LEIDSC1IE
COURANT.
1875.
iV.
93.
DONDERDAG 22 APRIL.
3TADS-RER ICIITEN.
131NNIC\EANDSCHE BER1GTEN.
De Courant rersc/tij/it dagelijks, Zon- en Feestdagen uitgezonderd. De prijs der Courant is per vierendeel jaars f 3.franco p. p. f 3.50;
met het f'erslag der Handelingen van den Gemeenteraad t 3.35, franco p. p. f3.85. Het verslag afzonderlijk is verkrijgbaar voor f 2.50
'sjaarsbuiten de expeditiekosten. Afzonderlijke nommers der Courant zijn verkrijgbaar voor 5 Cents, franco p. p. 6 Cents.
De prijs der Advcrtentiën is van 1—4 regels 1.— iedere regel meer 25 cenis.
De BURGEMEESTER van LEIDEN doet ie weten dat de opgaaf van de
herziening der belastbare opbrengst van de gebouwde eigendommen in deze
gemeente, voor de Wijken IV en VII, van heden af gedurende dertig da
gen op de Secretarie alhier voor de belanghebbenden ter inzage is neder-
gelegd, en dat de Commissie voor de herziening zitting zal houden op
Dinsdag den 4d,n Mei aanst., des voormiddags van iO tot 12 uien, in een
der lokalen van het Raadhuis, tot het geven van inlichtingen aan be
langhebbenden.
En geschiedt hiervan openbare afkondiging door plaatsing in de Leidsche
Courant.
De Burgemeester voornoemd,
Leioe», 21 April 1875. v. d. BRANDELER.
LEIDEN, 21 April.
Heden had de jaarlijksche algemeene vergadering plaats van de leden
der Vereeniging tot instandhouding en bevordering van den bloei der kweek
school voor Zeevaart. Z. K. H. prins Hendrik der Nederlanden met HDS. ad
judant jhr. Ilolmberg de Beckl'eldt, Z. Ex. de minister van marine Taalman
Kip, de vice-admiraals Fabius en de Casembroot, jh*. mr. Gevers van Ende
geest, stedelijke en militaire autoriteiten woonden de plegtigheid bij, waar
tevens een groot aantal belangstellenden in de inrigling en algevaardigden
van sub-commissiën uit andere plaatsen tegenwoordig waren.
De heer G. J. kollT, lid der commissie van oppertoezigl en beheer, bragt
het jaarverslag uit omtrent de lotgevallenden toestand en de resultaten
der instelling. Dit verslag mogt in elk opzigt gunstig luiden. Omtrent het
gehalte der voormalige kweekelingen die in 'a lands zeedienst getreden waren
kwamen voortdurend de gunstigste rapporten, zoo zelfs dat er reeds cenige
waren wier borst het eerekruis der Militaire Willemsorde versierde en dat
van uit de wateren en de kusten van Atchin de verblijdende lijding was
geschrevendat de oud-kweekelingen der School voor Zeevaart zich onder
scheidden door ijver en pligtsbctrachting. De spreker gaf in zijne rede nog
den hoogst belangrijken wenk, dal het bestuur der kweekschool de ervaring
had verkregen dat het stelsel van lijfstraffen zooals dat nog op de vloot van
kracht is, mc .igen jongen afschrikt om in zeedienst te treden, voor vele
ouders een onoverkomelijk bezwaar is om tot die dienst hunne toestemming
te geven; «ene verklaring, die hier nog te meer beteekenis had, omdat zij
werd uitgesproken iu tegenwoordigheid van prins Hendrik den opperbevel
hebber der vloot, den minister van oorlog en den vice-admiraal Fabius.
Tevens wees de redenaar er met erkentelijkheid op, dat de inrig
ling van de zijde van den minister van marine ecne krachtige ondersteu
ning geniet en dat het ook daaraan te danken is, dat de kweekelingen,
aan wie bij het verlaten der inrigling een lollelijk getuigschrift wordt uil-
gereikt, bij voorkeur worden geplaatst onder de bemanning der oelenings-
schepen. ecne plaatsing, die hen het vooruitzigt opent op verder onderrigt
en avancement.
Vervolgens werden de kweekelingen geïnspecteerd door den prins-eere-
voorzitler der kweekschool, en gaven zij in tegenwoordigheid van al de
aanwezigen cenige blijken hunner keunis en bekwaamheid en behendigheid.
Be voorzitter der commissie, dr. A. Rutgers van der Loefl. voerde hierbij
ook het woord tol het onderwijzend personeel en de leerlingen. Daarna
werd de vergadering weder geopend en de stand der rekening geconsta
teerd, die bevredigend bleek te zijn.
Voor het einde voerde prins Hendrik nog het woord om zijn hooge tevre
denheid te betuigen met de inrigting dezer kweekschool; Z. Iv. H. dankte
den voorzitter en het bestuur in warme bewoordingen voor hunne zorgen
en benioeijingcnmaar tevens bragt hij den minister .van marine zijn hart-
grondigen dank voor den steun aan deze instelling verleend die zich zoo
nuttigja, langzamerhand onmisbaar gemaakt had voor Neêrlands vloot en
das voor vaderland en koning.
Volgens een berigl in den Ned. Spectator van 17 dezer, van den heer
C- H. Dee, beambte ter secretarie van Rijnland, alhier, heeft een ingesteld
onderzoek de makers doen kennen van een drietal schilderijen, op het Ge-
®eenlandshuis van Rijnland, en is het gebleken dat die vervaardigd zijn
door Caesar Boetius van Everdingen, bekend als Cesar van Everdingcn, J. Lie-
vens en J. A. Lievens.
-- De wis- en natuurkundige afdeeling der kon. akademie van wetem
schappen te Amsterdam zal Vrijdag aanst. aldaar eene gewone vergadering
houden.
Gisteren zijn te 's Hage de examens aangevangen voor de vrouwelijke
candidaten. Voor de Hoogduitsche taal werden er 9 geëxamineerd. 1 werd
afgewezen en 8 toegelaten, als: mejufvrouwen F. M. Brinschwiler, uit Delfs-
haven; A E. Jolles, der Kinderen, F. W. II. Koster en S. Merrick, van
'sHage; J. W. Koorevaar, van Gouda, J. A. Nuwer, van Rotterdam, en C.
G van Thielenvan Leiden.
De examens voor de acte als hoofdonderwijzeres zijn gisteren aangevan
gen en heden voortgezet.
De minister van koloniën heeft ter kennis van belanghebbenden ge-
bragt, dat de commissie, belast met het in dit jaar hier te lande afnemen
van het examen voorgeschreven bij art. 4 van het kon. besluit van 10
Sept. 1864, houdende vaststelling der verordening op het benoemen van
ambtenaren bij dc burgerlijke dienst in Nederl. Indië, zoo als het is gewij
zigd bij art. 1 van het kon. besluit van 30 Oct. 1872, hare eerste vergade
ring zal houden te 'sGravenhage den 2isteo Julij 1875. Zij die verlangen
het examen af te leggen behooren zich uiterlijk op den 20sl<n Mei 1875 bij
een op zegel geschreven request te hebben aangemeld bij het depart, van
koloniën. Slechts de twaalf candidaten, geen meesters in de reglendie bij
het afleggen van het examen het meest hebben vojdaan, zullen worden ge
steld let' beschikking van den gouverneur-generaal van Nederl. Indiëom
te worden benoemd tot ambtenaar bij de burgerlijke dienst daar te lande.
Daarenboven zullen, met bestemming voor de regterlijke magt in Nederl.
Indië, ter beschikking van den gouverneur-generaal worden gesteld een
twaalftal meesters in de regten, die een voldoend examen hebben afgelegd.
Volgens een bij het depart, van marine ontvangen berigt, zou de divisie
in de wateren van West-Indië, onder bevel van den kapitein ter zee jhr. J.
H. van Capellen, cn bestaande uit de schroefstoomschepen Leeuwarden
Cornelis Dirksonder bevel van den kapitein-luit, ter zee J. B. A. de Jos-
selin de Jong, en Prinses Maria, onder bevel van den kapitein-luit. ter
zee 11. van Goens, den 18dtn Maart 1875 van Curagao over Havanna naar
Nederland vertrokken, en kan die divisie in-de eerste helft van dc maand
Mei e. k. ter reede Texel worden verwacht.
Bij koninklijk besluit van 6 April jl. is de indeeling van het rijk in
artillerie-kommandementen, in verband gebragt met het vcstingstclsel, zoo
als dat in de vestingwet is omschreven.
Blijkens het jaarverslag der Nederlandsch-Amerikaansche stoomvaart
maatschappij had de crisis, die in hel najaar van i873 in Amerika uitbrak,
een grooten invloed op de resultaten van alle stoombootondernemingen.
Nogtans gaven de vijf eerste maanden van 1874 eenigzins voordeelige
resultaten; toen daalden echter de vrachtprijzen der granen in enkele weken
zeer aanzienlijk; de andere vrachtprijzen hielden daarmede gelijken tred,
en zoo leverde het jaar verder geen voordeelen op. Aan passagegelden werd
ook weinig ontvangen. Door een en ander levert het dienstjaar een verlies
van 204.175.77% waaronder echter ruim ƒ94000, afschrijving op de
stoomschepen. Van het personenvervoer verwachten directeuren ook in dit
jaar niet veel meer, van het goederenvervoer echter voorzien zij betere
resultaten, waarbij een trapsgewijze vermindering van lasten zal medewer
ken. Een stoomvaartlijn op Amerika heelt dus, directeuren blijven dit
bepaald van oordeel, zeer zeker levensvatbaarheid, want de verliezen, over
1874 geledentrollen alle maatschappijen en velen in grootere male.
Men meldt ons uit Stolwijk: Zondagavond overleed na een langdurig
doch geduldig lijden de heer G. Groeneveld, hoofdonderwijzer aan de eerste
openbare school alhier. Een uitterende ziekte had hem reeds maanden aan
het ziekbed gekluisterd. Toch was zijn geest tot op de laatste dagen nog
geheel met de schoolzaken vervuld. Geheel de gemeente treurt om dit tref
fend verlies: en geen wonder, de heer Groeneveld heeft gedurende de acht
jaren, dat hij aan het hoofd der school stond, getoond, dat dc school hem
na aan het harte lag In waarheid kan men van hem zeggen: hij heeft
zich voor de school opgeofferd. Niet alleen de gemeente Stolwijk en zijne
medeonderwijzers, maar allen, die hem van nabij gekend hebben, zullen
den naam van den man in eere houden, den naam van den man, die èn
als onderwijzer èn als opvoeder die achting ten volle verdiend heeft.