derlanden had zich. op verzoek van Z. M. den koning, met die uitreiking belast, en aldus eene hoogere waarde gegeven aan de plegtigheid, welke ook door Z. Exc. den minister van binnenlandsche zaken, door den gezant van Z. K. en K. M. den keizer van Oostcnrijk-Hongarije bij het Neder- landsche hof met den raad van legatie van zijn gezantschap, door vele leden der beide kamers van de slaten-generaal en door een aantal autoritei ten en genoodigden, onder welke vele dames, bijgewoond werd. De leden der Nedcrlandsche hoofdcommissie voor de Weener tentoonstelling, de be kroonde en andere inzenders waren mede tegenwoordig. Nadat Z. K. H. en de verdere genoodigden in het gebouw ontvangen waren, werd de plegtigheid door den minister van binnenlandsche zaken met eene korte aanspraak geopend. Hij gaf daarop het woord aan den heer voorzitter van de Nederl. hoofdcommissie, den staatsraad J. W. G. van Oordt, die in de ontwikkeling trad van enkele leiten betredende de tentoon stelling, die in verband stonden met de pleglige uitreiking der bekrooningen. Die onderscheidingen bestonden in 6 groote Ehren Diplomen, 3 Medaillen fiir guten Gesclimack, 36 Fortschrilt Medaillen, 102 Verdienst Medaillen, 90 Anerkennung Diplomen, 10 Medaillen fiir Mitarbeiter. De onderscheidin gen hadden alleen betrekking op nijverheid, handel en landbouw. Aan 25 Nederlandsche kunstenaars werd de kunstmedaille toegekend, welk getal grooter zou geweest zijn, indien niet eenigen zich buiten concours gehouden hadden. Voorts betuigde spreker, namens de inzenders, aan de Nederland sche jury-leden hunnen opregten dank voor de wijze waarop zij de belangen der Nederlandsche inzenders behartigd hadden. Dat onregelmatigheden ook hier voorgekomen warenviel niet te ontkennenen hoezeer de Nederl. hoofdcommissie zich beijverde daarop te wijzen, zoo was zij er niet in ge slaagd om de aanspraken van velen te doen gelden. Ten slotte drukte lijj zijne overtuiging uit dat de in 1873 gehouden wereldtentoonstelling niet on vruchtbaar geweest is voor de verdere ontwikkeling der Nederlandsche in dustrie en kunst. Na deze rede, welke met luide toejuichingen ontvangen werd, ging Z. K. II. prins Hendrik over tot de uitreiking der onderscheiden medailles en diploma's, waarna Z. K. 11. hoofdzakelijk het volgende sprak: Mijne hceren, genoodigden en inzenders op de Weener tentoonstelling! De lijst der bekroaningen is thans uitgeput. Na deze plegtigheid te hebben volbragt, is het mij eene behoefte mijn opregten dank uit te spreken dat het Z. M. den koning behaagd heeft op de voordragt van den minister van binncnlandscl e zaken den wensch te uiten dat mij de eer zou te beurt vallen deze eerbewijzen uit te reiken. Hoewel ik niet in persoon, door zeer treurige omstandigheden verhinderd, de Weener tentoonstelling heb mogen aanschouwen, heb ik toch met warme b langstelling vernomen hetgeen daar heeft plaats gehad en wat Nederland daar heeft voortgebragt. Het verheugt mij uit den mond van den president der hoofdcommissie te hebben vernomen dat Nederland daar met eere vertegenwoordigd is geweest. Ik wensch ons vaderland daarmede geluken hoop dat zulks tot spoorslag moge strekken om met onafgebroken moed vooruit te streven op het indus trieel en kunstgebied. -i»- Ik houd mij overtuigd dat, hoewel de strijd niet gemakkelijk is, daar waar onze landgenooten het met ernst opnemen, zij zich altijd met eere zullen vertoonen, in welk land het ook zij, en dat zij aldus, onder bescher ming van onzen geëerbiedigden koning, werkzaam zullen zijn in het belang van den vooruitgang en bloei van ons land op het gebied van nijverheid en kunst. Na deze uitdrukking van hetgeen in mijn gemoed ligtheb ik eene aan gename taak Ie vervullen. Hierop deed Z. K. 11. mededeeling van het kon. besluitwaarbij benoemd zijn lot commandeur in de orde van den Nederl. Leeuw de staatsraad J. W. L. van Oordt, en lot ridders in die orde de lih. L. A. 11. Ilartogh en .1. G. Vogel, respectivelijk president en leden der Nederl. hoofdcommissie, en overhandigde de decoratiën aan de benoemden waarna de prins eindigde met de verklaring dat Z. K H. het zich tol eene groote eer rekende heden die medailles en onderscheidingen aan Nederl. industriëlen en kunstenaars te hebben uitgereikt. Tot besluit der plegtigheid hield de minister van binnenlandsche zaken nogmaals eene rede; hij riglle het woord tot Z. K. 11. prins Hendrik, om hem te danken voor het gegeven blijk van belangstelling; tot den gezant van de Oostenrijksch-IIongaarsche monarchie, met verzoek de tolk te willen zijn bij zijnen sotiverein voor het inriglen der tentoonstelling en de mild heid en den tact waarmede de onderscheidingen aan de Nederlandsche inzen ders waren toegekend; tot de bekroonde inzenders, door wier werk Neder lands roem was gehandhaafd, en lot de Nederlandsche hoofdcommissie, om haren ijver, beleid en smaak te huldigen. Het orchest van het Paleis luisterde door de uitvoering van eenige muziek stukken de plegtigheid op. Men meldt uit Woerden: Naar men verneemt zal het op den IB11™ Junij a. s. 25 jaren geleden zijn dat mej. L. Sterk als vroedvrouw is werk zaam geweest, waarvan ruim 24 jaren te Woerden. - Omtrent den tweeden dag van het muziekfeest van de maatschappij tot bevordering der toonkunst, meldt de U. C., De twee voornaamste wer ken, welke dien dag op het program stonden, werden onder leiding van de componisten zelvcn uitgevoerd. Hel nieuwe werk van Frans Coenende «Maria Magdalena", (dramatisch gedicht van mevr. lleinze-Berg) opende den avond. De componist, die bij zijn optreden reeds luide werd toegejuicht, vond ook voor zijn werk bij deze eerste uitvoering eene warme ontvangst. Zoowel de solo-nummers als verscheidene koornummérs werden levendig toe gejuicht. liet handgeklap scheen, toen de uitvoering van dit werk was af- geloopcn, bijna geen einde te willen nemen; het orchest deed eene fan fare hooren, de dames van het koor wierpen den componist bloemen toe; kortom: het Nederlandsche publiek toonde ook nu weder niet zoo flegma tisch te zijn als liet veelal den naam heeft. Na de pauze trad Verhulst op, om met het hem eigene talent van dirigeren de uilvoering zijner symphonit te leiden. Dat dit voortreffelijke werk aan vele toehoorders reeds bekend was, deed uit den aard der zaak aan den indruk, dien het maakte, geent schade; de levendige bijval, dien het vond, moge voor den heer Verhuist de uiting zijn van den algemeenen wensch, dat hij nog lang èn als com. ponisl èn als orchest-directcur werkzaam zal kunnen zijn. Reinccke's »Eii geistliches Abendlied" en de "Inleiding" van Wagners opera "die Meistersin- ger", beiden onder leiding van den leesldirecleur, vormden het slot van dei tweeden feestdag. Hoezeer het koor de verdiensten van den heer Schiep op prijs stelde, bleek uit de ovatie, hem na de uitvoering van het "Abend, lied" gebragt. Te Amsterdam is gisteren avond een hevige brand ontstaan op dt Prinsengracht bij de Lauriergracht. Door den feilen zuid-westen wind aangs wakkerdverkreeg deze brand een dreigend aanzien. De brandweer rukii onmiddellijk aan en tegen 11% ure was men den brand oogenschijnliji meester. Oogenschijnlijkwant heden morgen ten 9 ure sloegen de vlas men op nieuw uit het nog rookende gebouwen rukten weder drie hand spuiten aan om den hernieuwden brand te blusschen. Het gebouw, dt door vier huisgezinnen bewoond werd en waarin beneden een manufacti® zaak werd uitgeoefend, is geheel uitgebrand; de belendende perceelen hik ben meer of minder brand-, daarentegen veel waterschade. Van de inboe dels is niets gered. De te Utrecht gehouden tentoonstelling van honden is door ongei» 3000 personen bezocht. De regtbank te Deventer behandelde jl. Woensdag de zaak van e» gewezen pastoor te Ommen wegens het niet doen aangeven van een paar. en een mannelijken dienstbode in de belasting. De pastoor wordt nameljl beschuldigd van een paard en wagentje, welke hem in eigendom toebeb» renop naam van zijn bediende Nieuwenhof te hebben doen plaatsen, li patent als voerman haddoor welke handelwijze de pastoor de rjjksbelastii zocht te ontduiken. De rijksadvokaat, mr. van Royen, eischte eene gek boete van 23975. De heer mr. van Ketwich Verschuur trad voor den beklaag op en verzocht diens vrijspraak. Zaturdag avond II. kwam een persoon, die met den trein van Utreck via Arnhem naar Deventer was gereisd, tot de ontdekking dal hij zijn porie monnaic, met een aanzienlijke som gelds er in, had verloren. Hij telegrafeert onmiddellijk aan den station-chef te Arnhem, die hem terugseinde dat* porlemonnaie reeds in zijn bezit was met het geld er in, en dal hij m» naar Arnhem zou komen, alwaar hij een en ander weder in zijn bezit u stellen. Een conducteur van den spoorweg had de porlemonnaie in m wagen gevonden en haar onmiddellijk aan den stationschef overhandigd. Door de lih. F. J. Herman, Mollerus, L. Lingeman, H. Pen cnï Pleite, te Baarn, is verzonden eene circulaire, waarbij de Nederlands* natie wordt opgeroepen aan Z. K. 11. prins Hendrik een adres van hulde eng: lukwensching in te dienen op 24 October a. s. Op dien dag zal het 25-jarr gedenkfeest gevierd worden van het optreden van Z. R. H. als stadlioui: van Z. M. den koning der Nederlanden, in het groothertogdom Luxembe Het voorstel is om een adres in sierlijken kunstvorm te doen vervaardig» waartoe bjjdragen worden verzochtterwijl het bafig saldo als eene les gave zal worden geschonken aan de Prins Hendrik-stichting te Egmonda Zee. Het minste, waarvoor men kan inteckenen, is 25 cents. Te Leeuwarden had gisteren eene bijzondere militaire^ plegligbi plaats. Aan den gewezen matroos der marine J. P. J. Hes werd voor lui front der verecnigde bataillons van liet l' reg. infanterie en in bijzijn tl de officieren der dd. schutterij, door tien regiments-kommandantkolw de Fremery, uitgereikt de Militaire Willemsorde 4C kl., hem door il« koning voor zijn manmoedig gedrag in Alcliin toegekend. Tevens werd» hem uitgereikt liet leeken voor belangrijke krijgsverriglingen en de ziliw medaille. Onder het spelen der muziek defileerden de troepen voor Is nieuwen ridder, die vervolgens, benevens zijne ouders, door de ofte» op de Groote Sociëteit werd onthaald. Ten slotte werden zij door heem officieren, met de muziek aan het hoofd, naar hunne woning geleid. Onlangs werd bij hel schieten op ecu dollen hond te Helmond bjj» geluk een koopman in pennen getroffen. De schuldige aan dit ongeval,* maréchausse'e Blenkvliet, zal. nu de getroffene aan de gevolgen overlefs is, voor den krijgsraad te 's Bosch teregt staan wegens verwonding, getolj door den dood, door onvoorzigtigheid. 's GRAVENHAGE, 8 Junij.. Tol Nederl. consul te Brest, buiten bezwaar van het rijk, is bene» de heer E. Kerros aldaar. De le luit. jhr. W. A. Roëll, van het wapen der infanterie, geW cheerd geweest bij het leger in Nederl. Indië, is weder ingedeeld bijk reg. grenadiers en jagers, en aan den eervol ontslagen ritmeester H. G.l Völcker, van het 4e reg. huzaren, is vergunning verleend tot het drass zijner activiteits-uniform. De minister van financiën zal Donderdag aanst. geen gehoor verleend Het Fad. meldt nog, betreffende de stappen, die gedaan zijn ter«f sporing van de moordenaars van mevr. van der Kouwendat de vrouw den herbergier te Rotterdam en de bewoonster van het huis in de Ja»' Catsstraatalwaar huiszoeking is gedaan, zusters zijn. Zijn wij goed ingt- licht, zegt het blad, dan is een derde zuster eenigen tijd na den moor! met een bloedverwant van de vermoorde naar Noord-Amerika vertrokken De kleermaker S.wonende in de Hekkelaan te dezer stede, is gister» avond het slagtoffer geworden van overmatig gebruik van sterken drank, li dronkenschap in het water aan den Zwartenweg geraakt, schijnt de beschon ken drenkeling -door niemand te zijn opgemerkt, zoodat hjj verdronken® lieden ochtend ten 4 ure werd zijn lijk opgehaald en naar het gasthni- oiergebragt. Een beer, die het bovenkwartier van het knffïjhuis de Raaf alhier i*1

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leydse Courant | 1875 | | pagina 2