Zij hebben namelijk een monument ontworpen voor de burgerij en haar hoofd; het beeld van den burgemeester hebben zij geplaatst op een voetstuk, waarvan het hoofdgedeelte bepaald de aandacht trekt door de volharding en het ontzet in duidelijk sprekende basreliëfs daarop afgebeeld. Men had uit de alleroudste historieplaten van het beleg niet de tafreelen gekozen van de tweedracht want die wordt door zichzelve genoeg vereeuwigd noch dat van den hongersnood het verslinden van walgelijke voorwerpen kan toch niet met genoegen worden gezien - maar dat van de trouwbelofte, de pest, het ontzet en de dankzegging. In het programma was bepaald, dat het bekroonde ontwerp in klein model van één cl en zeven palm zou worden vervaardigd; dit is geschied, en daarbij hebben de ontwerpers gebruik gemaakt van de opmerkingen van de commissie. Dit model nu is door dezelfde Heeren beoordeelaars in den afgeloopen zomer bezichtigd; in afwachting van hun verslag, zou het ongepast zijn thans in een beoordeeling te treden van hei kunstwerk, maar terwijl de eerste schetsen niet voor publieke tentoonstelling bestemd waren en dus alleen door de Leden der Commissie zijn bezichtigd, is het de bedoeling dat het kleine model zal worden gezien door allen, die door hunne grootere of kleinere bijdragen van hunne belangstelling in het gedenkteeken blijken gaven. Eene korte beschrijving van bet model wordt dus niet overbodig geacht. Boven een stevigen plint verheft zich gelijkzijdig een vierkant voetstuk, dat gesteund wordt door gebogen contrefortenop elke zijde prijkt een bas- relief door een sierlijk geornamentccrden rand van onderen afgescheiden van een vlakken band, die voor een opschrift bestemd is, terwijl boven de reliefs de geschikte plaats is gevonden voor vier liggende wapenborden; te weten dat van Leiden en die van de drie waterschappenwelke door het doorsteken der dijken zooveel hebben toegebracht tot het ontzet, Rijnland, Schieland en Delfland. Dit voetstuk, dat men het monument der burgerij zou kunnen noemen, wordt bekroond door het kalme en waardige beeld van Van der Werf, als hoofd der stad; Dieter Adriaanszoon Van der Werf staat daar blootshoofds, omgord met den Oranje-sjerp, met den burgcmeesterlijken tabbaard omhangen, de linkerhand aan den degen geslagen, terwijl hij met afgewenden rechterarm en gesloten vuist en zijn ernsligen blik weigert aan vijanden van binnen of van buiten gehoor te geven. lie! relief aan de voorzijde stelt voor de Eedsaflegging van Jonkheer Jan Van der Does na den dood van Andries Allertsz tot oppersten hoofdman aangesteld voor burgermeesters en secretaris. Daaronder slaan de woorden van het Wilhelmus-licd: Het Vaderland getrouwe Blijf ik tot in den dood. liet volgende relief is een herinnering aan de gewapende verdediging der stad, en is in de plaats gekozen van het eerst voorgestelde tafreel van de pest, die zoovele slachtoffers wegnam, liet is de afbeelding van bet gevecht bij den Boshuizerschans, en geeft een levendige voorstelling van den hevigen strijd, waarbij hopman Mees Haviks is gevallen. Diens manhafte woorden, die in een onzer oude Geuzenliederen overgegaan zjjn, werden als toepasselijk bijschrift gekozen Zoolang wij hebben handen, ziet, Om t' eten één, één om te vechten, Zoo komen wij tot schande niet. Als derde relief is het Ontzet, met zijn «haring en wittebrood" zoo afge beeld, dat het tevens het lijden der bevolking voorstelt. In 't midden staat een man en waggelende vrouw, tegen wier borst een meisje machteloos neer zinkt, terwijl hun zoon een haring verslindt; twee anderen, te zwak om zich vooraan te wagen, roepen om brood, dat een hopman der geuzen hun uit zijn schuit toewerpt; links zit een man op den wal die naar de schuit wil zwemmen, maar belet wordt door zwakte en door zijn uitgehongerd kind. dat hem om den hals hangt; verder gaan een vrouw en kinderen vroolijk met brood en haring naar huis, terwijl de goed gevoede Zeeuwen in hun vaartuig met de vermagerde Leidenaars in hunne flodderende kleeren een duidelijke tegenstelling opleveren. Drie regels uit het tooneelspel Leidens Ontzet van Zevecote staan hier onder: Nu mogen wij afdrogen Ons lang bekreten oogen, AVant Leiden is ontzet. In het vierde relief is algebeeld de Dankzegging in de Pieterskerk. Mid den voor den preekstoel staat daar Van der Does en Van der Werf, zijn secretaris Jan Van Hout en de aanvoerder der Zeeuwen, Louis Boisot; daarachter een groep uit de burgerij in aanbidding neergeknield 11a de ge lukkige verlossing. De twee eerste verzen van den bij die gelegenheid ge zongen Psalm IX staan daaronder te lezen: Ik zal met al mijn hart den lieer Blijmoedig geven lof en eer. Behalve deze bijschriften, die tot opheldering der tafreelen dienen, wordt op een band aan de voorzijde nog dit opschrift geplaatst: TER GEDACHTENIS VAN DE VERDEDIGING EN VERLOSSING VAN LEIDEN, DE BEVESTIGING VAN NEDERLANDS VRIJHEID, EN TER EERE VAN DEN BURGEMEESTER PI ET ER ADRIAANSZ. VAN DER WERF. MDLXXIV I1ET DANKBARE VADERLAND. MDCCCLXXIV. Bovendien slaan nog op een hooger lijst aan de voorzijde onder het ge noemde wapen der stad deze regels van Bilderdijk te lezen, die de geheele gedachte der Commissie kort en klaar uitdrukken: Juich, Holland, dat door Leidens moed Uw roemuw vrijheid zag behoed. Men heeft namelijk willen doen uitkomen, dat de zegenrijke gevolgen van het ontzet van Leiden niet alleen door de stad zelve zijn genoten, maar doet het geheele vaderland. Daarom had de Commissie zich ook gewend tot ge- - heel Nederland, toen zij bijdragen inzamelde voor dit vaderlandsche gedenk teeken. Zoo worde dan het bewijs geleverd, dat men niet stil heeft gezeten, en geloond aan allen, die iets van hel hunne hebben afgezonderd voor bet monument voor burgerij en burgemeester, op welke wijs hunne gelden be steed zullen worden. Meer dan één zal zich zeker teleurgesteld gevoelen 1 dat het gedenkteeken nog niet voltooid daar staat om op het Eeuwfeest te worden onthuld, maar die personen hebben er zeker niet over nagedacht hoe vele maanden alleen aan het kleine model besteed moesten worden, en hoeveel lijd nog noodig zal zijn om dat beeld en die vier reliefs te modellceren, in brons te gieten en te ciseleercn. Bovendien zijn voor al die werkzaam heden en voor het vervaardigen van het steenhouwerswerk de hulpmiddelen u der Commissie nog niet toereikende. Moge liet model bij de aanschouwing ni veler goedkeuring wegdragen en nog menige bijdrage uitlokken van hen, die aan de verwezenlijking van het plan twijfelden; en moge aldus de zekerheid gegeven wordendat eenmaal de stad onzer inwoning zal prijken met dit c'( waardige Gedenkteeken aan Leiden's Ontzet. no INGEZONDEN. w Met genoegen mochten wij kennis maken met een lied verschenen bij de firma Schreuder en van Baak, getiteld; Mijn Land, woorden van G. B. Lalleman. muziek van Jobs. J. Eggers. Wij twijfelen geenszins d-eze compo- e] sitie waarin een echt vaderlandlievende geest doorstraalt, zoowel wat tekst als muzikale opvalling betreft, niet alleen ter gelegenheid van het Derde y Eeuwfeest van Leidens Ontzet eene welkome verschijning zal heeten, maar ten allen tijde een waardige plaats op een programma zal innemen. Beden waarom wij deze compositie dilettanten ten zeerste aanbevelen. L. J1 AHABEJI1 K-MKl'WS. k PROMOTIE AAN DE LE1DS01IE 1IOOGESCHOOL. v Den 26!t,n September de heer A. J. van Walsem, geb. te Reeuwijk, in de rcglen, met stellingen. J] 1 s Men weet nooit wat er gebeuren kan. Een aanzienlijke dame bevond zich op een stoomboot. De lichte beweging j welke de boot maakte, niet kunnende verdragen, viel zij in zwijm. Oor- j deelt over de verlegenheid van de familie, die baar vergezelde, en die haar t te vergeefs tot het leven trachtte terug te roepen. Een doctor, die zich f onder de passagiers bevond, haalde een flacon uit zijn zak en wreef daar- 1 mede de slapen, de hals en de handen van de dame in, die eindelijk tot j zich zelve kwam. Over de parfumerie ondervraagd wordende, antwoordde hij: ik reis nooit zonder een flacon van dit wonderbare water mede te nemen want men weet nooit wat er gebeuren kan. De bizondere eigen- schappen daarvan komen voort, dewijl het op aromatische planten gestookt is. Al de goede eigenschappen van planten, bloemen, zaden, zijn daarin l vereenigd. tiet heet Eau d'Anvers en is uitgevonden door AUG. DE MARBAIX, te Antwerpen, en ik raad u ten sterkste aan om op reis altijd eenige flacons er van mede te nemendaar men nooit weet wat er gebeuren kan. Te Leiden ter Boekdrukkerij van J C. DBABBE

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leydse Courant | 1874 | | pagina 8