HUmkNLANDSClTtT KEmGTËN. leed. Z. K. H. prins Hendrik kwam ten 11 ure aldaar aan en werd door liet gemeentebestuur aan liet station ontvangen. In gesloten rijtuigen, liet weder toch was zeer ongunstig, ging de stoet, begeleid door eene eere- wacht, van daar naar het terreinalwaar zichingevolge het programma geplaatst hadden de leden der commissie van beheer der nalatenschap van wijlen Z. M. koning Willem II, de leden van den gemeenteraad, de leden der handboogsehulterij «Honos alit arcum", watl-van wijlen de koning be schermheer was, verschillende genoodigden, de leden der Tilburgsche verceni- ging het Metalen Kruis, de Nieuwe koninklijke Harmonie, de licdertafel «Souvenir des Montagnards". de leden der gilden van St. Sebastiaan, van St. Dionysius en van St. Joris. Bij de aankomst van den prins op het ter rein hief de muziek het Volkslied aan, en toen Z. K. H. zijne plaats had ingenomen, schaarde de commissie voorliet gcdenkteeken zich om de tribune en hield haar voorzitter, graaf van Bijlandt, eene toespraak tot den prins, liet is. zeide hij, geen vreugdefeest, dat U. K. II. op deze plek viert en dat hier talrijke belangstellenden verecnigt. Maar liet is een dag van plegtigc her inneringen. Vijfentwintig jaren geleden stierf hier een edel vorst, onverge telijk voor Nederland dierbaar aan alle landgenootendie zijne korte maar zegenrijke regering dankbaar waardeerden, in de eenvoudige woningdie door een sierlijker gebouw zoude vervangen wordenwerd onverwachts Z. M. koning Willem II tol hooger leven opgeroepen. De koning, U. K. II. en H. K. H. mevrouw de groot-hertogin van Saksen, kinderen van dien overleden vorst, verlangden dat althans de plek, waar het sterfhuis stond, door een eenvoudig gedenkleeken aan de vergetelheid zoude worden ontrukt. U. K. II. en de hooge mede-erfgenamen droegen uit dien hoofde aan de commissie van beheer op, het gedenkleeken te doen verrijzen. Zij hoopt de haar opgedragen taak naar den wensch van U. K. H. en van de hooge mede-erfgenamen volbragt te hebben, en vraagt U. K. 11. vergunning, het gedenkteeken te doen onthullen. Nadat de onthulling had plaats gehad nam Z. K. II. het woord en bragt den voorzitter en de geheele commissie dank voor de zorg waarmede de zaak was uitgevoerd. De 17dc Maart, zeide o. a. de vorst, is immers een dag van hoogst treurige en ernstige herinneringen; in 1848 ontving men de tijding van het overlijden van mijnen innig geliefden broeder prins Alexander der Nederlanden, te vroeg ontrukt aan de dienst van ons vader land, in 1849 werd de ons allen zoo geliefde ridderlijke koning Willem II door den ondoorgrondelijken wil van het Opperwezen tot hooger leven op geroepen, terwijl in 1865 op dezen datum mijne onvergetelijke, innig ge liefde moeder, de onwankelbaar getrouwe gezellin van koning Willem II gralwaarts werd gebragt. Indien de I7de Maart dus een dag is van rouw en smart, is hij tevens een van die dagen, die naamver banden van liefde en trouw heeft gevormd lusschen het Huis van Oranje en het Nederlandsche volk, door de opregtc deelneming door hetzelve betoond in de smarten en beproevingen van dat Huis. Deze ernstige gevoelens hebben mij heden pi llier geleid ep zoo vele belangstellenden op deze plek vereenigd. Van harte dank ik dan ook, namens Zijne Majesteit den koning, mijne zuster de groot hertogin van Saksen en mij-zelven. allen die door hunne tegenwoordigheid alhier eene opregle hulde wenschen te brengen aan de nagedachtenis van onzen hooggeachten vader. Maar zeer bijzonder breng ik dezen dank, mijnheer de burgemeester van Tilburg, aan het zeer ruime deel, dat uwe burgerij heden neemt aan de hulde, die zij bewijst aan de nagedachtenis van mijnen innig geliefden vader, die zich steeds zoo regt gelukkig gevoelde te midden zijner trouwe Tilhurgenaars. Nadat de prins het gedenkteeken onder de hoede van het gemeentebe stuur van Tilburg had gesteld, rigtte de burgemeester nog het woord tót den prinsom te verklaren dat het bestuur die opdragt met liefde en toe wijding aanvaardde. Met het zingen van een lied door de bovengenoemde liedertafel werd de plegtigheid besloten. liet gedenkteeken is van blaauwen hardsteen opgetrokken. Een soort nis draagt de uit wit marmer gehouwen beeldlenis van Willem II, omgeven door lauwertakken en eikenbladeren en door eene tropee (scepter, zwaard en schede, met de Eikenkroon en de Koningskroon). In het midden vier wit marmeren platenwaarvan de achterste geen opschrift draagt. Op de andere leest men met gouden letteren: «Opgerigt door Willem III, Ko ning der Nederlanden, Hendrik, Prins der Nederlanden, Sophia, Groother togin van Saksen, geboren Prinses der Nederlanden, ter herinnering aan de plek waar Zijne Majesteit Koning Willem II in het hier geslaan hebbend gebouw overleden is. Geboren te 'sGravenhage den 0deD December 1792. Overleden den 17deD Maart 1849." Z. K. H. de prins nam nog deel aan een dejeuner op het raadhuis en ver liet ten half 5 ure de stad. 'sGIUVENHAGE, 18 Maart. Bij kon. besluit is o. a. pensioen verleend aan dr. R. W. van Goens, gewezen hoogleeraar aan de polytechnische school te Delft, ten bedrage van ƒ1088 'sjaars, en aan N. J. van der Lee, eervol ontslagen hoofdingenieur van den waterstaat le k!., ten bedrage van ƒ2000 'sjaars. Tot commies bij het dep. van koloniën is benoemd de heer jh'. J. D. Six 1' luit. bij hel corps ingenieurs mineurs en sappeurs. De officier a an gezondheid 3» kl. bij de zeemagt dr. F. M. Cowan is bevorderd tol officier van gezondheid 2e kl.de 2e luit. A. M. deBruyn, van het 3e reg. vesting-artillerie, en de kapitein J. Delfos den Doren, van het 3e reg. infanterie, zijn op non-activiteit gesteld de eerstgenoemde op zijne aanvrage; en den heer M. Rochussen, secretaris van legatie bij het Ned. gezantschap te Berlijn, is, op zijn verzoek, de titulaire rang van luitenant ter zee le kl. toegekend. De afdeelingen van de tweede kamer hebben zieh heden bezig gehouden I met het verder onderzoek der voorgestelde wet. op het hooger onderwijs en voorts onderzocht het ontwerp van wet tot wijziging van het Yd* hoofd stuk der slaatsbegrooting voor 1873 (verliooging van gelden voor de me dische paücie). De minister van buiten), zaken heeft gisteren avond wederom eene soiree gegeven aan het corps diplomatique. Aanstaanden Dingsdag zal de reeks van partijen bij Z. Exc. besloten worden met het aanbieden van een groot diner aan de diplomatie. BEL6IE. Te Brussel had de politie, in zake den gcpleegden moord op een stationschef, waarvan vroeger melding werd gemaakt, vermoeden opgevat legen een der vrienden of bekenden van den vermoorde, zekeren Leclercq, op grond, dat die persoon, een teekenaar van bet topografisch bureau, niet bij de begrafenis van den verslagene tegenwoordig was geweest. Zonder vooraf ecnige inlichtingen ingewonnen te hebbendie de ongegrond heid van het vermoeden onmiddellijk zouden hebben aangetoond, is men, waarschijnlijk uit vrees, dat de verdachte zich anders aan den arm der justitie zou onttrekken, tot zijne aanhouding op de openbare straat over gegaan. Het bleek nu spoedig, dat men den verkeerden voor had, en dat de arrestant op den ochtend der begrafenis het bureau, waarop hij werkzaam was, niet verlaten had Eenige uren na zijne inhechtenisneming werd Leclercq dan ook reeds weder op vrije voeten gesteld. Dit korte arrest is den verdachte echter duur te staan gekomen. Reeds ongesteld bij zijne arrestatie, heeft het dramatische incident, waarvan hij de hoofdpersoon was geweest, hem zoodanig geschokt, dat hij is overleden, eene moederen zuster nalatende, wier broodwinner hij was. K X K I. X B, LONDEN, 17 Maart. Berigten uit Cape Coast Castle van 21 Febr. melden de terugkomst van sir Garnet Wolselcy met al de expeditionaire troepen uit Ashantee. Er waren vele zieken in bet legeren verscheiden officieren en minderen waren onder weg aan de gevolgen van bekomene wonden overleden. Er werd zeer veel haast gemaakt met de inscheping der troepen, waarvan de laatste met den opperbevelhebber waarschijnlijk den 7d'° Maart de kust zouden verlaten. De eerste minister en de opperbevelhebber der troepen van As hantee waren gevankelijk medegevoerd en te Cape Coast Caslle gevan gen gezet. Men verneemt dal er bij het nieuwe kabinet pogingen zullen worden aangewend het te bewegen nogmaals eeue Noordpool-expcditie le ondernemen. Zondag II. is in Ilyde-Park de aangekondigde volksvergadering gehou den betreflende de nog gevangen gehouden feniaus. Door meer dan 30000 personen bezocht, liep de vergadering in goede orde af, nadat ecnige rede voeringen gehouden en besluiten voorgesteld en aangenomen waren. De redevoeringen waren ditmaal gematigd; de besluiien strekten om te verkla ren dat de thans nog in de gevangenis gehouden 40 fenians evenzeer als politieke veroordeelden te beschouwen waren als de veroordeelden, welke op de voordragt van den heer Gladstone voor eenige jaren waren in vrijheid gesteld gewordenen om te bepalen dat er eene deputatie naar den nieuwen eersten minister zou gezonden worden om bjj hem aan te dringen op het in vrijheid stellen dier 40 gevangenen. Volgens berigten uit New-York hebben te Mexico ongeregeldheden plaats gehad. Door de priesters opgezet, heeft het gepeupel eenen Ameri- kaanschen geestelijke vermoord en zijn huis geplunderd. Ten gevolge hier van zjjn verscheiden priesters in hechtenis genomen. FR1SHK IJ K. L'Ordre deelt de toespraak mede door den keiz. prins te Chislelmrst tot de aanhangers zijner dynastie gerigt. Hij drukte zich o. a. aldus uit: Gij hebt, door u heden hier te vereenigen, bewijs gegeven dat gij de nage dachtenis des keizers trouw in uw boezem hebt bewaard. Ontvangt in de eerste plaats daarvoor mijn dank. Het openbaar geweten heeft de lasterin gen, waarmede men dezen groolen naam vervolgd heeft, te schande gemaakt en ziet den keizer in zijn waar karakter. Gijdie uit verschillende streken des lands herwaarts gekomen zijl, gij kunt de natie inlichten. Zijne rege ring was eene aanhoudende zorg voor het welzijn van allen. De laatste dagdien hij op Franschen bodem doorbragtwas een dag van heldenmoed en van zelfverloochening. Uwe tegenwoordigheid alhier, de vele adressen die ik ontvangen heb, be wijzen met welk eene bekommering Frankrijk zijne toekomst tegemoet gaat. De orde wordt beschermd door het zwaard van den hertog van Magenta een oud deelgenoot van den roem en de rampspoeden mijns vaders. Zijne ecrljjkbeid is ons een wisse waarborg, dat bij het hem ter bewaring gegeven onderpand niet zal blootstellen aan eene overrompeling der partijen. Maar het feit, dat er materiële orde is, is niet genoeg om de gemoederen gerust te stellen. De toekomst blijft onzeker. Handel en nijverheid lijden hier onder, en de harlstoglen kunnen er hun voordeel meè doen. Van daar die uiting, waarvan gij den weerklank overbrengt en die de openbare meening met een onwederslaanbaren aandrang doet uitzien naar een regtstreeksch be roep op de natie, ten einde de grondslagen te leggen voor eene definitive regering. Hel plebisciet is 'slands behoud; het is het regt; het zal aan bet gezag de noodige kracht geven, voor het land een nieuw en langdurig tjjd- perk van rust openen. Zal Frankrijk, in alle vrijheid geraadpleegd, de oogen werpen op den zoon van Napoleon III Die gedachte wekt in mij niet zoo zeer trots op als wantrouwen in eigen krachten. De keizer heeft mij doen beseffen, hoe zwaar het gewigt van het souvereingezag 'smenschen schouders drukt, zelfs op de schouders van hen, die ver in leeftijd zijn ge vorderd, en hoe sterk het geloof in zich-zelf en het besef van pligt moeten zijn, om eene zoo hooge roeping waardiglijk te vervullen. Dat geloof nu zal heigccn ik in leeftijd te kort kom aanvullen. Als ten dage der stemming de meerderheid zich mogt verklaren voor een ander be wind, zal ik de uitspraak des lands eerbiediglijk aannemen. Indien de naam van Napoleon voor de achtste maal uit de stembus te voorschijn komt, dan

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leydse Courant | 1874 | | pagina 2