IJ U1 TH l\ L A N D SC11K ÜKItlGTÏÏnT" tier weg. Zaterdagavond werd in Fullonstreelde hoofdstraat in Brooklyn, een man stervende op straat gevonden en zulks gebeurde op geen ongewoon uur, maar 's namiddags ongeveer ten G ure en in een van de drukste plaatsen. Hij was een oogenblik te voren met twee andere personen ge zien die natuurlijk verdwenen waren. Meer zulke voorvallen zijn reeds aan de orde van den dag. Wat moet het dus geven, a's de winter begint te nijpen?" lie minister van oorlog heeft ecne breedvoerige memorie van antwoord ingediend op het aldeelings-verslag der tweede kamer nopens zyne begroo- ling. Hij beseft ten volle, dat zij, die er ernstig naar haken de verdediging van den lande op voldoende wijze geregeld te zien, en die genegen zouden zijn daartoe de vereiscble offers te brengen, ten slotte ongeduldig worden, wanneer zij den ecnen minister van oorlog na den anderen zien aftreden, zonder dat aan hun billijk verlangen is voldaan, llij beseft ook in zekere mate dal zij door dit ongeduld worden gedreven om van iederen nieuw op getreden minister van oorlog in korter tijd al meer en meer te eischen en dat zij zich al minder en minder genegen toonen de elkander opvolgende ministers veel tijd te laten hunne hervormingsplannen tot rijpheid te bren gen. Maar hij mag zich door dal begrijpelijk ongeduld niet laten verlokken tot overijlde handelingen en maatregelen. Slechts 18 dagen na zijn optre den had hij der kamer eene nota aangeboden, bevattende de wijzigingen, die" hij in de reeds ingediende begrooting voor zijn departement onvermijdelijk achtte, in welk kort tijdsbestek hij nog bovendien overladen was met al de beslommeringendie het deel zijn van een nieuw opgetreden minister. Thans is er betere gelegenheid om zijne zienswijze uiteen te zetten. Aan deze uiteenzetting worden de volgende punten ontleend: De geest, die zijn departement bezielt, zal van hem uitgaan en niet van ondergeschikten. Deze hebben zijne plannen uil te werken, niet de hunne; hij beveelt en zij gehoorzamen. De tegenwoordige minister acht zich vol komen gebonden door de verklaring indertijd door den minister van justitie gedaandal hij de vestingwet zou overnemen en verdedigen. Wordt het voorstel lot wet verheven, dan zal de tijd gekomen zijn te overwegen, welke sommen successivelyk zullen worden aangevraagd om aan het goed gekeurde stelsel uitvoering te geven. Qe beslissing over de prioriteit van het voorstel de Roo van Alderwerelt, tot .wijziging der wet op de bevordering en het ontslag, wordt aan de wijs heid der kamer overgelaten. Wat het bij de kamer aanhangig voorstel tot wijziging der wet op de inkwartiering betreft, de minister vereenigt zich daarmeê geheel. De minister schaart zich ook geheel aan de zijde der leden die beweren dat, hoe men ook over de dcfensic-quaestie denken moge, het bezit van een goed leger in elk geval tot de handhaving onzer neutraliteit eene noodzakelijkheid is. Al dadelijk heeft hij dan ook maatregglcn geno men tot het aanbrengen van verbeteringen en hij zal daarmede naar een vast plan voortgaan. En van daar reeds vele maatregelen tot aanvulling van het incompleet; opheffing van hel reservekader, meer voordeelige voorwaar den voor adspirani-korporaals en onderofficieren bij het leger enz. Eenige maatregelen tot verbetering van het lot der onderofficieren zijn nog in bewerking. Maar 1111 de soldaten. Op vrijwilligers bestemd om soldaat te zijn, en niets meer, schijnt voor de toekomst weinig te kunnen worden gerekend. Oe militie zal dus in die behoefte moeten voorzien. Zij zal dus krachtiger eii nog degelijker moeten worden geoefend dan tot dusverre het geval was en derhalve ook langer voor eerste oefening onder de wapenen moeten blij ven. Verder zullen de middelen, op de begrooting aangevraagd, ook nog vergunnen de oudere ligtingenvoor en 11a, ieder gedurende ongeveer eene maand op te roepen, ten einde aan herhalingsoefeningen te worden onder worpen. Ook tot het vormen van meer kader uit de militie zullen ernstige pogingen worden gedaan en maatregelen daartoe, die reeds in het volgende jaar moeten werken, zijn reeds in voorbereiding. De regering blijft voor persoonlijke dienstpraestalie bij de nationale militie, maar moet afschaffing van hel plaatsvervangen gepaard gaan met het be houd der nummerverwisselingen, met tal van vrijstellingen, die vooral invloed hebben op den eersten oefeningslijd, dan gaan de voordeelcn grootendeels verloren. Naar aanleiding der debatten die voorafgingen aan het votum van 30 Junij jl. zal de regering in het behoud der plaatsvervanging berusten. Zij acht zich daartoe te meer verpligt, dewijl de organisatie onzer levende strijdkrachten niet mag worden uitgesteld en ten deze gecne afdoende maat regelen kunnen worden genomen, zoolang het vraagstuk der plaatsvervan ging hangende blijft. Het spreekt echter van zelf dat het 1111 een dure pligt wordt, maatregelen te nemen die zoo veel mogelijk verhinderen dal het plaatsvervangen ten nadeele strekt der strijdkrachten van den staat en van daar dat het gehalte moet worden verbeterd. Maatregelen in dien geest zijn reeds genomen en bij de nieuwe mililiewet zal de zaak nader worden ge regeld. Ook uit anderen hoofde zal de mililiewet moeten worden herzien. Gemaakte berekeningen hebben echter geleerd dat onze tegenwoordige strijd krachten niet vergunnen, zonder de onmiddellijke hulp onzer schutterij, en de noodige bezettingstroepen èn een veldleger te leveren. Verhooging der jaartijksclic contingenten is dus noodzakelijk. Hoever die verhooging zal moeten gaan, kan thans nog niet worden gezegd, maar dc minister hoopt haar tot een matig cijfer te brengen. De reorganisatie van het leger moet wachten tol dc herziening der mili liewet,. waarmede niet zal worden gedraald. Zoolang de tegenwoordige slaat van zaken nog moet duren zou hij niets j liever zien dan dal de oudste ligting der militie niet werd ontslagen. Voor zooverre hij echter namens dc regering spreekt, moet hij doen opmerken, j dat ile grondwet slechts dan daartoe bet regt verleent wanneer er tijden 1 van oorlog of andere buitengewone omstandigheden aanwezig zijn. Daarna verdedigt do minister het cijfer der Iraclements- en soldijvrrho.o- cinaen, Niemand meer dan de minister kan overtuigd zijn dat onze kazernen ver betering behoeven en niemand kan meer dan hij genegen zijn daaraan de hand te slaan. De minister schaart zich geheel aan de zijde dergenen, die van gevoeleu zijn dat hij zijne begrooting niet kan intrekken en vervangen door eene credielwet. bijv. voor zes maanden, en geeft de redenen daarvoor op. 's GRAVEN11AGE 25 November. Tot burgemeester der gemeente Zonnemaire is benoemd de heer K. Ilocke Hoogenboom. Bij het personeel van de geneeskundige dienst der landmagt is benoemd tot officier van gezondheid 2e kl.die der 3e kl. W. P. Ruysch, van gemeld personeel. -— De minister van marine zal Vrijdag geen gehoor verleenen. De eerste kamer heeft heden, met 32 tegen 2 stemmen, aangenomen hoofdstuk I der Indische begrooting voor 1874, uitgaven in Nederland. Tegen slemden de hh. van Goltstein en Cremers, beiden wegens de Indische brigade. Morgen voortzetting. De zitting van de tweede kamer van heden was bijna geheel gewijd aan de algemeene beraadslaging over de afdeeling waterstaat en publieke werken van hoofdst. V der staalsbegrooting. De minister zeide dat hij, met het oog op de moeijelijkheid tot het tot stand brengen eener algemeene wet op den waterstaat, een voorstander was van partiele regeling, waartoe spoedig zullen behooren de ontwerpen nopens het bouwen langs en op de dijken en omtrent het toezigt op de rivieren. Een amendement van den heer Tak, tot aanstelling van een tweeden inspecteur van den waterstaat, werd aangenomen met 34 tegen 30 stemmen. Morgen voortzetting. Met genoegen vernemen wij dat de ongesteldheid van II. M. de koningin thans geheel geweken is. Gisteren reeds heeft H. M. met eenige leden der hofhouding gedineerd. Heden had alhier de verkiezing plaats van een lid voor de kamer van koophandel. De uitslag was dat er eene herstemming moet plaats hebben tnsschen den heer H. W. J. C. Swaan, die 78, en den heer H. C. Susan Cllz.. die 53 stemmen verkreeg. Men schrijft van hier aan het /V. r d. D.: Reeds eenige dagen isjmen ten huize van de firma Overklift C°. bezig te ontzegelen naarmate de beschrijving plaats heeft, en een en ander zal nog wel eenige dagen duren. De geheelc omvang van de ramp is nog niet te overzien, en het zou zeker een weldaad zijn voor de ongelukkigcn, die door de kwade trouw en ligtzinnigbeid der firmanten in het ongeluk zijn gestort, indien men zoo gelukkig was de beklaagden in handen te krygen. teneinde nog eenige noodzakelijke inlich tingen te ontvangen, die zij alleen met volkomen juistheid kunnen geven. Het failleren van deze firma heeft hier aroote sensatie teweeg gebragt. Het vertrouwen in de firma was onverdeeld. Menig klein kapitalist ver trouwde aan die firma zijn geld, maar ook de meer gegoede klasse depo neerde bij haar met volkomen gerustheid hare trommels. Nu zegt men, dat de trommels wel gevonden wordenmaar dat het zeer twijfelachtig is, of al die trommels alles bevatten wat zij behooren te bevatten. Dc juiste waarheid daaromtrent zal en kan echter eerst blijken, wanneer het straf proces is afgeloopen. Dezelfde regter-commissaris, die in de zaak van den moord is werkzaam geweest, is ook met de instructie van deze hoogst belangrijke zaak belast. Daar de officier van justitie in familiebetrekking staat tot de gefailleerdenwordt het 0. M. in deze waargenomen door den substituut-officier. ENGELA1SB. LONDEN24 November. I11 de t.ond. Gaz. is eene proclamatie afgekondigd van de koningin, tot verdaging der aanvankelijk op den lG'ltD December vastgestelde herope ning van het parlement lot Donderdag den 5den February 1874. Bcrigten van Gape Coast Castle vermelden twee nieuwe gevechten lus- sclicn de Britsche krijgsmagt en dc Asliantijnen. Beide hadden in den och tend van den 27"e0 plaats, het eerste gevecht bij Abracampra, alwaar de luit. Pollard, bevel voerende over eene kleine troepenmagt, die Ier plaatse aanwezig was, en over eene afdeeling mariniers, waarmede sir Garnet Wo- lesley uit Cape Coast Castle gemarcheerd was, op het vernemen van bet bc- rigt, dat de Asliantijnen hun kamp opbraken, een welgeslaagde verkenning deed en een groot aantal gevangenen maakte. Het tweede en meer belang rijke gevecht werd geleverd door kolonel Festing, die, met eene magt van 9 officieren, 100 man van het West-India-regiment en omstreeks 300 Fan- lijnen, uit Dunquah marcheerde, den vijand in den vroegen ochtend in zijn kamp overviel en eene zware nederlaag deed ondergaan. De Ashantijnen verzamelden zich .weder in het kreupelhout en vochten drie uren achtereen om hun kamp te heroveren, maar werden met verlies teruggeslagen. Volgens berigtcn uit New-Vork is de gele koorts te Memphis zoo goed als geweken. Deels is hel weldadige vriezende weder dc oorzaak, deels ook gebrek aan slagtoffers. Ieder toch die kon, vlugtte. In andere plaatsen doel de ziekte zich niet epidemisch voor. De giften voor de geteisterde plaatsen zijn zeer groot geweest. Te New-York was dezer dagen in elke wijk, naast de stembussen, een bus voor bijdragen voor Memphis geplaatst. Men schat de giften op deze wijze verzameld op ongeveer 250G0 De gemeenteraad van New-York heeft 20000 aan de zwaar geteisterde stad gezonden. II A IV K li IJ K. Daar de wet betreffende de verlenging der volmagl van den president thans afgekondigd is, moet de nationale vergadering binnen drie dagen, alzoo uiterlijk Woensdag, overgaan lot dc benoeming der commissie van dertig, welke belast zal worden met dc uitwerking der constitutionele wellen. Vrij algemeen wordt verzekerd, dat de kamer voor eenige maanden uiteen

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leydse Courant | 1873 | | pagina 2