PER TELEGRAAF.
ben, dat het bestaan dier verzameling aan het publiek onbekend was.
Onder de ontdekte stukken, die de stof voor drie boekdeelen geleverd heb
ben, van welke er nog in den loop van dit jaar twee in het licht zullen
verschijnen, bevindt zich eene reeks van brieven en opstellen, die de ver
maarde bisschop van Meaux voor mevr. de Lavallière geschreven heeft.
Naar men verneemt is door de Fransche akademie, op voorstel van
haar secretaris, besloten, dat de heer Emile Ollivier voortaan aan de werk
zaamheden kan deelnemen en dat, even als aan zijn collega's, oproepings
brieven zullen worden toegezonden. Ook is voorlezing gedaan van een brief
van mej. Valentine de Lamartine, waarin zij verklaart, in strijd met de
verspreide geruchten ,d at niet zij de rede van den heer Augier aan de pers
heeft medegedeeld.
8FAKJE.
Het optreden van maarschalk Serrano als opperbevelhebber over het
noorderleger is door de troepen met warmte begroet.
Omtrent de operatien van het noorder-leger zijn tot heden geen berig-
ten ontvangen. Waarschijnlijk is er nog niets van eenig belang ondernomen.
DVIT9CHLAVD.
Op de vraag in hoeverre, bij aanneming van de legerwet, de bonds
staten hunne bijdragen in 's rijks kas zouden moeten verhoogenheeft de
rijkskanselarij geantwoord, dat de omslag over de bondsstaten dien ten
gevolge met 8,635,000 tb. zou moeten worden verhoogd, zijnde 0.21! th.
per hoofd. Voor 1874 bedroeg die omslag 0.449 th. per hoofd, in 1875
zou die dan bedragen 0.660 th. per hoofd. Daarmede bleef echter die om
slag nog beneden dien van de vijf laatste jaren.
Het voorstel der socialisten in den rijksdag, om de hh. Bebel en Lieb-
knecht voor de tegenwoordige zitting van den rijksdag op vrije voeten te
stellen, is verworpen, op grond dat dit ten hunnen opzigte zou zijn in
strjjd met de rjjksgrondwet.
Naar men verneemt heeft de veldmaarschalk von Moltke den koning
de vergunning gevraagd, om een zijner bezittingen, de heerlijkheid Kreisau,
in Sileziê, tot een majoraat te maken. Hij heeft daarenboven het plan, om
die grondbezitting aanmerkelijk uit te breiden en daartoe het grootste ge
deelte van zijn vermogen te bezigen. De vermoedelijke erfgenaam van dat
goéd is een zijner neven, een naamgenoot van den veldmaarschalk, die
thans als luitenant bij de garde du corps dient.
- Het herhaalde aanzoek van den aartsbisschop Ledoehowskiom zich
bjj de bediening der mis door eenen kapellaan te mogen laten bijstaan, is
door het hof van appèl te Posen van de hand gewezen.
Uit de «Series lectionum van de Berlijnsche hoogeschool blijkt dat
de 85-jarige professor Twesten en de 80-jarige Jiingken hun arbeid blijven
voortzetten; de eerstgenoemde behoort lot de theologische, de andere tot
de medische faculteit.
Uit Coburg meldt men dat koningin Victoria met den hertog en de
hertogin van Edinburgh in de maand Mei e. k. geruimen tjjd aan het hof
van den hertog van Coburg znllen vertoeven.
De Nordd. Allg. Zeit. deelt een uittreksel mede van het verslag be
treffende de maatschappij van haringvangstte Emden gevestigd. Dit ver
slag is uitgebragt op de dezer dagen te Berlijn gehouden algemeene ver
gadering der leden van de Duitsche Visscherij-Vereeniging. Gedurende
het afgeloopen jaar is het getal vaartuigen der maatschappij niet vermeer
derd; zij bezit zes loggerschepenwelke gedurende het afgeloopen jaar een
ruime vangst hebben gehad; deze bedroeg 5447 ton; de opbrengst daarvan
was 77661 th.
BERLIJN, 13 Maart. De commissie tot onderzoek der legerwet heelt
heden de verdaagde behandeling van de vier eerste artikelen voortgezet.
Art. 1 (vaststelling der legersterkte op voet van vrede op 401,659 man) is
met algemeene stemmen, op vier na, verworpen. Na art. 1 werden ook
verworpen: 1°. een voorstel der conservatieve partij, de getalsterkte op voet
van vrede op 384,000 man, met 24 tegeu 4 stemmen, 2". een amendement
der ultramontanen, tweejarige dienst en jaarlijksche vaststelling van het
contingent. Aangenomen zjjn art. 2 en 3 (vaststelling van de kaders) met
16 tegen 12 stemmen.
In den ziektetoestand van prins von Bismarck heeft de verwachte beter
schap zich nog niet voorgedaan. De rheumatische pijn houdt aan.
WEENEN, 14 Maart. In het Vaterland is openbaar gemaakt een Pau
selijke encyclica. dd. 7 dezer maand aan de Oostenrijksche bisschoppen, en
strekkende lot bestrijding van de confessionnele wetten thans bij den
rijksraad in behandeling, welke wetten, naar het schijnt, ten doel hebben
de katholieke kerk in de verderfelijkste slavernij onder de willekeur van
het staatsgezag te brengen. Bij de Pruissische wetten van denzelfdcn aard
vergeleken zijn zij, naar het schijnt, wel gematigd, doch in de werkelijk
heid ademen zij denzelfden geest, en zullen zij in Oostenrijk gelijken onder
gang der kerk ten gevolge hebben. Op nieuw protesteert de Paus tegen
het verbreken van het concordaat; hij noemt de voorgegeven verandering,
in de kerk gekomen door het onfeilbaarheidsdogma, een heilloos voorwend
sel', hij hoopt dat de bisschoppen de regten der kerk zullen beschermen,
én geeft tevens te kennen dat hij iu een nieuwen brief dd. 7 Maart aan
den keizer van Oostenrjjk dezen bezworen heeft, niet te gedoogen dat de
klerk aan een smadelijke dienstbaarheid overgeleverd en zijne katholieke
onderdanen in den hagchelijkslen cn drukkendsten toestand gebragt worden.
LE1DSCHE SCHOUWBURG.
wL.a Fille de Madame Angol", opéra comique en 3 acles, paroles
de Mrs. Clairville, Siraudin et Koning, musique de Ch. Lecocq.
Men kan het looneel uit tweeërlei oogpunt beschouwen. Als leerschool
des volks (zooals de wel wat afgezaagde benaming luidt) waar het nuttige
Imet het aangename is vereenigd, waar de kunst ons verheft en veredelt; of
als een plaats van uitspanning, waar men met geen ander doel heengaat
i dan om zich een paar uren te amuseeren. Bij de eerste beschouwing ver
schijnt »la fille de Madame Angot" daar voor ons als een arme zondares en
moet het stellig heeten: //Gewogen, en te licht bevonden!" Maar bij de
tweede, minder strenge eisch, staat haar ook een genadiger vonnis te wach-
ten. Stellig zullen de meeste toeschouwers van gisterenavond verklaren, dat
zij zich zeer geamuseerd hebben met de dwaasheden, die zij zagen vertoo-
nen. Ja, met de dwaasheden, dat is het rechte woord. Het stuk vloeit
over van dwaasheden en men moet een vroolijke Parijzenaar zijn, om dat
alles te verzinnen. De by valdie aan deze opera te beurt viel, kenschetst
uitnemend de geest der Fransche hoofdstad. Daar werd zij 380 maal opge-
i voerd, ongetwijfeld een getal dat een tóoneelschrijver doet watertanden.
Deelen de drie schrijvers en de componist het met hun vieren, dan hebben
zij nog elk 95 voorstellingen voor hun rekening. Te Parijs schrijft men
stukken in compagnie, en is men geestig of aandoenlijk in compagnie. De
gewezen banketbakker Siraudin heeft met zijn vrienden een opera gebak
ken, die «la Fille de Mad. Angot" heet; het deeg is van geen beste kwali
teit, maar de confituren doen hel publiek pleizier.
Mad. Angot is, volgens dit stuk, een beroemde dame de la Ilalle geweest;
i wij zouden zeggen, een vischvrouw of fruitvrouw. Hare persoon wordt ons
beschreven; //Très-joliePeu-polie, Possédant un gros magot; Pas bégueule,
Forte en gucule, Telle était madame Angot!" Die dame heeft vele avon
turen geliad en eindelijk eene dochter nagelaten, die Clairette heel en door
al de dames en heeren de la Halle als pleegkind wordt aangenomen. Zij
zal trouwen met den kapper Pomponnet, maar zij bemint eigenlijk Ange
Pitou, een liedjesdichter. Met haar minnaar zoekt zij een middel om de
trouwplechtigheid te verhinderen, en komt eindelijk zelve op het Sublieme
denkbeeld om zich te laten arresteeren. Het stuk speelt in den tijd van
het Directoire en Ange Pitou heeft een liedje gemaakt op Barras en Mile
Lange. Clairette heeft dat gevonden en zingt dat nu in het publiek. Hare
onmiddelijke arrestatie volgt er op. Zij verschijnt nu voor Mile Lange, in wie
zij eene vriendin van de kostschool herkent. Ange Pitou is door Mile Lange
ontboden en heeft met haar een gesprekwaardoor hij zijne liefde voor
Clairette vergeet. Clairette komt daar achter en ontmaskert haren on
trouwen minnaar in de 3e acte, wanneer zij door valsche brieven Mile Lange
met hem doet samenkomen in een tuinwaar een bal gegeven wordt. Het
einde is, dat zij toch met Pomponnet trouwt. Deze neemt haar in genade
aan, zingende: Moi, mamzelle, J'suis fidéle. Et j'comprends mes intéréts.
Vive, vive, C'qui m'arrive! Qa vaut mieux avant qu'après!" En met die
woorden brengt hij nog een soort van moraal in het stuk. Wat overigens
de zedelijkheid betreft, daar valt bij deze opera ook al niet op te roemen.
Ze is licht cn dicht: een luchtig gebak! Vooral de woorden van Ange Pitou
aan het slot zijn prachtigWe zullen maar niets afschrijvenom onze leze
ressen niet te doen blozen. Het is waar, vele van haar hebben dat alles
gisterenavond wel reeds gehoord, maar wat men zingt is nooit zoo erg als
wat men leest!
Sommige scènes zijn hoogst vermakelijk, zooals bijv. die der conspirateurs
die elke nurksche bui wel verdrijven moet. De muziek is nog van minder
kaliber, dan die van Offenbach. Een echt musicus, vereerder van Mozart of
Beethoven zal misschien tranen storten omdat het tooneel ontheiligd wordt
door airs, die' in een Café-chantant thuis hooren. Wij beseffen zijn smart,
maar kunnen hem toch nog met geen betere toekomst vleien, zoolang ons
dat dreigende cijfer van 380 voorstellingen voor de oogen staat.
De rollen van Clairette en Mile Lange waren in de beste handen (de dames
Mezeray en Massart). Zang cn actie waren uitmuntend en wel verdiend de
twee bouquetten in de 2e acte. Alleraardigst vooral de scène, als beide da
mes zich de kostschool-dagen herinneren en elkaar eens op de oude manier
de les gaan lezen. Die scène werd ook op verzoek herhaald. De ontmoe
ting in de 3e acte werd evenzeer natuurlijk en flink gespeeld. Wij moeten
tevens Mad. Massart ons compliment maken over haar fraai en kostbaar toilet
j a la Grecque. M. Staveauxj, die in de //Grande Duchesse" zoozeer als Fritz uit-
muntte, was hier een zeer goede Pomponnel. In een opera als deze is
j los en geestig spel niet minder vereischte dan goede zang. M. Staveaux heeft
een groole vlugheid van bewegingen en toonde dit bijv. in zijne ontmoeting
met Larivaudière; 3C acte. Dien zelfden lof als acteur kunnen wij niet geven
j aan den heer Ronssel ofschoon hij als zanger zeer voldoet. In de rol van
Ange Pitou hadden wij hem minder stijf gewenscht. Hij was volstrekt de
Don Juan niet, wiens onstandvastig hart zich zoo snel van Clairette op Mile
Lange verplaatst. Mme Chevalier droeg als Amaranthe de geschiedenis van
Madame Angot goed voor.
De koren werkten ijverig mee en de mise-en-scène was, het kleine tooneel
iu aanmerking genomen, buitengewoon goed. Aan de Jardin de Calypso,
3C acte, was veel zorg besleed en niet minder aan de verschillende costumes,
van welke sommige de extravagante modes dier dagen aardig pariodieerden.
Leiden, 14 Maart 1874-
Eau d'Anvers.
Deze parfumerie is sedert den tijd dat zij bestaat overal als nuttig en
I delicaat erkend. Niet alleen dat deze parfumerie in slaat is tal van men-
schen te genezen, van kwalen, die nog nimmer door een parlumerie over-
wonnen zijn, maar ook tal van gcneeshecrcn in het buitenland hebben het
nut van deze parfumerie ingezien cn haar de lijdende mensehheid voor-
I geschreven.
AMABEM IE-\IEIHS.
PROMOTIE AAN DE LE1DSCHE HOOGESCHOOL.
Den I4d£" Maart de heer F. Goslings, geboren te Harlingen, in de letteren,
na openbare verdediging van zijn akademisch proefschrift: observations acl
scholia in Thuajdidem.
Te Leiden ter Boekdrukkerij van J. C. DRABBE.