LEIDSCIIE
con
VRIJDAG 20 MAART.
BINNENLANDSCHE BERIGTEN.
1874.
«7.
De Courant verschijnt dagelijks, Zon- en Feestdagen uitgezonderd. De prijs der Courant is per vierendeel jaars f 3. franco p. p. f 3.50;
met het Verslag der Handelingen van den Gemeenteraad f 3.35, franco p. p. f 3.85. Het verslag afzonderlijk is verkrijgbaar voor f 2.50
's jaars, buiten de expcditivkoslen. Afzonderlijke nommers der Courant zijn verkrijgbaar voor 5 Cents, franco p. p. 6 Cents.
De prjjs der Advertentiën is van 1—4 regels f 1.iedere regel meer 25 cents.
LEIDEN, 19 Maart.
Z. M. heeft benoemd: bij het 4« reg. infanterie, tot majoor, den kapi
tein W. G. Weier, van het le reg. infanterie; bij het 8e reg. infanterie, tot
luit.-kolonelden majoor M. M. Westenberg, van het 4e reg. infanterie.
In de zitting van den gemeenteraad van heden is benoemd tot hulponderwij-
zeres in de vrouwelijke handwerken aan de scholen n". 2 voor on- en minvermo
genden mej. W. C. Engelbrecht, en tot hulponderwijzer aan de openbare school
voor meer uitgebreid lager onderwijs le kl. voor jongens E. J. van Sonsbeek, te
Vianen. Ingevolge bun verzoek werd eervol ontslag verleend aan G. Plan-
tema. als hulponderwijzer aan de school n\ 1 voor minvermogenden, en
aan W. R. van de Vliet, als onderwijzer 2C kl. aan dezelfde school.
Bij de behandeling der verder aan de orde gestelde onderwerpen werd
besloten de voordragt tot openbaren verkoop van het bonhuis op de Lange-
gracht nog aan te houden, ten gevolge van de opmerking van den heer
Hartevelt, of het niet in het belang der zaak zou zijn een daarbij gelegen
stukje open grond, thans op recognitie in gebruik uitgegeven, onderden
verkoop te begrijpen. Daar bedoeld stukje grond niet genoegzaam bekend
was bij het dagelijksch bestuur zal het een onderzoek daaromtrent instellen.
Eene voordragt tot het verleenen van afschrijving van plaatselijke directe
belasting aan twee adressanten werd goedgekeurd. Ook werd goedgekeurd
de voordragt tot verhooging van den post voor verpleging in het academisch
ziekenhuis en voor onvoorziene uitgaven op de begrooting voor 1873. Voor
kosten van bedoelde verpleging is daarbij nog uitgetrokken 1423.60, terwijl
de begrooting voor de dienst van 1874 in ontvangst en uitgaaf wordt ver
hoogd met ƒ4000, voortspruitende uit de posten: opcenten op de hoofdsom
der belasting op hel personeel ad ƒ800, en 4/5 gedeelten van de belasting
op het personeel ad ƒ3200. liet verzoek van mevr. de Vries-Gockinga, om
het kosteloos gebruik van eea der lokalen van de stads-gehoorzaal, voorde
loterij ten behoeve van het standbeeld van van der Werf. werd toegestaan.
Bij de behandeling der voordragt betrekkelijk eene uitbreiding van het
hulppersoneel aan de jongensschool der 2' kl., door aanstelling van een
hulponderwijzer ad ƒ400. bragt de heer Wttewaall eenigc bezwaren in het
midden ten opzigte van de vermeerdering der uitgaven voor deze school.
De voorzitter meende dat tegenover de meerdere uitgaven ook meerdere in
komsten zouden staan; de meerdere kosten zouden later wel teruggevonden
worden, zoo niet door stoffelijke bewijzen, dan toch op andere wijze. Dit
laatste gaf den heer Dercksen aanleiding le wijzen op de vrijgevige wijze
waarop men hier de scholen openstelt voor ingezetenen van buitengemeen
ten, die niet in de belasting bijdragen. De voordragt werd ten slotte met
15 tegen 4 stemmen aangenomen.
Eene dergelijke voordragt lot uitbreiding van het hulppersoneel aan de
meisjesschool der l"* klasse, door aanstelling eener onderwijzeres ad ƒ1000
en eene toelage ad ƒ500 voor het toezigt op het onderwijs in de zes laagste
klassen, gaf mede aanleiding tot discussie. De heer Le Poole zag in dat
voorstel niet zoozeer het doel om het personeel uit te breidenmaar wel om le
komen tot de aanstelling eener mede-directrice. Zijns inziens moest men,
bijaldien de directrice, ten gevolge van den staat harer gezondheid, het ge-
heele beheer niet meer kon voeren, overgaan tot de toepassing der wet,
en haar na 10-jarige dienst eervol ontslag met pensioen verleenen. De heer
van Ileukelom was van mecning dat men bij deze voordragt de bestaande
verordening uit het oog verloor, die slechts sprak van eene bezoldiging van
ƒ700 a 900. Van deze regeling der zaak verwachtte hij hoegenaamd geen
heil. Op grond daarvan zou hij gaarne zien dat de voordragt aan burg en
weth. werd gcrenvoyeerd, om die nogmaals rijpelijk te overwegen. De heer
Krantz ondersteunde dit voorstel. De heer Goudsmit bragt in het midden
dal men zich de zaak verkeerd voorstelde. De aanleiding tot de voordragt
was deze, dat hel meer en meer bleek dat het hoofd der school niet meer
met het onderwijs kon belast worden zij moest zich alleen kunnen bezig honden
met het toezigt; voor het onderwijs moest men nog een ander hebben die op de
hoogte was der verschillende vakken; niet de tijdelijke ongesteldheid der hoofd
onderwijzeres was hier hel motief, maar alleen het besef dat zij zich niet met het
onderwijs kan belasten en hel oog moet hebben over alles. De heer van Ileukelom
kon wel toegeven dat er behoefte aan hulp op de school was, maar hield
vol dat de weg, dien men thans insloeg, verkeerd was. De heer Le Poole
vroeg hoe de hoofdonderwijzers op andere scholen het wel maakten, die
soms 500 a 600 kinderen onder hun opzigt hadden. De voorzitter zeide dat
de taak dier hoofdonderwijzers zich alleen bepaalde tol het houden van
toezigt. Al was de hoofdonderwijzeres van de school in quaestie nog zoo
sterkdan was hare taak voor eene vrouw thans niet meer uitvoerbaar.
De heer de Fremery meende dal het terugzenden der voordragt zou gelijk
staan met eene verwerping en dan zou men moeten komen tot eene split
sing der school, dat meerdere kosten zou veroorzaken en waartegen velé
bezwaren bestonden. De heer Buys was innig overtuigd dat het belang der
school de gevraagde uitbreiding vorderdebeter dan terugzending aan burg.
en weth. was eene afstemming der voordragt; bij terugzending zouden burg.
en w.eth. later weder moeten zeggen: wij hebben geen termen gevonden om
op ons voorstel terug te komen. Ten slotte werd het voorstel van den
heer van Heukelom, tot terugzending der voordragt aan burg. én weth,,
om die in nadere overweging te nemen, dat voldoende ondersteund werd,
in stemming gebragt en met 10 tegen 9 stemmen verworpen. De voordragt
werd daarop met 10 tegen 9 stemmen aangenomen.
Vervolgens werd op het verzoek van G. J. Boelenter bekoming van ge
meentegrond aan den Vestwal nabij de Heerenpoort, overeenkomstig de con
clusie der uitgebragte rapporten, afwijzend beschikt, echter met vrijlating
om zich nader tot burg. en weth. te wenden, om den door hem verlangden
grond in gebruik te verkrijgen. De, voordragt betrekkelijk de opheffing
'er stadskweekerij werd goedgekeurd. Echter werd, overeenkomstig het
advies der commissie van financiën, besloten geen gelden uit te geven om
den grond lot bouwterrein in te rigten, wel lot demping der sloot. Dé
quaestie van den openbaren verkoop van dat terrein is aangehouden. Voorts
werd de voordragt tol openbare verpachting van de opbrengst der bruggel
den aan de Spanjaardsbrug en der tolgelden aan het Zijlhek, eh die be
trekkelijk het herstellen van riolen goedgekeurd; het verzoek van J. van
der Tas, tot het leggen van twee stoepen, toegestaan, en, op zijn verzoek,
eervol ontslag verleend aan D. de Bruynals ambtenaar belast met hét tóè-
zigt op de honden.
Wij vernemen dat door wjjlen den heer A. J. Roozemeijer, in leven
koster der Waalsche kerk alhier, op 24 Febr. jl. overleden, aan het kerke-
fonds der Waalsche gemeente de som van ƒ100 is gelegateerd.
Bij het hoofd-comité van het Roode Kruis hier te lande zijn weder tne»
dedeelingen uil Indië ontvangen, o. a. een schrijven van het cenlraal-comité
te Batavia van 31 Januarij jl., ten geleide van een afschrift van eehen brief,
gedateerd Atchin, 17 Januarij 1874, van den militairen opperbevelhebber,
tevens civiel regcrings-commissaris bij de tweede espeditie. In dien brief
leest men:
"Het centraal-comilé van het Roode Kruis in Ned.-Indië verdient in hooge
mate de erkentelijkheid van de expeditionnaire zee- en landmagt, strjjdende
in de wateren of op den bodem van het Atchinesche rijk. Veroorloof mij
bij u de tolk te zijn der dankbaarheid van officieren en minderen, die of
de goede werking van het Roode Kruis gadegeslagen of zijne vruchten
ondervonden hebben. Ilct is echter niet alleen hét nut en aangename der
toegezonden versnaperingen en andere artikelen die Wij loven, waaronder
de pijpen en tabak hel meeste gewaardeerd worden, maar ook de zorg
waarmede de verstrekkingen geschieden, en de tóewjjding Waarmede aan
het hoofdbeginsel van het Roode Kruis voldaan wordt. Wij roemen vooral
de goede keuze uwer gedelegeerden, die mêt ware menschenmin hunne taak
begrijpenen ze volbrengen met een moed ert eene volhardingdie onze
bewondering heeft opgewekt, hetzij dit plaats heeft aan de sponde van den
bezwijkenden cholera-Iijder of onder het vijandelijk vuur aan den gewonden
krijgsman. Terwijl de wel-eerw. heeren H. Rulcman Voget en F. de Bruyn.
respeclivelijk protestantsche veldprediker en roomsch-katholieke aalmoezenier,
zich meer speciaal, doch niet uitsluitend, bezig houden met de lijders op
de schepen, zieken en gekwetsten, is de heer G. von Bultzinglöwen aan
den wal werkzaam. Bij alle gevechten is hij tegenwoordig en schroomt hjj
niet hulp te verleenen, niet zelden onder bet vijandelijke vuur, nu eens om
een eerste verband le leggen, dan om uit zijnen voorraad lafenis te geven,
altijd en overal om te doen wat mogeljjk is. En dat zij het goed deden,
daaromtrent beslaat slechts één stem, die zich resumeert in de woorden,
die ik zoo vaak heb hooren uiten: «het Roode Kruis is eene nuttige en wel
dadige instelling.""