at live marine, waaromtrent Iiij, 11a cene opsomming der daarvoor vereischle
nilgaven, te kennen gaf, dat van hem geene medewerking te verwachten
was voor hel tot stand brengen eener marine van dien aard. Steeds had j
hij liet denkbeeld voorgestaan dat ons zeewezen moest beslaan uit gepant
serd en ander materieel, noodig voor de kustverdediging, doch beperkt
binnen ons finantieel vermogen, voor Indtë gepantserd materieel ter bescher
ming onzer koloniën, en daarnaast schepen, die, waar dit vereischt werd,
onze vlag konden verioonen en tot oefening dienen. Wat de veranlwoor-
lijkheid voor de Indische militaire marine aanging, deze berustte niet op
hemmaar op den minister van koloniën. Door het in acht nemen vati dien
regel kon de toestand zuiver blijvenvoor de Nederlandsche marine was
het intusschen van belang het oog te houden op den toestand der Indische,
ten einde den minister van koloniën, zoo daartoe termen bestonden, te
waarschuwen. Met betrekking tot hel hoogst ongunstig afgeschilderd auxi-
liair eskader merkte de minister op, dat die toestand niet belet had dat de
marine bij de eerste expeditie legen Atchin gedaan had, wat van haar ge
vorderd mogt worden. Aangaande de intrekking van het door zijnen voor
ganger ingediende wets-ontwerp tot verhooging der pensioenen van zeeoffi
cieren, waarvan men almede eene grieve legen hem had gemaakt, zeidehjj,
daartoe te zijn overgegaan met het oog op den inhoud van het voorloopig
verslag, vermeenende hij de belangen der betrokkenen beter te zullen be
vorderen, indien hij voor de aanbieding van een nader wets-ontwerp een
gunstig oogenblik afwachtte, in antwoord op de beschuldiging als zou hij
oorzaak van den oorlog tegen Atchin zjjn geweest, daar hij bij tijds zou
hebben moeten zorgen dat de zeemagt, het auxiliair eskader, in staat ware
geweest ecue blokkade in te stellen gelijk op dit oogenblik plaats vond,
zcide hij, dat indien de regering destijds aan hem den eisch gesteld had
zorg te dragen dat in Indië eene zeemagt was, in staat Atchin te blok
keren hij den volgenden dag zou zijn afgetreden. Na in een aantal bijzon
derheden omtrent het materieel en het personeel te zijn getreden, en de
gevraagde inlichtingen te hebben gegeven, zeide de minister ten slotte, dat
ofschoon het hem leed zou doen, zoo men legen zijne bcgrooting stemde,
die afkeuring hem er toch niet toe zou brengen al te wijken van het bij
zijn optreden door hem aangenomene en door de kamer goedgekeurde stelsel.
In de zitting van heden is hoofdstuk VII 4. nationale schuld, met alge-
nieene stemmen, aangenomen. Bij de behandeling van hoofdstuk VU/?.,
financiën, heeft de minister van financiën verklaard dat hij hoopt, zonder
onvoorziene omstandigheden, nog in dit zittingjaar de afschaffing van den
zeep-accijns voor te dragen.
-- Onder beschuldiging van vaischheid in geschrifte stond heden voor het
prov. geregtshof in Zuidholland teregt de koopman in manufacturen te Bot
terdam, genaamd J. L., oud 27 jaren. Ruim een jaar geleden, toen de zaken
van L. al niet meer hel gewcnschte succes opleverden, kwam hij op de ge
dachte die naar een ander punt van Rotterdam over te brengen'en bij koos
daartoe het Hang. De winkel werd van het noodige voorzien en ook een
uithangbord vvces aan waar men, wat manulacturen betreft, »en gros et en
détail" teregt kon. Op dat uithangbord prijkte een arend met het randschrift1
/'In den Arend", zonder vermelding echter van den naam des winkeliers,
hetgeen mede met diens adreskaart het geval was. Hierdoor konden de
voorbijgangers in verwarring komen met den winkel van den heer A. A.
den Arend, die mede in manufacturen handelt, niet ver van het Hang aan
het Stijgcr woont en waar eveneens een arend, echter zonder randschrift,
als uithangbord wordt gebezigd.
Deze verandering deed evenwel de zaken ln den Arend niet beter wor
den; en zjj Werden zelfs van dien aard dat de winkelier geen credict meer
kon erlangen. Op den I2(,cn April jl. trachtte L. ook zijne leveranciers in
verwarring te brengen, hetgeen hem bij een gelukte. Hij had goederen
noodig en schreef twee brieven naar twee firma s te Ore fel dwelke brieven
hij, in plaats van met zijn naam, uicl het randschrift van zijn uithangbord
«In den Arend" onderlcekendein welke brieven bestellingen van witte en
zwarte zijden linten enz. werden gedaan. Een der beide firma's vroeg nog
juist bij den regten den Arend informatie en kwam dus achter de ware
loedrag! van zaken, maar de andere firma liep er in; zij verzond eene partij
goederen ter waarde van ƒ200, maar toen de wissel kwam was In den
Arend niet bij magte te betalen en eene faillietverklaring van L. volgde den
ll"1"1 Juiiij jl.welke beëindigd werd met het aaubieden aan de crediteu
ren van een accoord van 7 pCt. De Duitsche firma vorderde 50 pCt. onder
bedreiging anders de justitie met het feit in kennis te zullen stellen. Dit
was echter niet noodig, want toen bij den heer den Arend werd geinfor-
meerd stelde deze reeds de policie in het bezit van de brievendie de andere
firma hem gezonden had.
Besch. erkende, zoowel de verandering zijner woning als het uithangbord
te hebben aangewend om koopers te lokkenwat de brieven betreft had
hij die met geen andere bedoeling dusdanig ondertcekend dan om crediet te
bekomen.
Adv.-generaal m', van Maanen achtte het ten laste gelegde, in verband
met de erkentenis, voldoende bewezen en requireerde eene veroordeeling tot
tnchlhuisstraf van5 tot 10 jaren, benevens vier boeten van 50. De beer mr. van
(iigch droeg de verdediging van den besch. voor en concludeerde tot vrijspraak.
Het hof heeft geoordeeld dat het niet wettig was gebleken dat de twee
brieven do r besch. waren geschreven met het doel om te benadeelcn en
dat bij geweten zou hebben in de onmogelijkheid te zijn den prijs van het
geleverde te voldoen. Mitsdien sprak het hof den besch. vrij en werd bjj
ook terstond in vrijheid gesteld.
De Scheveningsche havcnquaeslie is een nieuwe phase ingetreden, door
dien de concessionarissen, de hecren Maas en Kool, inziende dal de aanleg
van een haven ten noorden van Scheveningen te veel tegenkanting heeft
ontmoet, zich thans met eene concessie-aanvraag ten zuiden van den vuur
toren tot den minister van binnenlandsche zaken hebben gewend, waartoe
Z. Exr wel bereid is, mits vóór 1 April 1874 aan de regering een door het
gemeentebestuur goedgekeurd plan voor den aanleg dier haven worde onder
worpen. De heeren Maas en Kool wenschen niet aan liet opmaken van een
geheel nieuw plan van aanleg, waaraan veel werk en vele kosten zijn ver
bonden te beginnenalvorens van den gemeenteraad een bepaald antwoord
te hebben bekomen op de vragen; ol dc raad ook niet zal terugkomen op
het verleenen der in 1864 toegezegde subsidie van stadswege ad ƒ750,000
en of de plaats, waar de haven zal worden aangelegd 'sraads goedkeuring
wegdraagt. -
Deze vragen wenschen zjjniet liet oog op den dringenden spoed, welke
er bij de zaak is, in eene eerstvolgende zitting van den raad te zien
uitgemaakt.
Tot predikant bij de Ned. hervormde gemeente alhier is beroepen d».
P. Iluet, pred. te Dirksland.
BUITIuNLANDSCIlE BEIIIGTEN
KNGELAND.
LONDEN. 11 December.
Het huis Rothschild heelt het prospectus openbaar gemaakt van eene
Hongaarsche leening van 7% millioen, 6 pCt. rente dragende, tegen eenen
koers van uitgifte van 89 pCt. Anderhalf millioen zijn reeds geplaatst; voor
de rest wordt te Londen, Berlijn en Frankfort eene inschrijving opengesteld
van 16 tot 18 December.
Dingsdag 11. was de hoofdstad weder in een zwaren mist gehuld, nog
zwaarder dan die van 9 Nov. J870. De gaslichten in de straten werdeu
eerst laat opgestoken en maakten weinig verschil toen zij eindelijk ver
schenen. Zoo groot was de duisternis ten 2 ure op den dag, dat men
elkander ter beurze, alwaar op dat uur Dingsdags en Vrijdags de wissel
handel begint, naauwelijks herkennen kon, zoodat sommige handelaars
kaarsjes lieten halen, om het noodige te kunnen lezen. Verscheidene personen
werden overreden, doch er sclijjnt geen nooiilotligcr ongeluk gebeurd te
zijn. Toen de mist zwaarder werd hield alle vervoer per as op en stond
het vertier eindelijk stil, ofschoon in andere gedeelten van Londen, die
westelijk en hooger gelegen zijn, zoo als Boyswatcr, de zon helder scheen.
Op de rivier was het niet mogelijk iets te zien, en vier schuitenvoerders
verdronken op verschillende plaatsen ten gevolge van aanstoolingen. I)e
spoorwegen in Londen bezigden natuurlijk eene menigte mistscinen (ontplof
fingen), en voor zoover men weet gebeurden er geene ongelukken.
Hit de Vcreenigde Staten wordt aan de Times liet volgende gemeld:
Dat de financiële schrik voorbij is blijkt uit de algemeene hervatling van
den handel en de groolere ruimte van geld. In verschillende lakken van
handel en nijverheid zijn de zaken even uitgebreid en druk als zij gewoon
lijk iu dezen tijd des jaars zijn; atle mannfactuurfabriekcn hebben het werk
hervat, en van de stakingen der productie, welke eene maand of zes weken
geleden waargenomen werd, is geen spoor meer te vinden. Ook de geld
markt heelt een gunstiger aanzien, en dc zaken worden daar gemakkelijker
door. Vele handelshuizen, welke hunne betalingen hadden geschorst, heb--
ben accoord met hunne schuldeischers gemaakt en de zaken hervat. Met
dat al heerscht er veel armoede en is de Amerikaansche handel in het alge
meen nog in het geheel niet tot zijne gewone bedrijvigheid teruggekeerd;
echter staan de zaken thans oneindig veel gunstiger dan zij zicli eenige
weken geleden lieten aanzien.
F R A X K R IJ K.
Hel is uit de door de nationale vergadering behandelde begroeting voor
het dep. van buitenl. zaken gebleken dat liet door de dagbladen medege
deeld gerucht omtrent het overlijden van Abd-el-Kader ongegrond is gew eest.
Op dat budget toch staatevenals vroeger, de toelage of het pensioen uit
getrokken, hetwelk door de Fransche regering aan dien Emir wordt toege
legd en laatstelijk zells met een bedrag van 30000 fr. vermeerderd en op
150,000 fr. gebragl is.
De president Mae-Mahon heeft op voordragt van den minister van
binnenlandsehe zaken, hertog de Brogiie, eene som van 40000 Ir. beschik
baar gesleld voor buitengewone ondersteuning van Parijsclie handwerkslieden,
die, hij dc nadering van het wintergetijdezonder werk zijn.
SPANJE
Te Vegabolla in de provincie Orense heeft eene bende van 400 perso
nen, eene roorte vlag voerende, het raadhuis aangetast en al dc papieren
verbrand. De leden van den gemeenteraad, die juist vergaderd was, zijn tc
naauwernood ontsnapt.
-- Betreflende liet beleg van Carlhagena beval een schrijven uit Madrid
het volgende: Het bombardement van Carlhagena duurt nog altijd voort.
In negen dagen tijds zijn reeds bijna 7000 bommen in de ongelukkige stad
geworpen. Zij is reeds voor een groot gedeelte verwoest en de capitulatie
zou spoedig volgen, indien de vice-admiraal Chicarro de blokkade heter in
stand hield. Om de vijf of zes dagen namelijk ligt het gansche eskader
der regering het anker, om tc Alicante steenkolen te gaan innemen. Het
behoeft niet gezegd te worden dat van de afwezigheid der schepen door
een aantal vaartuigen wordt gebruik gemaakt om de belegerden van al het
noodige te voorzien. Hel publiek geeft over deze handelwijze met zooveel
nadruk hare verontwaardiging te kennen, dat de minister van marine alle
te Madrid aanwezige admiralen te zamen heelt geroepen om met hen te
raadplegen wat hem in deze te doen staat. Tot algemeene verbazing
heeft men vernomen dat deze raad van deskundigen de handelwijze van
den vice-admiraal Chicarro ten volle heeft goedgekeurd. Door sterke ver
dedigingswerken beschermd, regelmatig langs de zeezijde van alle behoeften
voorzien, zullen de verdedigers van Carlhagena het nog ettelijke dagen
kunnen volhouden. Zij toonen verder cene geestkracht en volharding, welke
eene belcre zaak waardig zijn. Men meent echter dat zij de bestorming
niet zullen afwachten, maar (en slotte van de gelegenheid, dal de vice-admi-