BUITEN LAN DSC 11E BEBIGTEN vroegere compagnie geplaatst, doch zal voor den krijgsraad moeten teregt staan. Na liet ondergaan zijner straf wen'scht hij legen Atchin te dienen. Staatsbegrooting (Uilgaven.) voor 1874. Hoofdstuk I Huis des Konings) ƒ750,000. Hoofdstuk II lloogc Collegiënƒ587,734, of 2622 meer dan in 1873, vooral door meerdere bureau- en locaalbehoeftendrukwerk enz. voor de beide kamers. Hoofdstuk III (Buitenlandse/ie Zaken) ƒ545,128.00 of 12788 meer dan voor 1873, en wel voor den gezant te Weenen ƒ4000 meer; herstel der missie in Portugal ƒ8000; verhooging der jaarwedde van den consul-generaal te Caracas 1000buitengewone zendingen ƒ2000, welke verhoogingen als door de noodzakelijkheid of de tijdsomstandigheden in de memorie van toe lichting worden geregtvaardigd. liet herstel der missie in Portugal, lot dusver met die van Spanje vereenigd, wordt verdedigd met het oog op de Nederlandschc handels- en andere belangen en op den tegenwoordigen toe stand van Spanje. Hoofdstuk IV Justitieƒ3,204,357, of ƒ39255 meer dan voor 1873, ver deeld over onderscheidene onderwerpen. De nieuwe militaire indeeling heeft cene nieuwe indeeling der audiliën ten gevolge gehad. Voor de rijks-politie wordt ƒ5700 meer geraamd, ter voorziening in eene tijdelijke versterking van personeel en meerdere uitgaven voor klceding enz. De tractemenlen enz. der beambten bij de gevangenissen 14667 meer, waaronder ook /7500 voor uitbreiding van het onderwijs in de cellulaire gevangenissen te Rotterdam, Amsterdam en Utrecht, liet is de bedoeling ook voor andere gevangenissen op dien weg van verbetering voort te gaan en wel in de eerste plaats in de drie groole cellulaire gevangenissen. Voor het doen uit voeren van buitengewone werken aan de strafgevangenissen te Doelinchem, Leiden, Hoorn, Monlfoort en Leeuwarden, aan de gevangenissen te Amster dam aan het huis van verzekering te Middelburg en aan de cellulaire ge vangenis te Utrecht is eene som van ƒ219,400 uitgetrokken, welke som in de details wordt toegelicht. Hoofdstuk V Binnenlandsche Zaken) 19,073,147,00 als; departement ƒ210,226; bestuur der provinciën ƒ710,412, militie en schutterijen ƒ56200, medische policie 496,400; verdere uitgaven voor binnenlandsch bestuur ƒ10760; waterstaat en publieke werken 13,949,812, waaronder 6,500,000 voor de begrooting der staatsspoorwegen; onderwijs ƒ2,441,397; kunsten en wetenschappen ƒ192,765; armwezen ƒ456,300; Staatscourant en Staatsblad 74330; nijverheid ƒ152,925; pensioenen enz, 357,710; onvoorziene uitgaven ƒ454030. Na aftrek der som voor de spoorwegen bedraagt het eindcijfer 12,661,327 of 283,013 meer dan voor 1873 is toegestaau, meerendeels veroorzaakt door verhooging der kosten van den waterstaat, inzonderheid tot verbetering van het Hellegat: voorts zijn de kosten van onderwijs hooger, zoowel voor beslaande inriglingen, als voor den aanbouw van het nieuwe akademiegebouw le Leidenhet verbeteren der gebouwen voor de polytech nische school, van 's rijks veeartsenijschool en voor het onderwijs in het algemeen. Als bijdrage aan al die uitgaven komen ook in aanmerking de verminderde sommen voor andere onderwerpen, zijnde b. v. de afdeeling medische policie 297,000 lager geraamd. De nieuwe dienstregeling voor de rivierwerken werkt zeer ten nutte der dienst. Bij de uitvoering der rivierwerken in 1873 heeft men tot taak gesteld, met de daartoe op de be grooting uitgetrokken sommeu, zooveel mogelijk de werken die onderhanden waren te voltooijen en in plaats van de financiële krachten te versnipperen, die op enkele punten te vereenigen. Ook voor 1874 wordt dat doel in het oog gehouden. De verbetering van het Hellegat wordt op de gewone be groeting gebragt, omdat de zaak zelve door herhaalde behandeling by de kamer volledig bekend is. Het werk mogt niet langer worden uitgesteld. Het plan van 1871 wordt het meest doelmatig geacht. Het denkbeeld is opgevat lot rcgtslreksche verbinding van het Noordhollandsche met het Noordzeekanaal langs de Zaan, waardoor de scheepvaartweg van Nieuwe Diep naar Amsterdam aanmerkelijk bekort zal worden, llet plan is in onder zoek en de minister behoudt zich het doen van een nader voorstel voor. Voor het nieuwe uitwateringskanaal in het voormalig 4Je district van Zee land zal nog ƒ219,000 noodig zijn die over twee jaren verdeeld worden. 'sGRAVENIIAGE, 24 September.. Door Z. M. zijn benoemd: lot ontvanger van het haven- en schulgeld op het kanaal van Walcheren, de ontvangers der directe belastingen, de heeren C. L. de Smet, te Vcere, en W. Schuylenburgte Vlissingen. en tot ontvanger van het schulgeld voor de zeeschepen van Middelburg komende, de heer J. M. van der Minne, ontvanger aldaar. Voorts is aan den heer 11. G. Hendriks, op zijn verzoek, eervol ontslag verleend als ontvanger der directe belastingen te Twello. Z. K. 11. prins Fiederik begeeft zich morgen voor den lijd van eene maand naar IID. landgoed te Muskau in Silcziewaarloe Z. K. 11. ten 3 ure per Rijnspoor van hier zal vertrekken. De heer O. van Rees, nieuw benoemd vice-president van den raad van Nederlandsch-Indiëheeft zich heden ochtend naar Rotterdam begeven, om vervolgens over Parijs naar Marseille le vertrekken, ten einde zich in de laatstgenoemde plaats naar zijne bestemming in te schepen. In de zitting van de tweede kamer van gisteren heeft de minister van justitie, bij het beantwoorden der verschillende sprekers, namens de rege ring, ter voldoening aan den meermalen uitgesproken wcnsch om aangaande de voornemens van het kabinet te worden ingelicht, te kennen gegeven, dat het niet bleef alleen lot aldoeniug der verwikkelingen niet Atchin, maar dat het zou doen wat tol de regeringstaak in al haren omvang be hoort. De sluiting der zitting bragt geenc sluiting meer mede. en er waren bij de kamer verschillende ontwerpen aanhangig gebleven waarvan het ministerie wenschte da! de behandeling wierd voortgezet. Het wets ontwerp betreffende l et veslin:slelsel zou niet worden teruggenomende wensch was dat een 'ieuwe minister van oorlog de voordraglen omtrent het verdedigingswezen op nieuw zon voordragen of handhaven, voor zoo ver hem dit doenlijk zou zijn. Het ccnsus-onlwerp bleef in behandeling: op den 18llen dezer maand waren de laatste inlichtingen, die men meende te moeten inwinneningekomenen thans werd het resultaat daaruit op gemaakt, en zou het aan de kamer worden medegedeeld. Er bestond geen voornemen de censusvraag in de eerste plaats le doen beantwoorden, maar de zaak te laten behandelen met dien spoedwelke eene goede behandeling toeliet; vertraging lag niet in de bedoeling, maar de regering meende dat er geene reden bestond om inmiddels andere zaken te doen stilstaan. De in de vorige troonrede toegezegde wet op het hooger onderwijs werd binnen kort van den raad van state terugverwacht. Met de maatschappij tot exploitatie van de staatsspoorwegen zou een nieuw contract worden aange gaan tot wijziging van de bepalingen van het beslaande, op de verandering waarvan reeds sedert lang was aangedrongen. Dat nieuwe contract zon aan de goedkeuring der kamer worden onderworpen. Voorstellen tot den aanleg of tot bevordering van den aanleg van spoorwegen hier te lande en in Ncderlandsch Indië zouden mede worden voorgelegd. Eene nieuwe munt wet was reeds door den minister van financiën aangekondigd. Wat hem zeiven betrof, zijn voornemen was den weg te volgen dien hij bij de verdediging zijner begrooting in het vorige jaar aanwees. De eenige daarin te brengen verandering zou deze zijn, dat het denkbeeld om de geheele reglerlijke inrigting door eene nieuwe te doen vervangen, niet zou verwe zenlijkt worden. Dit moest evenwel niet weerhouden van het brengen van wijzigingen in de procesorde, terwijl liet de vraag zou zijn of ook niet in de tegenwoordige reglerlijke organisatie door partiële wijzigingen verbete ringen zouden zijn aan le brengen. Indien dit mogelijk was zou hij gaarne daartoe pogingen aanwenden. Van de partiële wijzigingen in de wetboeken zou in de eerste plaats een wetsontwerp worden aangeboden tot verande ring van de voorreglen der commissionairsen wat de bijzondere wetten aanging, kon hij verklaren dat eene wet op de uillevering van misdadigers was ontworpen, alsmede eene andere tot wijziging der wet omtrent de eenzame opsluiting, en eindelijk eene omtrent de visscherij. welke in han den was der gedeputeerde staten van de verschillende provinciën, die hij gemeend had daarover te moeten raadplegen. Uit deze opsomming zou het, meende de minister, duidelijk blijken, dat het ook in deze zitting niet aan werk zou behoeven te ontbreken; maar hij hoopte dat daardoor ook tevens de overtuiging zou zijn geschonken, dat het voornemen dezer regering was, zoo lang zij aan het bewind bleef, le zijn eene ernstige regeringdie de belangen van het vaderland zou behartigen met al de kracht die in haar is. Rij de behandeling der 6Je paragraaf, betreffende het onderwijs, verlangden enkele leden nadere inlichtingen omtrent het vermelden van het //bijzonder onderwijs" in de troonrede, en te welen welke de voornemens der regering in deze zaak waren. De minister van binnenlandsche zaken zeide dat de vraag niets anders was dan cene vraag naar den bekenden weg. Hij moest wijzen op de be handeling der begrooting in het vorig jaar, toen hij, minister, gevraagd heeft: is er iemand in deze kamer die de meening is toegedaan dal deze minister niet is een voorstander der neutrale school. Die vraag doet de min. thans op nieuw met nadruk. Maar die gevestigde overtuiging mogt de rege ring niet ontslaan het oog le vestigen op de ontwikkeling van het bijzonder onderwijs. De grondwet legt der regering de zorg op voor de vrijheid van onderwijs. Die vrijheid, waarloe de liberalen indertijd niet met den minister hebben medegewerkt, is nader geregeld bij de wet van 1857; de voorschriften der wet zijn ten aanzien van het bijzonder onderwijs voor de regering niet alleen van policie-loczigt, maar zij leggen de regering de vcrpligting op toe te zien dat het bijzonder onderwijs volkomen van die vrijheid kunne gebruik maken. Ook het bijzonder onderwijs is een deel van liet volksonderwijs, dat de voortdurende belangstelling der regering verdient. En vraagt men nu, waar zijn de bewijzen dier belangstelling, dan vraagt de min. waar zijn de bewjjzen dat de regering die belangstelling uit het oog verliest. Maar de tegenstanders der openbare school kunnen niet vorderen van deze regering zoodanige bewijzen van belangstelling die met dien tegenstand zou overeenstemmen. In den zin van subsidiëring van bijzonder onderwijs, zullen de vrienden van dat onderwijs geene bewijzen van belangstelling van de regering ontvangen. In de zitting van heden zijn de beraadslagingen over de onderdeden van het concept-adres voortgezet. Het geheele concept-adres is ten slotte aange nomen met 61 tegen 7 stemmen. De afdeelingen der kamer hebben heden voor den aanvang der zitting onderzocht het voorstel van den lieer van Zuylen, omtrent het in werking brengen van het reglement van orde der kamer van 5 Mei 1852. FRANKRIJH. Le Bien public, orgaan van den heer Thiers, meent dat de woelingen der monarchalen het bijeenroepen der nationale vergadering noodzakelijk maken. Zoolang de plannen der monarchalen, zegt dit blad, niet aan de nationale vergadering voorgelegd zijn, kan men die slechts alszamcnzwcrin- gen beschouwen, welke tegen de tegenwoordige regering gerigt zijn, met verguizing van het hekende verdrag van Bordeaux, waarvan de coalitie zoo grooten ophef heeft gemaakt. De bladen, welke daaraan medepligtig zijn, hebben de naïveteit van ons mede te deelen, dat de onderscheiden mo- narchaal-gezinde fraction de behoefte gevoelen zich met elkander le ver slaan en daarom weldra bijeen zullen komen om over het lot van Frank rijk te beslissen. Waartoe deze afzonderlijke vergaderingen Indien men de gesteldheid van zaken voor zoo ernstig houdt dat cene oplossing gezocht moet worden, dan behoort de nationale vergadering daarvoor Ie zorgen, en niet eene vergadering van ongeduldige eerzuchtigcn, die de eerste rollen in de door hen voorbereide komedie voor zieh zeiven bestemd hebben. Wij lio-

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leydse Courant | 1873 | | pagina 2