BIJVOEGSEL, behoorende tot de Leidsehe ^JouranT van Maandag Februarij dS75, 7F°. 26. LOTING VOOR DE NATIONALE MILITIE. N°. 27. STADS-BERICHTEN, BURGEMEESTER en WETHOUDERS van LEIDEN, Gezien het besluit van den Heer Commissaris des Konings in deze provincie, van den 19dcB Januari 1875, A. n°. 187(2e afd.), Provinciaalblad n". 4, houdende regeling van de Loting voor de Nationale Militiealsmede het nader besluit van 25 Januari 11., A, n°. 266 (2eafd.), houdende wijziging van de vastgestelde regeling; Gelet op de bepalingen der wet van den 19deB Augustus 1861 Staatsblad n°. 72), alsook op die van Zijner Majesteits besluit van den 8"™ Mei 1862 Staats blad n°. 46)- Doen te wetendat de Loling der in het vorig jaar binnen deze gemeente voor de Nationale Militie ingeschrevenen, en alzoo voor hen die geboren zijn in het jaar 1S55, zal geschieden in een der vertrekken van het Raadhuis, op Vrijdag en Zaterdag den 12deB en 13dcn Februari aanstaande, telkens des morgens te half tien; dat deze Loting in eene alphabetische volgorde der namen van de ingeschrevenen zal plaats hebbenen wel op Vrijdag den 12den Februari 1875, voor de ingeschrevenenwier familienaam begint met de letter A tot en met de letter K, en op Zaterdag den 13den Februari 1875, voor de ingeschrevenen, wier familienaam begint met de letter L tot en met de letter Z, Voorts, dat bij art. 33 der wet is bepaald dat voor den ingeschrevene, die niet is opgekomen, hel nommer kan getrokken worden door zijn vader, moeder of voogd, terwijl, is ook deze niet opgekomen, alsdan het trekken geschiedt door den Burge meester of het lid van den Raad der gemeentewaar de loteling is ingeschreven dat ingevolge art. 34 de opgekomen ingeschrevene, dadelijk na het trekken van zijn nommer, de redenen van vrijstelling opgeeft, die hij meent te hebben. Het opgeven van deze redenen kan door zijn vader, moeder of voogd geschieden, zoo deze tegenwoordig en de ingeschrevene niet opgekomen is. Wijders, dat tot het opmaken der getuigschriften, vermeld bij art. 53, tot het bekomen van vrijstelling wegens broederdienst of op grond van te zijn eenige wet tige zoon (welke getuigschriften worden afgegeven op de getuigenis van twee bij den Burgemeester bekende en te goeder naatn en faam staande ingezetenen, die zich ieder voor de waarheid van het daarbij verklaarde, door mede-onderteekening, verantwoordelijk stellen), de gelegenheid bestaat ter Secretarie dezer gemeente, op Dinsdag den 16cn en Vrijdag den 19d8B Februari aanstaande, van 'svoormiddags tien tot 's namiddags drie. uren. En wordt deze door plaatsing in de Leidsehe Courant van den l8t«" en den 6<ien Februari 1875 afgekondigd. Burgemeester en Wethouders voornoemd, Leiden, 30 Januari 1875. v. d. BRANDELER, Burgemeester. E. KIST, Secretaris. De Voorzitter van den Gemeenteraad van Leiden noodigt bij deze, krach tens art. 7, 2e alinea, der wet van 4 Juli 1850 Staatsblad n°. 37), de inwoners dezer gemeente uit omzoo zij elders in de direcle belastingen zijn aangeslagen, daarvan vóór den 15eB Februari e. k.door overlegging der aanslagbiljetten ter Secretarie dezer gemeente te doen blijken, teneinde zoo noodig bun recht te bewijzen ombij de jaarlijksche herziening der lijsten van kiesbevoegden, daarop te worden geplaatst. En geschiedt hiervan afkondiging door plaatsing in de Leidsehe Courant. De Voorzitter voornoemd, Leiden, 30 Januari 1875. v. d. BRANDELER. De BURGEMEESTER der Gemeente LEIDEN, Ontvangen hebbende eene opgave aanwijzende de uitkomsten der meling en schatting van gebouwde en ongebouwde eigendommen, bedoeld in de artt. 15, 23 en 43 der wet van den 20e" Mei 1870 Staatsblad n». 82), betrekkelijk de grondbelasting; Doet te weten, dat die opgave gedurende dertig dagen ter Secretarie dezer gemeente ter inzage van de belanghebbenden is nedergelegd. En wordt deze door plaatsing in de Leidsehe Courant afgekondigd. De Burgemeester voornoemd, Leiden, 30 Januari 1875. v. d. BRANDELER. Ter Gemeente-Secretarie is in druk, tegen betaling van vijf cents, verkrijgbaar het Reglement van 29 December 1874, houdende bepalingen omtrent het gebruik van gas door particulieren. Bij kon. besluit van 24 Jan. jl. zijn de jaarwedden der rijksveldwach ters vastgesteld als volgt: voor die der lc klasse op ƒ650; voor die der 2d0 klasse op ƒ550; voor die der 3le klasse op 475; voor die, welke bijzonder belast zijn met het toezigt op de jagt en visscherijder 2de klasse op ƒ520; der 3de klasse op 450. De arrondissements-regtbank te Rotterdam heeft voor de vacature van regter in dat college de volgende voordragt opgemaakt: 1°. mr. L. H. de Sitter, regter te Sneek; 2°. mr. P. A. J. Bouvinkantonregter te Zierikzee; 3°. mr. W. H. 's Jacob, rcgter-plaatsvervanger te Rotterdam. Naar men verneemt had gisteren avond de conducteur Musschcrt, dienst doende op den trein van Rotterdam naar Amsterdam, nabij Delft, het ongeluk aan den verkeerden kant uit te stappen, op liet oogenblik dat een andere trein voorbij stoomde; een openslaand portier van een waggon van laatstbedoelden trein trof hem en ten gevolge van den slag bleef hij op de plaats dood. In den nacht van Zaturdag op Zondag jl. werd ten huize van den bouwman van Wijngaarden, te Molenaarsgraaf, uit eeue gesloten secretaire in het slaapvertrek eene portefeuille ontvreemd, waarin ruim 1000 aan bankpapier, benevens een zak met ruim ƒ100 aan zilvergeld. De dief of dieven hebben uit den broekzak van van Wijngaarden de sleutels gehaald en daarmede de secretaire geopend. De justitie heeft een onderzoek inge steld. Eenige jaren geleden werd dienzellden bouwman ƒ700 ontstolen en in de maand Augustus 11. tien zilveren en drie gouden medailles der maat schappij van landbouw, welke diefstal destijds met buitenbraak geschiedde. Op het postkantoor te Purmerend werd den 22 Jan. jl. afgegeven een gefrankeerde brief, aan het adres van mevrouw Sleffers te Wijhe, waarin zich bevonden: 1 bankbillct van 25 dd. 1 Dec. 1870, A. J. n°. 9945: 1 dito dito dd. 1 Nov. 1869, A. B. n°. 3462 en 1 muntbillet van ƒ10 dd. 15 Sept. 1853 n°. 314 M. K. Daar deze brief niet aan het adres is bezorgd verzoekt de officier van justitie te Hoorn opsporing, aanhouding en berigt. J Eenige dagen geleden is te Utrecht gevankelijk uit 0. I. aange- bragt de persoon van J. v. G., vuurstoker, laatstelijk behoord hebbende tol de equipage van een onzer oorlogschependienst doende in de wateren van Atchin, die, ter zake van aldaar gepleegde feitelijke insubordinatie, door het toebrengen van eene ernstige verwonding aan een zijner meerderen in rangdoor den zeekrijgsraad ter reede van Batavia is veroordeeld tot de straf des doods met den kogel. Dat vonnis, naar aanleiding van eene be slissing van den raad van revisie, niet van het tot de uitvoering vereischte «fiat executie" voorzien zijnde, zoo is de zaak ter cognitie gebragt van het hoog militair geregtshof. Naar wij vernemen, heeft genoemde persoon gisteren een verhoor voor commissarissen uit den llove ondergaan en is zijne verdediging opgedragen aan der. advocaat mr. G. II. v. Bolhuis. (U. D.) Men schrijft uit Almelo aan de N. II. C.Het is stil, dood-stil in ons anders nog al levendig stadje; vooral wanneer men in de fabrieksbuurt komt, mist men terstond de alarmmakende bewegingen der weefgetouwen en zou een inwoner, met de werkstaking niet bekend, bijna twijfelen of hij zich wel in Almelo bevond. Ook de oplogten en het zingen der arbei ders door de straten heeft opgehouden sinds de zamenscholing van meer dan 5 personen is verboden. Met regt wordt echter aan dit verbod niet streng de hand gehouden; meermalen toch ziet men ze bij 10 of 15-tallen bijeenwant zij gedragen zich over het algemeen tot nog toe behoorlijk. Ook de neringdoenden lijden veel onder deze werkstaking; immers de ar- beidsloonen, die men berekent gezamenlijk ƒ10 a 15000 wekelijks te be dragen en meerendeels hier besteed werden, mist men thans. De verslaggever van het Bbl. meldt o. a. nog het volgende; De wevers blijven rustig thuis en in de geheele stad zag ik slechts één groepje werk lieden voor de deur van een geldwisselaar, tegenover de beurs, vereenigd. Lijdelijk wachten zij af en het was in één oogenblik van drift dat een driehonderdtal de glasruiten van de fabriek des heeren ten Cate stuk wierp. Trouwens, tegen niet een hunner is proces-verbaal opgemaakt, want policie was niet bij het feit tegenwoordig en al ware zij er bij geweest, de zeld zaam onpractische grensscheiding tusschen stad en ambt Almeloo had dan waarschijnlijk aanleiding gegeven tot een prealabele quaeslie, welke policie- magt hier eigenlijk regt bad tusschenbeide te treden Maar al zijn de wevers rustig en al zullen zij, naar ik verwacht, rustig blijven, toch denken zij na over middelen, om de grève zoo lang mogelijk voort te zetten. Zij hopen, dat ook de spinners hun voorbeeld zullen volgen en zijn van plan, van heeren fabrikanten op te eischen een som van ongeveer 6000die aan alle weverijen te zamen het bedrag uitmaakt van het kapitaal der zieken- fondsen, welke door de patroons worden beheerd en door de werklieden met hunne bijdragen worden gevormd. Er bestaat planzoo de uitkeering I van die som geweigerd wordt, den weg van regten in te slaan. Doch, wat zal dat alles helpen? Door gemis aan werklieden-vereenigingen met spaarkassen, door gemis aan fondsen, zullen de wevers, die door hel alge- j meen, en daaronder zou ik in staat kunnen zijn mannen van gewigtenvan 1 naam te noemen, in het gelijk worden gesteld, ongetwijfeld moeten toe- j geven; wanneer de fabrikanten ten minste niet voor overreding vatbaar zijn. j Hoe stijf beide partijen op hun stuk staan, moge daaruit blijken, dat de commissaris des konings niets heeft kunnen uitrigten. Hij heeft een vijftal werklieden en een paar fabrikanten gesproken en is naar huis gegaan zooals hij gekomen was, zonder iets te hebben kunnen schikken of regelen. Door het prov. geregtshof in Limburg is in hooger beroep bevestigd f het vonnis der arrond.-regtbank te Maastrichthoudende veroorileeling van j P. Hochstenbach, remmer bij den spoorweg //Grand Central Beige", tot eene eenzame opsluiting voor den tijd van één jaar, ter zake van diefstal van goederen, aan genoemde maatschappij toevertrouwd. Uit Luxemburg meldt men dat Maandag 11. het rijtuig, waarmede i prins Hendrik uit de hoofdstad naar Wolferdinge terugreed, nabij de zooge- naamde Rondpoint is omgekanteld. Gelukkig kwamen eenige personendie van eene veiling terugkeerden, juist voorbij en verleenden de noodige hulp, om het rijtuig, waaraan weinig beschadigd was, overeind te zetten. De prins en zijn adjudant, alsook de koetsier, die van den bok was gevallen, zjjn met den schrik vrijgekomen. 's GRAVENHAGE, 30 Januarjj. Z. M. heeft vergunning verleend aan Zr. 1M'. gewezen buitengewonen gezant en gevolmagtigd minister aan het hof van den koning der Belgen, mr. J. W. van Lansberge, benoemd tot gouverneur-generaal van Ned. Indie, tot het aannemen der onderscheidiiigsteekencn van grootkruis der Leopolds orde, hem door den koning der Belgen geschonken. Tol burgemeester der gemeenten Cothen en Langbroek is benoemd de heer W. A. van Beeck Calkoen. De le luit. bij het corps mariniers H, J. Jolles is, op zjjn verzoek, eervol uil de zeedienst ontslagen. Aan den heer G. A. P. Brender d Brandis is, op zijn verzoek, eervol ontslag verleend als Nederl. consul te Pernambuco. Z. M. de koning vertrekt morgen ochtend vroegtijdig naar het Loo. Drie criminele processen waren gisteren aan het oordeel van het hof in Zuidholland onderworpen. liet eerste betrof den gewezen portier van de stadstimmerwerf te Rotter dam, die op 6 Julij 1873 bevonden werd in het bezit van eenige materialen, op die weri geborgen, tot de magazijnen waarvan hij zich door een valschen sleutel den toegang verschaft had. H. was reeds 24 jaren in genoemde betrekking werkzaam, genoot laatstelijk een tractemenl van ƒ540 en deelde in de achting en het vertrouwen zijner superieuren. Üm zich aan de straf vervolging te onttrekken begaf hij zich buitenslandsmaar eén innerlijk gevoel trok hem toch naar zijn vaderland terug. Nu vier weken geleden in het vaderland teruggekeerdwaar hij reeds wederspannig aan de wet was verklaardwerd hij gearresteerd en stond hij thans teregt. Adv. geil. mr. Terpslra requireerde gevangenisstraf van 6 maanden tot 5 jaren. Het tweede gold een 21-jarigen sigarenmaker, die in den avond var. IJ* Nov. jl. uit een banketbakkerswinkel in de Schoolstraat alhier eene flcsch met chocolade ontvreemdde. Voor dezen perzoon, die toen eerst drie dagen uit de cellulaire gevangenis in vrijheid was, eischte hel openb. min. gevan genisstraf van 3 maanden tot 6 jaren en 8 maanden. Ten aanzien van het derde verscheen voor bet hof een persoon, die aan vankelijk d. G.maar thans bleek d. J. te zijn genaamd, de zoon eenerge zeten llaagsche familie, die, in de militaire dienst hier te lande wegensop- ligting veroordeeld geweest, later in Amerika als cavalerist de Vereenigde Staten gedurende 3 jaren had gediend. In den avond van 25 November jl. te Rotterdam vertoevende, maakte bij zich meester van drie gouden kettin gen uit winkels in de Weste Wagenstraat en den Oppert. Een van die voorwerpen had bij reeds terkocht voor ƒ15, toen hij zijne bezigheid voort zettende in een anderen goud- en zilverwinkel de achterdocht van de win keljufvrouw opwekte, op de vlugt ging, maar spoedig werd achterhaald en gevat. Zijne bedoeling was de ontvreemde kettingen te verkoopen, om weder

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leydse Courant | 1875 | | pagina 5