BIJVOEGSELbehoorende tot de Leidsehe Courant van Maandag dó Januarij d87S, A°. 8. STADS-BERICHTEN. BINNENLANDSCHE BERIGTEN. BURGEMEESTER en WETHOUDERS van LEIDEN Herzien de openbare kennisgeving omtrent de verplichting tot het doen van aangifte voor de Nationale Militie, in de maand Januari 1875, voor hen die op den l,,en Januari van dit jaar hnn 19de jaar zijn ingetreden, en alzoo de personen geboren in het jaar 183©alsmede voor hen die eerst na het intreden van hnn 19d«jaar, doch vóór het volbrengen van hnn 20,te, ingezetenen zijn geworden, geplaatst in de Leidsehe Courant van den 16dc", 23stett en 30stcn December 1874; Doen te weten dat tot deze inschrijving zitting wordt gehonden op het Raadhuis, van des voor middags 10 tot des namiddags 3 nren, op Maandag den 11 Januari, voor de bewoners van de wijken 1 2 en 3, Dinsdag b 12 vb b bb b 4 en 5 b Woensdag b 13 b bb b bb b6, b Donderdag b 14 b b b b b b b 7, b Vrijdag b 15 b b b b b b b 8 en 9 of de buitenwijk, en dat de geboorte-akten, die de belanghebbenden bij de inschrijving, onder opgave der woonplaats van den ingeschrevene, behooren over te leggen, dagelijks, de Zon dag uitgezonderd, zijn te verkrijgen ter Secretarie dezer gemeente (afdeeling Burger lijke Stand), van des voormiddags 10 tot des namiddags 3 uren, wanneer tevens voor hen, die hier niet zijn geborenaanvrage ter verkrijging dier akten kan wor den gedaan. En wordt deze door plaatsing in de Leidsehe Courant en bij aanplakking afgekondigd. Burgemeester en Wethouders voornoemd, Leiden, 4 Januari 1875. v. d. BRANDELER, Burgemeester. E. KIST, Secretaris. LEIDEN, 9 Januarij. De minister van financiën heeft de aandacht van belanghebbenden ge vestigd op de gelegenheid tot verzending der correspondentie naar Nederl. Indië, door middel van het stoomschip Forrington, van de «Commercial Steamship Company", waarvan het vertrek uit Rotterdam op den 24slen Januarij aanst. is bepaald. De daarmede te verzenden correspondentie be hoort uiterlijk in den namiddag van den 28sten January te Rotterdam aange komen te zijn. De minister van financien herinnert de belanghebbenden aan de gedane aankondiging omtrent een in de maand Maart aanst. te houden vergelijkend onderzoek van adspiranten voor de betrekking van surnumerair bij het vak der posterijen; en dat zij, die daaraan wenschen deel te nemen, zich vóór den I91®" Februarij a. s. bjj een op zegel geschreven request tot de minister behooren te wenden. Het getal der in het Werkhuis alhier opgenomenen bedroeg gedurende deze week dagelijks van 91 tot 105 volwassen personen en 30 tot 41 kinderen. De taal- en letterkundige afdeeling der kon. akademie van wetenschap pen te Amsterdam zal Maandag aanst. aldaar eene gewone vergadering houden. De Staatscourant bevat de opgave van het bedrag der belastbare op brengst der gebouwde en dat der ongebouwde eigendommen in iedere provincie, volgens de uitkomsten der kadastrale leggers op 20 October 1873, de verminderingen en vermeerderingen, welke die bedragen in het jaar 1874, overeenkomstig de bepalingen van de tweede afdeeling dezer wet, hebben ondergaan, en het te heffen bedrag der belasting in 1875 op de gebouwde en ongebouwde eigendommen in iedere provincie. Het bedrag der te heffen belasting voor het jaar 1875 bedraagt: gebouwde eigendommen ƒ3,836,567.34; ongebouwde eigendommen ƒ5,434,237.67. - Blijkens een bij het depart, van marine ontvangen telegram, zijn de schroefstoomschepen Leeutcarden, Cornells Dirks en Prinses Mariaonder bevel van den kapitein ter zee jhr. J. H. van Capellen en de kapitein-luitt. ter zee J. B. A. de Josselin de Jong en II. van Goens, het eerste den 6den en de beide laatste den 3den dezer te Barbados aangekomen, en zouden den 10d<° daaraanvolgende weder van daar vertrekken ter voortzetting van hun oefenings- en kruistogt. Volgens het Vad. heeft de minister van binnenlandsche zaken bepaald, dat het nieuwe akademiegebouw en een groot museumgebouw volgens de plannen van den heer Metzelaar op de Groote Ruïne opgetrokken zouden worden. Naar gezegd wordt, zou de minister eerst aan de rijks-adviseurs voor de monumenten van geschiedenis en kunst gevraagd hebben, of er mogelijkheid bestond door uitbreiding van het oude akademiegebouw de noodige localiteiten te bekomen, en zou in strijd met het gevoelen dei- adviseurs beslist zijn van het oude akademiegebouw af te zien. Ook de keus van de plannen van den heer Metzelaar schijnt geschied te zijn in strijd met het advies der rijksadviseurs. Het laat zich verwachten, dat de plannen reeds binnenkort zullen tentoongesteld worden, en dat in 1875 met het bouwen een aanvang zal worden gemaakt. De Nederlandsche Koraalvereeniging hield dezer dagen haar gewone jaarlijksche vergadering, onder voorzitterschap van prof. A. D. Loman. Uit het verslag, door den secretaris uitgebragt, bleek, dat het aantal correspon dentschappen, die de vereeniging thans telt, van 92 tot 113 vermeerderd is, en zulks niettegenstaande sommige opgeheven werden. Het aantal leden en beschermers heeft daarentegen eenigen achteruitgang aangetoond; de vereeniging telt op het oogenblik 608 leden en 195 leden-beschermers. Het debiet der uitgaven van den boekhandel beliep weder, evenals in vroegere jaren, ongeveer ƒ300. Een zestal afleveringen van verschillende stemmen, moest, daar de voorraad uitgeput was, herdrukt worden. De rekening en verantwoording over het afgeloopen jaar sloot met een batig saldo van ƒ242.82. Van verschillende plaatsen in ons land waren gunstige berigten ingekomen, zoowel in betrekking tot aard en zamenstelling van koraalge zelschappen als tot het gebruik, dat van de koralen, door de vereeniging uitgegeven, gemaakt wordt. Het bestuur is dan ook voornemens op den ingeslagen weg voort te gaan, en roept bij voortduring de ondersteuning in van allen, die in veredeling van den godsdienstigen volkszang hier te lande belang stellen. Eene zonderlinge vergissing heeft zich voorgedaan bij het decoreren van een onzer landgencoten in Indië. Bij kon. besluit is tot ridder der orde van den Nederlandsche Leeuw benoemd de heer P. G. Neeb, doch later bleek, dat niet deze, maar de heer A. E. Neeb de persoon was, wien men I eigenlijk de onderscheiding had toegedacht. Bij het opmaken der voordragt had men zich vergist. De Javasche Cour. heeft gemeend den moeijelijken knoop te kunnen doorhakken door eenvoudig de letters P. G. te veranderen in A. E. Doch de Jaoa-Bode vraagt of deze handeling wel legaal is, en of den bij vergissing gedecoreerde op die wijze het hem toegekende kruis kan worden ontnomen. Door den minister van oorlog is bepaalddat bij het op voet van oor log brengen van het leger, elk der met den revolver bewapende ruiters 36 scherpe patronen zullen medevoeren. Den len dezer is in werking gebragt een nieuw voorschrift omtrent de inrigting en het beheer der bakkerijen van munitiebrood ten behoeve van de corpsen en ziekeninrigtingen van de landmagt. Het toezigt over het be heer van eene militaire bakkerij is daarbij opgedragen aan den militairen intendant of onder-intendant of diens plaatsvervanger in het garnizoen aanwezig. Men meldt uit Katwijk aan Zee: Het casco van de hier den 9dtn Dec. II. gestrande Noordsche brik Mariquinha heeft in publieke veiling op- gebragt 1580; koopers zijn de hh. J. Planteydt c. s. Men hoopt met gunstig weêr het schip af te brengen. De inventaris heeft ongeveer ƒ2000 opgebragt Door 46 bomschuiten, bemand met 385 koppen, werd de haringvisscherij van 25 Junij tot 10 Dec. in 1874 uitgeoefend; de gezamenlijke vischvangst bedraagt 3954,100 stuks steur- en 9182 tonnen pekelharing, waaraan werd besomd ruw geld ƒ203,581. De hoogste schuit besomde ƒ6167, de laagste schuit besomde ƒ2100. Donderdag avond is te Haarlemmermeer, op het Rietland, het huis af gebrand bewoond door J. Slinger. Van den inboedel kon mede niets gered worden. De bewoners waren bij het uitbreken van den brand afwezig. In den nacht van Woensdag op Donderdag II. zijn in de Watergraafs meer verscheidene schapen van drie veehouders deerlijk gehavend geworden, en is op de hofstede «Rozenburg" een vreeselijke verwoesting aangerigt onder de eenden en ganzen. Waarschijnlijk is het dat een schadelijk wild dier hier zijne klaauwen in het spel heeft gehad. De onbekende persoon, die zich voor eenige dagen in de wachtkamer aan het station te Breukelen door een pistoolschot van het leven beroofde, was een Amsterdammer, die sedert eenigen tjjd lijdende was aan vlagen van krankzinnigheid. Men meldt uit Nijmegen: Dingsdag nacht was onze gemeente het tooneel van verregaande baldadigheid, als het breken van onderscheidene glasruiten, waaronder een kolossale spiegelruit bij een banketbakker in de Broerstraat. Aan de Waalkade werd van den heer C. B., aldaar, een groot gedeelte van zijn materieel moedwillig in de rivier geworpen, onder ande ren een zware ijzeren ketting, een loopplank en de wielen en trekboomen van rolwagens, waartoe tijd en bedrevenheid vereischt wordt om die te ontkoppelen. Niettegenstaande den ganschen nacht een bediende van het veer gewaakt of «geslapen" heeft, niettegenstaande een policieagent 'snachts heeft hooren kloppen en timmeren, is het natuurlijk niet gelukt de daders met zekerheid op te sporen. Het is te hopen dat deze schandalen aanlei ding mogen gevendat de gemeenteraad tot eenige uitbreiding en verbete ring van het policiewezen besluite. Te Zwolle is gisteren een bekend dronkaard levenloos uit de Willems vaart gehaald. Zijn laatste logement was den voorgaanden nacht het politie bureau, waarin hij zrjn roes had uitgeslapen. Te Meppel heeft zich de Nieuwejaars-Donderdag, van ouds bekend als een van de drukste van het geheele jaar, vooral wat de opkomst van jongelieden en schippersgezellen betreft, om zich te verhuren, gekenmerkt door hooge aanbiedingen van loonen aan de schippersknechts, die met Lichtmis weer hun huurjaar ingaan en zelfs tot ƒ300 per jaar bedingen, boven kost en inwoning; gewone soort knechts bedongen ƒ150 a 200. In de mededeelingcn van den militaire tevens civilen bevelhebber in Atchin. loopende tot 6 Nov., komt o. a. het volgende voor: 28 Oct. Uit onze sterkten te Langkroek werd na middernacht nog al levendig heid bespeurd in de zuidelijke en oostwaarts gelegen vijandelijke kampong; af en toe werden geweer- en ook lilaschoten op onze sterkten gelost. Omstreeks 3 uur in den nacht zag een der schildwachten te Kotta-Potjoetbegunstigd door het maanlichtdat aan de overzijde der Koerong-Daroe een persoon op Kotta-Poljoet kwam aansluipen, en verwondde hem met een geweer schot; met woeste vaart ging de Atchinees daarop de rivier in, doorwaadde die met eene onbegrijpelijke vlugheid, en liep, niettegenstaande een tweede en derde geweerschot op hem gelost werden, regelregt naar de schildwacht op de borstwering; in zijne vaart gestuit door de buiten het werk liggende glasscherven, liep hij oostwaarts om en wilde door den ingang binnenko men, doch ook dit gelukte hem niet door de bamboe-doeri versperring, waarna hij zich langs het gemetselde verder begaf en buiten aan de noord zijde onder een afdakje verschool. De postcommandant ging intusschen met 4 man langs de westzijde uit. Toen men aan de noordzijde gekomen waskreeg de Atchinees de patrouille in het gezigt en ging haar met opgeheven klewang te gemoet; twee schoten in de borst en een steek met de bajonet, welke hjj nog had aangegrepen, deden hem bezwijken. Ilij was nog van jeugdigen leeftijdgoed gekleed en blijkens de liktcekenen op zijn ligchaam

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leydse Courant | 1875 | | pagina 5