PEK TP LEGK A AF. - Aan het ministerie van financiën is heden alhier aangevangen en zal de volgende dagen worden voortgezet het examen van candidaten voor de betrekking van landmeter 3e klasse bij het kadaster. Heden stond voor het prov. geregtshof in Zuidholland leregt een schip persknecht, uit Leiden afkomstig, die, in den afgeloopen zomer in dienst van een mestschipper zijnde, te Delfshaven op een Zondag door zijn meester op het vaartuig werd alleen gelaten en die gelegenheid waarnam om een kastje benevens een blikken trommel open te breken en den inhoud daarvan a ƒ75 tot zich te nemen, met welke som hij zich verwijderde en die in een paar dagen verleerde. Voor dit feit, dat besch. bekende, eischte advocaat- generaal mr. van Maanen, met het oog op eene vroegere veroordeeling we gens gelijk misdrijf, oplegging van tuchthuisstraf van minstens 5 en hoog stens 20 jaren. Mr. V. Mulsaers, als verdediger optredende, voerde eenige verzachtende omstandigheden aan en hoopte dat de door het O. M. ge- eischte zware slral niet zou worden toegepast. Met aanneming van ver zachtende omstandigheden veroordeelde het hof hem tot vier jaren gevan genisstraf. 1UJ H'KiN LA .M >SC 11K HKIllUl KN K X K ï- y> ES. LONDEN 8 April. De heer Boyton zal met zijn reddings-toestel een togt ondernemen van de Kngelsche naar de Fransche kust. Vrijdag avond om 10 uur springt hij van het havenhoofd te Dover in zee. Dit unr heeft hij gekozen, om gebruik te kunnen maken van getij en stroom, en bij daglicht aan de Fransche kust de landing te kunnen ondernemen. De Fransche geleerden en Engelsche zeevaarders stellen het grootste belang in deze proefneming. Aan de Fran sche kust zijn booten en boeijen in gereedheid om Boyton den weg te wij zen en des noods te helpen. Twee Engelsche loodskotlers zullen Boyton vergezellen en zooveel mogelijk in zijne nabijheid blijven. FUANHKUK. Bij de opening der zittingen van de algemeene raden is het uit de ge houden redevoeringen gebleken dal de aanneming der constitutionele wetten en de circulaire van de ministers Dufaure en Walton vrij algemeen een gunstigen indruk hebben gemaakt. Volgens den Moniieur zou er sprake van ziin om het tractement van den president der republiek van 600,000 op 2 millioen fr. te brengen. Volgens l'Echo univ. is prins Napoleon voornemens een geregelden veldtogt te openen legen den heer Rouher, den zaakwaarnemer zijner fa milie. Hij heeft een huis gehuurd op den boulevard Malesherbes te Parijs. RlftLAN» Volgens Russische bladen bestaat bij de regering het voornemen om de hoogeschool, den zetel der Zuid-Russische civile en militaire autoriteiten, den bisschopszetel en andere provinciale instellingen van Odessa naar Sebas- lopol over te brengen. Deze slag zou voor Odessa te gevoeliger zijn, daar het, ten gevolge der toenemende uitbreiding van het Russische spoorwegnet, zijnen vroeger zoo levendigen graanhandel reeds voor een groot gedeelte verloren heeft. BRESLAU, 8 April. Het antwoord van den prins-bisschop op den cisch dat hij zijn ambt zou nederleggen luidde afwijzend. Nu zal de bisschop voor het kerkelijk geregtshof vervolgd worden. MONTEVIDEO, 7 Maart. De wet op de conversie van de staatsschuld heeft alleen betrekking op de binnenlandsche schuld; de interest en aflossing van de buitenlandsche schuld zal in goud betaald worden. BERLIJN, 8 April. Volgens de Kreuzzeit. zou de kroonprins Maandag vertrekken, om officiéél als vertegenwoordiger des keizers den koning van Italic te bezoeken. Als plaats van ontmoeting wordt Florence genoemd. PARIJS, 8 April. De Echo l'niv. meldt in een telegram uit Weenen, dat Andrassy en Visconti Venosla als resultaat van hunne gesprekken tot de overtuiging zijn gekomen dat in de door Pruissen opgeworpen kerkelijke quaestie de beste politiek is; elke mogendheid volgens hare bijzondere be hoeften de almagt van het Y'alikaan te laten bestrijden en zich te onthou- deu van elke poging tot eene internationale handeling tegen den Paus. BERLIJN, 9 April. Volgens de Nat. Zeit. zullen door de regering nog meer kerkelijke wetten aan den landdag voorgelegd worden Een er van betreft het beheer van het vermogen van katholieke kerkgemeenten en strekt tot aanvulling van de wet regelende het beheer van de bezittingen der bis dommen, welke reeds in den laatstgehouden kabinetsraad is aangenomen. INCEZONDEN. LOHENGRIN. Maandag 11. werd de romantische opera van Wagner over de sage van den heili gen Graal hier opgevoerd, tot groote voldoening van een applaudiseerend en bouquet- ten-werpend publiekmaar niet van hen die aan een Wagner-uitvoering hooger eisehen stellen. De groote meester mag zich gelukkig prijzen dat hij de mutilatie van zijn na 't duo van -Tristan und Isolde" schoonste schepping niet heeft bijgewoond. Wij zijn er aan gewend, tegenwoordig niets anders te hooren dan stukken van het geheel somtijds zeer vermakelijke potpourri's maar nooit hebben we een opera gezien' waarin het stelsel van «coupeeren" zoo onbeschaamd doorgevoerd werdzonder acht te geven op de eisehen èn van de handeling èn van de muziek. Aan wien de schuld? Aan Wagner die niet toelaat dat men zijn werk uit het verband rukt, aan den orchestdirigentdie geen hart heeft voor zijn parti tuur, haar niet begrijpt en niet gevoeltof aan het publiek dat Wagner «vervelend, eentonig, langdradig" vindt, omdat het zich de moeite niet geeft hem te leeren kennen?. Het is zoo heel lang nog niet geleden dat men in de -concerts spirituels de 1'ope'ra" te Parijs voor 't eerst een Beethoven'sche sinfonie ten gehoore bracht. Men oordeelde, dat die muziek was: -bizarre, incoherente, diffuse, hérisse'e de modula tions dures, d'harmonies sauvages, depourvue de mélodie, d'une expression outrée, trop bruyantc, et d'une difficulté horrible". Het gevolg was dat men Beethoven ging corrigeercn en castigeeren voor de Parijssehe ooren. Verbeeld u een verbeterde ui'gave van de Eroica! Men speelt nn ook in Parijs Beethoven zooals hij geschreven heeft, en koelt de zuiveringswoede aan Wagner, die voortzet wat gene heeft begonnen Lohengrin heeft die woede in ruime mate ondervonden. Men oor- deele uit de volgende voorbeelden. ter Akt. Wanneer Elsa optreedt geven allen fluisterend hun verbazing te ken- I i.en over haar schuldcloozereine verschijning: Tclramund moet wel zeker zijn van haar misdaad om die engel te kunnen beschuldigen 1 maar de koning brandt van ongeduld om haar te kunnen vragen «Bist du es, Elsa von Brabant?" en het koor blijft zwijgen. Die 11 maten zijn overtollig. Als de Brabantsche edelen Telramund verzekerd hebben dat zj allen vóór hem zullen strijdenherinnert hij den koning aan zijn vroeger-bewezen dienstenmaar deze bemerkt dat allen verlangen naar een godsgericht en men kan weer 14 maten schrappen tot aan het volgende tempo. De overgang is licht te vindenvan den i der laatste viool-triole wordt des gemaakt en 't B-mol akkoord sluit uitstekeud. De strijder voor Elsa wordt opgeroepen allen staan in gespannen verwach ting zonder antwoord sterft de stem van den heraut weg (hoor, die pizzicato's op alten en cello's, dat onstuimige hulpgeroep van de basclarinetten!) en Elsa bidt en smeekt den koning nog eens haar ridder op te roepen, zij vraagt zoo innig, die oboe klinkt zoo klagend straks komt een antwoord: Lohengrin verschijnt... maar de gevoelvolle dirigent ziet in dat zulk een vergeefsche oproeping kan ach terwege blijven en Wagner heeft 42 heerlijke maten voor niets geschreven In den jubelzang die op Lohengrin's overwinning volgt, staan 59 maten te veel. Die arme Wagner, wat had hij zich een moeite kunnen besparen! 2er Akt. Op de sombere cello-passage, die in de inleiding de verbeten woede van den verslagen Telramund schildert, terwijl het -Nie solist du mich befragen" van de blaasinstrumenten als een bliksemstraal er doorheen schiet, volgt de schette- I rende feestmuziek uit het paleis, en daarop doelen de woorden van Ortrud: -Aus dicsem Glanz des Festes unsrer Feinde lass'saugen mich ein furchtbar tödtlich Gift, enz. Maar die feestmuziek wordt weggelaten (37 maten) en de woorden worden onzin. Waar Telramund zijn vrouw te tweeden male verwijt dat hij door haar zijn eer heeft verlorenherinnert men zich dat hij dat reeds eenmaal deed en Wagner had moeten begrijpen dat eenmaal genoeg is. Daarom een schrap door die 19 maten, een modulatie er tusschen gevoegd en maar dadelijk -attacca" het: -O hatt' ich Tod erkorenda ich so elend bint" Als hij haar voorhóudt hoe zij hem aangezet heeft tot de valsche beschuldiging van Elsa hetgeen juist licht geeft over de eerste akte heeft het publiek dat al lang begrepen en die 20 maten kunnen dus gemist worden. Hef plan dal Ortrud beraamt om Lohengrin van tooverij aan te klagenhem door sluipmoord van het leven te beroovenpast zeker niet aan een vrouw en blijft weg. Het later verschijnen van Telramund voor de kerkdeur, zijn binnendringen in de 3e akte, zal zich van zelf wel laten rootiveeren (60 maten). In 't duo tusschen Ortrud en Elsa na de vraag van de eerste: -Was that ich dir?" is de uitroep van Elsa -urn Gott, was klagest du mich an? met de volgende 21 maten te veel, en er wordt verwonderlijk-mooi gemoduleerd van Bes naar D. Van het morgenlied dat de torenwachters blazen als de dag aanbreekt hoorden we 15 maten. De overige 56 zijn zonder doel aanwezig. In het dubbel-koor: -gar viel verheisset uns der Tag" wordt zoo gecoupeerd dat er geen oog op te hon den'is, en tot nog toe blijft het me een raadsel hoe die coupure tot stand komt. In de volgende drie koren staan wederom 73 maten te veel. Daarop volgt hei quartet van de ontevreden edelenin vier midden Telramund verschijntmaar ook die 55 maten bleven een gesloten boek. In den wonder-schoonen -Frauenzug" werd de geheele E-dnr Satz (15 maten) overgeslagen en van hetgeen wc hoorden was het tempo heel ver van -Langsam und feierlich." Met eenige weglatingen (52 maten) in het volgend duo van Elsa en Ortrud gaat men na het: -So rein und edel isf. sein Wesen," in eens over op het verschijnen van den koning en Lohengrin 32 maten later. Telramund verschijnt en roept uit: -o Iiönig! Trug-bethörte Fiirstcn! Haltetein!" springt dan 14 maten verder, en eindigt zijn beschuldiging van Lohengrin met 25 andere maten niet te zingen. Het volgende ensemble (6 maten) slaat men ook over. Lohengrin weigert henr te antwoorden alleen aan Elsa is hij antwoord schul dig. Een vreeselijken strijd heeft zijn gehelde te strijden tusschen twijfel en belofte, een der prachtigste passages van do partituur, maar 75 maten korting is wel zoo aardig. Wagner hoort het toch niet! en de tweede akte heeft lang genoeg geduurd I 3er Akt. Na de woorden van Lohengrin: «Athmest du nicht mit mir die siissen Düfte" vergeet Elsa 34 maten! Het is schande dat duo zoo te schenden. Later na het: -Drum wolle stets den Zweifel meiden, dein Lieben sei mein stolz Gewabr," worden de volgende 80 maten overgesprongen uit A naar E-mol Het naspel eindigt 15 maten voor het einde. Wanneer de gordijn weêr opgaat, vermindert men het voorspel met 91 maten (grootendeels is dit te wijten aan het kleine personeel dat niet toelaat de scenerie op grooten schaal in te richten, maar dat mocht geen reden zijn om dien marsch zoo te bekorten). Als Lohengrin optreedt als klager tegen Elsa worden de 20 maten na-nun muss ich kiinden wie mein Nam' und Art," als niet aanwezig beschouwd en gaat hij dadelijk over op 't verhaal-In fernem Landu. s. w. Daarna zingt Elsa (wie vernichtet) Mir schwankt der Boden! Welche Nachtl O Luft, Luft der un- glücksel'gen 1" 3 maten geaccompagneerd door de A-pauk. De laatste maat j toon lager te spelen is een kleine onnauwkeurigheid, ja! maar dat heeft het groote voordeel dat men een overgang heeft naar D-dur - I schrik niet 167 maten verder. Dat helpt! Nu kan het koor dadelijk inzetten: -der SchwanI der Schwanwant Lohengrin verlangt naar huis! De koning doel met het koor geen moeite om hem terug te houden, maar na *t laatste -Leb' wohl!" krijgt lt maten daarna dadelijk Ortrud het woord. Ten laatste nog een klein sprongetje nadat Lohengrin den jongen hertog aai Elsa heeft teruggegeven van 25 maten in 'torchest, en onder Wehl en Ach! kan de gordijn vallen. Ziedaar een korten catalogus van alles wat we niet hebben gehoordeen kort protest tegen de laat ik het woord noemen verknoeiing van den Lohengrin, Nog eens, aan wien de schuld, dat zulke vandalismen kunnen plaats vinden? Voor zeker aan 't publiekaan een publiek dat naar opera's en concerten gaat om er gi- weest te zijn maar dat zelf zoo bitter weinig aan muziek doet, aan een publiek dü zijn oordeel regelt naar de recencies in dagbladen, zonder te bemerken dat de recen sent slechts in onkunde hun voorganger is. Zoo'n recensent kan somtijds zeer grappig wezen. Ik weet van een b. v. die het -kleingeestig" vindt dat sommige! in Wagner niettegenstaande zijn veel onbegrijpelijks, het schoone niet erkennei willen. Die man is reeds een gelukkig verschijnsel in zoover hij ten minste vent kert dat er in de -toekomstmuziek" iets anders is dan absoluut leelijkmaar die zelfde man rept geen woord over de verbrokkeling van den tekst. Kan men ziel voorstellenhoe iemand over de muziek praten durft zonder de handeling te be spreken Want dit is een eerste vereischte bij opera's, oratorien en liederen. Poëzie en muziek zijn daar een en mogen niet gescheiden worden, het alleman» hij Wagner, omdat hij in dat opzicht het ideaal heeft verwezenlijkt. Zijn werkii de voortzetting van hetgeen Beethoven heeft aangevangen, het vervolg op de 9e ril' fonie. Iedereen dweept met Beethovenvindt hem ontzaglijk mooi hoe weinige! hebben hem bestudeerd! hoe weinigen peilen de diepten van zijn genie! ma» toch: men kent hem, zooals men zegt. Beweer eens dat ge de C-mol sinfonienia mooi vindt en men zal u uitlachen, de schouders over u ophalen., u minachten da noods beweer eens dat ge de recitatieven vari Wagner -die eindelooze recitt- tievenzoo vermoeiend en soms zoo vervelend" bewondert en ge wordt ook uil- gelachen, of men antwoordt: -ik kon Wagner niet genoeg." Dat is juist het grooK gebrek van ons muziekaal publick, dat -niet genoeg kennen", die apathie, datgs mis aan lust en zin om het onbekende te leeren kennen, om zelf te kunnen oor- deelenmet eigen ooren te kunnen hooren. Zal het beter worden, zal Wagner ook in Holland het burgerrecht verkrijgen' I Ik hoop het van harte. Een middel om dat doel te bereiken zouden voorzeker dl Wagner-concerten zijn, zooals men die in Duitschland en Oostenrijk, ook in Parijs, hooren kan. Krachten voor zulke uitvoeringen zijn genoeg te vinden, en on# Nederlandsche Maatschappij tot Bevordering van Toonkunst kan zich op dit gebied zeer verdienstelijk maken. Een enkele misschien uitgezonderd, zijn echter helms

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leydse Courant | 1875 | | pagina 2