Gelijk men weet zijn twee leden der nationale vergadering, de hh. Rameau en Fourcandniet op nieuw benoemd in hunne betrekking van mairc, welke zij te Versailles en te Bordeaux bekleedden. In de nationale vergadering hadden deze feiten een diepen indruk gemaakt, daar vooral de eerstgenoemde tijdens de Duitsche bezetting en den strijd tegen de Com mune vele bewijzen van overleg en gematigdheid gegeven bad. Lie gemeen teraad van Versailles, welke onmiddellijk 11a het bekend worden der benoe ming van een nieuwen maire eene officieuse bijeenkomst gehouden had, was daarover zoo verontwaardigd dat de tot maire en adjuncten benoemde leden na die bijeenkomst, waarin het zeer warm was toegegaan, hun ontslag hebben gevraagd. De commissie belast met het onderzoek van bet ontwerp van wet op de drukpers heeft dezer dagen een aantal belanghebbenden, letterkundigen en boekhandelaars gehoord. Een der iaatslen verklaarde omtrent den voor gestelden maatregel, dat het niet was eene wet op den boekhandel, welke de regering wilde in het leven roepen, maar eene wet legen de drukpers. Ook door de andere deskundigen werd hevig tegen de wet opgekomen. In het dep. Pas de Calais is bij de aanslaande verkiezing de heer Brasme de candidaat der republikeinsche partij. Openlijk heeft hij verklaard, met de linkerzijde te zullen medegaan. Men heeft van tegenovergestelde zijde eerst den heer Sens, een vurig Bonapartist, gesteld. Zoo weinig sym pathie vindt evenwel deze candidatuur, dat het legitimische blad Pas de Calais de kiezers tol onthouding aanspoort. In het dep. Haute-Saöne staat tegenover den republikeinschen vice-president van den gemeenteraad te Pa rijs, Hérisson, als conservative candidaat de hertog de Marmier, die in een verkiezingsmanifest verklaard heeft den wettigen duur van de regering van Mac Mahon te zullen verdedigen. Aan zijne verkiezing wordt getwijfeld. De Spanjaarden, die op Algierschen bodem zijn geland, zullen naar Marseille gevoerd en in het kasteel van If geinterneerd worden. De twee vacante leerstoelen, die ten gevolge van het overlijden der professoren Philarète Chasles en de llougé bij het college de France beston den, zijn weder bezet. De heer Guillaume Guizot, die laatstelijk directeur bij het departement van eeredienst was, is in de plaats van eerstgenoemde tot professor in de Germaansche taal en letterkunde, en de heer Maspe'ro is in de plaats van den heer de Rouge tot professor in de Egyptische archaeo- logie en philotogie benoemd. Door Maxime Du Camp is in de Revue des Deux Mondes een artikel geplaatst over de belasting op den alcohol te Parijs geheven en den smok kelhandel, die daardoor wordt uitgelokt. Een hectoliter alcohol kost 80 tot 85 fr.hiervan moet 328 fr. 50 cent. belasting worden betaald. Niette min worden te Parijs, in 25000 inrigtingenniet minder dan 4,575,000 kan absinthe verbruikt. Er is een officiële staat openbaar gemaakt van de volkstelling, die in 1872 gehouden is. Daaruit blijkt dat het aantal inwoners toen bedroeg 36,102,921, zijnde 2,089,:43 minder dan in 1866. Trekt men van het laatste cijfer af 1,597,238 inwoners, die Frankrijk verloren heeft door den afstand van den Elzas en Lotharingen, dan blijft de bevolking nog 491,905 minder dan in 1866. Het verschijnsel, dat de bevolking der dorpen in het algemeen af- en die der steden toeneemt, heeft zich ook thans weer ge openbaard. 8PAUJK Volgens berigten uit San Sebastian werd er eene spoedige ontmoeting van het Spaansche noorderleger met de belegeraars van Bilbao verwacht. De generaal Moriones had eenige versterking in manschappen en geschut verkregen van de regering, welke in een moeijelijk dilemma verkeerde, daar zij, aan de eene zijde haar gezag te Madrid en in hel zuiden des lands nog niet genoeg gevestigd achtende om de 14000 man van het garni zoen van de hoofdstad of de 25000 man sterke troepen in het zuiden te zeer te verzwakken, echter zeer wel inzag dat zij het noorderleger, de eenige kern, welke zij op het oogenblik bezit, aan geene nederlaag mogt bloot stellen. De generaal Moriones had thans al zijne troepen bijeengetrok ken, en dat ook de Carlisten eenen aanval verwachtten, was blijkbaar uit de haast, waarmede Lizarraga met zijne troepen van Tolosa was opontboden om zich bij don Carlos voor Bilbao te voegen. Wanneer het aan het noor derleger niet gelukken mogt Bilbao te ontzetten, is de stad op den duur niet te houden. Aan soldaten, wier diensttijd afgeloopen is, wordt, wanneer zij op nieuw in dienst treden, 1000 realen aangeboden. as l! 1TSC L .1 I». Volgens de Ostd. Zeit. heeft de huiskapellaan van aartsbisschop Ledochowski van de regterlijke autoriteit verlof bekomen zich in de om geving van den aartsbisschop op te houden en is hij te dien einde naar Ostrowo vertrokken. De meening dat de aartsbisschop gevangen is genomen wegens zijnen laatst uitgegeven vastenbrief, wordt door de dagbladen tegengesproken: de inhechtenisneming heeft plaats gehad wegens het niet betalen van de boeten, waartoe hij was veroordeeld. De Pos. Zeit. meldt dat de noodige maatregelen genomen waren voor het geval dat de policie-direc- teur niet onmiddellijk in het aartsbisschoppelijk paleis werd toegelaten. Die maatregelen zijn even overbodig geweest als het posteren eener buiten gewone policic- en militaire magt. Ook in den loop van den dag of 's avonds heeft er niets plaats gehad, waaruit men kon opmaken dat de rust zon worden gestoord. De eenige demonstratie bestond hierin, dat sommige bladen dien dag met een rouwrand verschenen en 's avonds de schouwburg en openbare vermakelijkheden gesloten bleven. In verband met de gevangenneming van den aartsbisschop meldt de Nat. Zeit. dat dit niet noodwendig ten gevolge heeft dat hij zijne betrek king volstrekt niet kan waarnemen. Van het openbaar ministerie, dat is de regering, zal het afhangen hoe verre die beperking zich zal uitstrekken. Zoo zal het hem bij voorbeeld zeer gemakkelijk kunnen zijn bet beheer te voeren over het kerkelijk vermogen van het aartsbisdom. Het is derhalve voorloopig nog zoover niet gekomen, dat bezwaren werden ontmoet, tot wegruiming waarvan de regering het ontwerp op het beheer van vacante bisdommen heeft ingediend. Intnsschen is het tot heden even onzeker in 1 hoe verre de heer Ledochowski gebruik zal willen maken van de hem ver leende of later te vcrleenen vergunning, om op den gewonen voet voort te gaan met het beheeren van zijn bisdom. Dr. Petermann te Gotha heeft van dr. Gerhard Rohlfs berigt ontvangen, dat hij met zijne expeditie in de Libysche woestijn den llJen Januarij de groote oase Dachel (met 17000 bewoners) had bereikt en belangrijke weten- schappelijke resultaten heeft verkregen. j In den loop van het aanstaande voorjaar zal eene Russische weten schappelijke expeditie Khiva bezoeken, voornamelijk met het doel om den loop der Amu-Darja en hare takken 11a te gaan. Volgens een Peterburgsch blad, zullen niet minder dan 400 personen aan deze expeditie deel nemen, die, naar men berekent, een viertal maanden zal duren en waarvan de kosten op ruim honderdduizend roebels worden begroot. De expeditie zal zich in twee deelen splitsen, waarvan het eene het delta van de Amu, het andere dien stroom zeiven zal onderzoeken. Twee stoombooten, vier barges en eene sloep zullen te harer beschikking worden gesteld. LEID SCHE SCHOUWBURG. ,.I,a Grande-Duchesse de Gérolstein", opéra-bouffe en 3 actes et 4 tableaux, par Meilhac et Halevy, musique d'Oflenbach. //La Grande-Duchesse de Gérolstein" bracht gisterenavond een bezoek aan onze stad, waar vroeger ook de «Orphée" en de «Belle Hélène" geschitterd hebben. Het is eene allerliefste dame, die Grande-Duchesse de Gérolstein! Zij is twintig jaren oud. zij verveelt zich en haar pretendent Prins Paul bevalt haar niet. Hare voornaamste raadgevers: de Baron Puck en de Gene raal Boum verzinnen een oorlog om haar afleiding te verschaffen. Zij komt revue houden over hare troepen en merkt bij die gelegenheid een sol daat op, die er zeer knap uitziet. Fritz, zoo heet die soldaat, maakt nu in tien minuten lijds een prachtige carrière De Hertogin maakt hem eerst korporaal, dan serjant, vervolgens luitenant, kapitein en eindelijk generaal en veldmaarschalkja zelfs Baron von Bock-bier en Graaf van Avall-vint-kat-schop- vergiss-mein-nicht. Hij ontvangt als bevelhebber der armée de groote pluim van den Generaal Boum en tevens den sabel van den ouden lieer der Grande- Duchesse. Zoo uitgerust trekt hij ten strijde en behaalt een éclatante victorie. Door middel van eenige duizenden flesschen wijn heeft hij dat kunststuk zonder eenige bloedstorting ten uitvoer gebracht. De Hertogin is verrukt en zal hem stellig tot haar gemaal verheffen, maar Fritz kan zijne vriendin Wanda niet vergeten en krijgt dan ook de toestemming tot zijn huwelijk. Thans is echter zijn gelukszon ondergegaan; hij daalt even snel, als hij te voren gestegen is en ontvangt eindelijk de nederige betrekking van school meester op zijn dorp. De Grande-Duchesse meent nog vergoeding te vinden in den Baron Grog. die pas gekomen is, maar de man heeft een vrouw met eenige kinderen; zij besluit dus eindelijk maar om Prins Paul van Steis- Stein-Sleis-Laper-Bott-molI-schorstenburg te accepteren. «Quand on n'a pas ce que Ton aime, il faut aimer ce que l'on a", zegt zij ten slotte. Ziedaar in 't kort den inhoud dezer opéra-bouffe, en als men zegt dat het klinkklare onzin is, dan zullen wij het niet tegenspreken. Bij de dwaze tekst behoort een dwaze muziek en het een met hel ander trekt de menigte aan. Hoe ongunstig het oordeel der groole musici over Offenbach's werken ook zij. het blijft niettemin waar, dat ze bij de rpvoering steeds een onge- loofelijk succès hebben gehad. Toen de algemeene tentoonstelling te Parijs de meeste souvereinen van Europa bij elkaar deed komen, was de audiëntie van de «Grande Duchesse de Gérolstein" druk bezocht. Het is de geest van onzen tijd, dat men gaarne lachen en zich amuseeren wil. Is het bij lezin gen niet precies hetzelfde? Wie de grappigste verhalen weet te doen, wordt liet meest door zijn auditorium toegejuicht. Men moet er Offenbach in geen geval een verwijt van maken, dat hij zulke opera's heeft gecomponeerd, maar veeleer het publiek, dat ze naloopt. Elk genre van kunst staat in nauw verband met den tijd. waarin het te voorschijn treedt. Zonder succès gaat het spoedig te gronde. Vinden dus de stukken van Offenbach bijval, dan blijkt daaruit dat er een Offenbachsche geest onder het publiek heerscht. Laten wij die «Grande-Duchesse" ook niet te streng beoordeelen, maar liever meelachen met de lachers. Men kan van dit stuk zeggen wat iemand eens van zekeren bond zeide: «In zijn soort is hij mooi, maar het soort is leelijk!" Tol afwisseling kan zoo iets er door; dan komt het betere genre nog duidelijker uit. Wie brj al die dwaze scènes en carica- turen maar vooral wie bij de verschijning der Grande-Duchesse zelve, voorgesteld door de bekoorlijke Mme Massart met hare prachtige, élégante toiletten nog knorrig kijken kan, die moet wel heel ernstig en ver velend gestemd zijn. J'ai ri, me voila désarmé, zij ook hier onze leus! Wie de Offenbachsche opera's afkeurt, moet thuisblijven: dat is het krach tigste protest. Jammer is het dat in de «Grande-Duchesse de Gérolstein", het vermake lijke geen climax heeft. Hel lc bedrijf bevat de aardigste airs en de dolste toestanden, terwijl de laatste acte hoogst onbeduidend is. In dat opzicht is de «Orphée" en de «Belle Hélène" te prefereeren. De uitvoering was zeer voldoende. Bij zoo'n opera toch moet men de eischen omtrent den zang niet te boog stellen, want goede mimiek en actie zijn bijna evenzeer noodig. Alleen was er soms veel overdrijving merkbaar; weieens ten nadeele van de kieschheid. Mme Massart, die in de «Zampa" en «Faiisl" ondergeschikte rollen vervulde, beeft hier als de Duchesse haar belang rijke laak uitmuntend ten uitvoer gebracht. Zij zong hare airs: «Ah! qucj'aime les militaires" en «le sabre de mon père" op zeer bevallige wijze. I11 de 2e acte ontving zij een bouquet en de ballade in de 3e acte werd bis ge vraagd. Overigens was zij eene talentvolle actrice. M. Staveau was als zan ger en vooral als acteur een uitmuntende Fritz. M. Bonnet, als Prins Paul. verdient lof voor zijn air van «la Gazelle de Ilollande". Generaal Boum en Wanda voldeden ons minder. Laatstgenoemde was veel te strak en te def tig voor een boerinnetje. Voor Baron Grog moest een jonger acteur optre den omdat de Duchesse hem op bet eerste gezicht tot minnaar verkiest. Leiden, 7 Febr. 1874. AXADEMIE-STIEUWS. PROMOTIE AAN DE LEIDSG1IE HOOGESCHOOL. Den 7lleo Februarij de heer J. J. Ie Roy, geboren te Oude Tonge, in de wis- en natuurkunde, na verdediging van zijn akademisch proefschrift: bij drage tot de kennis van het genus archegosaurus Goldf. Te Leiden ter Boekdrukkerij van J. C. DRABBE.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leydse Courant | 1874 | | pagina 6