Willemstoren te Dillenburg-, ADVERTENTIE N. Tot het vullen van holle Tanden i\ A TII FJt I N-9IOJVD WA TE R ANATHERIN TANDZEEP, NEW-YORK, 17 February. De dagbladen bevallen een dépêche uil Port- au-Princc, meldende dat door een brand 500 huizen vernield zijn. LEIDSCIIE SCHOUWBURG. Voorstelling van Mev. KLEINE GARTMAN. „Maria Stuart", treurspel in 5 bedrijven. Naar het lloog^J. van Schiller, metrisch gevolgd door J. J. L. Ten Kate. Het was gisterenavond met recht een feestavond. Onze gevierde tooneel- Kunstenares Jlw. Kleine zon na haar herstel uit een gevaarlijke ziekte hier voor het eerst optreden. Sombere geruchten waren in omloop geweest; haar leven was ernstig bedreigd gewordenwij durfden ter nauwernood aan haar herstel gelooven, en zie, daar kwam opeens de blijde mare, dat niet alleen het doodsgevaar was afgewendmaar dat wij haar ook in ons midden zouden zien, in de hoofdrol van Schillers prachtig drama «Maria Stuart". Geen wonder, dat alles naar den schouw buig stroomde, en men zich gelukkig mocht rekenen wanneer men een enkele plaats veroverd had. Hel drama mag algemeen bekend heeten. Maria Stuart, koningin van Schotland, vermaard door hare schoonheid, hare afdwalingen en rampen, is reeds sinds jaren in Engeland gevangen. Verschillende pogingen harer vrien den om haar te bevrijden, zijn mislukt en hebben haar lot slechts ondra gelijker gemaakt. Men vreest haar invloed, hare aanspraken op den Engel- schen troon. Koningin Elisabeth ziet in haar de gevaarlijkste mededingster, zoowel in de liefde der vrouw als in de macht der vorstin, want Graaf Leicester wordt door beiden bemind, liet doodvonnis is tegen Maria uitge sproken, maar nog aarzelt Elisabeth het te onderleekenen. Eene ontmoe ting met hare vijandin en een aanslag op haar leven doen haar over alle bedenkingen heenstappen en Maria's dood slaat vast. Dat de vertaling van het stuk voortreffelijk is, behoeft bijna niet verze kerd te worden, want ieder weet hoe meesterlijk Ten Kate vertaalt en hoe bij steeds de eigenaardigste uitdrukkingen weet te kiezen. Alleen hadden wij wel gewenscht dat hij wat minder kwistig met het rijm ware geweest, en het alleen in zeer enkele gevallen had aangewend. In de groole scène der twee koninginnen, 3e bedrijf, gebruikt Schiller het rijm juist niet en doet dit alleen wanneer Maria het park inkomt. Bij hare verrukking over het genot der zoo lang ontbeerde buitenlucht, en als het gevoel zich in een lyrische ontboezeming lucht geeft, is het rijm zeer gepast, om de verzen meer melodieus en zangerig te doen klinken. Te veel rijmende verzen ech ter zijn in ons oor niet aangenaam. Kracht en leven gaan er te veel door verloren. Al te veel zoet verveelt; zóó is 'look met het rijm. Ook wordt de lengte der gesprekken er zeer door bevorderd, want rijmende verzen spreekt men altijd langzamer uit. En lang was het stuk stellig nog, in weerwil der coupures. Sommige coupures zou de dichter-zelf stellig niet goedkeuren. De scène van Maria met Mortimer (na hare ontmoeting met Elisabeth), waarin de jonge man haar onstuimig zijne liefde verklaart en haar in hare vrouwelijke waardigheid beleedigt, is weggelaten en is toch een onmisbare schakel in de keten der geheele tragedie. Die scène is ook het glanspunt in Mortimers rol, die nu vrij onbeduidend is. Het eerste optreden van Mevr. Kleine, als Maria, maakte reeds op ieder toeschouwer een sterken indruk. Op 'tdiepste vernederd, in het dierbaar ste gegriefd, in 'l slof vertrapt, maar toch altijd de koningin, altijd nog verheven en eerbiedwekkend! Luide toejuichingen beloonden haar heerlijk spel. Maar alles werd overtroflen door de beroemde scène met Elisabeth. Eerst hare kinderlijke vreugde, als zij het park intreedt, dan haar schrik ais die vreeselijkc vijandin nadert. Welk een meesterlijk spel wanneer zij haar haat bedwingt, door zachte liefelijke woorden Elisabeth wil verleede- ren cn dan tcruggestoolengekwetst, doodelijk beleedigd, alle voor zichtigheid vergelende, een stroom van verwijtingen uitstort. Toen was zij de woedende ontembare leeuwin! Welk een genot, om na zoovele jaren van ellende, eindelijk hare mededingster te vertrappen en dat wel in tegen woordigheid van den man, dien zij beiden liefhebben! O, dat alles gevoelde de kunstenares, dat alles sprak uit woorden, houding en mimiek. En het einde? Het slot der laatste acte! Wie zal dat schouwspel vergeten, als zij daar afscheid neemt van hare getrouwe dienaren en kamervrouwen, om het schavot te beklimmen; als zij daar in ootmoed hare zware zonden biecht; als zij met de wereld heeft afgerekend en als zij daar op eens dien trouwe- loozen Leicester weer voor zich ziet; als weer het oude gevoel boven komt en zij den verrader zijn ontrouw verwijt maar dan op het gezicht van dat kruis, haar eenige steun in den laatsten strijd, alle haat van zich ver wijdert, en zich als wanhopig vastklemt aan het eenige wat haar bijblijft voor den Rechterstoel Gods! Ja, wie haar zóó gezien heeft, zal met ons erkennen dat Mevr. Kleine met het volste recht Neerlands grootste tooneel- ktinslenares mag genoemd worden. Met dankbaarheid voor hare herstelling uilen wij den innigen wensch dat zij nog menig jaar voor het nationaal tooneel moge gespaard blijven. Aan een feestelijke ontvangst van de zijde van het publiek heeft het ook niet ontbroken. Reeds bij haar optreden ontving zij een prachtige bouquet, waarschijnlijk van de Schouwburgcom missie. en aan het einde van het 3e bedrijf viel haar een schoone ovatie te beurt. Twee leden der Commissie uit de studenten verschenen op het too neel toen zij voor de tweede maal werd teruggeroepen en de heer van der Staal van Piershil bood haar met welgekozen woordennamens het studen tencorps, een prachtig geschenk aan. bestaande uit een gouden medaillon met ketting. Blijkbaar aangedaan bedankte de kunstenares hartelijk voor die hulde, eindigende met den wensch «God zegene de toekomst van Ne derland!" In de Pauze heeft ook een Commiss'e uit het Bestuur der Leid- sclie Afdecling van de lloll. Maalsch. v. Fr. kunsten en wctensch. haar geluk ge wenscht met hare herstelling en heeft bij die gelegenheid met goeden uilslag een vroeger aan haar gedaan verzoek herhaaldom in een damesvergadering dier Afdeeling als declamatrice op te treden. Wij hebben duswanneer de gezondheidstoestand van Mevr. Kleine gunstig blijft, nog een schoonen avond te wachten. Ons bestek laat niet toe veel van de overige vertooners te zeggen De rol van Elisabeth werd door Mw. Coenen—v. Ollefen goed gespeeld en of schoon wij bij haar wel eens wat meer waardigheid en een zeker air de reine gewenscht hadden, deed het ons genoegen dat haar na het 4' bedrijf een bouquet te beurt viel. De heer Morin verdient lof voor zijn alleenspraak aan het slot, die alles behalve gemakkelijk uit te voeren is en waardoor zoo licht het effect der afscheidsscène verloren zou kunnen gaan. Leiden, 19 Febr. 1875. De Commissie in Nederland voor bovengenoemden bouw heeft de eer ter kennisse te brengen, dat de Toren algewerkt en daarmede een waardig Gedenkteeken verrezen is op de plaats, waar Prins Willem I geboren werd en irt beslissende oogenblikken zijns levens vertoefd heeft. Dat dit Gedenkteeken geheel en al naar het oorspronkelijke, ook uit het oogpunt der kunst, schoone bouwplan is kunnen opgetrokken worden, is voor een groot deel aan de bijdragen uit Nederland te danken, in de eerste plaats van Z. M. den koning, Z. K. H. prins Frederik der Nederlanden en H. K. II. Mevrouw de Prinses Marianne der Nederlanden. Op 29 Juni 1872 werd de eerste steen gelegd, op 29 Juni 1875 zal het voltooide Monument worden ingewijd. Voor de inwendige versiering des Gebouws wordt bij deze de niet geheel vruchteloos gedane vraag herhaald, om voorwerpen van kunst; Schilderijen, Platen, Portretten of wat dies meer zij. Terwijl ieder der leden der Com missie zich aanbevolen houdt voor liet ontvangen daarvan [ook geldelijke bijdragen voor dat doel zijn aangenaam], zij bericht, dat de Commissie zelve daarvoor bestemd heeft een Bronzen afgietsel in verkleinden vorm van het bekende «Ruiterstandbeeld" in het Noordcinde te 's Gravenhage. 8 Februari 1875. Gedenkdag der Stichting der Leidsche Universiteit door Prins Willem l. De Commissie voornoemd, W. FRANCKEN Az., Rotterdam. Mr. J. W. LASONDF.R, Middelburg. E. H. LASONDER. Leeuwarden. IP. W. J. A. JONCKBLOET, 's Hage. Generaal W. .1. KNOOP, 's Hage. JonklP. VV. F. VON PESTEL, Utrecht. JonklP. J. F. STORM VAN 's GRAVESANDE, F orden. Getrouwd: CAREL GOTFRIED MENZEL, beroepen Predikant te Ingen, en Amsterdam, 18 Februari 1875. JOHANNA ADR1ANA HE1NEKEN. Te Meppel is den 19dtn dezer voorspoedig van eene Dochter bevallen ,G. W. OORT - FANGMAN. De lieer cn Mevrouw MENZEL I1EINEKEN betuigen bij deze, ook namens wederzijdschc betrekkingen, hunnen liartelijken dank voor de vele bewijzen van belangstelling bij hun huwelijk ondervonden. is er geen heilzamer en probater middel dan het Tand-Plombeersel van den K. K. Hof-Tandarts Dr. J. G. POPI», te H eenen, Stad, Bogner- gasse, N". 2, 't welk ieder zich zelf zeer ligt en zonder pijn in den hollen Tand brengen kan, en dat zich dan vast met het overblijfsel van den tand en met liet tandvleesch verbindt, den tand voor verder bederf behoedt en de pijn stilt. van Dr. J. G. POPP, K. K. Hof-Tandarts te Weenen, is een voortreffelijk middel legen rhumatische kiespijn, tegen ontsteking of zwering van liet tandvleesch. Het lost de kalk aan de tanden op, cn verhindert 't aangroeijen daarvan; doet losstaande tanden weder vast staan, en terwijl het de tanden cn het tandvleesch van alle schadelijke sloffen reinigt, verleent liet den mond eene aangename Irischheid, en neemt reeds na kort gebruik allen kwaden reuk weg. van Dr. J. G. POPP, K. K. Hof-Tandarts te Weenen. Dit praeparaat houdt den adem frisch en zuiver, en schenkt boven dien aan de tanden een glanzende witheid, terwijl het bederf er in tegengaat en 'l tandvleesch versterkt. Dr. J. G. POPP's PL 4 fcSSÏ>B«i T4WÏJPOEÜER. Het reinigt de tanden, zoodat bij dagelijksch gebruik de zoo las,'?e tandkalk verwijderd wordt, en ook 'tglazuursel aan blankheid en glans wint. Prijs per pakje 80 Cent. Alleen echt te verkrijgen: te Leiden bij E. NOORDIJK, Breedestraat, te Alphen bij J. T. ALLART, te Uazerswoude bij J. GAARKEU KEN; te Dmdrecht hij II. J. GILTAY, Apotheker; te Gorinchem bij J. P. LASONDER; te Gouda bij L. SCHENK; te 's Gravenhage bij SACK CA; J. L. F. C. SNABILIEApotheker, en C. VAN VAL KENBURG; te Rotterdam bij A. SCHIPPEREYM C".Blaauwe Porseleinwinkel, Ie Schiedam bij D. MALTHA; te Amsterdam bij v. WINDHEIM C°.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leydse Courant | 1875 | | pagina 3