LMDSCME
COIIIUT.
187-1.
m.
De Courant verschijnt dagelijksZon- en Feestdagen uitgezonderd. De prijs der Courant is per vierendeel jaars f3. franco p. p. 3.50^
met het Verslag der Handelingen van den Gemeenteraad f 3.35, franco p. p. f 3 85. Bet verslag afzonderlijk is verkrijgbaar voor f 1.5ft
's jaars. buiten de expeditiekosten. afzonderlijke nommers der Courant zijn. verkrijgbaar voor 5 Cents, franco p. p. S Cents.
De prijs der Advertentiën is van 1—4 regels 1.iedere regel meer 25 cents.
Stadgenooten
Den I2deB Mei e. k. zullen vijfentwintig jaren zijn verstreken sinds onze
geëerbiedigde en beminde Honing WIHHEW de Derde werd beëedigd
en ingehuldigd.
Dan zal er feest zijn in Nederland, een feest getuigende van dank
baarheid voor Zijner Majesteits gezegende regeering. Feest ook in onze
stad, die, juist driehonderd jaren geleden, naast God, aan Oranje hare red
ding te danken had, de stad waaraan de Eerste WILLEM de Hooge-
school schonk, die zooveel tot hare welvaart en haar roem heeft bijgedragen.
Zij die zich vereenigden om de viering van dien heuglijken dag voor te
bereiden, zullen later uwe bijdragen verzoeken, die hen in staat stellen,
waardiglijk hunne verdere taak te volbrengen. Maar allereerst vragen zij
uwe medewerking om onzen geliefden Vorst dien dag een geschenk te
kunnen aanbieden of aan dat van andere Gemeenten deel te nemen, op
eene wijze, die volkomen zal beantwoorden aan de groote erkentelijkheid,
die Nederland zijnen Koning verschuldigd is.
DaarLoe zullen zij zich persoonlijk op Woensdag, den V™ Februari
c. k., des voormiddags te tien uren, met open schaal, door de gansche
stad, ditmaal aan alle woningen vervoegen.
Ieder drage dan bij, een iegelijk naar zijn vermogen, allen met die inge
nomenheid. welke getuigenis geven zal, dat de innige verknochtheid onzer
Vaderen aan het Doorluchtig Huls van Oranje bij het tegenwoordig
geslacht nog niets van haren luister heeft verloren.
Namens het Feest-Comité,
W. C.VAN DEN BRANDELER, Eere-Voorzitter.
J. VAN OUTEREN, Voorzitter.
H. L. A. OBREEN, Secretaris.
Leiden, 28 Januari 1874. J. J. KRANTZ, Penningmeester.
A. E. J. MODDERMAN,)
C. L. LODER,
A. D. D. SCHRETLEN, Leden van het Bestuur.
J. VAN SETTEN,
L. HELDRING,
STADS-BERICHTEN.
De BURGEMEESTER en WETHOUDERS van LEIDEN doen te weten,
dat door den Raad dier gemeente, in zijne vergadering van den 8slen Januari
1874, is vastgesteld de volgende
VERORDENING
houdende wijziging der Verordening van den 4in llci 1872, bepalende
de jaarwedden van de hoofdonderwijzers en hoofdonderwijzeressenvan
het hulppersoneelalsmede de toelage ten behoeve van de kweekelin-
gen aan de openbare lagere scholen binnen de gemeente Leiden.
De RAAD der gemeente Leiden,
Gelet op art. 19 der wet van den 13Jel1 Augustus 1857(ftaaisblad n". 103);
Heeft besloten:
De Verordening van den 4lle" Mei 1872 Gemeenteblad n». 9), bepalende
de jaarwedden van de hoofdonderwijzers en hoofdonderwijzeressen, van het
hulppersoneel, alsmede de toelagen ten behoeve van de kweekelingen aan
de openbare lagere scholen binnen de gemeente Leiden, wordt gewijzigd
als volgt:
De tweede en derde alinea van art. 2 worden aldus gelezen:
»De onderwijzers en onderwijzeressen der eerste klasse genieten een trac-
iement van ƒ700 ƒ900, die der tweede klasse van ƒ600 800 in
het jaar.
De hulponderwijzers en hulponderwijzeressen worden bezoldigd met 450
550 jaarlijks."
De vijfde alinea van hetzelfde artikel wordt aangevuld met de volgende
zinsnede:
»Voor eene verhooging zullen in den regel alleen in aanmerking komen
zjj, die minstens één jaar in functie zijn of in het vorig jaar gecne ver
hooging hebben ontvangen."
De zevende alinea van meergemeld artikel wordt vervangen door de beide
volgende zinsneden:
"De acte van hoofdonderwijzer of hoofdonderwijzeres geeft de hulponder
wijzers en hulponderwijzeressen aanspraak op eene tractementsverhooging
van 50.
Het verkrijgen dier acte na de benoeming geeft insgelijks aanspraak op
«ene tractementsverhooging van ƒ50, en zulks in te gaan met Januari van
het jaar, volgende op dat waarin zij die verkregen hebben."
Aan bedoelde Verordening wordt de volgende overgangsbepaling toegevoegd:
"Met ingang van de maand volgende op die waarin de goedkeuring van
de Gedeputeerde Staten zal zijn verkregen, worden de jaarwedden der
onderwijzers en onderwijzeressen, thans 500 bedragende, gebracht op
ƒ600; die der hulponderwijzers en hulponderwijzeressen, thans bedragende
300. ƒ35;) en ƒ400, respectievelijk vastgesteld op ƒ350, ƒ400 en ƒ450,
zullende met 1 Januari 1875 de jaarweddendie het minimum alsdan nog
niet hebben bereikt, op bet bedrag daarvan worden vastgesteld."
"Vóór I Januari 1878 wordt deze Verordening herzien."
Vastgesteld door den Raad der gemeente Leiden, in zijne openbare ver
gadering van den S^11 Januari 1874.
De Burgemeester, v. d. BRANDELER.
De Secretaris, E. KIST.
Zijnde deze Verordening gocdg'ekeurd door de Gedeputeerde Stalen der
provincie Zuid-Holland, bij hunne beschikking van den l9d,'D Januari 1874,
R. n°. 167 (le aid.), G. S. n". 11/1.
En is hiervan afkondiging geschied waar het behoortden 29stt0 Januari 1874.
Burgemeester en Wethouders voornoemd,
v. d. BRANDELER. Burgemeester.
E. KIST, Secretaris.
BURGEMEESTER en WETHOUDERS van LEIDEN,
Gezien de Circulaire van den Heer Commissaris des Konings in de pro
vincie Zuid-Holland, van den 22>lcB Januari 1874, A. n". 225/1 (2e afd.).
Provinciaal blad n°. 13;
Brengen ter algemeeue kennis het navolgend uiltreksel eetier Circulaire
van den Heer Minister van Binnenlandsche Zaken, van den 16deB dezer,
n°. 234 (9e afd.)houdende aanbeveling van voorzorgsmaatregelen ter be
strijding van de longziekte onder het rundvee:
»De stand van de longziekte onder het rundvee is in Holland en Utrecht,
vroeger brandpunten dier ziekte, zeer gunstig; in de overige Provinciën
komt zij niet of zelden meer voor, behalve iu Friesland, waar zij in de
laatste weken eene belangrijke uitbreiding heelt bekomen.
Deze staat van zaken was voorzien De ontdekking dat Holland en Utrecht
telkens besmet werden door Friesch vee, waaraan op bet oogenblik van
het vervoer of op de markt nog geene teekenen der ziekte ie bespeuren
waren, heeft geleid tot de vaststelling van het Koninklijk besluit van 3
October 1873 Staatsblad n°. 135), waarbij onder anderen uitvoer van
rundvee uit aangewezen besmette kringen verboden is. Het gevolg van dit
verbod doet zich thans reeds gevoelen in sterke vermindering van het aan
tal ziektegevallen in Holland en Utrecht, die hoofdzakelijk in de kringen
voorkomen, waarop bovenvermeld besluit is toegepast en in belangrijke
toename der ziektegevallen iu de stallen in Friesland, ook daar voorname
lijk in de besmet verklaarde kringen, maar tocli ook herhaaldelijk daarbuiten.
Tot ongerustheid behoeft deze toestand geene aanleiding te geven. Met
volharding zullen de maatregelen, die elders met zoo gunstigen uitslag aan
gewend zijnook in Friesland bij voortduring worden toegepast. Een
tweede districts-veearls is in die Provincie tijdelijk aangesteld; al het in
de besmette kringen door de opzichters opgeschreven vee wordt wekelijks
onderzocht, zoodal het ontslaan der ziekte spoedig ontdekt wordt en de
onteigening spoedig plaats heeft.
Toch blijft Friesland een gevaarlijk brandpunt van besmetting voor de
overige Provineiënindien de veehouders Friesch vee aankoopen. Konden
zij gedurende een half jaar wellicht korter of langer, naar gelang Van
den loop dien de ziekte daar verder nemen zal zich onthondeu van het
aankoopen van Friesch veedan zouden zij niet alleen voor zich zeiven het
gevaar van belangrijke verliezen door de longziekte afwenden, maar ook
medewerken tot de veiligheid van den rijken Nederlandsehcn veestapel.
Al geschiedt de aankoop builen de kringen, waaruit de uitvoer verboden
is. geeft dit toch geene zekerheid dat het aangekochte vee niet reeds de
kiemen der ziekte bij zich draagt. Herhaaldelijk toch komen buiten die
kringen gevallen voor onder vee. dat waarschijlijk in de weide besmet is
geworden. Volstrekte onthouding van aankoop van Friesch vee, zoo dit
cenigszins mogelijk isbehoort dus aan alle veehouders buiten Friesland met
den meesten aandrang te worden aangeraden."
Burgemeester en Wethouders noodigen de voorname grondeigenaren bin
nen deze gemeente uilmet woord en daad den door den Ueer Minister
gegeven raad ingang te doen vinden.
En geschiedt hiervan openbare kennisgeving door plaatsing in de Leidsche
Courant.
Burgemeester en Wethouders voornoemd,
v. d. BRANDELER, Burgemeester.
Leiden, 29 Januari 1874. E. KIST, Secretaris.
De BURGEMEESTER der Gemeente LEIDEN,
Gezien art. 24 der Wet van den 4llcn December 1! 72 [Staatsblad n°. 134). tot
voorziening tegen besmettelijke ziekten;