BIJVOEGSEL, behoorende tot de Leidsche Courant van JHaandag 4 Augustus J673, óbó. committeerden verantwoording zullen doen van hun gehouden beheer aan eene commissie uit den raad, dat de bezittingen dier instelling in beheer overgaan aan het gemeentebestuur van Leiden, om daaruit in de eerste plaats te voldoen de bijdrage van 125,000 in de kosten van oprigting van het akademisch ziekenhuis, zullende echter gecommitteerden eerst eervol worden ontslagen na afloop der liquidatie. Een suppletoire staat van be- grooling, in ontvang en uitgaaf ad ƒ125,000, werd levens vastgesteld. Op het verzoek van L. Fortnyn Harreman, geb. Marty, ter bekoming eener gratificatie, werd afwijzend beschikt, daar er geen termen bestaan om aan dat verzoek te voldoen. Het verzoek van mr. C. G. van Sandicktot het wegnemen van drie hoo rnen voor zijne woning op het Geregt, gaf lot discussie aanleiding, daar van de overige bewoners van het Geregt, die meenden dat men er alligt toe zou komen al de boomen weg te nemen, een verzoek was ingekomen die boomen te behouden. Burg. en weth. stelden in dit geval voor alleen de drie boomen, waarvan in het verzoek sprake was, te doen vallen, maar eerst in het najaar, met het oog op de alsdan te verwachte meer dere opbrengst. De commissie van financiën vereenigde zich hiermede. Enkele leden meenden dat de overige bewoners, wanneer zij later het nut der rooijing inzagen, het verschaffen van lucht en licht, wel tot andere gedachten zouden komen; andere leden daarentegen meenden dat zij juist door de ondervinding het behoud dier boomen op prijs stelden en dat de heer van Sandick in deze nog geen ondervinding had opge daan. De heer Versier was van meening dat wanneer men aan hel ver zoek wilde voldoen, zonder de overige bewoners te benadeelen, men dan niet meer dan één boom kon doen vallen. De heer van Outeren stelde voor de boomen terstond en niet in hel najaar te rooijenop zulk een ge ring verschil in de opbrengst moest men niet letten. Over dit voorstel staakten de stemmen, 7 voor en 7 tegen, zoodat eerst later eene beslissing in deze zaak kan genomen worden. De voordragt betrekkelijk eene tijdelijke voorziening in de vacature van gymnastiekonderwijzer werd aangenomen. Wederom is in den boekhandel van de Erven Thierry Mensing en in dien van C. van Doorn Zoon, te 'sHage, eene brochure in het licht verschenen, bevattende twee artikelen, geschreven door den redacteur van den Java-Bode, den heer H. B. van Daalen, en overgedrukt uit dat blad. Deze artikelen bevatten eene pleitrede tegen de door den gouverneur-gene raal van Ned.-Indië bevolen enquête in zake de expeditie naar Atjeh en gaven de aanleiding tot de waarschuwing, door den landvoogd tot de uit gevers van den Java-Bode gerigt, dat, mogt genoemd blad voortgaan een toon te voeren als in deze artikelen vervat, hij zou verpligt zijn de druk kerij van dat blad te doen sluiten, liet is niet wel mogelijk in het kort een begrip te geven van den inhoud dier opstellen. De belangstellende m deze zoo hoogst gewigtige quaestie leze die zelve. Ter kenschetsing zij alleen opgemerkt, dat aan het einde van het eerste opstel de schrijver lol de conclusie komt dat de teleurstelling, door hel Indische gouvernement in zake Atjeh ondervondengeen anderen grond heeft dan den met grootcn overmoed, met weinig doorzigt en met nog minder regt ondernomen ver- overingstogt tegeh Atjeh zelven. De brochure is getiteld: «De enquête over den mislukten tocht naar Atjeh." Het getal der in het Werkhuis alhier opgenomenen bedroeg gedurende deze week dagelijks van 79 lot 95 volwassen personen en 24 tot 35 kinderen. De 57e jaarlijksche algemeene vergadering van het fonds ter aanmoe diging en ondersteuning van de gewapende dienst in de Nederlanden is op Woensdag 30 Julij 1873 te Amsterdam gehouden. Volgens het daarin uitgebragt verslag bedroegen de inkomsten over 1872 ƒ79819.34, en de uitgaven 79819.34. De sluitpost der uitgaven toont aan, zegt het hoofd bestuur, dat het fonds in het afgeloopen jaar ten gevolge van buitengewone inkomsten en vooral door vermindering van het getal bedeelden aanmerke lijk is vooruitgegaan. Het aantal deelgeregligden was op uit0. December 1872 1 03 minder dan op uit0. December 1871. In 'net afgeloopen jaar wer den er 87 nieuwe deelgeregligden opgenomen en 53 man in het Invaliden huis te Leiden verpleegd Het getal sollicitanten bij het hoofdbestuur bekend bedraagt 1025. Wordt voor velen dezer een blij vooruitzigt geopend, daar de gunstige toestand van het fonds aanleiding gaf, om voorstellen tot aanzienlijke uitbreiding van het getal bedeelden in te dienen, toch moest men weder daarbij met de meeste omzigtigheid te werk gegaan, daar de tegenwoordige oorlog met Atchin weldra zijne slagtoffers aan het fonds zal leveren, dal, even als in 1815, nog altijd geroepen is, om in de eerste plaats hulp te bieden aan hendie met eervolle wonden uit den strijd terugkeeren. De secretaris der algemeene synode deelt in de Kerkelijke Courant mede: Al de in de commissie van advies omtrent de reorganisatie gekozen leden hebben hunne benoeming aangenomenals ook hunne secundimet uitzondering slechts van de hh. van Boneval Faure en Steenberg. In plaats van deze w erden nir respectivelijk tot secundi van de hh. Feith en Junius gekozen de hh. mr. E. K. J. Berlling te Assen en B. A. Overman, pred. te Heinkenszand. De commissie wordt tegen 2 September bijeengeroepen. De Arnh Cour. deelt een uittreksel medemiL een dagboek gehouden bij de expeditie legen Atchin. Men leest o. a. daarin: Den 8sten April debar- keerde het 12<le bataillon, dat den 60t" reeds gedeeltelijk in gevecht was geweest. Natuurlijk stond de vijand ons op te wachtenen toen zij van de achterladers een te zwaar vuur kregen, vlogen zij tegen de geweren in en sloegen als razenden met hunne lange zwaarden. Velen der onzen wer den zwaar gewond of sneuvelden. Treffende tooneelen zijn op dien morgen bij het gevecht voorgevallen. Een sergeant werd vreeselijk in het naauw gebragt door de vijanden. Zijn officier ziet het, komt hem ter hulp en redt hem het leven. Een oogenblik daarna is de luitenant in doodsgevaar, de sergeant snelt toe, redt zijn officier, maar ten koste Van zijn leven. Was het wonder dat 's namiddags, bij het graf van dien dappere, de officier weende als een kinS? Den volgenden morgen (9 April) trok het bataillon Maduresche Barissans tegen de beuting op. Er waren drie gaten in den muur en over de gevallen muren kon men dezen bereiken. De Madurezen aarzelden voort te gaan en moesten met geweld daartoe gedwongen worden, terwijl de luitenant de Grijs hen moedig voorging en het eerst» met den revolver in de hand,-de wallen beklom. Van de reede kon men op de schepen deze geheele manoeuvre nagaan. Met luide hoera's werd hel feit begroet; maar toen men met veel moeite over de hindernissen en muren was heen geklauterd, vond. men de benling verlaten. De vijand had ons niet durven afwachten, Het stoomschip Java is op 31 Julij te Batavia aangekomen. Tér vervulling van de bij de Ned. herv. gemeente te Haarlem bestaande vacature van eene predikantsplaats is het volgende zestal opgemaakt: Brum- raelkamp, te Veenendaal; Huet, te Dirksland: Rademaker, te Sneek; Rie- mens, te Driebergen; Roozemeijer, te Middelburg, en Smeding, te Neder- horst den Berg. Dingsdag II. gingen, twee meisjes en een jongeling met eene roeiboot van Papendrecht, om bij het huis te Merwede te gaan melken. Eene sleep boot ontmoetende, verzochten zij tol nabij hunne bestemming mede te mogen slepenhetgeen toegestaan werd. Onder het voortslepen echter brak het sleeptouw der bootwaardoor deze onder de boeg kwam van een schip dat de sleepboot achter zich had, met dat gevolg, dat de boot met al wat er in was onder het schip doorging. Gelukkig werden de drie personen gered en ook de boot met geheel haar toebehooren opgevischtzoodat de schipbreukelingen er met den schrik en een nat pak afkwamen. Te Texel zijn weder proeven genomen met de uitvinding van dr. Kai ser,' te Leiden, ten aanzien der torpedo's. Ook deze proeven moeten zeer goed zijn geslaagd. Het V. D. meldt: De vreemde paardenkoopers hebben in de laatste dagen weer zaken gedaan in deze provincie; vele schoone exemplaren zijn door hen aangekocht en naar Frankrijk vervoerd. De prijzen zijn zoo hoog, dat inlandsche handelaren er bijna niet aan durven denken paarden te koo- pen. Niet zelden gebeurt het, dat de Franschen voor 2- a 3-jarige paarden ƒ300 tot ƒ400 betalen en voor 5- a 6-jarige 600, ƒ700 en ƒ800 per stuk. In den loop dezer week is een talrijk transport zieke militairen van Harderwijk bij het rijks-hospitaal te Utrecht aangekomen. Naar men ver neemt moet de oorzaak daarvan toegeschreven worden aan het bandelooze leven dier soldaten en het overmatig gebruik van sterken drank. Te Beek heeft Dingsdag avond in het dal bij den Musschenberg het onwedftr het leven gekost aan den arbeider Kerstendie geheel ontkleed gevonden is, terwijl zijn lijk koolzwart was; hij laat eene weduwe na met 3 kinderen. Baal, die met Kersten werkzaam was, om koorn in schoven te zetten, verloor een zijner broekspijpen en ontving brandwonden aan zijn been. Te Barsingerhorn brak Woensdag avond een hevige brand uit in den houtzaagmolen van den heer D. Spaans. Daar .het bovengedeelte van den molen het eerst in vlammen stond, vermoedt men dat de as heetgeloopen is. De brandspuit van het dorp was onklaar, en kon geen dienst bewijzen, maar die van Schagen Haringbuizen en Kolhom waren spoedig op de plaats van het onheil aanwezig. De molen met een voorraad hout en een gedeelte der schuur zijn een prooi der vlammen geworden: maar de nabijgelegen arbeiderswoningen zijn behouden. Te Middelburg heeft zich eene feestcommissie gevormd, ten einde bij (le plegtige opening van het kanaal te Vlissingen Z. M. den koning, ook uit die gemeente, van de belangstelling in dat groote werk te doen blijken en tevens een bewijs van erkentelijkheid te geven aan de regering, die bij het ontwerpen dier plannen de belangen van Middelburg is indachtig geweest. Zij vraagt de noodige bijdragen omniet een rijk versierde stoomboot, waarop zich deputatie» uit de vereenigingen van handel, zeevaart, nijverheid en landbouw, tegelijk met eene vertegenwoordiging uit de burgerij, zullen moeten bevinden, op dien feestdag een bezoek te brengen aan Vlissingen en zoo mogelijk deel te nemen aan het koninklijk geleide, om, in overleg met de feestcommissie aldaar, eene geschikte ligplaats te bekomen en door illu minatie en vuurwerk deel te nemen aan de algemeene feestvreugde. 's GRAVENHAGE 2 Augustus. Z. M heeft het grootkruis van den Nederl. Leeuw geschonken aan den afgetreden Franschen gezant bij het Nederlandsche hof, markies de Gabriac. Aan den heer C. Ramperli, oud-consul der Nederlanden te Milaan, thans wonende te Amsterdam, is vergunning verleend tot het aannemen van het ridderkruis der Kroonorde, hem door den koning van Italië geschonken. Door Z. M. zijn benoemd: tot president der arrond.-regtbank te Haar lem de heer mr. J. J. Enschedé, thans regter in diereglbank; tot substituut griffier bij de arrond.-regtbank te Zwolle de heer mr. A. C. de Raaydt, thans griffier bij het kantongeregt te Woerden; tot griffier bij het kanton- gcregt te Woerden de heer mr. H. M. de Wendtthans griffier bij het kan tongeregt te Beetsterzwaag; en tot notaris te Zaandam de heer B. J. ten Cate, cand.-notaris te Haarlem. Z. M. heeft benoemd tot ontvanger der registratie voor de burgerlijke akten n°. 1 te Amsterdam, den heer J. H. Knipscheer, thans in denzelfden rang n°. 3 aldaar; le Oosterhout, den heer H. Kayser, thans te Gulpen; te Meppel, den heer C. Th. Montijn, thans te Druten; te Sittard, den heer F. van Dalsen Fontein, thans te Gennep; te Gennep, den heer F. Harting. thans surnumerair. Tot ontvanger der directe belastingen te Dordrecht is benoemd de heer S. Sinnema. Z. M. heeft den heer C. C. W. van Riemsdijk eervol ontslag verleend als ontvanger der directe belastingen te Naarden. Z. M. de koning heeft met ingang van 1 Januarij 1874 de jaarwedde van den commissaris van politie te Arnhem verhoogd met ƒ600 en alzoo vastgesteld op ƒ2000. Bij kerkvoogden der Ncd. herv. gemeente alhier is nog voor de ver schillende werken in de kerken ontvangen eene inschrijving van Z. K. H. prins Frederik, ten bedrage van ƒ1000. Vrijdag-avond a. s. zal op het groot stedelijk badhuis te Scheveningen een groot vuurwerk worden afgestoken. Het is te hopen dat vóór dien tijd -op eene doeltreffende wijze een einde kome aan het incident, dat zich heeft opgedaan van de slaking der dienst van de Tramway. Reeds gevoelt men het ongerief daarvan. In de laatste vier weken hebben zich klaglen over de dienst voorgedaan, zooals 't gaal enkele gegrond, doch Me meeste naar 't schijnt overdreven. Bij het toenemen van dieklagten, zagen Burgemeester en Wethouders zich genoodzaakt aan de directie aanschrijving le rigten. waarbij zij in 't algemeen op de bestaande voorschriften op het rijden en iu 't bijzonder op het art. der politie-verordening tégen het mishandelen van dieren wezen. De directie moet zich daarop verantwoord hebben."" Klagten over mishandeling van paarden vermenigvuldigden zich. waarschijnlijk omdat sommigen zich bij de tropische hitte van vóór eenige dagen het lot der paarden zeer aantrokken; hetgeen op zich zelf niet dan prijzenswaardig kan geheeten worden; maar de grief dat de koetsiers der maatschappij zich meer aan mishandeling van de paarden dan eenige andere schuldig maakten is moeijelijk te beslissen. 'Hoe het zijeen 25-tal processen-verbaal werden opgemaakt en de politie-maatregelen verscherpt. Den hoofdcommissaris van politic werd bij resolutie door Burg. en Weth. verzocht, het verbod van art. 129 der algemeene politie-verordening zonder oogluiking te doen toepassen, zoo dikwijls daartoe aanleiding is, wanneer bij liet aanzetten de te zwakke paarden worden mishandeldten gevolge waarvan den agenten bevolen werd, wanneer de paarden zooals 't heette «gedrukt" waren, het rijden daarmede feitelijk te beletten. Toen zich zoodanig geval nu eergisteren voordeed, span den de koetsiers hunne paarden af en plaatsten zich bij hunne wagens, af-

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leydse Courant | 1873 | | pagina 5