LEIDSCHE COERANT. 1874. fl°. 134. DONDERDAG 11 JUNIJ. De Courant verschijnt dagelijks, Zon- en Feestdagen uitgezonderd. De prijs der Courant is per vierendeel jaars ƒ3.franco p. p. ƒ3.50; met het Verslag der Handelingen van den Gemeenteraad f 3.35franco p.p. ƒ3.85. Bet verslag afzonderlijk is verkrijgbaar voor 2.5Ü sjaarsbuiten de expeditiekosten. afzonderlijke nommers der Courant zijn verkrijgbaar voor 5 Gents, franco p. p. 6 Cents. De prijs der Advertentiën is van 1—4 regels 1.— iedere regel meer 25 cents. BINNENLANDSCHE BERIGTEN. LEIDEN, 10 Jonij. Het vertrek van het stoomschip Wyberton van Rotterdam naar Ba tavia, hetwelk aanvankelijk op den I3den Junij was bepaald, is blijkens eene nadere mededeeling tot den 20"le" Junij e. k. uitgesteld. De daarmede te verzenden correspondentie voor Nederl. Oost-Indië behoort uiterlijk in den namiddag van dien dag te Rotterdam aangekomen te zijn. Bij het gisteren gehouden examen voor de aete van bekwaamheid in een der vakken van het middelbaar onderwijs is toegelaten voor geschiedenis de heer N. I). Doedes, uit Utrecht. Afgewezen zijn een candidaat voor Engelsch, een voor Duitsch en drie candidaten voor boekhouden. Een voor Nederlandsch heeft zich teruggetrokken. Den vorigen dag was een candi daat algewezen voor Engelsch. Door de staats-commissie voor de geneeskundige examens zijn tot arts bevorderd de heeren S. Fyan en C. Steketee, beide medicinae doctores. Aan eenen vergelijkenden slaat nopens den uitslag van het voorjaars examen dit jaar in de verschillende provinciën afgenomen en opgenomen in het weekblad de Wekker wordt o. a. onderstaande ontleend: In October 1873 werden toegelaten: 114 hoofdonderwijzers, 149 hulponderwijzers; 24 hoofdonderwijzeressen en 87 hulponderwijzeressen; in April van dit jaar: 168 hoofd- en 206 hulponderwijzers; 24 hoofd- en 164 hulponderwjjzeress.en In eene te Amsterdam gehouden algemeene vergadering van bezitters van obligatiën Nieuw-Grenada is met bijna algemeene stemmen het algemeen beurscomité voor publieke fondsen gemagligd tot opheffing van het beslag, in Juljj 1873 door dit comité gelegd op de gelden bij het huis Baring Bro thers C'., te Londen, door de regering van de Vereenigde Staten van Columbia gedeponeerd. Ten gevolge van de opheffing van dit beslag is ook voor de Nederlandscbe belanghebbenden de belemmering weggenomen, welke hen tot dusver verhinderde tot de schuldconventie toe te treden. Reuter's Office uieldt onder dagteekening van den lsteB dezer uit Sin gapore: Kapitein van Daalen, die in het openbaar weigerde den gouverneur- generaal de hand te geven, is door den krijgsraad vrijgesproken. Gisteren vervoegde zich aan het bureau van politie te Schiedam een polilie-agent uit Rotterdam met een kind van ongeveer twee jaren. Het kind was met de moeder van het bootje van Overschie gekomen. De moe der wilde zich naar liet station van den Hol!, spoortrein begeven, doch werd onderweg dermate ongesteld, dat zij naar het gasthuis moest vervoerd worden. Zij gal op, dat haar man, die zich in het krankzinnigengesticht te Delft zou bevinden, Franciscus de Graaf heette, en zij Cornelia Bredero, dat een harer zusters, die nog twee kinderen had, in Schiedam op het Broersveld woonde, en verzocht ook deze kleine derwaarts te brengen. Aan dit verzoek werd voldaan, maar noch op het Broersveld, noch .op het bu reau van den burgerlijken stand werden de opgegeven namen gevonden, zoodat de agent onverrigter zake met de kleine naar Rotterdam terug gekeerd is. Te Rotterdam is eergisteren nacht in eene herberg op de Coolvest nabij de Raamstraat een hevige twist ontstaan tusschen daar zijnde bezoe kers, welke tot dadelijkheden oversloeg, en heeft er een met eenen stoel zulk eene slag op het hoofd ontvangen, dat hij in bedenkelijken toestand naar het ziekenhuis is vervoerd; twee anderen zijn naar het huis van arrest overgebragt als vermoedelijke daders. Te Haarlem is dezer dagen weder een adres, thans gerigt aan Z. M. den koning, aan de huizen der ingezetenen ter teekening aangeboden legen de vestiging der Indische brigade daar ter stede. Het gold ditmaal het be komen van handteekeningen van winkeliers en neringdoenden. Het adres is door 110 personen onderteekend geworden. Te Amsterdam is Maandag morgen in het niet bewoonde kantoor-pak huis van de firma Jan Rudolf Kempe Zoon, op den O. Z. Voorburgwal, een diefstal met inbraak ontdekt. De eerste persoon die binnentrad vond de voordeur op de gewone wijze, doch niet op het nachtslot gesloten. Van de kantoordeuren was echter eene uit de hengsels geligt en van de andere was het slot met geweld opengebroken. De ijzeren geldkist en eenige les senaars warenvermoedelijk met behulp van eenige in het rond liggende werktuigen, geopend; men miste daaruit eene waarde van ruim ƒ3600. Tot dusver is men den dader nog niet op het spoor, hoewel de policie da delijk een ijverig onderzoek ingesteld heeft. De bedrijver of bedrijvers van den diefstal schijnen den tijd gevonden te hebben hunne daad met overleg te verrigten. Voorzigtighcidshalve hebben zjj die waarden, welke op hun spoor konden brengen, als effecten, coupons, enz. laten liggen. Te Utrecht is tot predikant bij de Ned. herv. gemeente beroepen d\ E. A. G. van Hoogenhuyze, te Steenwijk. Men meldt uit Zwolle: Bij de schouwing van het lijk van schipper Kisjes, te Zwartsluis, zijn geen uitwendige teekenen van geweld waargeno men; het lijk, gevonden tusschen Emmeleroord (Schokland) en de uiterste baak, verkeerde reeds in een vergevorderden staat van ontbinding. Wij vernemen, meldt de Pr. Dr. C.. dat eene maatschappij 's stand gekomen, waarvan de zetel te Parijs is gevestigd, doch waarvan ook vele Nederlanders leden zijn, die zich ten doel stelt om in de Noord- en Zuid-Barger Marke veenen aan te koopen, daarin kanalen te maken met machines, de turf machinaal te bereiden en vervolgens door verkoling ge schikt te maken voor koper- en zilvergieterijen en soortgelijke fabrieken. Het kapitaal der maatschappij beloopt vier ton. Zondag namiddag is een soldaat van het garnizoen te Leeuwarden, die in het vaarwater te Polmarge was gaan zwemmen, verdronken. Te Meerssenin Limburg, heeft Vrijdag jl., een vreeselijk ongeluk plaats gehad. Een bejaarde vrouw, die den spoorweg wilde oversteken, werd door twee waggons letterlijk verpletterd, zoodat zij op de plaats dood bleef. Ook is op den spoorweg in de nabijheid van Tongeren een conduc teur van een goederentrein door het portier van een wisseltrein zoodanig getroffen, dat hij onmiddellijk overleed. Volgens berigten uit Penang heeft generaal van Swieten den 23,ttD April een proclamatie uitgevaardigd aan de hoofden en bevolking der drie Sagies in Atchin, waarin hij bekend maakt, dat hjj het land ging verlaten en het opperbevel had overgedragen aan kolonel Pel Overigens komt de proclamatie hoofdzakelijk hierop neder: Hij had gehoopt dat de hoofden lot hem zouden gekomen zijnom over den vrede en een regeling van za ken te onderhandelen. Dit zou in hun eigen belang zjjn geweest. Zjj zul len trouwens spoedig genoeg zien, dat die gedeelten des lands, welke zich onder de Nederlandsche vlag hebben geschaard, rust en welvaart genieten en het voor hen geen nadeel is geweest, dat zij zich onder Nederlandsche bescherming hebben gesteld. Waren de bedoelde hoofden tot hem gekomen, dan zou hg met hen hebben overlegd, wie met het bestuur over de drie Sagies kon worden belast. Want Nederland wil geen afbreuk doen aan hun godsdienst, hun gebruiken of huishoudelijke zaken; het wil geen regt- slreeksch bestuur over het land hebben, of voordeel van hen trekken; het wil alleen dat er een goed bestuur zal zjjn, dal menschenroof en diefstal te land en ter zee ophouden en de handel de noodige veiligheid zal genieten. Langs dien weg wil het Atchin voorspoed en welvaart aanbrengen en een einde maken aan jammerlijke vernielende oorlogen. Niettegenstaande hun profeet over de hierboven genoemde zonden zijn straffend oordeel heeft uit gesproken, hadden zijmet zijn naam op de lippen, zich toch er aan schuldig gemaakt; maar daarom had hjj hen ook verlaten en was God in den oorlog met de Nederlanders geweest. Verder zegt generaal van Swieten, dat hij wel niet een gedeelte zijner manschappen naar Java terugkeert, maar in hun plaats reeds andere troe pen had doen komen. De strijdmagt was dus niet verzwakt; de getalsterkte der troepen was thans dezelfde als bij het begin van den oorlog. De Atchi- nezen moesten niet denken, dat de Nederlanders zich geen rekenschap heb ben gegeven van hun eigen sterkte, of den oorlog hadden aangevangen, zonder zeker te zijn van de noodige magt en middelen om dien met de zegepraal te zien bekroonen. Zoo dwaas zijn de Nederlanders niet. Zij zullen Kotta Radja (den kraton) in hun bezit houden en onder hun leiding tot een welvarende stad maken. De Atchinezen zeiven zullen daarvan de groote voordeelen kunnen genieten, indien zij slechts willen. Het hangt van henzelven af. 's 6RAVENHAGE, 10 Junij. Z. M. heelt vergunning verleend aan den heer D. Bles, te 's llage, tot het dragen der versierselen van ridder der Frans-Jeseph-orde, hem door den keizer van Oostenrijk geschonken; en aan den heer C. W. Wijsman, te Am sterdam, tot het dragen der versierselen van officier der orde van den Leeuw en de Zon, hem door den Schaeh van Perzië geschonken.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leydse Courant | 1874 | | pagina 1