daarna liet zy zich zelf er uil vallen. Hel kind kwam-, bijna naakt, goed op het kleed leregt, dal de eerste helpers gestrekt hielden. Zij zelve stuitte op een spionspiegelije der verdieping beneden hare woning en daarna op het uithangbord van den bakker depot-houder, brak twee ribben en bekwam eenige hoofdwondenwelke laatste echter niet van belang moeten zijn. Door den zwaren schokwelken de vrouw op het kleed gaf, braken een der mannen, die hel ophielden, vier vingers. De vrouw, nog onbewust van het lotdat haar man en hare twee oudste kinderen heeft getroffenmoet op weg van beterschap zijn. Verder is er ccne oude vrouwSweerman ge naamd, in de vlammen omgekomen. Deze oude vrouw had reeds een kind van hare betrekkingen uit de vlammen gered en wilde nog waarde redden; doch de vlammen waren haar te snel; haar lijk werd geheel verkoold gevonden. Te ISarnevcld heeft zich een militair-plaatsvervanger, die voor 2 jaren naar Indië dienst genomen had, door het overmatig gebruik van sterken drank den dood berokkend. Tc Harderwijk gekleed en van hel bedongen handgeld voorzien, vertrok hij per extra-rijtuig naar Achterveld en deed den tweeden Pinksterdag een uitstapje naar Barneveld, om zijn rem platan- len-bais" vaarwel te zeggen. Deze vond hem in zóó beschonken toestand, dal hij hem aanraadde zijn roes te gaan uitslapen. De soldaat gaf daaraan gehoor, doch de slaap gaf hem geen baat. Kort nadat hij weder was op- geslaan, blce' hij dood op zijn stoel. (IV. R. C.) Te Arnhem zijn sedert Zondag morgen vijf muziekanten, waaronder drie van de beste, van het muziekcorps van het 8e reg. infanterie verdwe- r.e.i. Twee waren gehuwd en hebben vrouw en kinderen achtergelaten. Zij zjjir gedeserteerd en vvclligt naar Weenen gegaan. Naar men uil Groningen meldt heeft het Z. M. den koning behaagd den heer mr. J. W. de Frcmery, majoor-kommandant.van de dd. schutterij aldaar, te benoemen lol officier der orde van de Eikenkroon. Uit het verslag van de commissie van rapporteurs van de tweede kamer der slalen-generaal over het ontwerp nopens de grondbelasting en bepaalde lijk over de herziening van de belastbare opbrengst der gebouwde eigendom men blijkt, dat de hoofdgedachte, waarvan bij hel zamenstcllen der tegen woordige voordrag! is uitgegaan, bij de meeste leden bijval vond. De daarbij voorgestelde herziening heeft uitsluitend ten doel om voor de gebouwde eigendommen onderling de verbrokenc onevenredigheid te herstellen tusschen het bedrag aan belasting en dat der belastbare opbrengst. Zij laat het totaal bedrag der belasting voor geheel het rjjk onveranderd, behoudens de ver meerdering of vermindering ten gevolge van het bijkomen of wegvallen van percelen te ontslaan. Na hare toepassing erlangt de belasting voor een nieuw tijdperk zuivere mate van fixiteit. Daar voorts de belastbare opbrengst voor het geheel hel rijk tot maatstaf zal strekken voor het aan te nemen belastingcijfcr, of liever daar de omslag zal plaats hebben in verhouding tot die gezamenlijke belastbare opbrengst, wordt aan het stelsel der provinciale quota's een einde gemaakt; een stelsel, dat, zooals de memorie van toelich ting zegt, reeds te lang onze belasting-wetgeving ontsiert. Intnsschen vond het denkbeeld, om het totaal bedrag der grondbelasting voor de gebouwde eigendommen voor een nieuw tijdperkdat 20 jaren kon duren, te bestendigen, uit verschillende oogpunten bestrijding. Andere leden zagen er wezenlijk bezwaar in, dat de herziening enkel zou strekken tot opheffing van onevenredigheden tusschen den aanslag van den ccnen eige naar tegenover den anderen, en dus uitsluitend de belastingschuldigen of een deel hunner bcvoordcelen. zonder dat de staat daarbij eenig regts- .'trecksch belang had. Tegen déze denkbeelden werd met kracht opgeko men. Door het volgen daarvan zou worden gereageerd tegen de wet van 1870, die codificatie van dc bestaande bepalingen op de grondbelasting heeft bedoeld, en in overeenstemming daarmede herziening der belastbare op brengst van de gebouwde eigendommen binnen een aangewezen tijdperk heeft voorgeschreven. Bij eene wet, die bloolvveg tol uitvoering van een bepaald artikel cener vroegere strekt, moest die vroegere niet ter zijde ge- schovui of op losse schroeven worden gesteld. Door eenige leden werd te dezer gelegenheid de herziening of evenredigmaking der belasting op de ongebouwde eigendommen ter sprake gebragt. De meeste leden meenden echter dat zells indien op goede gronden eenige verhooging der grondbe lasting van dc ongebouwde eigendommen kon worden voorgestaanwat men thans in het midden wilde laten, dc herziening dier belasting niet met die, hij de tegenwoordige wet bedoeld, moest worden gemengd. Bij dit aan roeren der belasting op de ongebouwde eigendommen werd in een paar der afdcelingen dc vraag geopperd, of liet niet meer rationeel zou zijn, dat dc belasting op de gebouwde eigendommen bij de eeistc werd ingesmolten. 'sGBAVENHAGE 5 Junij. Door Z. M. is vergunning verleend aan A. II. Knvper, mcd., cliir. et art. obst. doet. te 's Herlogenbosch, tot het dragen der versierselen van rid der der orde van liet Legioen van Eer, hem door den president der Fran- sche republiek geschonken, en aan den huzaar Ticsier, van het 4e reg. huzaren, tot liet dragen der Duitsehe herinnerings-mcdaillc voor het deel nemen aan de krijgsverrigtingeu tegen Frankrijk in 1870 en 1871, hem door drn koning van Penissen, keizer van Duitschland, geschonken. '/j. M. de koning-groothertog heeft tot ridder der orde van de Eiken kroon benoemd den heer ui'. E. A. Saiidbrink. secretaris van de plaatselijke leeslcommissie Ie Winschoten ter gelegenheid van 's konings bezoek aldaar. Door Z. M. zijn benoemd: tot bewaarder van de hypotheken, het ka daster enz. te 'sGravenhage dc heer m'. A. dc Wit, thans ontvanger der registratie voor de burgerlijke akten ii°. I te Amsterdam, en tot ontvanger der registratie en domeinen te Zaandam, de lieer C. ter Kuile, thans in die betrekking te Oosterhont. - Aan den lieer J. S. KaeniplF is. op zijn verzoek, eervol ontslag ver leend als plaatsvervangend kanlonregur te Zevenaar. Door Z. M. zijn hij hel wapen der infanterie van het leger in O. I. overgeplaatst de le luill. A. E. C. V. Boudewijns, van het 2e reg., en A. W. K. ter Beek, van het 5e reg. infanterie, en de 2e luitt. 11. V. Geerlings, van het 2' reg., en J. F. W. Beeks, van het Ge reg. infanterie. Voorts zijn bij het wapen der infanterie benoemd: tot 2CD luitenant, bij het le reg., de sergeanten II. Veen, van het 4e, II. G. Gerritsen en J. G. Alberli, van het 8e reg., R. W. Roelants. van het corps, en A. A. C. Dar ting, van het 4' reg.: de sei'gcanlen-tit. G. 11. Krullvan het corps, P. II. T. Lucassen, van het reg. grenadiers en jagers, en S. J. Cochius, van het 3e reg.; en eindelijk de sergeanten A. E. Sliemens, van het corps, L. T. C. J. Riebcr. van het 2', J. A. W. Luppes, van het 4e reg., en J. G. Hil- brink, van het corps; bij het 2' reg., de sergeanten F. Tonnet, van het corps, en P. A. IL F. Tergau, van het le reg.; de sergeanten-tit. W. G. L. van Tengnagcl de Raad, van het corps; de sergeanten P. Corver, van het 7', cn J. C. 11. Ehrcnburg. van het 4e reg., benevens M. C. D. van Vooren, van het corps; de sergeanten-tit. C. E. Nijst, mede van het corps, en G. llicbendaal, van het Ge reg.; de sergeant G. W. Mossel, van het reg. grena diers en jagers; de sergeant-tit. J. F. Mansfeldt en de sergeant T. Rutgers van der Loelf, beiden van het 4C reg.; de sergeant G. J. lloogenhuyze, van het 8e reg.; en de fourrier II. II. L. Kuilman, van het corps; bij hel 3" reg., de sergeant-tit. J. W. de Groot, van het 5', en de sergeant R. K. de Jong, van het 4'; de sergeanten L. A. de Jong van Lier, van het inslructie- bataillon. en P. Brouwer, van het corps; de sergeant-tit. F. E. H. Liebert en de sergeant W'. F. Bonga, beiden van het G« reg.; de sergeaiit-tit. jhr. A. H. M. M. van Pabst van Bingerden, van het 2' reg.; de sergeant J. II. Leedegang, van het cirps; de sergeant-majoor J. J. Bos, mede van het corps; en de fortificatie-opzigter 3' kl. II. C. Consemulder, van het corps ingenieurs, mineurs en sappcurs; bij het 4e reg., de sergeanten K. G. van der Mandele, van het 5e reg., en J. F. Breijer, van het instruclie-bataillon; de sergeant-tit. D. J. Ileinsius, van het corps, en de sergeant J. L. Furnée, van het instructie-bataillon; bij het 5' reg., de sergeant-tit. A. II. Kalis, van het corps; de sergeanten W. P. Wetselaar, van het instruclie-bataillon, en F. A. J. Schrötcr, benevens B. Gordinou de Gouberville, beiden van het corps; dc sergeanten-tit. W. 11. Ort cn J. F. T. Vccren, beiden mede van het corps; de sergeanten C. F. van der Ilofl, van hel 4e, F. J. Engelen burg, van het 6e. L. C. Grotendorst, van het 7C, A. R. B. Opstelten, van liet 4.*, D M. van Leeuwen, van bet 8e, en B. A. van Helden Tucker, van het 6e reg.; de sergeanten J. Vos en J. B. Scheek, beiden van het reg. grenadiers en jagers; de sergeanten F. T. M. van Dolleman, van het corps, D. W. Binkhorst, van het 2' reg., en J. D. Klaascn, van het corps; bij het 6e reg., de sergeanten J. T. Oosterman, van liet 8e reg., en W. R. II. Wak ker, van het instructie-bataillon; bij het 7« reg., de sergeant G. J. L. Schul- ler, van het 8e, cn de sergeant-lit. II. II. E. baron van Voorst lot Voorst, van .het 3e reg.; de sergeanten H. C. Moorrecs cn F. W. G. Nieuw land, beiden van het instructie-bataillon, en de sergeant A. G. Wcsterouen van Meeleren, van het reg. grenadiers en jagers; bij hel 8ereg., de sergeant-tit. J. A. II. Jockin, van het le reg., de sergeant B. W. Mensing, van het 4e, Ij'eg,de sergeanten-tit. S. A. N. van Overveldt, van het 7", J. 11. Kok, .van het 1«, en H. Vreede, van het 6e reg., benevens J. C. P. Mossel cn ,C. F. Ouwerling, beiden van het corps; voorts de sergeant C. A. Engelbregt, van het reg. grenadiers en jagers, en de sergeant-tit. F. T. Potter, van het 2' reg. i Gisteren overleed alhier, op 57-jarigcn leeftijd, de lieer J. A. Kool, Jioofd-ingeuieur bij den aanleg van staatsspoorwegen. De heer Kool trad yeeds op zeer jeugdigen leeftijd in militaire dienst, zoodat hij, hoewel slechts 57 jaren oud. hel Metalen Kruis voor den liendaagschen veldtogt bezat. Hij was eerst officier der genie, werd door de Akcn-Maastrichtsche spoorweg maatschappij belast met den aanleg en later met de exploitatie van dien spoorweg, weshalve hij de militaire dienst verliet. Een der schoonste brug gen, voor den lijd, waarin zij gebouwd werd, een meesterstuk, werd door hem ontworpen en uitgevoerdnamelijk de brug over de Maas bij Maas tricht. Toen besloten was lot den aanleg van staatsspoorwegen werd dc lieer Kool verzocht als hoofd-ingenieur in algemeene dienst bij den aan leg van staatsspoorwegen werkzaam te wezen, hetwelk hij aannam. Als zoodanig werd hij belast met den aanleg van de zuiderlijn, en werden de bruggen te Culenborg, Bommel, Hedel, Moerdijk, de groote werken te Vlis- singen en Rotterdamde afdamming van de Oostcrschelde en het Sloe enz. onder zijne leiding ontworpen en uitgevoerd. Zoowel hier te lande als in den vreemde werden zijne verdiensten naar waarde erkend, waarvan het ridderkruis der orde van den Nederlandschen Leeuw en dat der Belgische Leopoldsorde, waarmede hij in der tijd begiftigd werd, blijk hebben gegeven. Gisteren is alhier gehouden de 46' algemeene vergadering der Vereeni- giug van en voor Ned. industriëlen. Naar aanleiding van het dricmaande- lijksch verslag, heeft er een warme discussie plaats gehad over hel bestellen van goederen voor gouvernements-rekening in het buitenland, welke even goed en beter in Nederland te verkrijgen waren. Voorts over dc slordig heid der bestekken van aanbesteding, die altijd ten nadeele van den aan nemer werkt. Belangrijke mcdedeelingen omtrent de Wecncr tentoonstelling werden ontvangen, o. a. ook dat de heeren van Kempen le doorschoten wegens hunne galvano-plastisehe producten door Z. M. den koning der Ne derlanden le Weenen waren vereerd met de groote gouden rijksmedaille van verdienste. Het nader rapport der commissie betreflende de indus triële waarden gaf een overzigt van de vorderingen barer bemocijenisscn. Omtrent de fabriekwerken was de vergadering van oordeel dat, na de afschaffing der octrooijcn, fabriekmerken weinig of geen waarde hadden, vooral niet omdat hel middel ontbreekt om den waarborg, dien deze aan den industriëlen eigendom verzekeren, tegen kwade praktijken te handhaven. Eindelijk was de vergadering eenparig van oordeel dat de aanleg van een droogdok te Vlissingen een noodzakelijk complement is van den bouw der staatsspoorwegen en dat liet even ongerijmd is te veronderstellen dat par ticulieren zullen gevonden worden, die daarvoor geld zullen besteden, als

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leydse Courant | 1873 | | pagina 2