BIJVOEGSEL, behoorende tot de Leidsche Courant van Maandag 23 Junij 3373, V°. 345. BUITENLANDSCHË BEFUGTEN. Te Amsterdam zullen in de aanstaande week eenige kostbare verza melingen penningen en munten in het Odeon door den boekhandelaar G. Theod. Bom publiek worden verkocht. Eene veiling van dergelijken omvang heeft in ons land nog nooit plaats gehad en behoort tot de zeldzaamheden in Europa. De catalogi noemen 15,000 nummers of kavelingen in goud, zilver en andere metalen, welke een aanmerkelijk innerlijk kapitaal vertegenwoor digen. Doch veel onschatbaarder is die waarde, uithoofde van het aantal hoogst zeldzame of unieke exemplaren niet alleen, maar van geheele seriën, die moeijelijk zelfs in de meest complete kabinetten zóó te vinden zijn. Aan de catalogi is veel moeite besteed; zij getuigen van grondige studie. De verzamelaars waren de hgeren L. C. Luzac, F. de Haan, baron d'Isendoorn a Blois van den Kannenburg en prof. H. C. Millies. (Hbl.) Omtrent den brand in het schip Eliza and Alice deelt men aan het N. v.di D. nog de volgende bijzonderheden mede. Tegen 10 ure rook de 1« stuurman, die in gijn kooi lag, brandlucht. Haastig stond hij op, ver brak de zegels van het propdek, waarna hij een luik van het tusschendek opende. Rook en vlammen vlogen hem hier te gemoet en plotseling zag hij zich den terugweg afgesneden. Hij spoedde zich nu naar een ander luik van het propdek, doch kon het niet openkrijgen. Gelukkig werden zijne angstkreten gehoord en aan den tweeden stuurman gelukte het hem te reddenhoewel reeds met verschillende brandwonden bedekt. De kapi tein kwam ten half elf aan boord en was reeds toen niet meer in staat iets van zijne papieren of bezittingen te redden. Hij stond met den stuurman op het groote luik, toen dit plotseling in de lucht vloog en de beide mannen kwamen in het] dok teregt, waaruit zij echter spoedig met een bootje werden gered. Toen men tegen 12 uur zag, dat het schip niet meer te redden was, hakte men er gaten in, ten einde het te doen zinken, doch de diepte was onvoldoende, het verschil bedroeg slechts 1% voet, zoodat het bovengedeelte bleef branden. Toch is een gedeelte der lading, die onder water kwam, behouden gebleven. Het schip was slechts gedeeltelijk, van de lading en de goederen van den kapitein was niets verzekerd. De stuurman ligt ten gevolge der bekomen brandwonden in het gasthuis. Voor het prov. geregtshof in Noordholland stond in deze week teregt Jan van Woudenberg, oud 34 jaren, zonder beroep, geboren en laatst ver blijf houdende te Hilversum, beschuldigd van moedwillige brandstichting in een gebouw, zonder dat daarvan gevaar voor menschenlevens te voorzien was. Acht getuigen werden in deze gehoord. Zij bevestigden voor het mee- rendcel de bekentenis des beschuldigden, dat hij, bij afwezigheid zijner moe der, met een lucifer, die hij op tafel vond, moedwillig het stroo in de bed stede dier moeder in brand had gestoken, en wel nadat deze des morgens te 7 uren hare woning had verlaten. Als aanleiding tot die daad gaf hij op dat zijn moeder hem, toen hij, na langen tijd afwezig te zijn, op den avond van den daaraan voorafgaanden dag, zijnde 16 April 11., weder aldaar aan kwam, geweigerd had ander eten te geven dan karnemelk, bewerende niets anders in huis te hebben. Den daarop volgenden morgen zou zjjne moeder, die hem wegens vroegere veroordeelingen tot diefstal, o. a. een voor 3 jaren, ten nadeele zjjner zuster, niet vertrouwde, kleederen bij een buurvrouw heb ben willen brengen. Ook daarover zou een geschil gerezen zijn. De advocaat- generaal oordeeldedat zulk een snood bedrijf een ernstige straf verdiende, al was ook de brand spoedig ontdekt en in de begiuselen gestuit. Hij re- quireerde tegen hem een veroordeeling tot een tuchthuisstraf van 6 jaren. De verdediger, mr. L. H. Kuhn Jr.wees op verzachtende omstandigheden. Het hof veroordeelde den beschuldigde tot een tuchthuisstraf van 5 jaren. Door den gemeenteraad van Utrecht is besloten tot het aangaan eener geldleening van ƒ600,000, welke gelden hoofdzakelijk moeten dienen voor openbare werken. Aan den aftredenden hoogleeraar J. A. C. Rovers, te Utrecht, die ge durende bijna 47 jaren achtereenvolgens te Franeker, Groningen en Utrecht het hoogleeraarsambt heeft bekleed, is namens zijne leerlingen en oud-leer lingen als aandenken aangeboden eene medaille in goud, zilver en brons met toepasselijk opschrift. Op de Donderdag 11. te Meppel gehouden eerste grootë wolmarkt bedroeg de aanvoer p. m. 7000 kilo, die in ordinaire soorten tegen 55 a 60 ct. per half kilo gretige koopers vond. Puike qualileit werd verhandeld tegen 70 a 80 ct. per half kilo. Er was een groot aantal kooplieden, ook uit den vreemde; de handel was goed geanimeerd, bij gragen kooplust. Over het geheel meende men evenwel, dat de prijzen lager waren dan vorige jaren. Aanst. weck wordt de groote jaarlijksche wollen-Donderdag gehoudenwaarop de aanvoer in den regel nog belangrijker is. Nabij Meppelop de buitenplaats «Voorwijk", staatnaar aan Semper- virens wordt medegedeeld, een Rhododendron ponticum, die eene hoogte heeft van 15 voet en een omtrek van 89 voet. Die plant, zuiver kogel rond, was in Junij met duizenden bloemen bedekt. Een bewijs dat er in het schaars bezochte, weinig gekende Drenthe ook wel wat schoons op dit gebied te vinden is. Men meldt uit Leeuwarden: De vooruitzigten voor den landbouwenden stand zijn in de laatste dagen steeds gunstiger gewerden. Eerst de regen en later de warmte hebben de groeikracht der te velde staande gewassen zoozeer bevorderd, dat zij voor het meerendeel thans goede uitkomsten be loven. Dit is mede het geval met de gras- en hooilanden. De hooi winning heeft reeds een aanvang genomen en mogl er niet zoo veel worden inge haald als ten vorigen jare, de oogst zal ongetwijfeld ook nu overvloedig zjjn. Wat de weiden betreft, deze leveren voor het vee ook een voldoend voedsel op. Met de bouwgronden is het ook zeer goed gesteld; alle vruch ten staan bijna zonder uitzondering gunstig. De aardappelen, die in deze provincie in zoo groote menigte worden verbouwd, worden in het bij zonder (door het schoone weder gebaat. De vruclitboomen echter staan niet naar wensch. Dat wegens de gunstige omstandigheden ook het zoogenaamde onkruid eene belangrijke plaats onder de gewassen inneemt, laat zich verklaren. Vooral moet dit het geval zijn op de vlas- en cichorei-landendie in de ten noorden van deze plaats aan de zee gelegen gemeenten, zoo ook in de Dok kumerwouden, zoo menigvuldig worden aangetroffen. Met het wieden de zer gronden wordt dan tegenwoordig ook menige stuiver verdiend en wordt daaraan, zoowel door mannen, vrouwen als kinderen, soms door geheele huisgezinnen, met den meesten ijver deelgenomen. Het is echter te betreu ren, dat de jeugd wederom in zoo grootën getale tot veldarbeid wordt ge bezigd en daardoor het bezoek van de scholen zoo zeer ten achteren staat. De prijs der boter aan de waag alhier was: le soort ƒ46.50, 2' soort 39.50, per ton. 's GRAVENHAGE21 Junij. Door Z. M. is de vorst van Goa, op Celebes, J. Koemala, benoemd tot ridder der orde van den Nederlandschen Leeuw. Voorts zijn benoemd tot ridder der orde van den Nederl. Leenw: in Nederl. Indië: de resident van Kediri C. Bosscher: de hoofdinspecteur der cultures J. P. Zoetelief; de hoofd ingenieur, chef der geographische dienst, dr. J. A. C. Oudemans; de heer J. A. Krajenbrink, vroeger ingenieur van .den waterstaat daar te lande, thans landhuurder iu de residentie Krawang en lid der kamer van koop handel en nijverheid te Batavia; en de heer S. van Hulstyn, super-intendent der Nederl. Indische stoomvaartmaatschappij; in Suriname: de administrateur van financiën in de kolonie J. A. T. Cohen Stuart; terwijl tot ridder der zelfde orde, bij het leger in Nederl. Indië, zijn benoemd: de onder-intendant 1" kl. (majoor) F. J. D. Noordhoek Hegt; de luit.-kolonel der artillerie C. H. A. Raedt van Oldenbarneveld, thans met verlof hier te lande; en de luit.- kolonel der infanterie K. F. Schultze. Door Z. M. is aan den heer J. F. R. S. van den Bossche, gepens. lid in den raad van Nederl. Indië, te Duizel, verlof verleend tot het aannemen der decoratie van ridder 3e kl. der Pruissische orde van de Kroon, met het Roode Kruis, hem door den Duitschen keizer, koning van Pruissen, geschonken. Z. K. H. prins Hendrik heeft zich heden morgen naar Rotterdam begeven, van waar Z. K. H. heden avond ten 10 ure hier ter stede zal terugkeereh. Het provinciaal geregtshof in Zuidholland behandelde heden in hooger beroep de zaak van den Leidschen koffij huishouder W. d. H., die bij vonnis der arrond. regtbank te 's Hage den 8 Mei jl. is veroordeeld tot een half jaar eenzame opsluiliug en eene boete van ƒ25 ter zake van opligting. Bekl. had op naam van zijn schoonvader voor 169.57% aan tapijtgoed gekocht en dat goed ten zijnen voordeele gebruikt. Daar de bekl. thans in appel niet was verschenen zoo werd tegen hem verstek verleend. Adv.-gcn. mr. Terpstra requireerde tot vernietiging van het vonnis voor zooveel den vorm daarvan betreft, maar oordeelde tevens dal dezelfde straf, als door den regter a quo was uitgesprokenook door den hoogeren regter moest worden opgelegd. Het hof zal aanstaanden Vrijdag uitspraak doen. ENGELAND. LONDEN20 Junij. Het lagerhuis heeft met 205 tegen 91 stemmen de tweede lezing ge weigerd van een door den heer Fawcctt ingediend wetsvoorstel, dat bijna jaarlijks in het huis aanhangig is, strekkende namelijk om de wettelijke kosten der parlementsverkiezingen te doen betalen uit de plaatselijke be lastingen, in plaats van door de candidaten. De regering heeft ditmaal het voorstel, ofschoon zij zich daarmede in beginsel volkomen vereenigde, be streden als ontijdig op een oogenblik, nu een regerings-ontwerp aanhangig is, hetwelk strekt om de geheele inrigting der plaatselijke belastingen te hervormen. De ontvangst van den schach van Perzië hier te lande is zeer luister-- rijk gèweest. Twee zonen van de koningin, de hertog van Edinburgh en prins Arthur, met lord Granville, den Perzischen gezant enz., stonden op het havenhoofd den schach op te wachten. Zoodra de Vigilant aan'den wal lag, stapten zij aan boord, en met ontblooten hoofde begroette de her- log van Edinburgh den hoogen gast. Aan land gestapt ging de schach over hel met tapijten belegde havenhoofd naar zijn salon-rijtuig. Met hem namen daarin de beide prinsende lords Granville en Sydney en eep paar Perzische ministers plaats. Voordat de trein afreedoverhandigde de mayor van Dover in het station den schach een welkomsadres, waarop Z. M. jnet behulp van een tolk kortelijk antwoordde, zijn dank betuigende voor de hartelijke ont vangst, en ook met een enkel woord gewag makend van de langdurige vriendschappelijke betrekkingen tusschen Perzië en Engeland, en van de ge lijkheid van beider belangen in het oosten. Het station van Charing-cross was door bloemen en guirlandes in een tuin herschapen. De prins van Wales wachtte op het perron den hoogen gast af en eene talrijke menigte verdrong zich aldaar. De schach en de prins namen in een open rijtuig plaats en reden naar Buckingham palace. De straten waren opgepropt met menschen, en overal werd een oorverdoovend gejuich aangeheven bij hel I zien van den met edelgesteenten als bezaaiden monarch: In het paleis heeft men een telegraphischen toestel aangebragt, waardoor de schach in directe gemeenschap kan verkeeren met zrjne hoofdstad Teheran. De dagbladen komen vrij algemeen op tegen het voornemen om den heer Ranc, voor zijne deelneming aan de handelingen der Parijsche com mune, thans nog ter verantwoording te roepen; zij waarschuwen ten ern- stigste tegen een maatregel, welke niet anders dan als eene daad van wraak oefening zou kunnen beschouwd worden.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leydse Courant | 1873 | | pagina 5