MAATSCHAPPIJ VOOR LANDONTGINNING,
l'ltEMIELEENING, dd. I Augustas 1873, groot 100,000.
Confessioneele Vereeniging.
gevestigd te Apeldoorn.
OPENBARE SAMENKOMST EN BIDSTOND,
1184 Preilliëlltot een gezamenlijk bedrag van 1 03,000. llitloting- 6 December e. k.
Derrick aan Grace Roseberry doet. en dat ook uitmuntend door Uw. Pieéni
Jen! voorgedragen. Overigens vinden wij daar
niet veel anders dan een
deen en weer loopen van militaire doctors, eenigc geweerschoten en eene
J eraiic, die miraculeus gauw gelukt. Dal voorspel bewijst, dat men op het
loon'eel J)0k wel eens te veel handelen en te weinig praten kan. liet neer-
L|len van Grace Roseberry, door dien verdwaalden kogel getroffen, zoowel
I „enoemde operatie bad maar liever verteld dan gezien moeten worden,
daar" beide zaken eer een komisch dan een tragisch effect maakten. Ook
L p bedrijf van het drama voldeed ons maar matig. Alleen het gesprek
van Julian Gray, den jongen predikant is karakteristiek, maar tevens is het
id zeer wellevend van hem, dat hij in tegenwoordigheid van eene vreemde
i.I iY/tnAiin AM/1 An oon ivooln '1011 ITO I I Illicit- oio dniA o o I o int jihhtt
jon?'
dame zoo uitgehongerd op een pastij aanvalt. Juist als deze acte interes
sant zal
worden door de ontmoeting van de valsche met de echte Grace
valt Mercy Merrick flauw en valt ook dadelijk de gordijn. De
tweede helft van het stuk is oneindig beter en boeit dc aandacht veelmeer,
jaar is de climax der gesprekken goed in het oog gehouden en krijgt de
intrige meer gloed en kleur. Die intrige is au fond heel eenvoudig. Een jong
meisje, Mercy Merrick, dat als kind met lucifers te koop liep, geeft zich door
armoede gedrongen aan een losbandig leven over. Later wil zij boete doen,
maar de onbarmhartige maatschappij stoot haar terug en behandelt haar steeds
met verachting. Gedurende den oorlog van 1870 is zij als verpleegster der
jenondeu werkzaam en ontmoet daar eene ouderlooze Engelsche dame,
Grace Roseberry. Deze, zwaar gewond, wordt voor dood gehouden en
mi besluit Mercy Merrick om zich voorlaan haar naam toe te eigenen
m zich voor haar uit te geven. Zij benadeelt er toch niemand mee, en
jan zich op die wijze een plaats onder fatsoenlijke lieden veroveren. Grace
Roseberry is echter niet dood, en dat men dit reeds in het voorspel ver
neemt is niet geschikt om de nieuwsgierigheid te spannen. Mercy wordt
foor de komst der doodgewaande in haar kortstondig gelukkig leven ge
stoord, maar hare nieuwe vrienden zijn te zeer met haar ingenomen,
jm een oogenblik aan hare identiteit te twijfelen. Men houdt de vreemde
linge voor een bedriegster of eene krankzinnige. Wél is het vreemd, dat
btt° flauw vallen van Mercy Merrick aan het einde der le acte niet meer
argwaan wekt. Maar hoe dat zij, Mercy kan in haar nieuwen kring
blijven, wanneer zij wil. Doch haar geweten ontwaakt door de schoonc
menschkundige redeneringen van den predikant Julian Gray, en vrijwillig
joel zij afstand van haar geluk om in het vroeger door haar verlaten
verbeterhuis terug te keeren. Men ziet het: het is een aandoenlijke, een
voudige geschiedenis. Het karakter van Mercy Merrick is meesterlijk ge-
teekend, en Mw. Pieéni heeft het als een echte kunstenares weergegeven.
Ofschoon deze rol eigenlijk minder tot haar bepaald genre behoort, heeft zjj
geloond wat nauwgezette studie vermag en trok zij door menig waarlijk
schoon moment onze aandacht. Dat kinderlijk genoegen in hare weelderige
omgeving. (2' bedrijf) toen zij dien knecht zoo dikwijls schelde, was heel
aardig. Hare gejaagdheid en onrust tegenover Julian Gray, den man, die
reeds vroeger in liet gesticht haar geweten had doen ontwaken, was niet
minder natuurlijk en vooral mocht zij bewondering wekken, toen zij tegen
over de onmeedoogende Grace stond en door haar met spot en verachting
werd overladen. Dat fooneel en het daarop volgende, als zij. in haar twee-
slrijdweer door Julian Gray wordt aangemaand om vol te houden, moes
ten wel indruk maken. Ook frappeerde ons zeer aan het slot van het
Srama de wijze, waarop zij zoo geheel uit den grond van haar hart be
tuigde, dat zij alleen naar haar geweten had geluisterd en toen zij na
Julian's aanbod uitriep: «Zou ik dan nog iemand gelukkig kunnen maken!"
twee laatste bedrijven verzoenden ons ten volle met Wilkie Collins
drama en geen geringe verdienste is het ook in de 2e acte, dat de aandacht
telkens meer gespannen wordt en iedere sccne weer de vorige in kracht
overtreft.
Mw. Valois maakte van Grace Roseberry wat zij konmaar dat karakter
is al te onbehagelijk en de schrijver is er niet gelukkig mee geweest.
Grace is overdreven hard en onmeedoogend. Zclls op het laatste mo
ment is zij maar blij dal zij de diamanten van hare mededingster ontvangt,
en heeft zij geen woord van medelijder., terwijl de arme Mercy toch genoeg
deed om haar medelijden op te wekken. God beware ons voor znlke recht-
mrdigen in den lande! Aantrekkelijker is de figuur van Lady Janet Roy,
lie, bukkende voor de wereldsche vooroordeclentoch Mercy met liefde be
jegent. Mw. Iburg speelde die rol zeer goed.
Schoon was vooral het spel van den lieer Haspels als Julian Gray, die
steeds flink het karakter, dat hij voorstelde, in het oog hield, en zich ook
loor mimiek en stil spel gunstig onderscheidde. Rij losheid van bewegingen
bleef hij altijd waardig en ernstig, de brave, humane, degelijke jonge man.
Om bel naslukje te bespreken, ontbreekt ons de tijd. en dat is ook maar
gelukkig, want bet was vrij flauw, en werd vrjj middelmatig gespeeld.
Vooral was de zang slecht.
Leiden, 21 October 1873.
INGEZONDERi.
Musis Sacrum en de Piioriteitsleeiiing- van f 8000.
Hoe komt het toch dat we over eene prioritcilsleening ten behoeve van
Musis Sacrum eene uilnoodiging in de couranten lezen? Musis heeft geld noo-
ilig, is het antwoord, dat bijna ieder, die in de verccniging belang stelt,
geeft. Van waar dat te kort? Ook dat is bekend.
Maar wat niet zoo bekend is, zal schrijver dezes, na gedaan onderzoek,
mededeelen. Musis heeft geld noodig, en is de leening volteekend, dan kan
de vereeniging blijven bestaan, de aflossingen en rente van deze leening als
mede de rente-betaling van het Stichtingsfonds geregeld afgedaan worden en
het te kort keert niet weerom. Het bestuur is voor 't vervolg gehouden aan
eene bcgrooting, die op de vergadering der aandeelhouders wordt goedge
keurd en niet mag overschreden worden dan na gelijke goedkeuring. In
acht jaar tijd is de leening afgelost en de dit jaar niet betaalde coupon komt
bet volgende jaar terecht. Wanneer het ledental niet merkbaar vermindert
en zooals thans op ruim 1200 blijft standhouden, ja. al waren er maar
1000, dan kan de vereeniging volgens de thans aangenomen begrooting, naar
aanleiding van het rapport, ruim voldoen aan de bij deze leening aan te
gane verplichtingen. Aflossing en rente Worden dan jaarlijks in Juli voor
alle andere betalingen afgedaan en zoodra de rente vermindert is er veel
kans dat de oude schuld vóór het voorgestelde tijdsbestek van acht jaar is
afbetaald.
Het geldt hier het »to be or not to be" van de vereeniging door energie
en volharding geschapen, door ieders goedkeuren tot stand gebracht, met
eene ongekende réussite begonnen, tot genoegen van de verschillende stan
den voortgezet. Het geldt hier het vereenigingspunt van de Lcidsche Bur
gers, lang gewenscht en na vorige mislukte pogingen ontstaan, het verbroe-
dcringsterrein en nitspanningsoord van hen, die men vroeger meende niet
bij elkander te kunnen doen samen zijn.
Stelt gij er prijs op. dat dat zoo blijft, dat Leiden dat sieraad behoudt,
welnu, denkt er ernstig over na. Wanneer tachtig personen ieder 100
geven is de zaak gevonden: 'tbestuur en de aandeelhouders, die op de ver
gadering tegenwoordig waren, gaven reeds een goed voorbeeld. Wilt gjj
bijzonderheden weten, de couranten verwijzen u, waar gij die kunt ont
vangen.
Mocht het onverhoopt gebeuren dat de leening niet volteekend werd,
ieder bedenke dit wel, onherstelbaar is dan het verzuim van inteckening,
het is dan onmogelijk dat de vereeniging blijft bestaan. Eene liquidatie
slaat dan voor de deur.
Een aandeelhouder.
ADVEKTENTIEN
Bevallen van een Zoon E. F. VAN DER TOGT
BECKER.
Willemsdorp 19 October 1873.
Voorspoedig bevallen van een Zoon Mejufvrottw
P. VAN DER KLOOT,
geboren RIJNSBURGER.
Leiden, 20 October 1873.
Eenige en algemeene kennisgeving.
Tot onze diepe droefheid overleed heden te Amsterdam onze geliefde
Behuwd-vader en Vader, Mr. HENDRIK SAHTIJN KLUIT, in den ouderdom
van ruim 78 jaren, Wed' van Vrouwe M. M. van Lelyveld.
W. N. DU R1EU.
C. A. M. J. S. V. DU RIEU,
Leiden 19 October 1873. Sautijn Kluit.
Te
leden overleed, na een smartelijk lijden, onze geliefde Vader en Behuwd-
vader A. BAKKER, in den ouderdom van ruim 75 jaren.
Leiden, 21 October 1873. Uit aller naam,
Eenige en algemeene kennisgeving. B. BAKKER.
Mijne Smids-Affalre overgedaan hebbende aan den Heer M. VAN
HOU1VELIKG, betuig ik door deze aan mijne geëerde Begunstigers, zoo
binnen als builen deze stad, mijn welmeencnden dank voor het geëerde ver
trouwen gedurende 43 jaren mjj zoo ruimschoots geschonken en beveel
mijn opvolger beleefdelijk aan.
Leiden, 21 October 1873. A. J. VAK RCTTE.
Dc Smids-Aiïalre van den Heer A. VAK IllTTU overgenomen
hebbende, beveel ik mij beleefdelijk in de gunst en het vertrouwen zjjncr
geëerde Begunstigers aanen zal door eene prompte bediening mij dezelve
trachten waardig te maken.
Leiden, 21 October 1873. II. VAK 1IOITWELIKG.
DONDERDAG 23 October 1873, des avonds ten zeven ure,
in de ZAAL Noordeinde.
Spreker: D8. F. EIOK CACHET, van Afrika, thans reizeud Predikant
der Confessioneele Vereeniging.
Tot 1 November dezes jaars zijn Obligatiën in bovengenoemde Leening, zoolang de voorraad strekt, a f5 per stuk, bij Heeren
Agenten te verkrijgen.
Te Leiden bij de lleeren C. KOOVKER, Boekhandelaar, Nieuwen Rijn, R. RLAKKEKRERG, idem, op de Mare, F. SOMERWIL.,
idem, lïreêslraat N°. 35, en F. K. GERSTIKG, Steenslraat N°. 9. A. K. MOEEKAAR, Notaris le Waddinxuecn-, J. v. «ROOI,
Koopman te Boskoop, en K. G. KIEITWEKHIIISEKli
DE DIRECTEUR.