JACS. VAN DER TANG, PEK TELEGRAAF. IS VERHUISD van Itijnsaterwoude naar Leyinuiden. Naar men uil Posen meldt is de kanunnik Korylkowski te Gnesen, wegens onbevoegde uitoefening der function van vicaris-generaal, lot 9 maan- 1 den gevangenisstraf veroordeeld en naar de gevangenis te Trzemeszno over- j gebragt. Men meldt thans uit Homburg: De roomsclie geestelijke, alhier ver toevende, aan vvien bevel is gegeven die plaats en tevens Pruissen te verlaten, is niet de Anglicaansche aartsbisschop van York, maar de lerschc i (katholieke) bisschop van Cork, de heer Dclamy. Van ter zijde verwittigd, naar het schijnt, nopens hetgeen zou gebeuren, heelt de genoemde geeste lijke zich onmiddellijk verwijderd, alvorens lol het ten uitvoer leggen der uitzetting werd overgegaan. De horlogiemaker Klemmt, te Liebenthal, heeft de Pruissische regering het model aangeboden van een door hem uitgevonden toestel om luchtsche pen in alle rigtingen te doen bewegen, onverschillig bij welken wind. zelfs tegen den wind in. Tevens verzocht hij, dat hem de kosten voor den aan leg in het groot zonden worden gewaarborgd. Daar de regering hierom trent tol voorwaarde stelde, den toestel eerst door eene commissie te doen onderzoeken, heeft hij de onderhandeling afgebroken en zich tot de Eran- sche regering gewend. BERLIJN, 21 September. De Nat. Zeit. meldt, dat het bestuur der Pruis sische bank in zijne zitting van heden, met het oog op de tegenwoordige omstandigheden der bank, besloten heeft voorloopig af te zien van eene disconto-verhooging. De heer Eriedcnlhal, vice-president van het huis van afgevaardigheden, lid van den rijksdag, is benoemd tot minister van landbouw. LONDEN, 21 September. De Pall Mall Gaz. heeft heden een telegram uit Kopenhagen ontvangeninhoudende dat aan den Dcenschen gezant te B' rlijn instruction zijn gezonden om opheldering te vragen omtrent de ver drijving van Decnsche onderdanen uit Sleeswijk. PARIJS, 21 September, Victor Séjour is gisteren overleden. De kiesvereeniging Ie Saint-Germain heelt den heer Joly candidaat ge steld, ter vervanging van den heer Pourtalès. BERLIJN, 21 September. De keizer is heden ochtend ten 4 ure hier aangekomen. KIEL, 21 September. De toast, door den keizer uitgebragt aan het feest maal bij Belleville, luidde als volgt: »lk drink op het welzijn mijner zoo aanhoudend toenemende marine, die lieden niet slechts door den vorm, maar ook door den naam, welken het nieuwe schip voortaan dragen zal, een zoo aanzienlijke vergrooting van magt gekregen heeft. Wij willen hierbij den prins van mijn huis gedenken, die de gedachte van mijnen zaligen broeder beseft en verwezenlijkt en daardoor den grond tot onze marine gelegd heeft. Den dank. dien wij hein schuldig zijn, breng ik echter ook aau allen, die sedert den vooruitgang van het werk bevorderd hebben. Ik drink op het welzijn van hel land in welks wateren deze hooge vlugt en deze aanwas zich deden kennenvan het land dat mij ook lieden weder zulk een harte lijk onthaal bereid heeft." BAYONNE. 21 September. De Epoca zegt dal Don Alphonso Liria is binnengerukt, en dat de republikeinsche generaal Garcia Reina afgezet is gewordenomdat hrj verzwegen heeft de w aarheid over het gevecht met Villalainwaarin hij de nederlaag leed. NEW-YORK, 21 September. De regering der Unie heeft twee millioen dollars betaald, zijnde het bedrag dat door de Engelsch-Amerikaansche com missie is vastgesteld Ier voldoening van Engelands vordering. INGEZONDEN. Te Arnhemgelijk in andere gemeenten, is thans eene commissie zamen- gesteld aan welke is opgedragen de middelen te beramen om de vlcesch- prijzen gelijken tred te doen houden met de marktprijzen van het vee, die prijzen, zoo mogelijk, te doen dalen en het gehalte van het vlccsch, zoo noodig, te verbeteren. Over dit onderwerp levert de Arnh.Ct. de volgende beschouwing, welke, daar de quaestie der vleeschprijzen eene algemcene quaestie is, die bijna iu alle gemeenten besproken wordt, ook hier de aandacht verdient. Misschien vindt het voorbeeld van andere gemeenten ook hier ter stede navolging. In onderscheiden plaatsen van ons land begint menin navolging van de voor beelden builen 's lands, zich te verzetten tegen de te hooge prijsbepalingen van het vleesch door de slagters. Het publiek schijnt ook in Nederland eindelijk te gaan begrijpen, dat de leveranciers afhankelijk Zijn van de kalanten en niet de kalanten van de leveranciers, en dat dus, wanneer b. v. de slagters afspraak maken en zich aaneensluiten om het vleesch kunstmatig duur te houden, het slechts van hunne kalanten afhangt deze zamenspanning tegen hunne beurzen te verijdelen en de nering der slagters geheel te doen verloopendoor zich op hunne beurt aaneen te sluiten en voor gezamenlijke kosten slngtvee te koopen en te doen slagten. Het klagen en jammeren der kalanten over de tirannie van den leverancier, die hen dwingt onredelijke prijzen voor hunne benoodigdheden te betalen, is inderdaad klinkklare onzin. Die tirannie is denkbeeldig; wanneer de kalant verstandig en vigilant is en den onredelijken prijs niet betalen wil, is de leverancier tegenover hem geheel magteloos; wanneer al zijne kalanten verstandig en vigilant zijn en weigeren zich door hem te laten beetnemenzal aan den te veel eischenden leve rancier slechts de keuze overblijven bf zich te onderwerpen aan de kalanten en te leveren tegen billijke prijzen, of zijnen winkel te sluiten om zich niet geheel te ruïne ren. De kalant heeft den leverancier geheel in zijne hand, wanneer hij slechts vastbe sloten is zich zeiven te helpenzoodra hij bemerkt de dupe van zijnen leverancier te zijn. Dat wij ons vleesch van den slagter koopen is uitsluitend voor ons gemak. De slagter is de tusschenpersoon tusschen den vetweider die het slagtvee produceert en den verbruiker die het vleesch koopt. Om van de moeite en den last van het slagton af te zijn laten wij de grondstof door dezen tusschenpersooD koopen en bereiden, en koopen het dan, bereid, van hem uit de tweede hand. Maar een onontbeerlijk persoon is hij volstrekt niet. Wanneer zijne eischen te hoog worden, gaan wij vergelijken wat ons het meest waard is; te duur vleesch te eten uit ge makzucht en om van de beslommering van het slagten af te zijn, of ons de moeite van het zelf slagten te getroosten en vleesch tegen den kostenden prijs te eten. Weegt onze gemakzucht zwaarder bij ons dan ons eigenbelang, dan moeten wij ons ook niet beklagen; wat wij aan den slagter te veel betalen is dan eene premie die wij hem vrijwillig voldoenomdat hij het ons zoo gemakkelijk maakt. In het tegenovergestelde geval, wanneer wij uit zuinigheid zelf gaan slagteu en den cijns op onze gemakzucht weigeren op te brengen, is het de slagter die de dupe wordt van zijn speculeren op de zwakheid van zijnen kalant. De coalitie der vleeschverbruikers tegen de vleeschverkoopers is, in den waren zin des woords, een strike, de strike, nu eens voor de verandering, van de werkver- schaffers tegen degenen die voor hen werken. De kalant is de patroon, de slagter is de werkman die hem bedientziedaar de ware verhouding. Deze strike heeft niet ten doel meer loon te bedingen of minderen arbeid, maar, juist andersom, den werkman voor hetzelfde product minder geld te betalen, In deze nieuwe soort van strike, door de kalanten gerigt tégen te veel eischende leveranciers, is regt en magt geheel en al aan de zijde der strikers, d. i. van het vleesch verbrui kend publiek. Wanneer dit publiek in zijne strike volhardt en bedankt voor de te dure diensten van dezen tussehenhandelaar, wiens diensten het zeer wel en ten nutte zijner beurs ontberen kanis het met het vak der slagterij gedaan. Zoover zal het nu wel niet komen; de slagters, ziende dat het ernst is, zullen toegeven, en het publiek, dat voor zijn gemak toch ook wel wat over heelt, zal, van zijnen kant, ook toegeven. Het vleesch zal afslaan en de kalanten zullen, als van oudshun vleesch weder van den slagter nemen. Hiertegen is niets in te brengen. Het is billijk dat de slagter beloond wordt voor den last en do moeite welke hij aan zijne kalanten bespaart. Doch zeer nut tig is het, dat het oude, veel te lang voortgezette misverstand van den tirannieken slagter en den hulpeloos aan zijne tirannie overgeleverden kalant, eindelijk voor goed ophoude, en dat beide partijen wel begrijpen hoedanig hare wezenlijke ver houding jegens elkander is. De kalant moet zijne sterkte kennen en de leverancier zijne zwakheid. De kalant is de meester, de leverancier is zijn dienaar. Wanneer de meester bemerkt dat hij de dupe van zijnen dienaar is, heeft hij terstond het middel bij de hand om aan de duperij een einde te maken. Zonder hem kan de leverancier niet bestaan, terwijl hij zeer wel zonder den leverancier bestaan kan. Het is zeer nuttig dat het publiek van deze waarheid doordrongen zij en dat het, wanneer de omstandigheden dit medebrengenook daarnaar handele. Behalve het middel van de strike het, met voorbijgaan der slagters, uit de eerste hand aankoopen van het slagtvee en het zelf slagten heelt het publiek om mogelijke zamenspanhingen van slagters te verijdelen en zich normale vleesch prijzen te verzekeren, nog andere middelen ten zijnen dienste. Het zijn de vleesch- markten en hel aanvoeren van vleesch van buiten ,s lands. Vleeschmarkten kunnen, vooral in de kleine gemeenten, waar het monopolie van één slagter of de zamenspanning van weinige slagters het meest mogelijk en het eerst te vreezen is, veel bijdragen tot het houden van het vleesch op den normalen prijs. Uit de groote gemeenten kan zulk eene markt, wanneer men haar eenigzins aanlokkelijk weet te maken, gemakkelijk voorzien worden. Aan het denkbeeld van het aanvoeren van vleesch van buiten ^s lands is, dunkt ons, tot nu toe te weinig aandacht geschonken. Het is niet populair. Men haalt den neus op voor dit australisch en zuid-amerikaansch vleesch, dat men wel eens geproefd maar niet naar zijnen smaak gevonden heeft. Doch dit motiveert de ver oordeeling soms ook wel eens de hevooroordceling geenszins. De smaak alléén mag hier niet beslissen, vooral daar smaak iets uitsluitend individueels is. Niemand is verpligt vleesch australisch, ainerikaansch, europeesch of ander vleesch te eten dat hem niet smaakt, even weinig als hij verpligt is bij eenen leverancier te blijven die hem goed levert dat niet goed is. De vleesch eetquaestie om het zoo eens te noemen is veel meer dan eene quaestie van smaak. De quaestie vau smaak is voor een groot deel van het publiek in het geheel geene quaestie. Een tal van voorbeelden uit de veepest-periode zijn ons bekend, dat afge maakte koeijen opgegraven werden en bedorven vleesch tot eigen gebruik in ge meenten ingevoerd en genuttigd werd door menschen uit de volksklasse. Menigeen heeft te regt gestaan en is veroordeeld voor dergelijke feiten. En waarmede ver ontschuldigden zich deze overtreders der wet? Zij zeiden: «wij weten wel dat dit geen goed vleesch is, maar wij zijn niet verwend. Wij, die anders nooit vleesch te eten krijgenmeenden dat het geoorloofd was van deze gelegenheid gebruik te maken om óók eens een stukje vleesch te proeven en waren er zeer wel mede tevreden, al lusten de groote lui het niet." Voor deze menschen, die niets om den smaak maar alles om de voeding geven, zou het verkrijgbaar stellen van goedkoop australisch en zuid-amerikaansch vleesch eene ware weldaad zijn. Van het middel van voor gemeene rekening op te rigten slagthuizen en vlecsch- houwerijen behoeven wij niet afzonderlijk te spreken. Het is eene der wijzen van zich zelvcn te helpen, van welke het voor zich zelvcn slagten door do individuele verbruikers eene andere is. De reactie of, beter gezegdde actie der vleeschverbruikers tegen do vleeschver koopers, der kalanten tegen hunne dienaren de leveranciers, begroeten wij met vreugde als een wakker worden van een publiek dat zijne kracht begint te begrijpen en te toonen uit den dommel der gemakzucht die zich alles laat welgevallen te zijn ontwaakt. Maar wil men op den duur niet enkel meer redelijke vleeschprijzen doch ook bestendig redelijke, d. i. normale prijzen, prijzen die uitsluitend bepaald worden door de kosten van productie en deltietverkrijgendan moetenin do eerste plaats, de accijns op het geslagt en het invoerregt op vleesch afgeschaft worden. Dan eerst, wannéér het vleesch geheel vrij van belasting ingevoerd en in consumtie gebragt worden kan, is het doenlijk den langst mogelijken natuurlijken (d. i. niet kunstmatig opgedreven) prijs van het vleesch te verkrijgen. Dim eerst kan het zich zeiven helpen van het publiek zijne volle werking hebben en zijn doel bereiken. Het publiek heeft de zaak aau het regte eind begonnen; het bezigt het middel dat hem terstond ten dienste staat. Doch het moet het hierbij niet latenhet moet niet rusten aan te dringen op de afschaffing van den accijns op het geslagt en van het invoerregt op vleesch, totdat men in Nederland onbelast vleesch verkregen heeft, evenzeer als onbelast brood. AKADEMIE-NIEUW». PROMOTIE AAN DE LEIDSGHE 1I00GESCH00L. Den 22!Un September de lieer W. C. A. Elout van Soeterwoude, geb. te 's Gravenhage. in de reglen. met stellingen. A I* V HKTKKTI KM. Bevallen van een Zoon J. C. VAN WIJK VISSER. Zaandam, 21 September 1874. Overleden te Palerwolde Mevrouw de Wed. GASINJET, geb. WOUTERS, geliefde Zuster van Mevrouw de Wed. v. PUTTKAMMER, geb. WOUTERS. Leiden, 21 September 1874. De Heer en Mevrouw v. d. SLOOT CLÉMENT beluigen hunnen welge- meenden dank voor de vele bewijzen van deelnemingbij bet overlijden van hunne geliefde Behuwd-zuster en Zuster ontvangen. Leiden, 22 September 1874. REEDER EN DIRECTEUR der Haarl emmermee r-Scliroefstoombo ot-ftlaats chap pij,

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leydse Courant | 1874 | | pagina 3