HUITKNLANOSCIIE BE MOTEN. meende echter, op grond van art. 11 der genoemde wet, liet vervoer van het lijk niet te mogen toestaan en gelastte de begraving op de begraafplaats der burgerlijke gemeente. Hevig protest, niet alleen van den vader, maar ook van de geloofsgenooten te Arnhem, die de bemiddeling inriepen van den opperrabbijn te Nijmegen. Deze wendde zich tot den inspecteur van liet geneeskundig staatsloezigt in Gelderland, die adviseerde dat men de ge vraagde vergunning, onder de noodige voorzorgsmaatregelen, kon vcrleenen. Toen de plaatselijke geneesheer, in overeenstemming met den burgemeester, verlangde dat, gedurende dit geschil, hel lijk in het lijkenhuis op de be graafplaats zou worden overgebragt, die daar het eigendom der hervormde kerk is, weigerde een der kerkvoogden daar plaats voor den dooden Israëliet en moest tengevolge daarvan het lijk langer dan de wet dit toelaat in het sterfhuis verblijven. Men meldt uit Leeuwarden: Niettegenstaande het weder slecht was en de regen bij stroomen nedervielwerd gisterenter gelegenheid van de verjaring van Z. M. onzen geöerbiedigden koning, alhier ccne groote mili taire parade gehouden, waaraan ook door de schutterij werd deelgenomen. Ms commissaris in dit gewest en de burgemeester dezer stad woonden mede de parade bij. In de vergadering der kon. scherpschutlcrs-vereeniging Oranje-Friesland alhier, jl. Dingsdagavond gehouden, is. nadat reeds vroeger was afgezien van het dragen cener uniform en bepaald werd alleen eenig distinctief aan te nemen, besloten, dat onderscheidingsleeken te doen beslaan in een hoed met voeren (Tyroler model) versierd met een met gouden kroontje gedeklen jagershoorn. Dit besluit moet nog de koninklijke goedkeuring erlangen. Sedert Maandagavond, jl. wordt hier een bejaard man, gcëmployterd bij den arbeid in de groote strafgevangenis alhier, vermist, die, naar men vermoedt, verdronken is; althans, men heeft zijn pet in de Keizersgracht drij vende gevonden. Zijn lijk heeft men echter tot dusver,niet kunnen opsporen Naar men zegt. maakte de ongelukkige zich meermalen schuldig aan het' misbruik van sterken drank cn zoude hij nu als een slagtoffer daarvan zijn gevallen. Woensdag II. werd tc Groningen het stoffelijk overschot van prof. Chantepie de la Saussayc ter aarde besteld, lie ironCour. deelt daarom- trent o. a. het volgende mede: Eenc onafzienbare menigte was in de slra- t-n. waardoor de trein ging. op de been, en voorts op de begraafplaats vereeuigd. Genoegzaam alle hoogleerarenvele predikanten cn de studenten volgden het lijk; en bij de bewoners onzer stad hadden zich eenige vrien den uit Rotterdam, Utrecht, 'sllage, Njjmegen en andere plaatsen gevoegd. Toen hel lijk in het graf was neergelaten, sprak eerst de hoogleeraar C. M. Francken als rector-magnificus eenige woorden van hulde en waardering; daarop de deken der theologische faculteit, de hoogleeraar E. J. Diest Lor- giou, en eindelijk de student II. J. van Leeuwen. Allen wezen op de buiten gewone gaven, den grooten ijver, de echte humaniteit en de edele rondborstig heid des noode gemisten mans. De heer Nieolaas Beets, uit Utrecht, droeg daarop een vers voor. even rijk als kort en puntig, om het reine en teëdere hart van de la Sattssaye te roemen. De heer Gunning uit 's Ilage wijdde veilige woorden aan de nagedachtenis zijns vriends als vriend. De student 11. 1L Drijber sprak als theoloog over de uitnemende gave van onderwijzen cn de voorkomende hulpvaardigheid zijns meesters. De heer J. A. Gerth van Wijk, pred. alhier, bragt een woord van rouw over het gemis en van dank voor het genoten goede van den hoogleeraar in het midden. Eindelijk uitte de zoon des overledenen. dr. P. Chantepie de Ia Sattssaye, pred. te Hemmen, zijn gevoel van dank over het vroeger bezit cn smart over het tegenwoordig gemis van zulk een vader. Op uilnoodiging van prof. Valcton hief, terwijl de kist met aarde werd bedekt, de gehcele vergadering aan uil Gez. 50, bet vierde vers. In de Haart. C. wordt door den cmer. pred. S. F. W. Roorda van Eysinga het overlijden bekend gemaakt van den magnetiseur J. J. Weteling, ilie ten gevolge van een vonnis wegens zijne werkzaamheden ons land ver- Het. Hij overlcid tc Antwerpen op den I4,lc" dezer. Aan het slot der ad vertentie zegt de steller: »En nu, onvergetelijke vriend! ontvang onzen groet en dank in dat geestenrijk, waarvan gij lang een vertrouwde en gun steling waart. Daar wordt uw doornkroon verwisseld voor de zegekrans, het loon dergencndie getrouw waren tot het einde. Daar hopen uwe be trekkingen en talrijke vriendenna w elvolbragten arbeid u weder te zien om niet vveêr te scheiden. Ilij, die de man der weduwen en de vader der vvcczen is, zal uwe dierbaren troosten.' 's GRAVEN 11 AGE20 Februatij. Z. M. de koning-groothertog heeft benoemd tot ridder der orde van de Eikenkroon, den heer 11. E. Coops alhier oud-ambtenaar bij de houtvesterij. Aan den heer J. C. Paats is. op zijn verzoek, ontslag verleend als notaris te Rotterdam. Naar aanleiding der geruchten, vrij algemeen door de stad verspreid, dat Z. M. de koning ernstig ongesteld zou zijn, verheugt het ons tc kunnen verzekeren dat, hoewel Z. M. Woensdag avond door een plotselinge onge steldheid werd overvallen, deze gelukkig weldra bleek niet van dien aard tc zijn, om de receptie en het diner ten hove gisteren geen voortgang te doen hebben. Aan het gala-diner, gisteren door 1111. MM. den koning en de koningin ten paleize gegeven, werd, behalve door 1111. KK. 11H. de prinsen van Oranje, Alexander, Hendrik, Frederik, benevens prins en prinses zu Wied, door ongeveer een 50-lal genoodigden deelgenomen, voorliet meerendeel de groot officieren van Zr M*. huis, en dames en hecren der vorstelijke hofhoudingen. Voorts merkte men er op dc ministers van justitie, oorlog, koloniën en financiën, dc hh. van Rylandt cn Dullert, presidenten van dc beide kamers der stalen-generaal, en den directeur van 'skonings kabinet. Dc hoop dat de illuminatie, gisteren avond ter eere van 'skonings ver jaardag ontstoken, dc kroon zou zetten op dc feestelijkheden van den dag, werd niet verwezenlijkt. De rezen, die van 4 ure af bijna zonder tusschen- pooze nederviel. bluschte even bard de lichtjes .weer uit als zij werden aan-' gestoken en niet dan met veel moeite en geduld inogt hel gelukken hier en daar. o. a. op het Plein, een tijdlang de overwinning over het water te be. halen, zeer ten genoegen van de groote menigte, die, trots regen en slijk, zich langs de straten bewoog. Het groote stuk in den Vijver mislukte ge. heel, even als de verlichting in de Houtstraat. De muziektenten op Plein en Tournooiveld bleven onbezet. Alleen de gasilluminatie voor sommige ministeriën tartte den regen met goed gevolg. De liooge raad deed in hare zitting van gisteren in revisie uitspraak in het geschil tusschen den staal en de lloll. ijzeren spoorwegmaatschappij, betredende het vervoer der brievenmalen. Dc staat was in revisie gekomen van een interlocutoir arrest van 7 Februari] 1873, waarbij was bepaald, dat deskundigen zouden onderzoeken hoe groot de schade was, die dc maat schappij leed door een maatregel van den minister van financiën aangaande het brievenvervoer genomen, en waarvoor die maatschappij eene vergoeding van ƒ1,600,000 had gevorderd. Thans besliste de hooge raad dat, in het interlocutoir teregt, alvorens ten principale regt te doen, ambtshalve een onderzoek van deskundigen is gelast, doch dat aan deze deskundigen een onderzoek, naar andere grondslagen, moest worden opgedragen. Op dien grond, op de vordering van den cischcr in revisie, vernietigende het inter locutoir arrest van 7 Februarij 1873, ontzegde dc hooge raad aan de ge daagde in revisie haar bij incidenteel beroep in revisie gedane vordering tot vernietiging, en bepaalde, op nieuw regtdoende, dat dc beslissing over den oorspronkelijke!! eiscli wordt aangehouden, ten einde, na afloop van het onderzoek van deskundigen voor raden-commissarissen te worden voldongen en daarna te worden beregt. De gedaagde maatschappij is in al de kosten, in revisie gevallen, veroordeeld cn de kosten van eersten aanleg zijn gereser veerd tot de einduitspraak. Vervolgens werd door den hoogen raad in eersten aanleg behandeld de zaak van den procureur-generaal bij den hoogen raad tegen J. Borski c. s., uitmakende den raad van administratie der Hollandschc ijzeren spoorweg maatschappij, ter zake van overtreding van art. 13 der wet van 21 Augus tus 1859, door te weigeren te voldoen aan de uilnoodiging ten vorigen jare aan de verschillende spoorweg-maatschappijen gerigt om eene wijziging te brengen in het dienstreglement der stationchefs. Deze zaak werd voor den hoogen raad behandeld, omdat dc heer mr. J. Messchert van Vollenhoven, lid van het bestuur der maatschappij, tijdens hel gepleegde verzuim nog lid der eerste kamer was. Wel is waar was dat lid niet tegenwoordig geweest by het nemen van het besluit door de directie, maar dit nam volgens het oordeel van den advocaat-generaal Smits diens aansprakelijkheid niet weg. Door den advocaat-generaal werd gerequireerd schuldigverklaring aan het ten laste gelegde met veroordecling tot elf geldboeten van ƒ100. Advocaat mr. van Stipriaan Luïsijius, voor dc hh. Borski c. s. optredende, trachtte in zijn pleidooi aan te tooncn, dat soortgelijke bepalingen reeds in het dienst reglement waren opgenomen, zoo niet in speciale, dan toch in algemccne voorschriften, die in geen geval door dc stationchefs kunnen worden ont gaan. De uitspraak is bepaald op 12 Maart. - Gisteren middag kort voor den aanvang der zitting van de tweede ka mer werd in het gebouw een brandlucht waargenomen, terwijl een vrij zware rook verschillende lokalen vulde. Het bleek weldra dat een buis van de verwarmingsmachine, loopende tusschen het plalond van een der localen bij den raad van state in gebruik, het houtwerk had doen smeulen. Door de kamerbewaarders der tweede kamer cn van den raad van state, de boden en het verdere personeel werd met behulp van de brandspuit in het gebouw aanwezig de brand spoedig gebluscht. Een dergelijk feit is ook eenige jaren geleden voorgevallen. Hel D. v. Z.-ll. en 's Gr. deel! mede, dal Z. M. de koning onder dc pensionnaires voor den zang heeft opgenomen rnej. Estella de la Mar, te Amsterdam. Mevrouw Collin-Tobisch, mede daar woonachtig, is aangewezen om dc goede stemmiddelen cn den schooncn muzikalen aanleg van deze nieuwe pensionnaire tc ontwikkelen. Twee pensionnaircs-élèves van mevr. Collin, mej. M. lle'ron en rnej. M. van Eps lleering, zijn in het begin dezer maand naar Parijs vertrokken, om daar verder in zang en declamatie te worden onderwezen door mevr. Garcia. De aanvragen tot deelneming aan het aan staande vergelijkend examen voor Zr. M'. instelling voor jeugdige toonkuns tenaars cn toonkunstcnarcssen, in Mei te houden, zijn zeer talrijk. Het praeadvies door burg. en wetli. ttilgebragt op hel verzoek van den directeur van den Franschen schouwburg alhier om geldelijk subsidie, uit hoofde van het verlies van inkomsten door hem geleden ten gevolge der latere voltooijing van de groote' schouwburgzaal te Amsterdamheeft eene afwijzende strekking. Het dagelijksch bestuur, hoe geneigd ook het verzoek gunstig aan den gemeenteraad voor te dragen, vindt het om der gevolgen wille bedenkelijk, wanneer zich verliezen voordoen, die uit de gemeentekas te vergoeden. Per llijnspoor zijn heden morgen uit Harderwijk alhier aangekomen een 150-tal onderofficieren en manschappen voor het O. I. leger, begeleid door 4 officieren, met bestemming naar den Helder, waar zij aan boord van het stoomschip Koning der Nederlanden zuilen worden ingescheept, teil einde naar Java te worden vervoerd. Het waren meerendeels Duitschers, waarvan velen reeds aan veldtogtcn hebben deelgenomen, gelijk blijken kon uit liet IJzeren Kruis, dat veler borst versierde. ENGËLA M 13. LONDEN, 19 February. II. M. dc koningin heeft voor eene som van 1000 ingeschreven ten behoeve van het fonds, dat te Calcutta wordt zamengebragt tol leniging van den hongersnood in Bengalen, en er in toegestemd, dal bet Londensche comité, dat zichonder voorzitterschap van den lord-mayor, tot het bijeenbren-

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leydse Courant | 1874 | | pagina 2