A. SCHMIER Prijzen beneden elke andere aanbieding. DONKERS TE EG. Wegens verandering van zaken, Aanvankelijk werd deze kleine kolonne door geene enkele vijandelijke be weging gestoord doch na in eene ruime opene vlakte te zijn gedeboucheerd zag zij zich den pas als het ware afgesneden door eene op 300 a 400 pas sen voorwaarts gelegene kampong, welker buitenste huizen door eene bende van ongeveer 200 gewapende Atchineezen in brand gestoken werden. Teng- bergen wierp den vijand een gedeelte van zijn troep en tirailleur op het lijf en liet vurende avanceercn, doch naauwelijks bespeurde hij dat de Atchi neezen aan het weifelen waren of zij stand zouden houden al dan niet, of hij overviel hen in den stormpas met de blanke bajonetmet het gevolg dat de vijand in allerijl terug trok en de kampong in handen der onzen kwam. Deze te bezetten, daarvan kon echter geen sprake zijn; het beste was dus om den vlugtenden vijand nog een weinig te vervolgen en door een flink vuur zooveel mogelijk nadeel toe te brengen. Met behoedzaamheid ging het nu weder voorwaarts, met eene kleine linie van tirailleurs voorop. De vijand was blijkbaar niet bestand tegen het welgerigte vuur der onzen, en hij week dan ook al vechtende, de eene kampong na de andere prijs gevende. terug. Er kwam eindelijk een oogenblik van staan. Tengbergen begon den gids te wantrouwen; Lampassei kon onmogelijk zoo ver uit de linie onzer stel ling liggen. Er werd halt gemaakt en een troep bevriende Atchineezen van Meraksa ingewacht, ten einde informatiën met betrekking tot het terrein in te winnen. Men verneemt nu dat men geheel buiten de rigting van Lam passei is; de gids heeft een valsche rol gespeeld. De kampongs waarom de strijd was gevoerd, waren die van Blang-Hoë, Langkoe en Radja-Moeda; iets verderop lag het zwaar versterkte Soediganwaar de vijand zich ver zameld had. Terugtrekken was nu de boodschap. De bevriende Atchineezen slaken den rooden haan in eenige huizen en hielden door hun kabaal de aandacht des vijands bezig, terwijl de onzen eene achterwaartsche beweging volvoerden, waardoor zij ter hoogte van Blang-Hoë, achter een heuveltje, eene vrij goede stelling bekwamen. Hier zon men een weinigje rust nemen, want de soldaten waren zeer vermoeid. Toekoe Nek Radja en Toekoe Lam passei, die zich hier even lieten zienzouden juist eenige jonge klappers laten halen voor de dorstende manschappeu, toen de vijand van drie kanten weder aanrukte Door eene goed uitgezwermde tirailleurliuie werd hij even wel in ontzag gehouden; en drong hij op het een of ander punt wat al te digt op, dan werd hij door een bajonetaanval van het hoofdtrocpje weder even vlug tot wijken bewogen. De vijandelijke massa's groeiden echter met elk oogenblik aan: er werd dus de meeste behoedzaamheid vereischt om uit deze positie te geraken, die door de aanwezigheid van drie zwaar gewonde soldaten nogal bemoeijelijkt werd. Tandoes waren daar niel bij de hand, de kerels moesten dus onder een hevig vuur door hunne kameraden gedragen worden. Vier man schappen waren reeds bij den opmarsch wegens plotselinge ongesteldheden achtergebleven, en voor het vervoer van de gewonden en hunne wapens waren negen man noodig. zoodat slechts enkele manschappen beschikbaar bleven om den vijand in ontzag te houden. De toestand werd hagchelijk: de patronen begonnen te verminderen (de soldaat zegt: op te raken), de dragers bezweken bijna onder den last hunner gewonde krijgmakkers, en de vijand was nog slechts een kleine honderd passen van dit hoopje dapperen verwijderd. Maar God is met den soldaat te velde. Op het oogenblik dat Tengbergen zijne soldaten in een kring had zamengetrokkenom aldus al vurende ie retireeren, kwam de 2' luitenant de Willigen met een peloton Afrikanen ter versterking op de plaats van het gevecht aan. Deze hield nu den vijand door flinke salvo's in bedwang, van j welke gelegenheid de luit. Tengbergen wist gebruik te maken om in geslo- tene orde op Lampassei terug te trekken. Van hier zond hij de gewonden j en zieken naar het bivouac, in ruil waarvan hij 10 man versterking kreeg onder den luit. Blanken, terwijl eenige oogenblikken later kapitein Perelaer met 20 man aan het gevecht kwam deelnemen. De Atchineezen kregen een oogenblik later de volle laag; na een goed aangelegd snelvuur in hun front aangegrepen, trokken zij met ongekenden spoed achter hunne stellingen terug, een aantal dooden achterlatende. De onzen bekwamen hierbij slechts 7 gewonden, de drie van de kolonne Tengbergen niet medegeleld. Na den terugtogt des vijands keerden de troepen, die gedeeltelijk van 'smorgens 10 uur in aclie waren geweest, tegen 5 uur 's namiddags naar hun bivouac terug. Blang-lloë en Lampassei zijn nu bezet, respeclivelijk door den kapitein Engelhard met de 3' en 4e compagnie Afrikanen, en door de luitenants de Willigen en Tengbergen met een detachement van 20 Afrikanen, versterkt door 15 artilleristen met 2 getr. 8 cm., onder de orders van een adjudant- onderofficier. De vijand heeft zich op een afstand van circa 400 passen van deze stellingen in Lambemoet genesteld, terwijl hij iets verder nog andere sterkten bezet houdt. Wij zitten hier sedert eenige dagen tot over de ooren in den modder en toch is de regenmoesson nog niet door. De vraag, hoe wij het in dien moesson zullen stellen, stel ik liever niet. Gisteren is de vijand weêr in beweging geweest. Zijne aanvallen waren tegen alle stellingen gerigt, maar Kotta-Longue, Lampassei en Blang-Hoë lagen het eerst voor de hand. Zijn vuur kon echter geen of weinig uilwer king hebben, daar hij ons achter onze verschansingen benaderen moest. Daarentegen ondervond hij al de nadeelen van ons vuur; overal liet hij zjjn spoor in bloed en gesneuvelden achter, doch zijne stoutmoedigheid werd er niet minder op. Het gewone gevolg van een aanval der Atchineezen bleef ook gisteren niet uit: na zich overal gestooten en gehavend te hebben, trok de vijand op dezelfde wijze als hij gekomen was terug, om, naar ik hoor, dat spel morgen of overmorgen voor de zooveelste maal te hervatten. De oorlog is geëindigd, verklaarde generaal van Svvieten onlangs, maar het heeft er bitter weinig van. Doch daarover later een woordje op zijn pas. Door den gouverneur-generaal van Ned.-Indië zijn de volgende beschik kingen genomen: Civiel departement. Verleend: Een tweejarig verlof naar Nederland aan den resident van Probolingo P. Severin, aan den hoofdingenieur le kl., in specteur van den waterstaat en burg. openb. werken jhr. W. H. Teding van Berkhout; en aan den controleur I' kl. bij het binnenlandsch bestuur op Java en Madura Th. W. Buys. Ontslagen: Eervol, de commies termagistra- lure te Amboina A. G. Schmidliamer en de gewezen boekbinder bij de di rectie van financiën D. J. Samuels. Benoemd: Tot commies ter magistrature te Amboina, de ambtenaar op wachtgeld J. C. Osiek. laatst 2de commies bij hel depart, der marine. Door den directeur van justitie is goedgekeurd dat zijn benoemd: tot buitengewoon substituut-griffier, buiten bezwaar van den lande L. K. Turk, aspirant-controleur bij het biunenl. bestuur aldaar, J. J. Donner en door den landraad te Blitar is benoemd: tot buitenwoon substituut griffier H. F. Adriaans. Departement van oorlog. Verleend: Een tweejarig verlof naar Nederland, aan de kapiteins der infanterie A. J. Beck en W. Tengbergen. Ontslagen: Eervol de 1' luitenant der cavalerie Uytdenbogaard. Departement van marine. Gedetacheerd: Bij het depart, der marine in Ned.-lndië, de dirigerende officier van gezondheid bij de Kon. Ned. marine dr. F. J. van Leent. PEK TELEGRAAF. PARIJS, 17 Augustus. Voor zoover de uitslag der stemming ter verkiezing, in het departement Calvados, van een lid der nationale vergadering bekend is geweest heden ochtend ten 2 ure, hebben gekregen: Leprovost 21,242, Aubert 18,552 en Fontenette 5973 stemmen. De republikeinen hopen dat de herstemming hun de zege zal verschaffen. MADRID, 15 Augustus. De Carlisten hebben den spoorweg en den telegraaf tusschen Saragossa en Madrid afgesneden. Generaal Zabala heeft Vittoria van leeflogt voorzien en is naar Miranda teruggekeerd. MADRID, 16 Augustus. De Carlisten hebben 36 kilometers van den spoorweg Saragossa-Madrid en acht locomotieven vernield. De schade wordt op drie millioen realen begroot. Ook hebben zij gruwelijke wreed heden bedreven bij het verlaten van de omstreken van Segorbe. Het noor- derleger is met 17 bataillons, 20 kanonnen en 700 paarden versterkt ge worden. BAYONNE, 16 Augustus. Generaal Blanco heeft Donderdag avond Vittoria van leeftogt voorzien zender met den vijand slaags te zijn geweest. Maar schalk Zabala is te Miranda teruggekomen; het tweede corps, onder bevel van Ceballos, heeft hjj naar Logrono gezonden. In den slag bij Oteiza heeft generaal Moriones gevoelige verliezen geleden. fhtrgeritjke J$>tanb. ONDERTROUWD: H. F. van Ewijk.jm. 23j. en M. E. Huntelman,jd,25 j. J. Rosdorff, jm. 25 j. en M. E. Caneman, jd. 30 j. A. Dieben, jm. 23 j. en M. Ruig- rok, jd. 23 j. D. T. Dolkemade, jm. 26 j. en J. Kniest, jd. 36 j, C. van der Weyden, jm. 20 j. en C. H. La Court, jd. 20 j. C. C. Hoppenbrouwer, jm. 45 j. en J. M. de Groot, wed'. 63 j. C. S. van Steensel van der Aa, jm. 31 j. en E. G. Scholten, jd. 33 j. P. A. Ramaer.jm. 45 j. en C. L. Tengbergen, jd. 34 j. 1. J. L. A. van Dijk, jm. 23 j. en J. M. Schrama, welt. gesch. 34 j. W. 11. Landesber- gen.jm. 29 j. en G. Pronk, jd. 21 j. .4 1» V tóRTRftTI K*. lieden beviel mijn echtgenootc voorspoedig van een Zoon. Leiden, 15 Augustus 1874. W. G. DE GRAAF, Horloger. Algemeene kennisgeving. Voorspoedig bevallen van eene Dochter VV. KUENEN MUURLING. Leiden, 15 Augustus 1874. Bevallen van een Zoon E. SCHMIER DE POORTER DE POORTER. Leiden, 16 Augustus 1874. Heden beviel van een welgeschapen Zoon mijne geliefde Echtgenoole ANNA JOHANNA CORNELISSEN. 17 Augustus. L. J. F. DUMORTIER. Voor de vele bewijzen van belangstelling, bij de geboorte onzer dochter ondervonden, betuig ik, ook namens mijne Echlgenoote, mijnen hartelij- ken dank. J. T. C. VAN LEEUWEN. Visites worden verwacht Woensdag 19 Augustus. Aan allen, die ons bewijzen van hunne belangstelling hebben gegeven bij de geboorte onzer dochter, betuigen wij hiermede onzen hartelijken dank. G. J. DIJKERMAN. Rhenen, 16 Augustus 1874. J. C. DIJKERMAN, Blanken. dagelijksche verkoop van alle voorhandene MANUFACTUREN. Kleedjesstoffen. Rips in alle kleu ren. Lustres. Paramats. Merinossen. Moirés. Voerings. Linnen Bont. Katoen Kielstoffen. Regattas. Boezels. Witte Linnens. Ruwe Half enz. enz. enz. Servetgoederen. Rouwkatoenen. Gekleurde Flanel Haarlemmers. Geschulpt Netel len. Bazins. doek. Witte dito. Diemets. Gestreept dito. Baaijen. Piqués. Effen dito. Vriezen. Tafellakens. Gebrocheerd Cassa. Bevers. Theedoekjes. Eflen n Duffels. Zakdoeken. Meubelcitsen. Eskimos. Kepers. Dekenkatoen. Ratines. Marseilles. Dekenspreijen. Moscowas. Amersfoorten. Wollen Dekens. Floconnés. Ruwe Katoenen. Katoenen Dekens. Lakens. Witte Mol ion Buckskins. Lichte Wollen Winter- Halfwol Broekstol. Paarsche artikelen. Katoen Gekleurde Cachenez's. Linnen Drills.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leydse Courant | 1874 | | pagina 3