | pagina 2