BIJVOEGSEL, behooren.de lot de Leidsehe Courant
van Maandag 22 Februarij 3376, 43.
BINNENLANDSCHE BÈRIGTEN.
zij met de mail kan worden verzonden. In een kistje met groene zijde en
fluweel bekleed, zijn de twee insignes vervat, het kleine, dat met breed
oranjelint om den bals wordt gedragen en het groote, dat bij buitengewone
gelegenheden op de borst wordt gehecht. Het laatste is aan de hoeken der
gouden sterren met juwéelen bezet en in de gouden kroon met doorschij
nend email versierdeen arbeid hier te lande uiterst zeldzaam. Het is een
prachtig geschenk van /'De expeditionnaire magt in Atjeh aan kolonel Pel,"
gelijk in gouden letters op het kistje te lezen staat. Hbl
In zake de onlangs vermelde vordering van een pijpenmakersknecht,
die van het bestuur eener r. k. kerk te Gouda eene groote som te vorderen
had", doordat een zijner voorouders aan die kerk een som gelds had gelega
teerd onder voorwaarde van uitkeering aan zijn nakomelingenwelke voor
waarde in den laatstcn tijd niet is nagekomen, is door de Rotterdamsche
regtbank uitspraak gedaanwaarbij de knecht in het gelijk is gesteld. De
kerkmeesters moeten nu rekening en verantwoording en een uitkeering doen
aan den eischer.
Dezer dagen is de wachter aan het nieuwe kruispunt op den Ooster
spoorweg bij Utrecht plotseling overleden. Als oorzaak van zijn dood geeft
men een vreeselijken schrik op. Eensklaps ontwaarde hijpratende met
een paar anderen, dat de beide treinen in aantogt waren en geen der loco-
motivcn stopte. Een vreeseliik ongeluk staat hem voor den geest. Hij
vliegt naar zijn huisjeseint wat hij kan en valt dood neder. De treinen
moeten elkaar rakelings gepasseerd zijnzonder dat de passagiers bemerk
ten aan welk verbazend gevaar zij ontsnapt waren.
Men meldt uit Eibergen aan de Amst. C.: Een boerin zette haar
kindje in een vertrek op den grond neder, en verwijderde zich ter verrig-
ting van eenige werkzaamheden in de nabijheid der woning. Drie vrijloopende
varkens drongen naar binnen, en aten het wicht op. Toen de moeder
terugkwam, vond zij nog alleen een voetje van haren lieveling bij de vraat
zuchtige dieren op den steenen vloer liggen.
Men meldt uit Leeuwarden: In de bekende zaak der Wirdumerpoorts-
brug alhier is in de gisteren gehouden vergadering van den raad dezer ge
meente eene beslissing genomen. Besloten is, de bestaande brug, die zeer
gebrekkig en hoogst onaanzienlijk is, te doen vervangen door eene draai
brug met twee doorvaartwijdtenter hoogte van ruim 2 meter boven zomerpeil.
De longziekte onder hel rundvee blijft in deze provincie nog bij voortdu
ring heerschen. In de afgeloopen maand openbaarde die ziekte zich op 22
stallen in onderscheidene gemeenten en werden niet minder dan 182 runde
ren, waarvan 58 in Wijmbritseradeel, afgemaakt en zijn er 2 gestorven.
Uit Vlissingen meldt men dat het besluit der Kon. Ned. stoomboot
maatschappij tot deelneming in de sloombootdienst tusschen Vlissingen en
Engeland aldaar groote vreugde heeft verwekt. Van alle openbare en de
meeste particuliere huizen wapperde Donderdag de nationale vlag. Men ver
wacht dat de dienst met 15 Mei of 1 Junij e. k. zal geopend worden.
In de Luxemhurgsche kamer is doorliet lid Eyhlen het voorstel gedaan
om een bedrag van 25,000 francs beschikbaar te stellen tot dekking der
kosten van een nationaal geschenk, hetwelk den prins-stedehouder zal wor
den aangeboden. Op 24 October e. k. zal het 25 jaren zijn geleden, dat
prins Hendrik der Nederlanden met de betrekking van stedehouder van den
koning-groothertog is bekleed. Voor de gewigtige diensten door den prins
in die betrekking aan het groothertogdom bewezen, wenschl de kamer
hem, in naam des lands, hare dankbaarheid te betoonen.
LEIDEN, 20 Februarij.
Z. M. de koning heeft aan de hh. Sanders C0., stoomzeepfabrikanten
alhier, de vergunning verleend tot het voeren van het koninklijk wapen.
Het getal der in het Werkhuis alhier opgenomenen bedroeg gedurende
deze week dagelijks van 84 tot 91 volwassen personen en 27 tot 38 kinderen.
Het stoomschip Java, van Nieuwediep naar Batavia, is den 18en te
Port-Saïd aangekomen.
Door den senaat ter Utrechtsche hoogeschool is aan de tweede kamer
een uitvoerig adres gezonden betreffende het ontwerp op het hooger onder
wijs. Erkentelijk voor de verbeteringen in het vorig ontwerp aangebragt,
voert de senaat nog een aantal bezwaren aan. Wat de universiteiten betreft,
betreurt de senaat nogmaals de opheffing der theologische faculteit. Wel
kan zij niet langer voor één kerkgenootschap blijven bestaanmaar is zij
niet èn voor het katholieke èn voor het hervormde kerkgenootschap bruik
baar te maken En al laat men het belang der herv. kerk. dat in zekeren
zin een historisch regt heeft, ter zijde, dan is het voor het staatsbelang
meer geraden het grondwettig beginsel niet tot de uiterste consequentie toe
te passen, dan aan de meeste toekomstige godsdienstleeraren de gelegenheid
tot algemeene beschaving, als de academie oplevert, te benemen. Wel acht
de senaat geen faculteit van godsdienstwetenschap, gelijk in het vorig ont
werp was opgenomen, wenschelijk. De indeeling harer vakken bij andere
faculteiten acht hij juist, maar hij komt met klem er tegen op, dat die
vakken slechts aan één of twee der universiteiten, waarschijnlijk slechts
aan één zouden worden onderwezen en daardoor de keus voor de vestiging
van seminarién beperkt wordenhetgeen bij het verschil van rigting in de
kerkgenootschappen zeer te bejammeren ware.
Verder keurt de senaat het af, dat een hoogleeraar, die als kamerlid op
treedt, ontslagen kan worden. Hij wil voorts den titel van buitengewoon
hoogleeraar behouden, in plaats van lectoren, om specialiteiten te lokken.
Het ontwerp mist voorts behoorlijke aanwijzing, dat de materiële hulpmid
delen en het getal docenten behoorlijk zullen zijn. Er moeten meer vakken
onderwezen worden, dan waarover de examens loopen, en toch schijnt het
ontwerp dit niet te bedoelen. De regering rekent in hare toelichting op
veel te weinig uitbreiding van docenten en hulpmiddelen, vooral te Utrecht
en te Groningen, waar de hoogleeraren met te veel vakken belast en de
hulpmiddelen veel te karig zijn. Aan alle universiteiten moet de regeling
zoo goed mogelijk zijn. Is dit te kostbaar, dan beperke men liever het
getal der universiteiten, in plaats van één goed en de andere gebrekkig te
maken. Elke hoogeschool heeft minstens 40 hoogleeraren noodig en men
beslisse eerst of ons vaderland financieel en vooral intellectueel rijk genoeg
is, om er zoovele aan drie universiteiten te geven.
Door de hh. Kappeync van de Coppello, Tak, de Roo van Alderwerelt
en Mackay wordt in hun voorstel van wet betreffende den aanleg van spoor
wegen voor rekening van den staat voorgesteld de aanleg van: a. een
spoorweg van Grouw langs Sneek naar Staveren; b. een spoorweg van Har-
lingen langs Sneek naar Heerenveen; c. een spoorweg van Zwolle naar Almelo; j
d. een spoorweg van Enkhuizen langs Hoorn naar Zaandam; e. een spoor
weg van Zaandam naar de haven te Wijk aan Zee; een spoorweg van
het centraal station te Rotterdam naar den Hoek van Hollandg. een
spoorweg van Dordrecht langs Gorinchem en Tiel naar den staatsspoorweg
in de nabijheid van Eist; een spoorweg van Zevenbergen langs Steen
bergen naar Bergen-op-Zoom; i. een spoorweg van Steenbergen naar het
Zijpe en van het Zijpe langs Zierikzee naar Brouwershaven; k. een spoor
weg van Breskens naar de Belgische grenzen in de rigting van Gent en
van Brugge; l. een spoorweg van Zwaluwe door de Langstraat naar 'sHer- j
togenboschm. een spoorweg van Nijmegen naar Venlo.
In de bij het voorstel gevoegde memorie van toelichting wordt gezegd:
Omtrent het vooruitzigt, dat de natie heelt, om de zoo dringend noodige
spoorwegen te verkrijgen, bestaat bij de regering zoo weinig zekerheid,
dat de minister van binnenlandsche zaken weinig bemoedigend zeide, geene
beslissing vóór de hondsdagen te kunnen beloven. In den tegenwoordigen
stand der zaak kon de minister dus weder geene opening van de plannen
der regering geven. Deze toestand mag niet langer voortduren. Het natio
naal belang eischt in klimmende mate voorziening. De ondergeteekenden,
die deel uitmaakten der commissie van rapporteurs omtrent het regerings
voorstel van 1873, hebben het hunnen pligt geacht, de kamer in staat
te stellen, om den spoorwegaanleg ter hand te nemen. Het wets-ontwerp,
dat zij hiernevens aan hunne medeleden voorleggen, stelt dien aanleg aan
de orde en den wetgever tot eene beslissing daaromtrent in staat.
Het plan omvat de wegendie tot dusver van het verkeer waren uitge
sloten of de noodige verbindingswegen aan het bestaande net. De kosten wor
den op 50 millioen geraamd. Geldelijk bezwaar tegen het beschikbaar
stellen van een zoodanig bedrag uit 's rijks schatkist voor het voorgestelde
doel kan niet bestaan. Het feit staat vast dat op dit oogenblik ongeveer
dat bedrag renteloos in de schatkist ligt; evenzoo het feit dat de spoor
wegen in geen geval verkregen knnnen worden zonder geldelijke opoffering
van den staat.
Den bevelhebber der troepen in Atchin, den kolonel Pel. wacht eene
aangename verrassing. Zoodra zijne benoeming tot commandeur van de
Militaire Willemsorde bekend werdhebben de officieren een telegram her
waarts gezonden, om de insignes te ontbieden. Vrijdag jl. kwam de depêche
te Amsterdam aan en met inspanning van alle krachten gelukte het aan de
iiima Joh. F. van der Horst O, de bestelling heden af te leveren, zoodat
'sGRAVENHAGE, 20 Februarij.
Door Z. M. is vergunning verleend aan den heer J. Fockens, lid van
de prov. staten van Friesland, tot het dragen der versierselen van ridder
3e kl. van de Pruissische Kroonordehem door den Duitschen keizerko
ning van Pruissen, geschonken, en aan de heeren mr. M. C. H. ridder Pauw
van Wieldrecht en mr. M. W. baron du Tour van Bellinchave, kamerheeren
in builengewone dienst, tol het dragen der versierselen van commandeur
der Leopoldsorde, hun door den koning der Belgen geschonken.
Door Z. M. is aan den heer C. J. Feilh, op zijn verzoek, eervol ont
slag verleend als referendaris bij het dep. van binnenlandsche zaken, met
dankbetuiging voor de trouw en ijver, waarmede hij gedurende meer dan
een halve eeuw den lande heeft gediend, het meerendeel van dien tijd
zoowel in deze betrekking als in die van inspecteur van de gestichten voor
krankzinnigen.
Door Z. M. zijn benoemd: lot substituut-griffier bij de arrond.-regtbank
te Deventer de heer mr. A. Hoelh. thans kantonregter te Nijkerk; tot kan-
tonregter te Delden de heer mr. A. L. Fraissinet, thans kantonregter te Om
men: tot notaris te Utrecht de heer H. van Meerlant, cand.-notaris aldaar.
Tot bode bij het depart, van binnenl. zaken is bevorderd de vaste
knecht P. van Es.
Aan den heer G. J. Hendriks is eervol ontslag verleend als tijdelijk
adjunct-directeur van het rijksgesticht Veenhuizen n\ 3.
De !c luitt. G A.deBruyn en S. Lantinga, van het instructie-bataillon,
worden met 1 April a. s. bij het 4C regiment infanterie overgeplaatst.
De luit. ter zee 2e kl. M. J. P. Westveer, dienende aan boord van het
wachtschip te Amsterdamwordt op non-activiteit gesteld en vervangen
door den luit. ter zee 2e kl. S. K. Sybrandi. De scheepsklerken H. A. G. T. v
I). Rant en W. S. van Noordaadienende aan boord van het wachtschip te
Willemsoord, worden mede op non-activiteit gesteld.
Omtrent de in de zitting der tweede kamer van gisteren genomen
beslissing omtrent het regeringsverslag der uitkomsten van het onderzoek
betreffende de koffijcultuur op Java is medegedeeld dat de commissie, in
wier handen dit verslag was gesteld, niet eenstemmig was in haar oordeel
over den inhoud der overgelegde bescheiden, en was er eene meerderheid en
eene minderheiddie ieder haar gevoelen had medegedeeld. De meerderheid
was van gevoelen datniettegenstaande op de juistheid der medegedeelde
statistische gegevens en op de redeneringen der geraadpleegde autoriteiten
het een en ander was af te dingenevenwel de aan de gouvernements-