LEIDSCIIE COURANT. 1874 147. VRIJDAG 26 JUNIJ. STADS-BERICHTEN. BINNENLANDSCHE BERfGTEN. De Courant verschijnt dagelijks, Zon- en Feestdagen uitgezonderd. De prijs der Courant is per vierendeel jaars ƒ3.f ranco p. p. ƒ3.50; met het Verslag der Handelingen van den Gemeenteraad f 3.35, franco p.p. f 3.85. Bet verslag afzonderlijk is verkrijgbaar voor f 2.50 sjaars. buiten de expeditiekoslen. Afzonderlijke nommers der Courant zijn verkrijgbaar voor 5 Cents, franco p. p. 6 Cents. De prijs der Advertentiën is van 1—4 regels 1.— iedere regel meer 25 cents. De BURGEMEESTER, Hoofd van het Gemeentebestuur van Leiden, doet te wetendat aan den Ontvanger der directe belastingen alhier is ter hand gesteld een op den 24ste0 dezer maand invorderbaar verklaard kohier voor de belasting op het personeel, dienstjaar 1874/5, houdende aanslagen voor w(jk 4, terwijl ieder verplicht is zijn aanslag op den bij de wet be paalden voet te voldoen. En wordt deze door plaatsing in de Leidsche Courant afgekondigd. De Burgemeester voornoemd Leiden, 25 Juni 1874. v. d. BRANDELER. LEIDEN, 25 Junij. De vijfde algemeene vergadering der Nedcrlandsche Juristen-vereeniging zal dit jaar te Groningen gehouden worden en wel op Donderdag, Vrijdag en Zaturdag, 27, 28 en 29 Augustus a. s. De vergadering zal worden ge presideerd door mr. B. D. H. Tellegen, lid van het bestuur. De onder werpen zullen behandeld worden in deze volgorde: 27 Aug., lijfsdwang; 28 Aug., de verdediging bij het voorloopig onderzoek in strafzaken; 29 Aug., de aansprakelijkheid der spoorwegondernemingen. De wis- en natuurkundige aldeeling der kon. akademie van weten schappen te Amsterdam zal Zaturdag aanst. aldaar eene gewone vergadering houden. - Bij de voortzetting van het hulp-apotbekers-examen te Utrecht (lilt. math, gedeelte) zjjn twee candidaten geslaagd, namelijk de hh. H. Beker en J. R. Ophorst. Drie werden afgewezen. De heer jhr. J. C. J. van Patihuys, rijks-commissaris bjj de maat schappij tot exploitatie van staatsspoorwegen, is lot kommandeur der orde van St. Stanislaus van Rusland benoemd. Te Arnhem is eergisteren de 25st< vergadering geopend van de Ncder- landsche maatschappij ter bevordering der geneeskunst. De aldeeling Leiden wordt vertegenwoordigd door prof. Zaaijer. Te Zierikzee is eergisteren avond het Nederl. landbouwkundig congres geopend en gisteren zijn de werkzaamheden in de aldeelingen aangevangen. Er zijn ongeveer 100 leden opgekomen. De Zeeuwsche maatschappij van landbouw heeft tegeljjk hare tentoonstelling geopend. Tc Vlaardingen is uit Lerwick het volgende berigt ontvangen: Het weder voor de visscherij blijft voortdurend ongunstig, terwjjl door de aan houdende sterke noordewinden de visschers ook niet op kunnen komen. Van 9 tot 12 Junij was er door het ruwe weder niet gevischt kunnen wor den, terwijl er van 12 tot 16 Junij niets gevangen was. Er waren dan ook nog slechts vjjt haringschepen op de visscherjj en de le jager had dien dag nog slechts een ton haring aan boord. Als een blijk dat in den laatsten tijd in den veehandel belangrijke zaken verrigt zijn. wordt het feit aangehaald dat de heer S. Poot, veehou der onder Overschie, aan een Belgisch handelaar, sedert primo December 11., van zijne stallen heeft verkocht 338 stuks vette ossen voor eene gezamen lijke waarde van ƒ108,500, waarvan de laatste 130 stuks in een koop tegen ƒ325 per stuk. Het verkeer langs den Oosterspoorweg, meldt het t'. D., nog maar alleen voor hel vervoer van personen opengesteld, is zeer druk, voorname lijk op het gedeelte AmsterdamBaam. Zondag 11. zijn uit Amsterdam alleen ongeveer 4000 personen vervoerd naar Bussum, Hilversum en Baam. Het gedeelte Hilversum—Utrecht is niet zoo druk, maar trekt toch ook nog al passagiers en zal voorzeker drukker worden, als het gemak van de aan- slniting met den staatsspoorweg meer algemeen bekend is. Met het leggen van dubbel spoor is reeds op het gedeelte Weesp—Amsterdam een begin gemaakt en dit zal vóór de winterdienst tot Utrecht afgewerkt worden. Door de Arnhemsche aldeeling van de Maatschappij tot bevordering der toonkunst is besloten die afdeeling le ontbinden. Omtrent den brand, die Dingsdag II. te Wamel heeft gewoed, meldt men van daar: Een onheilspellend klokgebrom bragt omstreeks 3 uur in den namiddag ons gehecle dorp in rep en roer. En geen wonder. In de digt bevolkte buurt "het Klooster" woedde een felle brand. Naauwelijks dreigde het huis, waar hij uitbrak, in té storten, óf reeds 3, 4 andere woningen stonden in laaijen gloed. Ondanks de zaamgestroomde massa met alle krachtsinspanning aan het vernielend element paal en perk trachtte te stellen, kon zij evenwel niet beletten, dat het met verbazende snelheid steeds nieuwe panden in de asch legde. Eerst tegen 5% uur, nadat 22 huizen een prooi der vlammen waren geworden, werd men den brand meester. Ongeveer 30 gezinnen zijn door deze ramp voor het grootste ge deelte van have en goed beroofd. Een geit en twee varkens hebben er het leven bij ingeschoten; maar overigens zijn door de vereenigde hulp van allé aanwezigen geen ongelukken van eenig belang te betreuren. Waarschijnlijk moet de oorzaak van de ramp weer aan onvoorzigtigheid geweten worden. Te Colmschate werd dezer dagen eene 60-jarige vrouw door een stier op de hoorns genomen en op een afstand neergeworpen. Haar leven is in gevaar. Ook uit Frederiksoord meldt men dat door de gestrenge nachtvorst van 21 op 22 dezer de gewassen veel hebben geleden. Aardappelen en boek weit zijn voor een groot deel afgevroren. De vooruilzigten van den oogst zijn aldaar thans ongunstiger dan in jaren het geval was. Zonderling is het echter hoe sommige stukken lands gespaard zijn gebleven. Te midden van eene groote uitgestrektheid lands, waarop bijna al de aardappelen zijn afgevroren, ligt een stuk ter grootte van 5 hectaren, dat bijna niets heeft geleden. Op den Grand Central Beige, nabij het station Baerle-Nassau, had Dingsdag voormiddag een treffend ongeluk plaats. De hoofd-conducteur Derache is bij het manoeuvreren van den trein gestruikeld en onder de locomotief geraakt, ten gevolge waarvan hem de regterarm verbrijzeld werd. Men heeft den arm moeten afzetten. De Penang Gaz. bevat het volgende schrijven van zijnen correspon dent in Atchin, van 1 Mei: Tusschen den datum van mijn laatsten brief en den lld,n der vorige maand is er niets gebeurd, dat verandering bragt in den toestand der Nederlanders te Atchin. Op bovengenoemden datum echter werden zij verrast door een aanval der Atchinezen op verschillende punten; de kraton, het kamp en de booten in de rivier werden tegelijker tijd en door een groote magt aangevallen, maar binnen twee nren was de aanval overal met groote verliezen afgeslagen, terwijl de Nederlanders wei nig of geen verlies hadden. Er kan geen twijfel aan bestaan, of de forten door de Nederlanders opgerigt zijn bestand tegen eiken aanval der Atchine zen, daar zij goed gebouwd en meer dan voldoende gewapend zijn met kanonnen en mortieren; het is een vergeelsch posen der Atchinezen om hen hierin aan te tasten, maar de Nederlanders hebben den naderenden vrede te vroeg bezongen en buiten hunnen vijand gerekend. In denzelfden mor gen van den bewusten dag kwamen de Javasche couranten in het kamp aan, en daarin was een stuk van generaal van Swieten opgenomen, waarin gezegd wordt, /'dal elke dag nieuwe bewijeen van de zijde der inboorlingen gal, dat wij den vrede naderen"; de couranten, die dit welkome nieuws bevatten, kwamen ten 9 ure aan en ten II uur 30 wordt een algemeene aanval gedaan door hen, »die blijken geven dat wij den vrede naderen." Deze aanval werd beschouwd als een laatste poging der Atchinezen, en men koesterde de verwachting dat het mislukken goede gevolgen zou hebben en hel volk, den oorlog moede, zijne zaak verloren zou achten, maar tot dus verre is van dergelijke gevolgen nog niets gebleken. In den ochtend van 16 April patrouilleerden twee compagniün nog geen 600 el oostelijk van den kraton, toen zij beschoten werden uit eene ver sterking, van welker bestaan zij wclligt niets wisten, Nederlandsche troe pen (240 man) beproefden ze stormenderhand in te nemen, maar werden afgeslagen en kwamen naar den kraton terug. Vervolgens werden 900 man met artillerie en mortieren afgezondendie na een lang gevecht er in slaag den de versterking te nemen, waarin zij echter als gewoonlijk niets von den; de Atchinezen toch plegen eene plaats, waaruit zij geschoten hebben, te verlaten, wanneer hel hun daarin te heet wordt. Laat in den namiddag keerden de troepen terug, met een verlies van 67 man aan dooden en ge wonden, waaronder 7 officieren Gedurende den galischen dag beschotèu de Atchinezen den kraton aan alle zijden en bleven de Nederlandsche troe pen onder de wapenen, van 's morgens 9 uur 30. toen reeds alarm gemaakt werd. Na dit bewijs van activiteit der Atchinezen, besloot generaal van Swieten 1000 man meer achter te latenzoodat hier thans gedurende het slechte jaargcLijde een trocpenmagt van 3500 man achterblijft. Het weéef is be trekkelijk zeer schoon, nu en dan slechts kort door minder gunstig weder

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leydse Courant | 1874 | | pagina 1