LEIDSCHE COURANT. ISM. DONDERDAG 26 MAART. BINNENLANDSCHE BEBIGTEN. üT°. 72. De Courant verschijnt dagelijks, Zon- en Feestdagen uitgezonderd. De prijs der Courant is per vierendeel jaars ƒ3.— franco p, p. 3.50/ met het f'erslng der Handelingen van den Gemeenteraad f 3.35, franco p. p. f 3.85. Bet verslag afzonderlijk is verkrijgbaar voor f 2.50 's jaars. buiten de expeditiekosten. Afzonderlijke nommers der Courant zijn verkrijgbaar voor 5 Cents, franco p. p. De prijs der Advertentiën is van 14 regels 1.iedere regel meer 25 cents. 6 Cents. LEIDEN, 25 Maart. In de heden alhier gehouden algemeene vergadering der vennootschap Leidsche Broodfabriek bragt de voorzitter verslag uit over den gang dei- zaken gedurende het jaar 1873, waaruit bleek, dat het debiet met ruim 29500 kilogrammen brood was vooruit gegaan en geklommen tot het cijfer van 1,609,876 kilogrammen. Naar men ons mededeelt werd gisteren avond in cene buitengewone vergadering van commissarissen der Maatschappij voor Toonkunst te Leiden het eere-lidmaalschap der genoemde maatschappij uitgereikt aan de hh. W. L. van Meurs en H. A. Viotla, beide studenten aan de Leidsche hoogeschool, en boden commissarissen den heer J. A. Klerk, uit Delft, een boekwerk ten geschenke aan. Een en ander vond plaats uit erkentelijkheid voor de goede diensten door genoemde heeren aan de maatschappij bewezen. Onder de ge- noodigden, die deze bijeenkomst bijwoonden, waren ook mcj. A. Schulz- Lessig, de heer Wetrens met familiealsmede de heer D. Couwenhoven, allen, zooals bekend is, personen die door hunne medewerking gedurende den vcrvlogenen winter de soire'e's voor kamermuziek hebben ondersteund. Bij kon. besluit van 13 Maart jl. is de gelegenheid opengesteld, om, door bemiddeling van de postadministratie in Nederland en Ncderlandsch- Indië. gcldeu van Nederland naar Nederlandsch-Indië, en omgekeerd van Nederlandscli-lndië naar Nederland, over te maken. Stortingen tot het bo vengemelde einde door denzelfden voor denzelfden persoon worden echter noch op de kantoren der posterijen in Nederland, noch op die in Neder landsch-Indië tot een hooger bedrag dan van ƒ150 toegelaten. Van den zelfden persoon wordt mede niet meer dan eene som van ƒ150 in de acht dagen, in een of meer keeren, ten behoeve van denzelfden persoon door de kantoren aangenomen. Het van den afzender te heffen regt wegens geld- verzendingen door bemiddeling der postadministratie uit Nederland naar Nederlandsch-Indië wordt aanvankelijk bepaald op twintig cents voor elke tien gulden of gedeelte van tien gulden, en voor de geldverzcndingen als voren uit Nederlandsch-lndië naar Nederland op tien cents voor elke tien gulden öf gedeelte van tien gulden. De minister van financiën en de gou verneur-generaal van Neder!.-Indië zijn ten allen tijde bevoegd het gemelde regt te verhoogen en te verlagen, en indien buitengewone omstandigheden daartoe aanleiding geven de overmaking van gelden op die wijze tijdelijk te schorsen. De dag van het in werking treden van dit besluit wordt nader door den minister en den gouverneur-generaal vastgesteld. Z. M. de koning en Z. K 11. prins Alexander hebben ingeteekend op hel werk: //Nederlandsch Oost-Indië", beschreven en afgebeeld voor het Ne- derlandsche volk, door mr. P. A. van der Lith, hoogleeraar te Leiden. - Te Bodegraven is besloten bij gelegenheid van liet krooningsfeest in Mei een gccostumeerden oplogt te houden voorstellende de aankomst van den prins van Oranje met het leger te Bodegraven, 18 Junjj 1672. De arrond.-regtbank te Amsterdam heeft uitspraak gedaan in de vroe ger vermelde zaak van Anna Maria Naajjers, huisvrouw van F. E. Mühlradt, tegen regenten van het roomsch katholiek gesticht //Vredeburg". Zij heeft daarbij, in overeenstemming met de conclusie van het openbaar ministerie, gemelde regenten veroordeeld tot uitbetaling aan gemelde eischeresse eener som van ƒ1000, bij testament van nu wijlen den pastoor Andreas Naaijcrs besproken ten behoeve van Anna Naaijers, weduwe van Frans Broekhof. Regenten hadden, in qualiteit van erfgenamen van dien pastoor, een gelijk bedrag uitbetaald aan Johanna Maria Erhard, weduwe van Franciscus Ber- nardus Broekhof. De reglbank heeft o. a. overwogen dat de naam Anna Naaijers in deze als de hoofdzaak moet worden beschouwd en niet ter zjjde mag worden gesteldom te letten op de bijvoeging //weduwe Broekhof". Naar het oordeel der regtbank is voldoende gebleken dat Anna Maria Naaijers dezelfde persoon is als de in het testament bedoelde Anna Naaijers, zoodat het door de eischeresse subsidiair nader daaromtrent aangeboden bewijs dier omstandigheid als overbodig is afgewezen. Het voornoemde gesticht is veroordeeld tot betaling der proceskosten, terwijl hel vonnis is verklaard uitvoerbaar bij voorraad, mits stellende zekerheid. Te Naarden is Zondag nacht brand uitgebarsten in het hooi van den bouwman van der Vuurst, waardoor zijn pand geheel in de asch werd ge legd en 22 stuks vee omkwamen. Man, vrouw en kinderen hebben er tef naauwernood het leven afgebragt. Niets was verzekerd. Te Eginond aan Zee is gisteren de eerste steen gelegd voor een ge sticht voor ouden van dagen. Z. li. 11. prins Hendrik, uitgenoodigd die handeling te verrigtenhad aan die uitnoodiging gevolg gegeven en kwam in den voormiddag aldaar aan. Door de bevolking werd hij met gejuich en geestdrift ontvangen. Bij het leggen van den eersten steen eener stichting, die zou verrijzen als een gedenkzuil van Nederlands weldadigheid, verzocht de president der commissie den prins dat zjj den naam mogt dragen van //Prins Hendrik-stichting"', welke opdragt door Z. K. II. werd aangenomen. Nadat de plegtigheid was afgeloopen bezocht Z. K. 11. nog den van Speyks- toren en nam deel aan een hem aangeboden collation. De sneltreindie Zondag avond te 7.40 uit Utrecht te Zwolle moest aankomenis ten gevolge van een gebrek aan de locomotief ongeveer een uur vertraagd, tot groote teleurstelling der reizigers naar het noorden, daar zij den trein Leeuwarden—Groningen verzuimden. Onder die teleurgesteldcli bevond zich een Leidsch student, die terwijl hij met eenige zijner lotge- nooten te Zwolle een kijkje wilde nemen, des nachts door de policie werd betrapt toen hij een naambordje van een schoenmaker //moerde." Hij ver zette zich zoodanig tegen de policie-ageoten, daïscn hunner eene belangrijke kwetsuur aan den duim heeft gekregen. Dat flur te laat zal den student zeker nog lang heugen. (Hbl.) Uit Zwolle meldt men dat bij een geregtelijk scheikundig onderzoek eener verdachte en daar ter stede en elders verkochte theesoort, is geble ken, dat die theesoort, behalve met andere verontreinigingen, ook met eene aanzienlijke hoeveelheid houtskool en loodbolletjes vermengd was. Men meldt uit Leeuwarden: Dingsdag morgen ten 11 ure is de buiten gewone vergadering van de staten dezer provincie door den commissaris des konings, in naam des konings, geopend. Het in het district Sneek hieuw gekozen lid, de heer H. Joustra, heeft zitting genomen. Naar men verneemt moeten van de dienstpligtige lotelingen uit deze ge meente zich onderscheidene (men zegt meer dan 30) hebben aangeboden om op de onlangs door den minister van oorlog voorgestelde voordeelige voor waarden te dienen en zal het vereischle examen den l"00 April a. s. wor den -gehouden. Uil Ulrum wordt aan de Gron. Cour. het volgende gemeld omtrent de door den storm van Vrijdag II. veroorzaakte ramp, waarvan reeds melding werd gemaakt: Door den hevigen noordwestenstorm van gisteren en den daardoor veroorzaakten hoogen watervloed is in den binnengedijkt worden den polder achter Vierhuizen en Hornhuizen een verschrikkelijk onheil ge schied. Alle keeten van het werkvolk, ter sterkte van 400 a 500 man, waren, onvoorziglig genoeg, gebouwd aan den binnenkant van een in den kwelder aanwezigen kadijk, van geringe hoogte en builen den provincialen zeedijk. Die kadijk nu. ofschoon bij gewone watergetijden voldoende, kon thans den hoogen watervloed in het geheel niet keeren. De geheele kwel der was dus in weinige oogenblikken door het zeewater overstroomd. De keeten werden daardoor uit elkander en tegen den provincialen zeedjjk ge slagen. Het werkvolk, met den hier beslaanden toestand niet genoegzaam bekend, had geen tijd zich allen te redden. Tot dusver telt men 13 ver die ongetwijfeld in den vloed omgekomen zjjn. Daaronder bevindt eene geheele huishouding van man, vrouw en 5 kinderen, pas van eiu_. langekomen. Verder eene vrouw met 2 kinderen, benevens 3 man nen. Een der akeligste tooneelen was het gezigt van eene drijvende plank, waaraan zich een man met zijne vrouw en 2 kinderen vastklemden. Alleen eerstgenoemde had genoegzame kracht de plank vast te houden en daarmede den dijk behouden te bereiken. De vrouw met de beide kinderen werden door de woedende golven weggeslagen en voor de oogen des mans onder den vloed bedolven. Een ander man trachtte zich te redden op het dak van eene beestenhut nabij de behuizing van den heer W. L. Dijkhuis, doch had reeds te veel krachten verloren om zich vast te houden en zonk weg in de diepte. Alles wat gedaan kon worden om de ongelukkigen Ie redden, werd be proefd. Men stelde een vlot zamen. Een geacht landbouwer wond een lijn om het middel, zette zich te paard en beproefde met levensgevaar hulp te verschaffen. Op korten afstand gekomen van hen, die hij wenschte van den dood te redden, tuimelde zijn paard, door den sterken golfslag getroffen, "nisten

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leydse Courant | 1874 | | pagina 1