BUVÖÉGSEL, behoorende tot de Leidsche Courant van Maandag d Junij d#74, Hf9. d25. Morgen herdenkt de agent van policie lc klasse J. Wiekhart zijn 25-ja- rige dienst als beambte der Leidsche policie. 43 jaren geleden verliet hij het gereformeerd weeshuis op 16-jarigen leeftijd, om als tamboer bij de mobiele Leidsche schutterij vrijwillig in dienst te treden, zoodat hij het Me talen Kruis verwierf. Na daarbij den veldtogt mede te hebben gemaakt, ging hij vrijwillig over bij het 6e reg. huzaren, werd daarbij korporaal, ver kreeg in Februarij 1840 de bronzen medaille, totdat hij 29 November 1845 eervol gepasporteerd werd hij het 2e reg. lanciers na een vernieuwd enga gement. Van 1 Januarij 1846 af diende hij als korporaal bij de dienstdoende schutterij, vervolgens als nachtwacht; met 1 December aangesteld als be waarder bij hel Huis .van militaire detentie, kwam bij 31 Mei 1849 over bij de policie en werd agent van policie le klasse. Steeds muntte hij uit door getrouwe pligtsbetrachtingzoodat hij na een diensttijd van 43 jaren op 59-jarigen leeftijd aanspraak kan maken op eene billijke waardering en erkenning van zijne bewezene diensten. Het getal der in het Werkhuis alhier opgenomenen bedroeg gedurende deze week dagelijks van 82 tot 94 volwassen personen en 31 tot 39 kinderen. Van De Zeven Hoofdzonden, door dr. E. Laurillard, ziet thans de eerste aflevering (de Hoogmoed) van een tweeden druk het licht bij den uit gever D. B. Centen, te Amsterdam. Bij de eerste uitgave van dit werk hebben wij daarop de aandacht gevestigd, en het bevreemdt ons niet dat er zoo spoedig een herdruk van'noodig is. Het is een onderwerp, waarvoor des schrijvers pen zoo uitermate berekend is. Bij het blootleggen der zwak heden van het mcnschelijk hart toont hij zich een zóó fijn opmerker te zijn en in de wijze, waarop hij die zwakheden in al hare naaktheid ten toon stelt, is iets dat aantrekt, zelfs daar waar de voorstelling pijn verwekt. Zij, die met deze pennevrucht des schrijvers nog geen kennis hebben gemaakt, kunnen wij het werkje gerust aanbevelen, liet verschijnt in maandelijkschc afleveringen, en de prijs is matig gesteld. Bij de eergisteren gehouden acte-examens voor het middelbaar onder wijs werd nog toegelaten voor liet Fransch, mej. A. W. WijthofF, van 'sllage, terwijl gisteren werden toegelaten voor Duitsch, mej. J. M. Engel- mann, van 'sllage, voor geschiedenis mej. A. W. G. Kaiser, van Dordrecht, voor Fransch, mej. E. M. lloitsema van Leiden, en voor Engelsch, mej. C. II. C. Jas, van 's llage. Gecne der candidaten werd afgewezen. Voor boekhouden werden toegelaten de hh. G. C. Trommel en N. J. E. Bosz, van Rotterdam. Een candidaat werd afgewezen. Bij de acte-examens voor het middelbaar onderwijs (afd. wiskunde enz.), zijn op 26 272| Mei geëxamineerd 3 cand. acte Kt. (lagere wiskunde). Afgewezen 1. Toegelaten 2, de lib. L. I'. C. Luyten, van Vrijenban, en \V. Mantel, van Deventer; geëxamineerd 2 cand. acte Kv. (hoogere wiskunde). Afgewezen 1. Toegelaten 1, de heer H. P. Bouman, van Groningen. Door Z. M. is bepaald dat dit jaar, in slede van 22, 24 adelborsten 3ÜC kl. bij het kon. instituut voor de marine le Willemsoord zullen kunnen worden toegelaten. Z. M. de koning heeft zijnen bijzonderen dank betuigd aan den heer P. van Asperen Sr.te Leeuwardenvoor zijne aan Z. M.ter gelegenheid van 11U. 25-jarig krooningsfeest, aangeboden dichterlijke ontboezeming. Op de Pinksterdagen zijn over den Hollandschen ijzeren spoorweg ver voerd ruim 52,000 reizigers, en wel op den eersten dag ongeveer 20,000 en op den tweeden ongeveer 33,000. De algemeene vergadering van de Nederlandsche zendingsvereeniging zal op Donderdag 4 Junij le Rotterdam worden gehouden. Blijkens het uitgegeven verslag bedroegen de ontvangsten der vereeniging ƒ26,980.56, waaronder 5094.90 van de stuivers-collecte; de uitgaven 28,842.86, zoodat er ultimo Dec. een tekort van ƒ1862.30 was. Naar men uit Dordrecht meldt is de heer C. F. Beek, inspecteur van policie te Leiden, als zoodanig daar ter plaatse benoemd. De tentoonstelling van het geschenk, door de maatschappij -'Arti et Amicitiae" te Amsterdam Z. M. den koning aangeboden, werd, behalve dooi de leden met hunne dames, bezocht door ongeveer 6000 betalende perso nen. waarvan op den laatsten dag, tegen verminderden toegangsprijs, door ruim 3000. De gemeenteraad van Arnhem heeft besloten met 1 Julij de gemeente reiniging in eigen beheer te nemen. Men meldt uit Leeuwarden: De regen en de warmte der laatste dagen hebben op de landerijen enz. reeds een merkbaren invloed uitgeoefend. De landen, eerst schraal, hebben thans een veel beter aanzien dan voor eenige dagen; de groei van hel gras is aanmerkelijk bevorderd en de te velde staande gewassen zijn er ook bijzonder door gebaat, zoodat ook de slechte verwachtingen ten dezen wel eens beschaamd zullen kunnen worden. De veenrook, die deze week ook hier overkwam en verre van aangenaam was, heeft het scliooue der natuur eenige dagen beneveld en welligt ook ecnig nadeel daaraan loegebragt. Eene voor velen in deze provincie belangrijke bron van bestaan, die sedert 15 Februarij jl. was gesloten, zal met den lsu" Junij, dus aanstaanden Maandag, weder worden geopend. Alsdan is aan de visschcn wederom de oorlog verklaard en zullen de vijandelijkheden direct een aanvang nemen. De prijs der boter aan de waag alhier was le soort ƒ42.50 a ƒ43.50; 2C soort ƒ38.per Vi ton. Te Breda werd gisteren nacht een troep kermisgasten, die de stad doordwaalden, in zijne vreugde gestoord. Zekere A. D., slagersknecht, had eene kleine woordenwisseling gehad met zijne vrouwwaarop deze, het gezelschap verlatende, in de haven sprong om zich te verdrinken. De man liep haar na om haar le redden, doch verdronk, terwijl de vrouw gered werd. Men zegt dat jaloezie de aanleidende oorzaak was van de woorden wisseling. Naar men uit Maastricht meldt is de vermoedelijke dader van den moord, onlangs op den 80-jarigen S. en zijne huisvrouw gepleegd, te Hamburg aangehouden. Zijne uitlevering is aangevraagd. Aan de feestviering, die bij gelegenheid van 's konings jubilé dezer dagen ook te Hulst, in Zeeland, plaats had, werd ook, op uitnoodiging der feest-commissiedeelgenomen door de Belgische buren. Zij werden op het stadhuis plegtig ontvangen en door den voorzitter der commissie toegespro ken. Zijne toespraak werd op eene waardige wijze beantwoord door den heer de Borchgrave, uil St. Gillis, die verklaarde zich van een dubbelen pligt te moeten kwijten: dankbetuiging voor de hartelijke ontvangst en ge- lukwensching met de viering van het feest. Hebben, zeide hij o. a., sedert welhaast eene halve eeuw, omstandigheden, nutteloos ze in herinnering te brengen ons in een staatkundig opzigt gescheidendie lange tusscheu- ruimte vermogt niet die naauwe gehechtheid te vernietigen, welke om veler lei reden tusschen ons bestaat. De scheiding, veeleer schijnbaar dan wezen lijk, belet zij, dat wij gebleven zijn wat wij zullen blijven broeders door oorsprong, broeders door taal, broeders door zeden, broeders door duizenden dagelijksche belrekkingen, welke kunst, wetenschap, letteren, nijverheid, koophandel en vriendschap tusschen ons hebben daargesteld? Hollanders, Vlamingenziedaar onze voornamen. Maar onze familie is dat oud Ger- raaansch geslacht, welks roemrijk aandenken de eeuwen heeft doorstaan als toonbeeld van onafhankelijkheid, regtschapenheid en dapperheid. Ongetwij feld, M. M.bestuurde u die gedachte van broederlijkheid, toen gij ons uit- noodigdet op dit gedenkwaardig feest; diezelfde gedachte ook deed ons met vuur uwe uitnoodiging aannemen. Verder drukte hij zich aldus uit: Met het levendigst vuur wenschen wij u geluk met de jaren van voorspoed en heil, welke het bestuur van Willem 111 kenmerkten; wij wenschen u toe eene zeer lange voortduring van dat heldere tijdperk, door geen bloedige lauweren, maar door den olijfboom des vredes met duizendmaal kostelijker zegeteekenen bekroond, te weten, die, behaald op het gebied van vrijheid en vooruitgang. Bij het binnentre den reeds dezer bevriende stad waren wij getuigen van uwe wezenlijke, opregle, eenstemmige blijdseliap. Wij zagen jong en oud, alle standen der maaischappij in eene onuitsprekelijke vervoering van vreugd, van dank baarheid aan hunnen vorst, voor wien gansch Nederland op ditzelfde oogen- blik als geëlectriseerd is van geestdrift, hem toejuicht. Die algemeene uitdrukking van eenzelfde gevoel, zegt ons genoeg, Willem 111 is voor u niet slechts een koning, maar ook een vader. Hij heerscht niet alleen over uwe personen, maar ook in uwe harten, en, met verlof, onpartijdig gespro ken; die standvastige genegenheid van een vrij en gelukkig volk Wil lem 111 heeft ze wel verdiend. Onder zijn bestuur, onder zijn wijs beleid kwamen die openbare reuzenwerken tot stand, welke de bewondering der ganscbe wereld wegdragen; verstandige maatregelen deden Ncêrlands koophandel en nijverheid ten toppunt van voorspoed stijgen; eene kracht dadige en verlichte bescherming schonk wetenschappen en letteren vooruit gang: het onderwijs, op vaste gronden gevestigd, nam eene zeldzame vlugt; in liet moederland werd de doodstraf, in de koloniën de slavernij, die twee afschuwelijke wonden der maatschappelijke orde, afgeschaft; in een woord, alle levenskrachten des lands werden dienstbaar gemaakt aan de bevordering van dal zedelijk en stoffelijk welzijn, kalm en vreedzaam door Nederland genoten, te midden der stormen van oproer en oorlog, die Europa met bloed bezoedelden. Maar waarin, M. M., vooral de hooge wijsheid en het uitmuntend oordeel van uwen vorst hel waardigst uitblinken, het is in het omzigtig en verlicht nakomen der grondwettelijke beloften, die hem aan zijn volk verbinden; het is in den geheiligden eerbied voor den eed, welken zijn koninklijke mond uitsprak, den I2dtn Mei 1819, in de Nieuwe kerk te Amsterdam; het is in die aanhoudende zorg voor zijne onderdanenals uitvloeisel zijner verknochtheid aan Neêrlands volk; het is ir. de onuitputtelijke meusch- lievendheid, die hem, alle gevaar trotserend, streken deed bezoeken, door vreesselijke ovcrstroouiiugen geteisterd; om slagtofl'ers en redders beiden hulp te bieden en hun kracht in te boezemen door woorden van troost en bemoediging. Ik eindig, M. M. Eene lofrede op Willem III houden, is tevens de uwe uitspreken. Ja toch, die openbare werken uw vernuft, uwe handen, uwe rijkdommen hebben ze helpen stichten; die koophandel, die nijver heiduw doorzigt heeft ze ontwikkeld, en het zijn uwe schepen, die, met schatten beladen, de onmetelijkheid der zeeen doorkruisen; kunsten, let teren, onderwijs gij hebt ze waardig beoefend; verstandige wetten op het pad van vooruitgang afgevaardigden, door u gekozen, hebben ze hel pen daarslcllen; en eindelijk de vrijheid, M. M., die vrijheid, zoo dier baar aan ieder edel en grootmoedig hart, gij hebt die welen aan te wenden als mannen, bezield met eerbied voor zich zeiven en eerbied voor anderen. Wanneer eens dan de geschiedenis, met onpartijdige stift, het gelukkig rege ringstijdperk van Willem III zal boekstaven, roept heel de wereld uit: «Nooit was er een koning waardiger zulk een volk te besturen, een volk waardiger zulk een koning te bezitten." Geniet. M. M.geniet lang het geluk, dat gij zoo wel verdient. Dien wensch bieden wij u uit het diepst gevoel onzer harten aan, als belee- kenis van den kreet, die uil onze borsten opstijgt: Leve Willem III! Leve Nederland! 's GRAVEN11AGE, 30 Mei. Z. M. de koning heeft graaf de Perponcherdie dezer dagen zijne brieven van terugroeping als Duitsch gezant alhier aan Z. M. overhandigde, vóór zijn vertrek naar Brussel, benoemd tot grootkruis in de orde van den Nederlandschcn Leeuw. Z. M. de koning-groothertog heeft den heer Leo Lippmann, consul- generaal van het groothertogdom Luxemburg te Amsterdam, benoemd tot

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leydse Courant | 1874 | | pagina 5