IX GEZONDE IV.
PUBLIÉK BELANG OF
Onlangs ontving ik een bezoek van een mijner vrienden met vvien ik
gaarne van lijd tol tijd over allerlei zaken van gedachten wissel. Dikwijls
maken daarbij ook Leidsche belangen het onderwerp uit van onze gesprek
ken. Zoo was het ook ditmaal en spoedig waren wij verdiept in het met
betrekking tot de volksgezondheid zoo belangrijke onderwerp waarover
onze gemeenteraad weldra een besluit zal te nemen hebben en dat sedert
eenigen tijd reeds velerlei overwegingen en beloogen uitlokte, de verbete
ring van het rioolstelsel. Zoudt gij niet denken, vroeg ik aan mijn'vriend,
dat, na al wat er over deze zaak gesproken en geschreven is, het on
langs door Burg. en Welh. ingediende voorstel veel kans heeft met eene
groote meerderheid in den Raad te zullen worden aangenomen? Hel is
toch immers duidelijk genoeg dat zelfs de meest hardnekkige behoudsman
nen met den bestaanden toestand niet langer vrede zullen kunnen hebben
op verschillende plaatsen is verbetering dringend noodig, terwijl herstellin
gen alléén op den dunr niet kunnen baten; er blijft dus dunkt mij slechts
te kiezen aan welk nieuw stelsel men den voorkeur zal moeten geven. Ik
weet het niet. hernam mijn vriendgij schijnt mij op dit punt wel erg
optimistisch: wanneer ik ten minste geloof mag schenken aan een gerucht
dat mij onlangs ter oore kwam, zou de zaak nog alles behalie veel kans
van slagen hebben en kunnen wij misschen nog eene lange reeks van jaren
met ons oude, algemeen als slecht erkende en voor de gezondheid der in
gezetenen hoogst verderfelijke rioolstelsel opgescheept blijven. En wat hebt
gij dan toch gehoord dat u zóó somber doet spreken? vroeg ik verwonderd.
Ik hoop zeer dat ik mij bedrieg, antwoordde mijn vriend, maar het schijnt
dat het bekende voorstel van Burg. en Welh. veel kans heeft van door de
meeste onzer industriëele Raadsledenzoo niet met klem van redevoeringen
bestreden (dit zou waarschijnlijk moeielijk vallen) dan toch, voor zoover
het van hunne stemmen zal afhangen, verworpen te zullen worden; endaar
de industriëelen in onzen gemeenteraad talrijk vertegenwoordigd zijn, zou
den hunne stemmen gemakkelijk op den uitslag der stemming een overwe-
wegenden invloed kunnen hebben. Maar wat kan dan toch onze industriëele
Raadsleden, voor zoover ik ze persoonlijk ken allen brave en respectabele
lieden, bewegen om in eene zaak van zóó groot gewicht in oppositie te
komen met, zou ik wel durven zeggen, de begeerte van een ieder die het
wèl meent met de belangen der burgerij? vroeg ik ten hoogste verbaasd.
Luister, was het antwoord, zoo als gij weet wordt er nog zeer verschillend
geoordeeld over het meerdere of mindere aandeel dat de faecale stoffen en
het fabrieksvuil hebben in de verontreiniging van ons grachtwater; terwijl
sommigen beweren dat bier vooral de eerstgenoemde stoffen de schuld
dragen aan het stinken der grachten, beweren anderen dat de fabrieks-
afval. die thans ook grootendeels naar de grachten wordt afgevoerd, voor
een niet geringer zoo niet zelfs voor een grooter deel schuld heeft aan
den walgelijken toestand van het grachtwater, en dat het dus wel zou
kunnen gebeuren dat, ook na de toepassing b. v. van het Liernurstelsel
door de geheele stad, de toestand van het grachtwater nog maar weinig
zoude verbeteren, tenzij ook maatregelen genomen worden om het fabrieksvuil
uit de grachten te weren. Daar dit nu niet wel anders zou kunnen ge
schieden dan met aanzienlijke geldelijke opofferingen van de zijde der fabrie
kanten, zouden dezen in den RaadHoud op! riep ik uit. en gij hebt
ook maar een oogenblik geloof kunnen slaan aan een dergelijk sprookje?
Neen, ik kan niet gelooven, dat Edel achtbare mannen in staat zouden
zijn tot zóó onedele handelingen! Maar, gesteld ook al eens dal enkelen
onzer industriëele raadsleden zich zóózeer zouden kunnen vergeten, dat zij
het leven en de gezondheid hunner stadgcnoolenvoor wier belangen zij
geroepen zijn te waken, aan het minstens zeer twijfelachtig vooruitzicht
van een geldelijk nadeel zouden willen opofferen, dan is er toch maar wei
nig doorzicht noodig om te begrijpen dat dezelfde meerderheid in den Raad,
die nu eene grondige verbetering van het rioolstelsel zoude kunnen tegen
houden, ook later wel by machte zijn moet om de maatregelen te beletten,
die in het belang van het algemeenmaar ten nadeele van de beurs der
fabriekanten, mochten worden voorgesteld! Maar er is veel meer. Men
gaat bij dit alles uit van de valsche vooronderstelling dat het voornaamste
kwaad, 't welk men door een verbeterd rioolstelsel wil bestrijden, gelegen
zou zijn in het stinken der grachten! Amsterdam, waar de grachten sinds
een aantal jaren veel erger gestonken hebben dan ooit hier het geval was,
doch waar de bevolking niet, zooals'hier, grootendeels />utwaler drinkt uit
een met faecale stoffen doortrokken bodem afkomstig, maar regenwater of
zuiver duinwater: Amsterdam is daar om te bewijzen dal men zich geheel
vergist zoo men in het stinken der grachten het voornaamste gevaar zoekt
waarmede de algcmeene gezondheidstoestand door een slecht rioolstelsel
wordt bedreigd. De sterfteverhouding toch is er niet ongunstiger, in de
laatste jaren soms zelfs veel gunstiger dan te Leiden. Het zou dus nooit
eene dringend noodzakelijke hygiénische maatregel kunnen heeten, wanneer
men (althans in onze stad) al het fabrieksvuil uit de grachten wilde verban
nen, waarvan het water toch wel niet, zoolang het stilstaand water is
vooral, in eeu' zoodanigen toestand zal komen dat het als goed drink
water zou kunnen beschouwd worden. Maar zeer verschillend is bovendien
de verhouding van faecale sloffen en van fabrieksvuil tot den bodem dien wij
bewonen, liet laatste toch (zelfs aangenomen dat hel met drinkwater ge
mengd even schadelijk ware als faecale stoffen) komt op betrekkelijk wei
nige plaatsen, meest door een wijd riool en langs den koristen weg in de
naastbij gelegene gracht, zonder vooraf den bodem, althans niet ligt daar
waar zich woonhuizen bevinden, belangrijk te hebben verontreinigd, terwijl
de faecale stoffen uit even zoovele afzonderlijke, nauwe, slecht aangelegde
spruil-riolen als onze stad woonhuizen telt, vaak langs allerlei omwegen,
hunnen weg naar de grachten nemen; op dien langen weg ontstaan ligt
hier en daar verstoppingen of lekken en is er dus itiimschoots gelegenheid
voor het nadeel waarop ik zoo even doelde, het verpesten namelijk van
bodem en drinkwater. Bovendien, wanneer in eene zaak als deze finan-
tiëele overwegingen in aanmerking mogen komen, wil ik er nog aan herin
neren dat de faecale sloffen, die ons thans met ziekte en dood bedreigen,
integendeel eene aanzienlijke geldswaarde vertegenwoordigen, wanneer zij
in het belang van den landbouw op geschikte wijs worden verzameld, ter
wijl hel meeste zoogenaamde fabrieksvuil wel geene of slechts zeer geringe
waarde hebben zai, anders zouden toch onze zuinige fabriekanten wel de
eersten zijn geweest om te trachten er eenig voordeel uil te trekken. Maar
genoeg! ik hoop u thans wel overtuigd te hebben dat onze induslriëelen
geen hel minste gevaar loopen zich zeiven te. zullen schaden door het voor
stel van Burg. en Welh. tot verbetering van het rioolstelsel in den Raad
met hunne stemmen te ondersteunen, iets hetwelk zij trouwens, naar ik
vast vertrouw, als goede volksvertegenwoordigers, door het algemeen ge
roepen om naar plicht en geweten voor het algemeen belang te zorgen,
wel zonder aarzelen zullen doen. Dat zij zoo, antwoordde mijn vriend,
moge de uitkomst ons weldra het bewijs leveren dat gij de zaak goed hebt
ingezien
X. Y. Z.
283"e Staats-LoteriJ.
Fijfde Klasse. Trekking van 6 January.
Prys van 1000: N». 3146 3689.
400: u 532 5851 8588 16408.
200: 3542 18854.
100: 2745 4460 5858 10015 10254 10409
12670 13958 16229.
Prjjzen van ƒ70.
180 1833 3627 5021 6435 8987 10219 12139 13428 15077 16352 18269
186 1866 3636 5085 6474 9070 10276 12142 13591 15095 16388 183C0
262 2002 3746 5350 6660 9418 10359 12290 13594 15109 16441 18427
360 2005 3864 5564 6732 9461 10496 12291 13673 15147 16497 18922
365 2044 3899 5617 6825 9480 10623 12326 13684 15209 16524 18964
680 2357 3942 5f<24 6840 9543 10659 12782 14150 15342 16656 19112
689 2376 3945 5650 7169 9602 10741 12838 14156 15507 16839 19239
718 2501 4013 5714 7297 9671 11125 13032 14185 15513 16921 19277
849 2620 4037 5747 7656 9716 11186 13050 14294 15593 16922 19293
941 2711 4268 5112 7945 9824 1)203 13119 14308 15604 16945 19432
965 3140 4288 5863 8026 9996 11255 13146 14550 15072 17101 19690
997 3260 4335 6040 8147 10026 11428 13189 14643 15713 17288 19724
1015 3336 4467 6106 8365 10047 11435 13241 14855 15946 17423 19731
1079 3374 4536 6137 8375 10094 11618 13272 14876 16014 17451 19733
1244 3529 4572 6164 8402 10137 11706 13288 14951 16065 17468 19734
1245 3530 4593 6207 8525 10148 11905 13314 14959 16089 17554 19735
1399 3536 4638 6278 8619 10151 11960 13381 14992 16136 18042 19879
1481 3582 4786 6357 8666 10210 12020 13422 15041 16139
A li V KKTKVI'I H.V
De Ondergeteekenden betuigen hunnen hartelijken dank voor de vele be
wijzen van deelneming ontvangen bij het overlijden van hun dochtertje.
P. N. L. FRANCHIMONT.
Amsterdam, 6 Januari 1875. S. M. E. FRANCHIMONT, Niermeyer.
De Ondergeteckende, zijn Apotheek en Handel in Chemicaliën,
op de Vischmarkt alhier, gedreven onder de firma van de WED. BOCK EX
FISCHER, met 1 Januari 1874 overgedaan hebbende aan den Heer
«I. D. DINGEDANS, bedankt voor het vertrouwen hem geschonken en
beveelt ten zeerste zijnen opvolger aan.
J. J. II. SREEXK.
Ingevolge bovenstaande annonce heeft de Ondergeleekende de eer kennis
te geven dat hij van af 1 Januari de Apotheek en Handel in Che
micaliën, op de Vischmarkt alhier, tot hiertoe gedreven onder de firma
van WED. BOCK EX FISCHER en door hem van den Heer J. J. H.
SMEENK overgenomen, voor eigene rekening zal voortzetten.
Eene accurate en nette bediening belovende, beveelt hij zich minzaam aan
in de welwillendheid van lien die zijnen voorganger vertrouwen schonken
en van al zijne Siadgenooten.
J. D. DING KRANS.
Ten Kantore van LEZWYN EIGEMAN, op het Rapenburg, Wijk I,
N°. 240, te Leidenwordt gevaceerd Dingsdagslioensdaqs en Donder
dags, van 9 tot 11 ure, ter betaling van al de Coupons, verschenen
primo Januarij 1874, van de 2% pCts. Certificaten der volgende Ad
ministratie-Kantoren, als van:
De Hecrcn KETWICH VOOMBERGII WED. W. BORSKf.
A. K. P. K. VAN HARPEN EN PLUYM BACKER.
S. D. SAPORTAS, VAN MAARSEVEEN LE JOLLE en
BUYS KERKHOVEN. En
De WED. II. F. TJEENCK. c. s.
DIRECTEUREN van het Kantoor van Administratie van Nationale
Fondsen, gevestigd te Leiden, bcrigten, dat van heden af zal worden ge
vaceerd tot betaling der Coupons hunner Administratie, verschenen
1 Januarij 1874, van de Certificaten 2% pCt. Nationale Schuld, en wel
des Dingsdags van 12 tot 2 ure, ten Kantore der Administratie op de
I'apengraclitWijk IV N". 586, en de overige werkdagen van 10
tot 12 ure, ten Kantore van VAN DER SPRUYT DE GRAAF.
der Commissie
Aan de OPENBARE BEWAARSCHOLEN alhier worden
llulpondervvijzcressen cn Kweekelingen ge
vraagd. Inlichtingen zya te bekomen hij den Secretaris
J. A. VAN DIJK,
Heerengracht, 31.