PER TELEGRAAF.
eenige dagén te voren publiek heeft gemaakt. Wij gelooven hier te kunnen
bijvoegen dat de president der republiek met de handelingen van het kabinet
zich zeer ingepomen betoond heeft.
Volgens de Decentralisationj is dezer dagen een spoortrein tusschen
Villefranche en Lyon door den bliksem getroffen. In een goederenwagen
werden eenige kippen gedood. De conducteur van den trein is blind ge
worden; de machinist en de stoker bespeurden een hevigen schok, doch
hebben geen letsel bekomen.
Te Toulon was dezer dagen de komst aangekondigd van den onder
koning van Egypte. Alles was den 28»,<,D Julij gereed en volgens de circu
laire van den marineprefect zou de vorst eerst den 29ste" of 30!teD aankomen;
ieder was gewaarschuwd; de chefs van dienst waren op hun post als vast
gespijkerd; de galaplaatseu waren ter beschikking gesteld der directie van
de haven; de muziek der schepelingen was in de kazerne geconsigneerd en
werd altoos gereed gehouden om den souverein te ontvangen; de kuslbat-
terijen waren van amunilie voorzien en daar er geen oorlogsschepen op de
reede lagenwerd de kanonneerboot VAlexandre per telegram van de Hye-
rische eilanden opontboden. De Alexandre maakte zich overhaast zeilvaar
dig, werd door een bui overvallen, verloor zijn zeilen, keerde naar de
Hyerische eilanden terug en vroeg om een stoomsleepcr, daar hij belangrijke
avarij had gekregen. Aan den Utile, die nog denzelfden nacht afgezonden
werd, gelukte het de kanonneerboot op de reede van Toulon te brengen,
juist toen de tijding kwam; de reis is uitgesteld. Men was 24 uur voor
niets in spanning geweest.
8PA1VJE.
Bij het springen der Carlistische kruidfabriekin de omstreken van
Riezu in Navarra, op 23 Julij, zijn negen personen omgekomen en negen
gekwetst. Onder de eersten bevindt zich de directeur der fabriek, Pedro
Echeverria, die twee dagen te voren van kolonel tot brigade-generaal be
vorderd was geworden. Don Carlos heeft zich in persoon naar hel tooneel
der ramp begeven en hulp en onderstand aan de gekwetsten verleend.
nUITICHLASI».
Men verneemt dat de najaarszitting van den rijksdag, waarvan de
opening aanvankelijk op 4 October was vastgesteld, hoofdzakelijk op ver
zoek van eenige bondsstaten eerst later, vermoedelijk 15 October, zal geo
pend worden. Dit uitstel zal plaats hebben met het oog op de werkzaam
heden van den bondsraad, welke eerst in de derde week van September
kunnen aanvangen en voor een gedeelte dienen afgeloopen te zijn, indien
de rjjksdag in staat kan zijn tot de behandeling der justitie-wetsont-
werpen over te gaan.
Naar men verneemt is prins Bismarck voornemens den ld"*"1 of 15,ta0
dezer Kissingen te verlaten. Naar hetgeen uit Berlijn wordt gemeld, was
het nog onzeker of hij dan ecnigen tijd zou gaan doorbrengen bij prins
Hohenlohe-Langenburg, of bij prins Hohenlohe-Schillingssfurst, dan wel ol
hjj de zeebaden te Schevcningen zou gaan gebruiken.
Betreffende de gevangenneming van den bisschop van Paderborn wordt
gemeld, dat hij door twee ambtenaren van justitie in een rijtuig naar de
gevangenis is gebragt, en dpt er wel eene talrijke menigte op de been was,
maar dat er, behalve een levendig "hoera" ter zijner eere, geen demonstra
tion hebben plaats gehad. Hij heeft een gedeelte van zijn eigen meubilair
naar de gevangenis doen overbrengen.
Dezer dagen heeft zich het gerucht verspreid van de verloving van den
hertog van Brunswijk met de dochter van den gewezen koning van llanover.
De hertog is 68 jaren oud en de prinses 26 jaren.
Men meldt uit Weenen, dal de onlangs overleden baron Rothschild bij
testament bepaald heeft, dat zijn derde zoon, Salomon Albert, het bankiers
huis te Weenen zal voortzetten. De tweede zoon Nathanaël is voornemens
in Berlijn een zellstandig kantoor op te riglen.
LONDEN. 5 Augustus. In het lagerhuis werd heden gehandeld over de
door het hoogerhuis verworpen amendementen op het wels-onlvverp tot rege
ling van de eerediensl in de staatskerk. De heer Disraëli betreurde de ver
werping. doch raadde aan. de twee amendementen in quaeslie te laten ver
vallen, ten einde het aannemen van de bill in het hoogerhuis niet te belem
meren. In zijne redevoering trachtte hij nog duidelijker te doen uitkomen
wat hij vroeger reeds betoogd had. namelijk dat, ofschoon Europa, met uit
zondering van één ongelukkig land, op dit oogenblik in diepe rust verkeert,
er invloeden werkzaam zijn. die vroeg of laat geweldige beroering veroor
zaken moeien. De heer Gladstone was het met den heer Disraëli eens, dat
de toekomst, waarop hij zinspeelde, zich dreigend laat aanzien. Hij achtte
liet daarom van belang de gelederen der tegenstanders niet te helpen ver
sterken met dezulken, die bondgenooten wenschen te blijven. Daarna heeft
het huis zich met het weglaten der bedoelde amendementen vereenigd.
In het lagerhuis heeft de heer Macarlhur een resolutie ingediend tot
goedkeuring van de aanhechting der Fidji-eilanden. De heer Dilke stelde
een amendement voor, strekkende om tot groote voorzigtigheid in deze
zaak aan te sporen. De heer Gladstone protesteerde tegen de annexatie,
vóór dat men naatiwkcuriger inlichtingen zou hebben verkregen. Op de
aanmerking, dat de regering den afstand, als deze niet onvoorwaardelijk
kon geschieden, niet behoorde aan te nemen, verklaarde de onderstaats-
sekretaris Lowther dat de regering, als zij tot de overneming mogt beslui- j
ten, dit op eigen verantwoordelijkheid zou doen. Het amendement werd
daarop met 81 legen 23 stemmen en daarna ook de resolutie zelve verworpen.
De heer Rourke zeide namens de regering, in antwoord op de vraag van
den heer Jenkins, van Londensche kooplieden vernomen te hebben, dat
Egypte een regt van 8 pCt. gelegd heeft op de kolen bestemd voor de
stoomschepen die het Suezkanaal passeren. Ofïiciëel heeft hij geen berigt
ontvangen dat door Frankrijk geprotesteerd is legen het wettelijke van deze
heffing. De Engelsche regering is van meening dat Egypte, krachtens het
tractaat van 1661, tot zulk een maatregel mag overgaan.
LONDEN, 5 Augustus. De koningin bezocht gisteren de keizerin van Oos
tenrijk te Ventnor (eiland Wight), en heden ontvangt de keizerin een be
zoek van den prins en de prinses van Wales.
PARIJS, 6 Augustus. De regtbank alhier heeft de heeren Tarbeen Blauet,
van het dagblad le Gaulois, veroordeeld ieder tot 1500 fr. boete en geza
menlijk tot 3000 fr. schadevergoeding, ter zake van laster.
LONDEN, 6 Augustus. Aan de Times wordt uit Parijs, van heden, het
volgende gemeldDe bijzonderheden omtrent de mededeelingen aan den
heer Decazcs door graaf Hohenlohe worden authentiek bevestigd. Bij het
eerste persoonlijke onderhoud, op 21 Julij, werden verzoenende ophelderin
gen gegeven. Het tweede onderhoud, op 26 Julij, had een officieel en con
fidentieel karakter. Hohenlohe verklaarde, niet in het minst gezind de
goede betrekkingen tusschen de beide landen te verstoren en de gevoeligheid
van Frankrijk, zooals in 1870. op te wekken, dat Duitschland niet kon
dulden dat de provinciën, door de Carlisten bezet, het schouwspel waren
van barbaarsche handelingen. Indien Frankrijk daarmede niet wilde of niet
kon instemmen, dan zou Duitschland diplomatisch handelen, zich het regt
voorbehoudende om eene vloot te zenden, ten einde de Carlisten te verhin
deren gebruik te maken van het kustland. Dnitschland heeft zorgvuldig
vermeden aan deze zaak een heerschzuchtig of aanvallend karakter te
geven.
IlKCfEZONnEN.
BABBELKOU T.
Meent gij het waarlijk, meneer de redacteur, dat de oude kermis
haar karakter verloren heeft? Nu ja, de koekkramen met de blokken be
staan niet meer! Onze jongens welen niet als wij, welk een genot het is
volgens de regelen der kunst een "keesje" in drie slagen af te hakken. De
afleiding van dat woord wordt het jongere geslacht zelfs schemerachtig,
want vertelde mij niet onlangs een heer van zestien jaren, dat de honden-
koopinan hem een echten Engelschen kees had te koop aangeboden? Gij
zoudt misschien gevraagd hebben: "ken je den Schoolmeester niet"? maar
ik zweeg, overtuigd, dat hjj enkel docenten kent.
Ik erken, de kermis is niet meer wat zij in mijn tijd was: dien dollen,
dwazen tijd, toen wij koek sloegen en hakten tot de blaèren ons in de han
den zeer deden; toen wij dweepten met den mallemolen en den straatkun
stenaar. dien onvervalschlen kermisbttrger, wien het Zigeunerbloed uit de
heldere, donkere oogen sprak en wiens gelaatskleur, wiens schoonen bouw
en rustelooze bewegelijkheid onze jeugdige fantazie opwekte. Ik zwijg van
zijn zuster, die met de rinkelende tambourijn uwe laatste zakduiten afbe
delde en den opgeschoten bengel, sints, de type was waarmeè hij de harems
van 'tStamboul bevolkte. De Friezinnen verdwijnen ook, evenals de vreese-
lijke moordgeschiedenissen oji het doek waarom de kermisgangers koppel
den, ademloos de uitlegging met het rietje volgende, waarbij dan een orgel
en een vrouwenstem op de wijze van den moord le Raamsdonk het referein
bekrachtigden.
De "spullen" zijn weg evenals de valschc orgels en harpspeelsters! Niet
dat ik het jongere geslacht verwijt dat het niet weet kermis te vieren:
.lieen, te kermis wordt er genoeg gegaan, maar de type is gewijzigd. Zij
gaan thans niet meer naar 'n poller- of wafelkraam gearmd met eene vrien
delijke deerne in troepjes even sterk als hun vriend- of maagschap; de jeugd
trekt heden naar cafees. Overal wordt er thans door verlepte Fransche en
Duitsche, soms ook Engelsche zangeressen muziek gezongen van zeer mid
delmatige verdienste en twijfelachtig gehalte. De kermisdeun maakt plaats
voor Parijsche of Berlijnsche ongerechtigheden uit het rijk der tonen en de
straatjongens varieëren het "tna clef" door "O, jee" enz.
De tallooze varianten van den deun met het refrein "daar kan de koning
niks an doen" dragen niet de sporen van die grove maar gespierde luim
waarvan de oude straatdeunen overvloeiden; alléén draagt hij teekenen van
eenig ontwaken van staatkundig zelfbewustzijn. (Vergeef mij dit germa
nisme; onze staathuishoudkundigen en dito dagbladschrijvers hebben mij er
meè behebt.) Ik zou die ontwakende 1 elangstelling voor staatkunde bij het
volk nog niet zoo vertrouwen. Ten minsten een ernstig man, met wien ik
voor een hossende kermistroep uitweek, vroeg mij, op de tierende massa
wijzend: »hoevelen onder hen begrijpen de beteekenis van dat: "daar kan
de koning niks an doen"zuchtend pruttelde hij verder: "'t is vuil
aardig alzoo 't volk te bewerken." En toen ik hem om opheldering vroeg
zei hij kort af "gjj kent den vogel aan zijn ei."
Doelde hij misschien op hen die de grondwettige rechten des konings
sedert ..48 te beperkt achten?
Wij leven anders wel in een prtiitelperiode. Wat heeft me die Hooge-
woerdspoort een geschrijf uitgelokt! Een eenvoudig mensclt zooals ik ver
keerde in de rustige meening, dat de deskundigen, dat wil niet zeggen
teder bouwmeester van onze lerra-cotta eeuw dat zjj, die met erkenden
smaak en degelijke studie dergelijke monumenten uit een voor de kunsten
vruchtbaar tijdperk waardig verklaarden om bewaard te blijven, werden
geloofd; dat zij, die het weten, vertrouwen zouden vinden bij hen die het
niet weten.
Ik ben thans mijn dwaling gaan inzien. De menschen, die gaarne hun
zin doordrijven, willen ook meegeteld worden op het stuk van kunstzin.
Ik heb anders wel eens hooren beweren, dat dit soort al veel, wat wen-
schelijk was, onmogelijk maakte: dat de edelste beginselen, de beste staat
kunde door dat soort kan struikelen; ja, dat onze tegenwoordige ministe-
rieële crisis door dien soort van zin is voorbereid. Het troost mij dat een
waarlijk vrijzinnig mensch niet van zulke zinnen geplaagd wordt.
Onze feestviering, verneem ik, zal ditmaal eens aller verwachting bescha
men. De inheemsche tegenwerking maakt plaats voor aller medewerking
en Mercurius schijnt te willen dat onze stedelijke gasfabriek dit jaar dui
zenden meer zal opbrengen dan er geraamd is. De kneep moet in de daling
der stcenkolenprijzen zitten. Financieële overwegingen kunnen dus onze
i vroedschap in hare bemoeiingen niet hinderen. Zoodra ik iets meer van de
plannen weet schrijf ik nader.
BR1EUG.