LEIDSCIIE COURANT. 1875. VRIJDAG 16 APRIL. RINNENLANDSCHE BERIGTEN. 88e De Courant verschijnt dagelijks, Zon- en Feestdagen uitgezonderd. De prijs der Courant is per vierendeel jaars ƒ3.franco p. p. 3.50; met het Perslag der handelingen van den Gemeenteraad 1 3.35franco p. p. ƒ3.85. Bet verslag afzonderlijk is verkrijgbaar voor 2.50 'sjaars, buiten de expedittekosten. Afzonderlijke notnmers der Courant zijn verkrijgbaar voor 5 Gents, franco p. p. 6 Cents, De prijs der Ad verten t iën is van 1—4 regels 1.— iedere regel meer 25 cents. LEIDEN, 15 April. Naar men verneemt wordt in liet antwoord der regering, omtrent de herziening der kiestabel, voor Amsterdam het getal van 7 afgevaarrdigden volgehouden, niet door bijvoeging, maar door afneming van eenigegemeenten nu de bevolking in 1874 daartoe de gelegenheid geeft. Het nieuwe distriet Bergen op Zoom wordt met eenige wijzigingen behouden en overigens een nieuw district Groenlo gevormd. De herziening der kieswet moet bij afzon derlijke voordragt later plaats hebben. Deze nieuwe kiestabel kan, volgens den minister, zeer goed bij de periodieke verkiezing in Junij in wer king komen. Bij de op heden plaats gehad hebbende herslemming voor een hoofd ingeland-plaatsvervanger van Rijnland in het 13' district (hoofdpl. Leider dorp) is als zoodanig gekozen de beer Jac. de Graaf, te Leiderdorp, met 161 van de 294 geldig uitgebragte stemmen. Gisteren werden 9 candidaten geëxamineerd voor de acte in de Fran- sclie taal. 1 trok zich gedurende het examen terug, de anderen werden afgewezen. Voor de wiskunde onderwierpen zich 7 candidaten aan het examen 5 werden afgewezen en 2 toegelaten, te weten: de heeren S. P. van Dorp en P. M. Heymans, uit Leiden. Wjj ontvingen dezer dagen het negende verslag (over 1874) van de Vereeniging tot het verleenen van hulp aan minvermogende ooglijders voor /.uidhollandgevestigd te Rotterdam. In de eerste plaats wordt daarin met erkentelijkheid melding gemaakt van de opening van het gebouw door de vereeniging gesticht tot het opnemen en verplegen van minvermogende oog lijders. Die opening had, zooals vroeger reeds vermeld werd, plaats op 6 Julij van het vorige jaar. Den volgenden dag werd voor de eerste maal polykliniek in het gebouw gehouden en spoedig daarna behoeftige ooglijders opgenomen. Van de opening al' tot op 31 Dec. werden er 59 lijders 1406 dagen verpleegd. Voor de polykliniek van den geneesheer, dr. J. li. de Haas, meldden zich 2782 personen aan, waarvan 1826 uit Rotterdam, en werden 1263! adviezen gegeven. Dal er vele belangrijke gevallen voorkwa men, blijkt daaruit dat er 134 groote kunstbewerkingen hebben plaats ge had. Op de spreekuren werden voorts niet minder dan 152 op of in den oogbol vastzittende vreemde ligchamen verwijderd en meer dan 100 kleine operatien verrigt Aan 637 personen werd voor of beneden inkoopsprijs de passende bril gegeven en 4 kuustoogen op gelijke voorwaarden verschaft. De financiële toestand der vereeniging is', dank zij de ondersteuning, die zij steeds mag ondervinden, niet ongunstig. Het bestuur zegt met moed te willen voortgaan; zijn vertrouwen op de algemeene liefdadigheid werd toch tot heden niet beschaamd. 0e Staatscourant bevat het verslag van den minister van binnenland- sclie zaken aan den koning, omtrent den afloop van de ligting der nationale militie van 1874. Het bedr3g dier ligting werd op.! 1000 man vastgesteld, waarvan 600 voor de dienst ter zee te bestemmen. Het getal ingeschreve nen bedroeg 30708 tegen 31190 in 1873. Voor de ligting van 1874 werd 10846 man ingelijfd, zoodat het getal ontbrekenden 154 bedraagt, ten ge volge van gebrek aan beschikbare lolelingen in 106 meestal kleine gemeen ten. Het tekort op de ligting bedroeg in 1870, 70 op 32805, in 1871, 93 op 32240, in 1872, 91 op 32407, en in 1873, 125 op 31190 ingeschrevenen. De vermeerdering van het tekort op deze ligting is toe te schrijven aan het minder getal ingeschrevenen dan in elk der vier genoemde voorafgaande jaren. Hoe zeer de lust, om bij de zeemilitie te dienen, jaarlijks vermeer dert, blijkt hieruit, dat het aantal lolelingen, die zich voor die dienst aan boden, steeds toegenomen en in 1874 tot 1605 gestegen is. liet getal inge lijfde plaatsvervangers in 1874 bedroeg 1708. Van de bevoegdheid tot het stellen van plaatsvervangers is in 1874. ofschoon tot een lager bedrag dan in 1873, ruimer gebruik gemaakt dan in de drie daaraan voorafgaande jaren. Van vervanging door nommervcrwisseling is daarentegen bij de lig ting van 1874 minder ruim gebruik gemaakt dan in de vier voorgaande jaren. Het aantal der als zoodanig voor die ligting opgetredenen bedraagt 594. liet getal ingelijfde plaatsvervangers en nommerverwisselaars te zamen bedraagt 2302, alzoo ruim J/5 van het geheele bedrag der ligting. Het aantal toegekende vrijstellingen wegens gemis van de gevorderde lengte I blijft in de laatste jaren steeds afnemende en bedraagt in 1874 1660. Daar entegen is de vrijstelling w egens ziekelijke gesteldheid of gebreken in de laatste jaren toegenomen. Bij de ligting van 1874 werden 2292 lotelingen j als zoodanig vrijgesteld. Ook het getal toegekende vrijstellingen als eenige wettige zoon is, ofschoon tol een lager bedrag dan in 1872, in den laatsten tijd van lieverlede toegenomen. Bij de ligting van 1874 werden 4461 lote lingen om deze reden vrijgesteld. Wegens eigen militaire dienst of die van broeders werden in 1874 vrijstellingen toegekend aan 8639 lotelingen. Het aantal der om die reden vrijgestelden is, even als in 1873, aanmerkelijk afgenomen. Het algemeen bedrag der om verschillende redenen vrijgestelde lolelingenmet bijvoeging der uitgeslotenen en der tusschentijds overlede nen, was voor de ligting van 1874, 17115 tegen 17377 in 1870, 17425 in 1871, 17685 in 1872 en 16952 in 1873. Dit jaar worden onder de wapenen geroepen: 1° tot het houden van herhalingsoefeningen a. bij het regiment grenadiers en jagers, bij het le, 3e, 4e, 6", 7e en 8e reg. infanterie tegen 2 Julij, de miliciens-verlofgangers der ligting van 1872 en tegen den 3en Aug., die der Dating van 1873; b. bij de regimenten vesting-ar il erie, tegen 15 Meide miliciens-verlofgan gers der ligting van 1873, met uitzondering van die, bchoorende lot de torpedo-compagnie; c. bij het corps pontonniers, tegen 16 Julij de miliciens-verlofgangers der ligting van 1872. De vorenbedoelde miliciens zullen in het genot van onbepaald verlof worden hersteld, nadat zij gedurende dertig dagen in werkelijke dienst zullen zijn gehouden; 2» tot het houden van oeleningen op groote schaal en het bijwonen van troepen-vereenigingen d. bij het 2' en 5e reg. infanterie de miliciens-verlofgangers der ligtingen van 1872 en 1873; e. bij het 2° reg. huzaren die van de ligting 1871; bij de compagniën hospitaalsoldaten de verlofgangers der ligting 1872; g. de miliciens-verlofgangers der ligting 1872, van de regimenten vesting artillerie, uitgezonderd die van de torpedo-compagnie; h bij het balaillon mineurs en sappeurs, de miliciens-verlofgangers der ligting van 1872. De tijdstippen voor de opkomst en het vertrek met groot verlof der mili ciens onder 2°. genoemdzullen nader worden medegedeeld. De miliciens-verlofgangers der ligting van 1871, die gehuwd zijn vóór het tijdstip waarop zij bij de militie werden ingelijfd, of wel, voor 1°. Junij dezes jaars, krachtens eenc door den minister van oorlog verleende toestem ming, zullen voor dit jaar buiten oproeping worden gelaten: 3°. tot oefening in den wapenhandel: bij het reg. veldartillerie, de miliciens verlofgangers der ligting van 1872, die daarbij den lsle° Mei a. s. van de regimenten huzaren zullen worden overgeplaatst, de eene helft tegen 1 Octo ber, de andere helft tegen 2 November, zullende zij na eenc maand in het genot van onbepaald verlof worden gesteld. De miliciens, die wegens ziekte niet op den bepaalden tijd onder de wa penen komen, zullen te dezer zake niet voor diligent worden gehouden, maar verpligt zijn zich na hun herstel bij het corps te vervoegen, ten einde gedurende zes weken in den wapenhandel le worden geoefend. Volgens officiële opgave zijn in het jaar 1874 als landverhuizers over zee vertrokken 374 hoofden van huisgezinnen en op zich zelf staande per sonen, (met vrouwen, kinderen en dienstboden, te zamen uitmakende een getal van 1042 personen). 42 werden geacht welgesteld te zijn, 262 minge- goed en 70 behoeftig. Als reden van vertrek wordt voor 229 opgegeven verbetering der middelen van bestaanvoor 67 het verkrijgen of aanvaar den eener betrekkingvoor 5 ontduiking van gevangenisstraf. In de Maandag 11. gehouden zitting van de taal- en letterkundige afdee- ling der kon. akademie van wetenschappen te Amsterdam is o. a. ingekomen een brief van den heer Fr. T. Moltedo te Florence, waarbij hij zich bekend maakt als de auteur van de fRedilus in patriam" en vergunning geeft om dat gedicht uit te geven. Het stoomschip Prinses Amalia is gisteren van Batavia te Nieuwe Diep aangekomen. De Egeron heeft gisteren de reis van Nieuwe Diep naar Batavia weder aanvaard. Volgens het V. D. heeft in de laatste dagen de aanwerving vau

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leydse Courant | 1875 | | pagina 1