bleek. dal ook aan boord van deze boot. zooals meermalen plaats heeft
zich muzikanten als passagiers bevonden, die muziek maakten. Al de vorige
getuigen hadden pertinent verklaard, dal zelfs op het oogenblik der aanva- j
ring de muziek had gespeeld, zoodat hieruit ecne lakenswaardige onvoorzig-
ligheid van den kapitein voortvloeide, die toeliet dal bij het oversteken naar
de stad de bevelen, ten gevolge van de muziek, niet gehoord konden wor
den, waardoor zulk een noodlottig ongeval welligt had kunnen worden
voorkomen. De kapitein verklaarde evenwel, dat de muziek niet speelde
tijdens de aanvaring, en ofschoon door den president in allen ernst opmerk
zaam gemaakt op den strijd tussehen hem en de overige getuigen, met wie
hij achtereenvolgens werd geconfronteerd, volhardde hij. liet O. M. wees
dezen getuige op het onwaarschijnlijke van zijn getuigenis en requireerde
de onmiddellijke inhechtenisneming van kapt. Mulder Drenth, ter zake van
het afleggen van een valschen eed. De zitting werd daarna geschorst; de
regtbank begaf zich in raadkamer, en na ecnigen tijd werd de zitting her
vat, als wanneer kapt. Mulder Drenth zijne verklaring wijzigde en bekende
onwaarheid te hebben gesprokenwaarna het requisitoir tot inhechtenis
neming werd ingetrokken. Bij breedvoerig toegelichte conclusie eischte de
officier schuldigverklaring van den loods, wiens onvoorzigtigheid en aan
sprakelijkheid volkomen bewezen werden geacht, en requireerde tegen den bekl.
eene cellulaire gevangenisstraf van 1 jaar, boete van ƒ50 of subsidair 2
dagen cellulaire straf. De verdediging van den beklaagde werd voorgedra-
gen door den heer mr. Knottenbelt. De uitspraak is bepaald op 23 Decern- j
her aanst.
Naar het libl. verneemt zal de Amsterdamsche schouwburg, die zeer
spoedig ter bespeling gereed zal zijn. waarschijnlijk worden verpacht aan
een directeur, die met het tooneelgezelschap van de heeren Albrcgl en van
Ollefen eene overeenkomst heeft gesloten, of wel aan die heeren zeiven.
Door den gemeenteraad van Zulphen is benoemd lot leeraar aan de
hoogere burgerschool, als opvolger van ur. Pekelharing, de heer G. C. R.
lloetink, leeraar aan de hoogere burgerschool te Harlingen.
Maandag avond 11. is te Vieringen, gemeente Tubbergen, het school- 1
gebouw een prooi der vlammen geworden.
-- Te Prinsenhage vierde gisteren de wed. Mathijssen, geboren Lips, haar
ÏOO'1 n verjaardag. Zij heeft nog in leven 6 kinderen (haar oudste zoon
Johannes lelt G7 jaren), 18 kleinkinderen en 16 achter-kleinkinderen. Tot
op baar 99e jaar heeft zij het landbouwersbedrijf uitgeoefend en geniet nog
steeds de beste gezondheid.
's GRAVEN1IAGE18 December.
In de zitting van de tweede kamer van heden is ingekomen een ko
ninklijk besluit, houdende eervol ontslag van den minister van marine, den
heer G. L. Brocxen de benoeming ad interim van den minister van kolo
niën, tot hoofd van het departement van marine. Wijders is ingekomen'eene
crediet-begrootingswet voor het departement van marine.
Bij het depart, van justitie zijn benoemd: tot hoofdcommies, de heer
C. 1'. van Maancn, thans commies; tot commies, de heer J. J. Leijendekker,
thans adjunct-commies; tot adjunct-commies, de heer A. H. Pabst, thans
eerste klerk.
De eerste kamer heeft gisteren avond hare werkzaamheden hervat.
Van de tweede kamer zijn ingekomen de door haar laatstelijk aangenomen
wels-ontwerpen.
Heden zijn de leden in de afdeelingen werkzaam geweest.
In de zitting van de tweede kamer van heden zijnna breedvoerige
debatten, de algemeene beraadslagingen over bet hoofdstuk koloniën der
slaatsbcgrooting gesloten. Morgen voortzetting der behandeling wat betreft
de onderdeden.
Naar men verneemt zal de prins zu Wied, die Dingsdag avond uit
Duilschland hier ter stede is teruggekeerd, eerstdaags van hier naar Berlijn
vertrekken, ten einde aan het Pruissische hof, namens Z. M. den koning, de
condoleances over te brengen wegens hel overlijden van 11. M. de koningin
weduwe van Pruissen.
Door den waarnemenden regter-commissaris mr. J. J. van Geuns zijn
gisteren gehoord de personen van Wouter Verlieyzijn zoon en dochter,
aangeklaagd van mishandeling enz. liet verhoor heeft vrij lang geduurd;
de beklaagden schijnen te ontkennen en het te willen doen voorkomen alsof
er niet veel meer heeft plaats gehad dan eene gewone ruziepartij.
Ongeveer drie weken geleden werden eenige dames, wandelende op het
beschulpte pad ter hoogte van de Israëlitische begraafplaats, door een cava
lerist ergerlijk bemocijelijkt. Een dienaar van de openbare magt, die zich
juist in de nabijheid waar het feit plaats had bevond, maakte zich op aan
wijzing der dames van den huzaar meester en geleidde hein naar de politie
wacht te Schcveningenvan waar hij, na te zijn ondervraagd, werd over- j
gebragt naar de kazerne. Gisteren heeft deze zaak voor den krijgsraad ge
diend, welke, naar men verneemt, het feit zeer ernstig heeft opgenomen. j
DUITKiNLANDSCIIK BEIlÏGTEfr
ESOELAND.
LONDEN, 17 December.
Door eene commissie uit de kamer van koophandel te Edinburg is een
rapport uitgcbragl over de oorzaken der veelvuldige ongelukken op spoor
wegen en spoorwegstations, waarin gewezen wordt op het gemis van
eenheid van bepalingen omtrent de inwendige dienst, het signaalslclsel enz.,
de in sommige opzigten gebrekkige inrigting der rijtuigen en de ontoerei
kende ruimte van vele stalionsterreinen. De vele aan spoorwegbeambten
overkomende ongevallen schrijft het rapport toe aan het gemis van discipline, j
aan afmatting van het personeel ten gevolge van overwerken, aan misbruik j
van sterken drank, aan onregelmatigheid in de vertrekuren en aan over-
matige snelheid. Als middelen tot voorkoming van ongelukken geeft de
commissie aan de hand: de invoering van eene eenvormige dienstregeling en
van hetzelfde signaalslelsel op alle spoorwegen; het strafbaar stellen van
het te laat. aankomen en vertrekken van spoortreinen; het verbod om meer
wagens dan een bepaald getal in denzelfden trein te vereenigen; het verbod
van drankverbruik aan de beambten zoo lang zij dienst doen; en een
gestreng loczigt van staatswege op alles wat de exploitatie der spoorwegen
aangaat.
Blijkens berigten van de Kaap de Goede Hoop heeft er eene botsing
plaats gehad tussehen de Engelschen en de Kaflers. Een der opperhoofden
had geweigerd, volgens de wet, opgave te doen van de vuurwapenen in zijn
bezit. Hierop werd een troep karabiniers gezonden om hem gevangen te
nemen. Op den Drakenberg werden deze troepen, bestaande uit 30 man
onder majoor Üurford, geheel omsingeld door de Kaders. Zij sleten drie
dagen en nachten op den top des bergs zonder voedsel voor man of paard.
Een der paarden werd toen geslagt en het vleesch raauw gegeten, waarop
de troep poogde zich door de Kaders heen te slaan. De mcesten werden
gewond en drie mannen gedoodwaaronder de heer Erskins, zoon van ma
joor Erskins, den secretaris der kolonie. De mannen bleven den ee.ien dag
18 uur in den zadel en den volgenden dag 21% uur, toen zij in veiligheid
konden uitrusten. De toestand der paarden was niet minder deerniswaardig.
FRANKRIJK.
Uit het schrijven der conservative bladen over den uitslag der jongste
verkiezingen blijkt dat zij de regering aanmoedigen tot het nemen van
meerdere niet-vrijzinnige maatregelen van bestuur. Zij zijn zelfs niet af kcerig
van het herstel van de officiële candidatuur.
De Siècle ziet in dien uitslag het vernieuwde bewijs dat, welken toon
de monarchalen ook aanslaan en wat zij ook mogen ondernemen, Frankrijk
de republiek wil en haar ook zeker hebben zal. Dit blad deelt eene opgave
mede van de partiële verkiezingen, die sedert 2 Julij 1871 voor de natio
nale vergadering hebben plaats gehad. Gedurende dat tijdsverloop zijn 138
afgevaardigden, bij 91 verkiezingen, in 65 verschillende departementen ver
kozen. en die raadpleging van vier vijfden van het Fransthe gebied heeft
tot uitkomst gehad, dat tegenover 118 republikeinen slechts 20 monarchalen
verkozen werden.
De minister van justitie heeft een wets-ontwerp ingediend op het uit
oefenen van het beroep van boekhandelaar. Evenals onder het keizerrjjk
zal daarvoor een brevet noodig zijn.
De heer Magne heelt aan de budget-commissie doen welen, dat hij
geen andere nieuwe belastingen kon voorstellen dan de reeds verworpene.
Hij zal er bij de vergadering op aandringen, dat onverwijld een besluit
worde genomen tot goedkeuring van al de nieuwe belastingen, opdat de
150 millioen, die voor het evenwigt van het budget noodig zijn, gevonden
kunnen worden.
Het Journ. des Dêb. geeft een overzigt van eenige door den minister
van financiën bij het budget voor 1874 overgelegde staten, betreflende de
kosten van den oorlog met Duitschland. Het geheelc bedrag der oorlogs
kosten beloopt volgens die opgaven 9288 millioen fi\, of 514 maal het
eindcijfer van het laatste budget des keizerrijks, voor 1869. Dit bedrag
wordt gevormd: in de eerste plaats door de eigenlijke kosten van den
oorlog, namelijk hetgeen van wege de departementen van oorlog en van
marine boven de gewone begrooting uitgegeven is voor uitrusting en wape
ning van troepen en verdedigingswerken, soldijen, aanleg van fortificatiën
enz., zegge 1912 millioen fr. In de tweede plaats de, uit den staat van
oorlog natuurlijk voortvloeijende, kosten van ondersteuning der nagelaten
betrekkingen van uitgetrokken manschappen, 50 millioen, en de kosten der
proviandering van Parijs, welke het liooge cijfer van 169% millioen bedroe
gen. Deze beide categorien van oorlogsiiilgaven bcloopen echter slechts een
vierde van hetgeen de oorlog aan Frankrijk heeft gekost. En werkelijk,
zegt het blad. is het niet zoo zeer de oorlog zelf als zijn nasleep, welke
ons een verpletterenden last heeft opgelegd. Vooral onze oorlogsschatting
en heigeen daarbij is gekomen hebben ons met ontzettende schulden be
zwaard. De overige door ons niet opgesomde verliezen moeten in de verschillende
hoofdstukken der begrooting worden opgespoorden daarvan valt ons in de
eerste plaats in het oog de mindere opbrengst der belastingen over 1870 en
1871. Deze mindere opbrengst is te stellen op 122% millioen voor 1870 en
op 241% millioen voor 1871, dus in het geheel op 363 millioen. Dit is
eene negative schade, doch welke echter niet builen de rekening mag ge
houden worden. Telt men dit cijfer bij de buitengewone kosten van de
verdediging op, dan verkrijgt men reeds 2494% millioen fr. Voegen wij er
dan nog de sommen bij, welke als brandschattingen gedurende den oorlog
aan de Pruissen betaald zijn, 61,708,000; dan nog de renten en kosten van
de twee eerste geldleeningendie van 750 millioen en de Morganlèening,
zoo komen wij voor de uitgaven gedurende den oorlog lot een eindcijfer
van 2548 millioen. Alle andere uitgaven, ten bedrage van 6703 millioen.
zijn eerst na het sluiten, van den vrede gedaan, en vloeiden voort uit de
betaling van de oorlogsschatting aan Duitschland, en uit hel onderhoud der
Duitsche bezettingstroepen.
Voorts stelt genoemd blad in het licht al wat uit de opgaven van den
minister blijkt omtrent de herleving der natie, en komt lot de conclusie
daf Frankrijk den nalionalen arbeid hervat heeft en met ijver zich er op
toelegt om zijne spaarpennigen te bezigen tot herstel van de verliezen van
den oorlog. Van een materiëel standpunt kon men op eene welvarende toe
komst rekenen, mits er eene verstandige politiek worde gevolgd en mits
men met oordeel de nieuwe belastingen wete te kiezen en de nijverheid
niet verder belaste.
De ter dood veroordeelde gewezen kolonel der Commune Maluscewiez,
wiens vonnis dezer dagen in revisie bekrachtigd is geworden, heeft onmid-
delijk een verzoek om gratie aan den president der republiek geri?t. Lc
Siècle meldt dat zijne straf in eenvoudige deportatie veranderd is.
BUITSC H I, A X
in den Stunts-An:, is thans de memorie van toelichting op het bij