BUITENLAiNDSClIE I3EUIGTEN. groolen staf: tot majoor, V. Ms. adjudant in buitengewone dienst, de kapi tein J. Roosmale Nepveu, van dien staf; bij bet wapen der infanterie: bij den staf, lot kommandant der 2e divisie infanterie, tevens belast met het bevel in de 4e militaire afdeeling (Noordholland en Utrecht), de generaal- majoor A. YV. P. Weitzel, bevelhebber in de tegenwoordige 4e militaire af deeling, wordende hij van deze zijne functien op de meest eervolle wijze ontheven; lot kommandant der 3C divisie infanterie, tevens belast met het bevel in de 2e militaire afdeeling (Noordbrabant, beoosten de Donge en be noorden den Araer, en Limburg), Zr. M'. adjudant, de generaal-majoor A. E. Mansveldt, van den grooten staf, wordende bij tevens benoemd tot Zr. Ms. adjudant in buitengewone dienst; lot kommandant der lc divisie infanterie, tevens belast met het bevel in de 1« militaire afdeeling (Zuidholland, Zee land en Noordbrabant, bewesten de Donge en bezuiden den Amer), de ge neraal-majoor P. G. J. van der Schrieck, bevelhebber in de tegenwoordige 2' militaire afdeeling. wordende hij van deze zijne functien op de meest eervolle wijze ontheven; tot generaal-majoor, kommandant der 4' divisie infanterie, levens belast^ met het bevel in de 3" militaire aldeeling (Gelder land, Overijssel, Friesland, Groningen en Drenthe), de kolonel YV. F. Le Mailre, kommandant van het reg. grenadiers en jagers; bij het rcg. grena diers en jagers, tot kommandant van het corps de luit.-kolonel S. L. J. Queysen, van het corps; tot luit.-kolcnelde majoor E. J. van Bel, mede van het corps; bij het 2e reg., tot kapitein 3e kl.de 1' luilt. E. libelants, van liet reg. grenadiers en jagers, en J. R. Kcuchenius, van het corps; bij het 4e reg., lot kapitein 3' kl., de le luit. N. W. Hofstede, van het reg. grenadiers en .lagers; bij het 5' reg., tot kapitein 3C kl.de 1' luitt. J. II. Boerrigter en E. B. 11. Frackers, beiden van het reg. grenadiers en jagers; bij het 7e reg., tot majoor, de kapitein M. J. Nolthenius de Man, van den -generalen staf; tot kapitein 3e kl., de le luit. W. A. J. van der Hurk, van het reg. grenadiers en jagersbij het algemeen depót van disciplinetot luit.-kolonel, de majoor G. B. C. Stoop, kommandant van het corps; bij het wapen der artillerie: bij den stal, tot kommandant van destelling van Amsterdam, de generaal-majoor F. A. T. Delprat, van dien staf, belast met het toezigt over de torpedo-dienst; wordende hij van dat toezigt op de meest eervolle wijze ontheven; lot kommandant in de Nieuwe Hollandsche waterlinie, benoorden de Lek, de kolonel F. van Exler, thans kommandant van hel 2' reg. vesting-artillerie; tot inspecteur van het wapen, de kolonel E, J. Jacobs, thans kommandant van het le reg. vesting-artillerie; tot ko lonel, kommandant in de stelling van Helder, de luit.-kolonel YV. M. Camp, thans kommandant van het corps pontonniers; lot kommandant in de stel ling van het Haringvliet, de monden van de Maas en van het Hollandsche Diep en het Volkerak, de luit.-kolonel H. Onnen, van het 2e reg. vesting artillerie; tot chef van het bureau /'materieel der artillerie" bij het dep. van oorlog, de majoor J. 11. Kretzer, van het le reg. vesting-artillerie; tol majoor, toegevoegd aan den inspecteur van het wapen, den kapitein C. G. C. F. Ising, van het 3S reg. vesting-artillerie; tot majoor, de kapitein 11. A. W. Sluiter, van dien staf. directeur van 's rijks gieterij van bronzen ge schut; bij het reg. veld-arlillerie, tot luit.-kolonel, de majoor J. C. vanGheel Roëll. van het corps; tot majoor, de kapitein J. J. C. baron Taets van Amerongenvan het reg. rijdende artillerie; bij het le reg. vesting-artillerie, tot kommandant van het corps, de kolonel J. P. W. van Catlenburch, van den staf, chef van het bureau //materieel der artillerie" bij het dep. van oorlog: tol majoor, de kapitein 11. A. Frantzmann. van het 3e reg. vesting artillerie; lot kapitein 3® kl., de l' luit. J. Sluiter, van het corps; tot len luit., de 2luitt. P. J. Margry en A. 1). baron van Verschuer, beiden van het corps; bij het 2e reg. vesting-artillerie, tol kommandant van bet corps, de luit.-kolonel K. II. vjn Diepenbrugge, van het reg. veld-artillcrie; tot luit.-kolonel, de majoor jhr. YV. U. C. ridder van Rappard, mede van Wet reg. veld-arlillerie; tot kapitein 3e kl., de le luitt. J. Meijers en II. G. A. A. YVitte Eechout, beiden van het corps; tot ltD luit de 2e lüitt. J. D. N. de Fremery en A. YV. Kattenbusch, beiden van het corps; bij het 3' reg. ves ting-artillerie. tot kapitein 3C kl.de le luit. A. llarrebomée, van het 2e reg. vesting-artillerie; tot leD luit., de 2* luit. J. A. K. van Hasselt, van het corps; bij het corps pontonniers, tot luit.-kolonel. kommandant van het corps, de majoor K. A. YYimmer, van den staf; bij het corps ingenieurs, mineurs en sappcurs lol generaal-majoor, de kolonel S II. Mossel, van het corps; tot kolonel en kommandant in de Nieuwe Hollandsche waterlinie, bezuiden de Lek, de luit.-kolonel H. J. Enderlein, van den generalen staf, thans directeur der militaire verkenningen; lot len luit., de 2e luitt. H. F. YY'. DekkingJ. L. Picrson en C. YV. van de Kasteele, allen van het corps. Voorts zijn in hunnen rang overgeplaatst bij het reg. grenadiers en jagers, de majoor H. E. J. Ileymans, van het 7e, en de kapiteins P. J. Straatman en F. L. Carré, respeclivelijk van het 7e en het 8e reg. infanterie. Aan den officier van administratie 2C kl. YV. F. G. L. Faubel is tijdelijk opgedragen de betrekking van administrateur bij het hospitaal der marine te YVillemsoord, met intrekking van de opdragt vroeger gedaan aan den gepens. officier van administratie le kl. B. L. van Daalen YY'elters. Tot commies bij het bureau van den inspecteur van de geneeskundige dienst der iandmagt is benoemd de adjunct-commies L. J. L. Dozy. -- Door den minister van koloniën is A. Coomans gesteld ter beschikking van den gouverneur-generaal van Ned.-Indië. om te worden geplaatst als ondcropziener 2e kl. over den timmermanswinkel en de houtzagerij bij den artillerie-constructiewinkel te Soerabaija. De heugelijke verjaardag van 11. M. de koningin is heden met veel plegligheid in deze residentie gevierd, 's Lands vlag wapperde van vele openbare en bijzondere gebouwen. Het klokkenspel deed zich den ganschen dag bij afwisseling hooren. Door het garnizoen werd in de Maliebaan ecne luisterrijke parade gehouden. Op het Huis ten Bosch had des voormiddags receptie en des namiddags familie-diner plaats. Ook voor de gestichten van liefdadigheid, die de beschermende hand der edele koningin dikwerf onder vinden, is de I7e Junij steeds een vreugdedag. Groote toebereidselen wor den er gemaakt voor de verlichting van het 's Gravenhaagsche Bosch op heden avond, die, zoo het fraaije weder blijlt aanhouden, allerprachtigst belooft tc zijn. Het getal vreemdelingen, dal zich heden in de residentie bevond, is onnoemelijk en geen wonder, want uit vele voorname plaatsen des lands, waren voor den dag van heden extra-volkstreinen vertrokken. Ruim half negen ure heden ochtend arriveerde met den Rijnspoorweg alhier een vol- bezelte trein uit Amsterdam, Nieuwersluis en YVoerdcn, die heden avond de bezoekers wederom huiswaarts zal voeren. Omstreeks half tien ure bragt een extra-trein een groot aantal personen uit Eindhoven, Boxtel, Breda en 's Bosch, ruim een half uur later gevolgd door een cxtra-volkslrein komende uit Almelo, Enschede, Hengelo, Deventer en Zutphen. De trein uit Arnhem en Utrecht bevatte ongeveer 3000 passagiers. Even twaalf uur stoomde de locomotief met een lange reeks van wagens. 30 in getal, opgepropt met personen, het stationsgebouw binnen. Het waren zij Oie zich heden nacht te Groningen, Leeuwarden op spoor halden begeven. Deze lange trein had ook bij de stations Meppel en Zwolle passagiers opgenomen. Dij de beraadslagingen in de eerste kamer op gisteren over het crediet tot voortzetting van den oorloog legen Atchin. heelt de minister van koloniën verklaard dat de regering bezwaar moest maken tegen de door sommigen verlangde overlegging van bescheiden betredende de aanleiding tot den oorlog; zij wenschle zicli in het belang des lands le onthouden van eene toezegging dienaangaande te doen. Uit al de reeds openbaar gemaakte bijzonderheden intusschen, die de minister in herinnering bragt. bleek voldoende dat de oorlog volkomen was geregtvaardigd, en dé kamer was zijns inziens behoorlijk ingelicht om een oordeel over de oorlogsver klaring uit te spreken. Hij scheidde daarvan echter af elk oordeel over het tijdstip waarop de strijd was begonnen, en over het bestuur der krijgs- verrigtingen zelve; bestrijden moest hij echter de bewering dat, hoewel een échec was geleden, de Nederlandsche vlag zou zijn bezoedeld. Ofschoon over het bestuur en de redenen lot staking der expeditie ruimte lot twijfel overbleef, zou hij zich echter wachten daarover uitspraak le doenvoor dat het ingestelde onderzoek was afgeloopcn. Voorts wedersprak hij het verwijt dat de benoodigde krijgsmiddelen niet aanwezig" of niet spoedig genoeg aangevoerd zouden zijn geweest; mogt aan de aanvulling der marine, waarvoor de minister van koloniën en de minister van marine verantwoordelijk waren, iels ontbroken hebben, dan moest die omstandig heid voor rekening komen van de Indische regering of van den chef der marine, die verzuimd hadden de noodige aanvragen te doen. Intusschen waren door hem, zoodra hij aan het bewind was gekomen, nog vóór dat aan verwikkeling met Atchin werd gedacht, buitengewone credilen lol herstel van het ontbrekende in dit opzigt. even als ten behoeve der artillerie aangevraagd. Maar noch over de sterkte der expeditie, noch over hel tijdstip van afzendingnoch over de w ijze van opereren waren van hier voorschriften gezonden, aangezien dat alles tot de taak der Indische rege ring behoorde. De minister van marine deed uitkomen dat de marine in dezen strijd hare taak met lof had volvoerd, en zich uitstekend had gedragen; hetgeen het geval niet had kunnen zijn, indien zij in ecnen toestandzoo hoogst gebrekkig als die was afgeschilderdhad verkeerd. De minister van buitenlandsche zaken gaf fe kennen in antwoord op eene gedane vraag, dat hem van inmenging van de zijde der Turksche regering in de zaken van Atchin niets bekend was. De commissie lot het afnemen der examina voor ambtenaren bij de burgerlijke dienst in Ned. Indië heeft gisteren alhier hare eerste bijeen komst gehouden, waarin de examens zijn aangevangen. Het aantal candi- daten bedraagt 5G. De uitslag zal eerst later worden publick gemaakt. -- Een tweeden luitenant bij hel 0. I. leger, die hier ter stede met verlof aanwezig is en gedurende eenigen tijd in een der hotels zijn intrek heeft genomen, is gisteren "avond een treffend ongeluk overkomen. Op zijne kamer een revolver naziende, ging plotseling een schot af, waardoor de officier door een kogel in het hoofd werd getroffen. Ten gevolge van de spoedige geneeskundige hulp is het gelukt den kogel te verwijderen. De gewonde bevindt zich echter niet buiten gevaar. BELG1E. De Schach van Perzië bevindt zich thans lc Brussel. Tijdens zijn verblijf le Spa heeft aldaar eene illuminatie te zijner eer plaats gehaddie zijne aan dacht bijzonder heeft gelrokken, vooral de prachtige electrische verlichting van de groote fontein. Hij heeft een rijtoer door de omstreken der bad plaats gemaakt en een rid te paard afgelegd, waarbij hij alleen door den burgemeester en een der Perzische hofbeambten begeleid werd. FRANKRIJK. Zaturdag heeft in de afdeelingen van de nationale vergadering de be noeming plaats gehad van de leden der commissie van rapporteurs over de aanvrage lot het in staat van beschuldiging stellen van den heer Ranc. Y7an de 15 gekozenen hebben 13 in de aan de stemming voorafgaande discussie zich voor het verleenen der gevraagde raagliging, één, de heer Pclletan, daartegen verklaard, terwijl het vijftiende lid der commissie de meening verdedigde dat er eerst inlichtingen aan de regering behoorden gevraagd te worden aangaande de redenen, waarom die aanvrage eerst thans geschiedde en niet reeds vroeger had plaats gehad. Volgens de Siècle heeft de vervolging van den heer Ranc geen ander doel dan om de hh. Thiers en Dufaure in de openbare meening te brand merken. De beruchte circulaire van den minister van buitenlandsche zaken betreffende de dagbladen heeft ook in de departementen groote verontwaar diging opgewekt. Alleen de gedachte dat men haar omkoopbaar acht, heelt de pers woedend gemaakt. De heer Belle, franscli gezant le Teheran, is le Parijs aangekomen. Die diplomaat is door de regering herwaarts ontboden om den schach ge durende zijn verblijf in Frankrijk tot geleider te verstrekken. DVIT§CHLAND. De bondsraad heeft het ontwerp van wet tot invoering der Duiische rijksconstitutie in EIzas-Lotharingen onveranderd goedgekeurd en besloten het terstond aan den rijdsdag le verzenden. Op advies van den Duitschen consul-generaal heeft de onderkoning van Egypte besloten, eene expeditie naar de Libysehe woestijn te zenden en ue kosten voor zijne rekening te nemen. Zij zal onder leiding staan van Ger hard Rohlfs, van wien het denkbeeld was uitgegaan en die in zijn plan werd ondersteund door Bastiaan, Petermann en andere Duiische geographen. Eenige geleerden hebben zich aangeboden om Rohlfs te vergezellen en de onderkoning zal zorgen voor een militair escorte te hunner bescherming. De togl, die in het begin van 1874 zal aanvangen en ruim drie maanden zal duren, heeft ten doel het doen van nasporingen en waarnemingen in het onbekend gedeelte der woestijn ten westen van Egyple. Blijkens officieel berigt omtrent de runderpest zijn de maatregelen, legen de verspreiding dezer ziekte langs de Ooslenrijksch-llonaaarsche gren zen nog grootendeels in werking. De maatregelen langs de Fransehe gren zen zijn buiten werking gesteld, omdat er geen noodzakelijkheid meer be stond om ze te handhaven. Naar men uit lvonslantinopel aan de Neve Freie Prcsse meldt worden de gezant van den Sultan van Atchin en die van den Emir van Kaschgar bij de Porie met beleefdheden overladen, maar is het bun geen van beiden gelukt, den Sultan te bewegen zich te mengen in de politieke aangele genheden hunner vorsten. In zijne hoedanigheid van Khalif verleent de Sulian aan die stalen godsdienstige bescherming, maar verder kan hij niet gaan.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leydse Courant | 1873 | | pagina 3