COURANT.
1873.
N°. 283.
MAANDAG 1 DECEMBER.
De Courant verschijnt dagelijks, Zon- en Feestdagen uitgezonderd. De prijs der Courant is per vierendeel jaars ƒ3.franco p. p. 3.50;
met het Verslag der Handelingen van den Gemeenteraad ƒ3.35, franco p. p. ƒ3.85. Het verslag afzonderlijk is verkrijgbaar voor f 2.50
'sjaars, buiten de expeditiekosten. Afzonderlijke nommers der Courant zijn verkrijgbaar voor 5 Cents, franco p. p. 6 Cents.
De prijs der Advertentiën is van 14 regels 1.iedere regel meer 25 cents.
Advertentiën voor DuitschlandOostenrijk en Zwitserland worden nitslnitend aangenomen door HAASENSTEIN VOGLER Expeditie-Kantoor van Advertentiën te
Hamburg Lubeck Frankfort a, M. BerlijnLeipzig, Dresden Breslau, Keulen, Stuttgart, Weenen, Praag, Bazel, Zurich, SU Gallen, Genive en Lausanne.
Bij deze Courant behoort een BIJVOEGSEL.
Bij deze Courant wordt verzonden IV0. 52 (blad 67) der Handelingen
van den Gemeenteraad.
STADS-BERICHTEN.
De BURGEMEESTER, Hoofd van het Gemeentebestuur van Leiden, doet
te wetendat aan den Ontvanger der directe belastingen alhieris ter
hand gesteld een, op den 278ten dezer maand, invorderbaar verklaard ko
hier van het patentrecht, dienstjaar 1873 en 1874tweede kwartaal, terwijl
ieder verplicht is zijnen aanslag, op den bij de wet bepaalden voet, te
voldoen.
En wordt deze door plaatsing in de Leidsche Courant afgekondigd.
De Burgemeester voornoemd,
Leiden, 29 November 1873. v. d. BRANDELER.
BUNNENLANÜSCHE BERIGTEN.
LEIDEN, 29 November.
De Kamer van Koophandel en Fabrieken heeft het volgend adres gerigt
aan den Minister van Finantiën en bij afschrift medegedeeld aan de tweede
kamer der staten-generaal:
*De Kamer van Koophandel en Fabrieken te Leiden heeftsteeds, wanneer
zich de gelegenheid voordeed, bij de regering aangedrongen op de vervanging
der belastingen op het verbruik van voorwerpen die tot de noodwendigheden
des levens behooren. Met name heeft de kamer zich herhaalde malen ver
klaard voor de afschaffing van den accijns op de zeep, en zij meent thans,
nu die afschaffing weder ter sprake gebragt en daarop van verschillende
kanten aangedrongen wordt, op nieuw ook hare stem daarvoor te moeten
doen hooren.
//Een breed betoog waarom die accijns verderfelijk werkt èn voor de zeep-
labriekanten, èn voor het zeep-verbruik in de huishoudens, achten wij over
bodig. De argumenten zijn dikwijls in het licht gesteld en algemeen bekend.
Wij zullen ons dus hepalen tot hetgeen voor ons de hoofdgrieven tegen deze
belasting zijn. Onze eerste groote grief is de ontzaggelijke bemoeijelijking,
welke, door de controle der landsamblenaren op de fabricatie der zeep,
deze tak van nijverheid ondervindt. Deze strenge controle is van het be
staan van den accijns onafscheidelijk, doch belemmert zeer, niet enkel den
bloei van dezen tak van bedrijf, maar ook zijne ontwikkeling. Proefnemin
gen om het fabriekaat volkomener te maken worden er zoo goed als onmo
gelijk door. Men is telkens gebonden aan voorschriften en wijzen van doen
die in het belang der controle of liever in het belang der schatkist
zijn vastgesteld, doch welke in strijd zijn met de belangen dezer nijverheid
en met die der verbruikers. Eene tweede groote grief is de belemmering
in de mededinging met de vreemde zeepen in het buitenland, door de bepa
ling dat men, om afschrijving van den accijns te verkrijgen, bij 500 kilo's
te gelijk moet uitvoeren, waardoor vele bestellingen vervallen of niet tijdig
genoeg kunnen worden uitgevoerd.
//Van de nadeelen welke de zeepziederijen in het binnenland ondervinden,
door het gebruik van, buiten den zeep-accijns vallende, surrogaten en dooi
de beperking van het debiet in zeepen voor huiselijk gebruik, spreken wij
nu niet. Wij vermelden ze slechts voor memorie. In alles en uit alles
blijkt voldoende, dat de accijns op de zeep behoort tot het getal dezer zoo
genaamde schadelijke belastingen, die in beginsel door de regering en de
vertegenwoordiging even sterk veroordeeld worden als door het publiek, en
die uitsluitend behouden blijven op dezen enkelen grond, dat zij jaarlijks
eenige tonnen gouds voor de schatkist opbrengen, welke deze niet mis
sen kan.
»Wij zijn er verre van verwijderd, de kracht van dezen grond te ontken
nen. Eene belasting die 13 a 14 tonnen gouds opbrengt, laat men zoo
gemakkelijk niet varen. Doch, eene andere vraag is, of het niet in alle
opzigten, voor het verbruik en voor de productie, nuttig en noodig is,
dergelijke belastingen, van welke die op het verbruik van zeep er ée'ne is,
te vervangen door andere bronnen van inkomst, die van dergelijke bezwaren
vrij zijn.
-/Wij moeten het antwoord aan uwe Excellentie overlaten. Wij voor ons
aarzelen over ons antwoord niet. Deze soort van belastingen zijn veroor
deeld in theorie en in praktijk. Hoe eerder zij verdwijnen, des te beter
voor het land, dat zich de vervanging door minder schadelijk werkende be
lastingen zekerlijk wel getroosten zal, wanneer de toestand van 's rijks
geldmiddelen mogt blijken een onoverkomelijk beletsel tegen de afschaffing
zonder aequivalent te wezen."
Van de opvoering van de opera Aleida von Holland in den schouw
burg, op Maandag aanst.mag men zich ongetwijfeld veel goeds voorstellen.
Het personeel van de Hoogduitsche opera van Rotterdam, directie J. Pfla-
ging, is vooral dit jaar zoo gunstig bekend, dat men in dat opzigt zeker
kan zijn een genotvollen avond door te brengen. Voor dat personeel, en
niet het minst voor het orcliest, zal het een spoorslag zijn hunne beste
krachten aan deze opvoering te wijden, nu, naar wij van goederhand ver
nemen, de componist van de muziek dezer opera, de heer W. F. T. Hooft;
het voornemen heeft de voorstelling bij te wonen.
De vereeniging //Harmonie" alhier heeft het plan opgevat eerstdaags
eene tooneelvoorstelling te geven in de stads-gehoorzaalwaarvan de op
brengst zal strekken ten voordeele van de oprigting van het standbeeld van
P. Az. van der Werf. Wij hopen dat aan dit plan der vereeniging van de
zijde der burgerij eene algemeene sympathie zal te beurt vallen. Heeft de
vereeniging meermalen met goed gevolg hare krachten aangewend om een
goed doel te bereiken, zij moge ook thans weder hare pogingen met eenen
goeden uitslag bekroond zien.
Het getal der in het Werkhuis alhier opgenomenen bedroeg gedurende
deze week dagelijks van 94 tot 109 volwassen personen en 29 tot 45 kinderen.
De minister van binnenl. zaken heeft ter algemeene kennis gebragt dat
de commissie, belast met het examineren van hen, die eene acte van be
voegdheid als apotheker wenschen te verkrijgen, zitting zal houden te
Utrecht op Maandag 8 December en volgende dagen.
De raad van commissarissen van de Ned. Indische droogdokmaatschappij
heeft tot administrateur benoemd den heer J. Vos van Marken.
Het stoomschip Holland is den 28,tcn Nov. te Malta aangekomen.
Gelijk bekend is, meldt de Arnh. C., werd in de berigten uit Indië
melding gemaakt van liet feit, dat een der Nederlandsche officieren bij den
aanval op Atchin lot in den kraton was doorgedrongen, waaruit de gevolg
trekking werd gemaakt, dat zonder eene groote inspanning van onze troe
pen die kraton kon zijn bemagtigd. Uit zeer goede bron vernemen wij,
dat uit de enquete gebleken is, dat geen officier in den kraton is binnenge
drongen en de persoonvan wien dit verhaald werd, het feit zelf heeft
ontkend.
Voor hel prov. geregtshof in Noordholland is gisteren de behandeling
voortgezet der strafzaak tegen mr. L. A. van IJsselsteyn. griffier bij het
kantonregter te Edam, beklaagd van 13 Julij 11. een 20-jarig dienstmeisje,
dat hem tegen het ligchaam liep, moedwillig met een wandelstok op het
hoofd te hebben geslagen, zoodat een ziekte en beletsel om te werken
van meer dan 20 dagen daarvan het gevolg is geweest. Het openb. minis
terie betoogde dat de slag met moedwil was toegebragt, alleen kon tot ver-
schooning worden aangevoerd dat het meisje tegen zijn lijf was gekomen.
Adv.-generaal requireerde schuldigverklaring en veroordecling tot 3 maanden
cellulaire gevangenisstraf. De advocaat mr. L. H. Kuhn Jr. droeg de ver
dediging van den beschuldigde voor en betoogde vooral dat er provocatie
had plaats gehad. De uitspraak is bepaald op Vrijdag aanst.
Dingsdag avond 11. keerden vier metselaars van Maastricht naar het
dorp Meerssen terug, toen er tusschcn twee hunner twist ontstond over een
bedrag van 15 centen, hetwelk de een beweerde aan den ander te hebben
voorgeschoten. Van woorden kwam het spoedig tot daden, waarbij een
hunner, zekere Smeets, een slag met een spade op het hoofd ontving en
zoodanig verwond werd. dat hij in hopeloozen toestand verkeert. De dader,
Alberts, is in hechtenis genomen.
(Zie verder het Bijvoegsel.)
I i i i i A.'Jf 1