in beschonken toestandwas opgesloten) en hemonder aanneming van verzachtende omstandighedenveroordeeld lot een cellulaire gevangenisstraf van 1 jaar en 183 dagen. Voorts zijn door dat hof ook Gerrit, Piel en Klaas Zijverden, uit Aalsmeer, schuldig verklaard aan de hun te laste gelegde opzettelijke brandstichting in een gebouw (in deze een hut) zonder gevaar voor menschenlevensen deswege veroordeeld tot een cellulaire ge vangenisstraf van 183 dagen. Te Amsterdam geraakte gisteren in een fabriek op de Rozengracht een jongen van omstreeks 13 jaren zoodanig in de machine beklemd, dat hij onmiddellijk dood was. Uit Utrecht meldt men dat de sergeant Kleyan nog steeds alle schuld aan den dood van zijnen makker blijft ontkennen. Daar hij met zijn neel en den verslagene alleen in de slaapkamer was, en de neef verklaart ge slapen en dus niets gezien te hebben, blijft de instructie der zaak moeijelijk. In de gisteren gehouden vergadering der provinciale staten van Fries land is besloten: aan T. G. Schol, reeder te Amsterdam, het gevraagde sub sidie, ad ƒ3000, voor eene stoombootdiensl tusschen Terschelliug, Vlieland en tlarlingen. lot vervoer enz., tot hel verleencn van hulp aan gestrande en in nood verkeerende schepen, niet te verleenen; en de zaak der waler- staatsverbetering voor onbepaalden tijd uit te stellen, zulks naar aanleidiug van een schrijven van den minister van binnenlandscbe zaken, waarbij liet voornemen wordt uitgedrukt om die werkenwelke krachtens het kon. be sluit van 1819 bij de provincie in beheer zijn, voor het vervolg door het rijk in onderhoud te doen terugnemen. Daarna werd de vergadering, in naam des kouings, door den voorzitter gesloten. In den gemeenteraad van Leeuwarden is mededeeling gedaan van een schrijven van den minister van binnenlandscbe zaken, houdende kennisge ving, dat de regering voornemens is voor 1876 ten behoeve voor de aldaar op te rigten school voor middelbaar onderwijs voor meisjes een rijks-subsidie van ƒ5000 uit te trekken. Door den minister van justitie is afgewezen liet verzoek om gratie, ingediend door de bh. jhr. BI. van Tr.I' luit., T. baron d'A. de B en F. v. E., 1' luitt. der inf., die, bij vonnis der arrond.-regtbank te Maastricht van 24 Maart jl.de eerste ter zake van een tweegevecht met jhr. mr. \V. S.advocaat te Maastricht, de tweede en derde wegens het daarbij adsis- teren als getuigenrespectivelyk tot eene cellulaire gevangenisstraf van vijf tien dagen en geldboete van ƒ50 zijn veroordeeld. Blijkens het voorloopig verslag der eerste kamer over de muntwet zijn omtrent de al dan niet noodzakelijkheid van dezen tijdelijken maatregel zeer verschillende gevoelens in de aldeelingen der kamer medegedeeld. Som mige leden hadden groot bezwaar tegen den terugkeer tot den dubbelen standaard, doch anderen deelden daarin niet, op grond van de ondervinding dat de koopkracht van onze zilveren munt is toegenomen Wederom andere leden erkenden de moeijelijkheid eener oplossing van het onderwerpeljjk vraagstuk. Van eene andere zijde werd gewezen op het verkeerde om den tegenwoordigen toestand te bestendigenvermits de zaak te meer ernstig wordt naarmate men de regeling van het muntstelsel verdaagt. Tegenover de geopperde bezwaren verklaarden enkele leden dat zij met de wet in be ginsel ingenomen zijn, mits toekomstige herzieningen niet worden geprae- judiciecrd. Bij de meerderheid der leden bestonden groote bezwaren met betrekking lot de omstandigheid, dat door deze wet het verband tusschen liet Neder- Iandsche en het Indische muntwezen wordt verbroken, welke bedenkingen echter niet alle leden, die daarmede instemden, lot verwerping van de ge dane voordragt zouden nopen. Met betrekking tol de uitvoering der wel werd nog in twee afdeelin- gen besproken de gelijkheid van regl tot aanmunting voor de particulieren en de Nederlandsche bankalsmede de munlbilletten. Op de artikelen van het ontwerp zijn eenige bedenkingen en vragen medegedeeld 'sGRAVENHAGE. 2 Junij.. Aan den heer A. F. J. J. Beekman is vergund zijne notariële stand plaats van de gemeente Kerkrade over te brengen naar de gemeente Gulpen, en tot notaris te Kerkrade is benoemd de heer P. J. 11. Moors, candidaat- notaris te Amby. Aan den heer H. W. Everts is eervol ontslag verleend als adjunct commies bij het departement van financiën. De kapitein-administrateur van kleeding en wapening J. Waujon, van het 6e reg. infanterieis op non activiteit gesteld. Bij beschikking van den minister van financiën is bepaalddat de navolgende ambtenaren bij de administratie der posterijen hunne fuiictiën zullen uitoefenen, als volgt, te weten: de commies 3' kl. C. van Ghert ten postkantore te Goes: de commies 3e kl. 11. A. Moiihemitis ten spoorweg- postkantore Amsterdam-Emmerik-Bcntheim; de commies 4' kl. E. W. Hildebrandt en G. W. Rambonnet ten poslkantore Ie Amsterdam; de surnu merair C. Sinia ten postkantore te Nijmegen. De minister van koloniën zal Vrijdag aanst. geen gehoor verleenen. Gisteren is te dezer stede een gezantschap aangekomen van de Ver- cenige Stalen van Venezuela. De eerste kamer heeft in hare zitting van heden al de aan orde ge stelde ontwerpen aangenomen, waaronder dat tot verhooging van hootdsiuk i V der staatsbegrooting (boringen Zuiderzee) en dat lol voorziening tegen hondsdolheid met 19 tegen 8 stemmen. De generaal majoor-intendant Hardenbergeervol ontslagen secretaris generaal bij het ministerie van oorlog, heeft gisteren afscheid genomen van de officieren en burgerlijke ambtenaren bij dat departement en bedankte het personeel voor de ondervonden diensten. De kolonel der genie Holtz- scheil bood den heer Hardenberg, namens de ambtenarenbij gelegenheid van zjjn vertrek een sierlijk album aan. De alhier' gevestigde afdeeling der verecniging tot bevordering van volksonderwijs heeft zich in hare gisteren avond gehouden vergadering met 10 van de 14 stemmen (4 blanco) vereenigd met de candidatuur van liet aftredend lid mr. W. Wintgens, voor de tweede kamer. Door de mannenzangvereeniging Caecilia werd gisteren avond eene sere- nade gebragt aan haar bestuurslid den beer J. Stroebei, by gelegenheid van zijne benoeming tot ridder der orde van de Eikenkroon. B UI TE NL AN DSCHEBEIUGTEINT K X a GLAKD. LONDEN 1 Junij. In liet hoogerhuis heeft lord ltussell de mededeeling verzocht van de gevoerde correspondentie tusschen Engeland en andere mogendheden met be trekking tot den vrede van Europa. In antwoord zeide lord Derby, dat bj zich de reglmalige nieuwsgierigheid van den vrager begrijpen kon, doelt dat bet onmogelijk was, tenzij hij misbruik maakte van de vertrouwelijke mcdedeclingen der andere mogendheden, thans van het gebeurde verslag te doen. Een dusdanige openbaarmaking zou in het vervolg dergelijke ver trouwelijke mededcelingen doen uitblijven. Het feit in aanmerking nemende, dat de oorzaak van liet geschil van dien aard was dat zij zich nogmaali kon voordoen, hoewel men hopen en vertrouwen mogt dat dit niet het ge val zou wezen, acinic de regering liet niet in het belang van Europa, er publiciteit aan te geven. Lord Derby herinnerde de bezorgdheid in Duitsch- land over de wapening in Frankrijk, wier afmetingen en voortgang, vol- gens de meening te Berlijn, van Frankrijk's zijde het plan deden vermoeden om spoedig den oorlog te hervallen. Men zeide ook dat, hoewel Duitscl- land geen oorlog wenschte, het noodig zou wezen dat Frankrijk zijn strijd- krachten beperkte. Deze taal, ook te Londen door den Duilschen gezant herhaald, had in Frankrijk de grootste onrust gewekt. De Fransche rege ring verloochende elke oorlogzuchtige bedoeling; en gaarne geloofde lord Derby aan hare opregtheid in dit opzigt. Doch aan den anderen kam was. na Frankrijk's vernedering, de wensch van dat land om weder een leger te bezitten overeenkomstig zijne positie in Europa, niet anders du natuurlijk. Een der moeijelijklieden was, dat de Franschen niet schenen It kunnen gelooven aan de opregtheid van Dnilschland's beduchtheid voor hunne wapening, doch dat zij in Duitsehland's vertoogen slechts een voor wendsel wilden zien tot een nieuwen oorlog. Bezwaarlijk ware daaroa Dnilschland's eisch tegenover Frankrijk, lot beperking der wapening vu laatstgenoemden staal, ingewilligd geworden. Immers, zoo de Fransche staatslieden in dien eisch van Duitschland slechts een voorwendsel zien tol liet hervatten van den oorlog, dan zouden zy, wel verre van hunne wapt- hing te staken, die verhaast hebben. De Britsche regering, nu, meenit goed te kunnen doen door de bezorgdheid aan beide kanten te bedara Zij zelf geloofde niet dat Frankrijk vijandige bedoelingen koesterde; en even min, dat Duitschland den ondergang van zijn gewezen vijand wenschte it vollooijen. De Russische regering deelde dit gevoelenen het bezoek va den Czaar bood de gewenschle gelegenheid om tot de beide gouvernemenla vertoogen te rigten. De Britsche regering had daarmede haren pligt ft daan; doch zij had zich tot niets verbonden, zoodat, mogt zy aftreden.ij haren opvolgers geen moeijelijkheden op dit stuk nalaten zou. Na deze inlichting werd het voorstel van lord Russell verworpen. De houding door de regering aangenomen tegenover den Giiicow van Baroda heeft het gunstig gevolg, dat de koning van Birmah de oorlof- zuchtige stemming, waarin hij in den laatstcn lijd tegenover Groot Brittannit verkeerde, heeft opgegeven en voor een meer vredelievende heeft doen plaat' maken. De Times heeft een telegram uit Mandalay ontvangenvolgent hetwelk Z. M. thans zeer vredelievend gezind is en niets liever wenschl, dan de bestaande geschilpunten langs vredelievenden weg te doen verdwjjnti De Plymouth- en Aberdage-ijzermaatschappij heelt hare betalingen ff- slaakt, en ten gevolge daarvan is het huis Sanderson gefailleerd. Ook hei- ben andere, minder belangrijke bankroeten plaats gevonden. De Noordpool-cxpeditie, bestaande uit de stoomschepen Alert en Dit co eer yonder het opperbevel van kapitein Nares, verliet Zaturdag-namidda; de reede van Spithead. De duizenden, die toegestroomd waren om de expe- dilie te zien vertrekken, en de kaden, wallen en hoofden allerwegebe dekten gaven baar een aanblik, die eiken toeschouwer onvergetelijk blijven moet. Het was een treffend tafereel, toen, met klokslag vier, de beidt schepen hun laatslen kabel loswierpen, en zich langzaam in beweging stil den. terwijl aan den wal alles bont was van vlaggen, alles gollde van»» veilde hoeden en doekenalles daverde van den afscheidsroep. De geest drift was buitengewoon groot. FRASKRIJK. In de commissie voor de organieke wetten is ook gehandeld over M regt van oorlog, dat sommige leden aan den president der republiek nift wilden toegekend zien. Da minister beriep zich hierbij op de vorige consli- tutien. Een bewind, zeide hij, dat den oorlog wilzal, ook als aan if vertegenwoordiging het regl van oorlog gegeven wordt, altoos zijne buit® landsclie politiek zoodanig kunnen inrigten, dat er een oorlog uit mort voortvloeijen. De ministeriële verantwoordelijkheid bestaat. Die waarborg kan genoeg geacht worden; de zaak lost zich van zelf hierin op. Inlus- schen gaf de minister te verstaan, dat de regering omtrent dit punt tuit' schien te vinden zal zijn, indien het haar blijkt, dat de meerderheid betert waarborgen verlangt. Het Journ. des Déb. is weinig ingenomen met de bovenvermelde ziens wijze van den minister. Het blad hoopt, dat de kamer een regt voor zit'1 zal blijven eischcndoor hem als van ondergeschikt belang beschouwd. De minister van marine heeft een telegram van Nieuw-Caledonie ont vangen waarin de namen opgegeven worden van de gedeporteerden, diem dë maand Maart 's nachts in eene boot gcvlugt zijn en van welke mt»

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leydse Courant | 1875 | | pagina 2