I UUITENLANDSCIIK ifcliIC.1K.N
bewust, dal de legen haar leunende held voor hare belangen viel, is zij
tevens vastberaden en bereid hem, den voorzaat van ons vorstenhuis,
legen wien ook, Ier zijde te slaan. Nevens haar staal de Leeuw van Ne
derland met opgerezen manen, den regter voorpoot geplaatst op de door
Filips geschonden privilegiëngereed om deze te verdedigen als het kostbaarste
kleinood van het Nederlandsche volk. De opschriften zijn, aan het front:
23 Mei 1568, de eerste zege in de tachtigjarige worsteling voor de vrijheid
der Nederlanden. Ter zijde: graaf Adolf van Nassau bleef in dien slag. Van
achteren: 23 Mei 1868, door het nageslacht den vaderen gewijd. Aan de
laatste zij: Oranje met Nederland verbonden. Prof. Hofstede de Groot hield
cene sierlijke feestrede aan het roemrijke feit van llciligerlee gewijd, waar
van het gronddenkbeeld was dat die plek tot de vrije Nederlanders spreekt
van groote daden, van hun vorsten-geslachtvan hunne natie, van hunnen
God. In eene pauze had de onthulling van het gedenkteeken plaats, en
nadat de spreker geëindigd had werd het monument door eenige in het wit
gekleede jonge dames met bloemen bestrooid. Daarna droeg dr. llecker een
toepasselijk dichtstuk voor. Na afloop der plegtigheid begaven zich de
koning en de prinsen naar Winschoten, om deel te nemen aan een diner,
bij welke gelegenheid dr. Heets een dichtstuk voordroeg en eene feestcantate
werd uitgevoerd.
Te Middelburg heeft Zalurdag 11. de heer I. S. Frederiks in goede ge
zondheid zijnen 101'" verjaardag gevierd.
's GRAVEN11AGE, 26 Mei.
Tot burgemeester der gemeente Wessem is benoemd de lieer J. R. L.
Corbey, in de plaats van den heer R. Severyns, aan wien op zijn verzoek
eervol ontslag is verleend.
Aan den luit. ter zee 2e kl. L. Voute is, op zijn verzoek, eervol ont
sla? uit de zeedienst verleenden de kapitein-luit. ter zee M. C. de kanter,
uit 0. I. teruggekeerd, is op non-activiteit gesteld.
De lc luit. I. M. llomijn, van liet 21' reg. infanterie, is in zijnen rang
overgeplaatst bij de infanterie van liet leger in Oost-Indië.
In verband met de geruchten van de vorige week kan thans met
zekerheid gemeld worden dat alleen de heer de Vries aan Z. M. den koning
ontslag heeft gevraagd als minister van justitie. [Reedsgisteren medegedeeld.)
In de zitting van de tweede kamer van lieden zijn ingekomen ontwer
pen lot wijziging der wet op de inkwartieringen en tot regeling der con-
sulaat-regtcn. De discussiën over de overeenkomst met de handelmaatschappij
zijn niet afgeloopcn. De lih. Blom, 'sJacob en Heemskerk waren voor, de
hli. Leuiing, van llontcn en Blussé tegen de overeenkomst. Morgen voorG
zetting. Verworpen werd een voorstel van den heer van Wassenaer Cat-
■wyck, om de militie-wet voor het recès te behandelen.
Tegen liet einde der zitting heeft de minister van koloniën medegedeeld
een telegram van den gouverneur-generaal van Ned. lndië, meldende dat bij
dezen geruchten ter oore waren gekomen dat Deli bedreigd werd. Er zouden
meer troepen gezonden worden naar Deli en Tapanoeli, westkust vao
Sumatra. A
Een dienstmeisje uit Rijswijk, tusschen de 16 en 18 jaren oud, dat bij
mevrouw S. aldaar voor 90 cents 's weeks benevens den kost in dienst
was en hare meesteres, toen deze in April jl. ging verhuizen, bij het in-en
uitpakken van goederen behulpzaam was, nam deze gelegenheid waar zich
een groot aantal linnen ouderkleedingstukken toe te eigenen en die in haars
vaders huis Ie verbergen. Eerst toen zij uit hare dienst wegbleef, kwam
men lot de ontdekking en bragt de vader en ook het meisje eenige goede
ren aan de eigenares terug maar na ingesteld onderzoek werd nog zeer veel
gevonden, dat aanleiding tot hare arrestatie gaf. Zij bekende heden voor
de arrond.-reglbank zich van tijd tot tijd aan diefstal te hebben schuldig
gemaakt, hetgeen den substituut-officier van justitie, jh'. nir. de Jonge,
aanleiding gaf te requireren hare veroordeeling tot een jaar gevangenisstraf.
Aanstaanden Donderdag uitspraak.
In den. nacht van Vrijdag ep Zalurdag jl. werd op bel Plein alhier,
door eenige officieren van liet Indische leger, zoodanig gerucht gemaakt,
dat de policie tusschen beiden moest komen om daaraan een einde te
maken.
ENGELAN l>.
LONDEN25 Mei.
Bij de parlementaire commissie tol het instellen van een onderzoek
naar de oorzaken van de duurte der steenkool, is een rapport ingekomen
van een deskundige, den heer Macdonald. Daarin wordt o. a. aangetoond,
dat de kosten van het delven en naar boven brengen van een ton gewone
steenkool binnen de jongste vijf jaren met 60 a 65 pCt. vermeerderd zijn.
In hetzelfde tijdperk steeg de prijs van de kolen 100 pCt. Het loon der
mijnwerkers rees, sinds 1868, gemiddeld van ƒ2.10 of ƒ2.70 tot ƒ4.80 of
ƒ5.10 per dag.
Volgens berigten uit New-York hadden de Modoes aangeboden zich te
onderwerpen, indien hun lijfsbehoud werd verzekerd. De generaal der Unie
vorderde onvoorwaardelijke onderwerping: de helft der Modoes had zich
onderworpen en de andere helft werd thans vervolgd.
Van dê westkust van Afrika is het berigt ontvangen dat de Ashantijnen
geslagen zijn, zoodat zij weder naar het binnenland moesten terugtrekken.
FRANKRIJK.
In de zitting van de nationale vergadering van Vrijdag beeft de heer
de Broglie de bekende interpellatie uitvoerig toegelicht. Zij had een twee
ledig doel, vooreerst de behoefte duidelijk te maken dat een van de conser
vative beginselen doordrongen ministerie aan liet bestuur zjj, eu in de
tweede plaats de vraag te doen onderzoeken of liet tegenwoordige kabinet
aan die behoefte beantwoordt. De omlcrteekcnaars der interpellatie zagen
den toestand ernstig in, omdat de laatste verkiezingen aan de mogelijkheid
deden denken van cene zegepraal van het radicalismus. Ware hel radica-
lismus eene bloot politieke partijdan zou de natie zich over zijne
mogelijke optreding in het bestuur kunnen bedroeven, doch niet bevreesd
maken. Maar het radicalismus vormt eene sociale partij met allerverderfe-
lijksle leeringen. Hij bragt voorts de betrekkingen in herinnering, welke
tusjchen de radicale algevaardigden en de Commune bestonden. De radicale
partij beweerde dat Versailles even veel schuld had als Parijs; de heer Ba-
rodet begaf zich naar Parijs om eene verzoening tusschen de regering en
de opstandelingen te bewerken; de heer liane, nu onlangs te Lyon door dc
radicale partij tot lid der nationale vergadering gekozen, had zitting in de
Commune in hare gruwelijkste en bloedigste dagen: hij trad af wegens ge
moedsbezwaren welke echter vrij laat kwamen; alleen door eene onver
klaarbare aarzeling van de justitie ontkwam hij aan eene regtmatige straf.
Het plan van de radicale partij, voegde de spreker er bij, is uiterst gemak
kelijk in woorden te brengen; mep wil de ontbinding der nationale verga
dering om den weg te banen voor de Commune. De regering behoorde eene
politiek van verzet tegen het radicalismus aan te nemen. Het stelsel van
geven en nemen en van concilialie had uitgediend. Dat de regering tot nog
toe over eene meerderheid te beschikken had, mogt zij danken aan de
aarzeling van vele afgevaardigden, welke in den legenwoordigeu toestand
van Frankrijk voor eene gouvernementele crisis vreesden. Maar de zegepraal
der regering bij deze. gelegenheid zou niets anders zijn dan het sein voor
het verder veld winnen der radicale beginselen.
Dc minister Dufaure verklaarde dat de regering ingenomen was met dc
interpellatie, omdat de bewoordingen waarin zij vervat was getuigenis ga
ven van een naauw verband tusschen de nationale vergadering en de re
gering. De laatste verkiezingen hadden beweging doen ontstaaR, en de
regering had even goed als de interpellanlen ingezien welke gevaren er
dreigden. De minister ontkende dat de regering eenige gedienstigheid toonde
jegens de radicale partij', welker beginselen zij afkeurde. Hij verzocht dat
men de regering bcoordcelcn zou naar hare openbare dadenvroeg welke
wetten er ontbraken om de maatschappelijke orde te waarborgen, en herin
nerde dat de voorstellen van wet lot regeling van de uitoefening van het
regt van vereeniging en vergadering en van de wet tegen de Internationale
van de regering waren uitgegaan. Hij betreurde het dat men in zulke over
drijvingen verviel, en beweerde dat de heer de Broglie verontrust was ge
worden door de altreding van den heer de Goulard, welke hij aan ver
schil van politieke inziglen toeschreef. Dit was echter het geval niet,
vermits de heer de Goulard met zijne ambtgenooten eenstemmig oordeelde
dat de vestiging der republiek aan de nationale vergadering moest worden
voorgesteld.
'In de zitting van Zalurdag voerde dc lieer Thiers hel woord. Hij nam
de verantwoordelijkheid voor de staatkunde der regering op zich; herin
nerde er aan dat hij nooit getracht had zich meester te maken van het
gezag, dat hij niet dan onder vele biltere bejegeningen had uitgeoefend.
Het oogenblik, zeide hij, is plegtig. Gij gaat beslissen over de toekomst
van liet land. Er is verdeeldheid. Sommigen willen de monarchie, anderen
de republiek. De republiek heeft voor zich de groote meerderheid van de
bevolking. Is een bewind noodig, dat krachtig de wanorde tegengaat,
een partijbewind is niet gewenscht. Onze staatkunde heeft tot uitslag: de
zegepraal over de Commune, het welslagen der leening, de bijkans volko
men vrijmaking van het grondgebied, de handhaving der orde. Dat zou een
«politique de combat" niet hebben tot stand gebragt. De vergadering is lang
genoeg bijeen geweest om nu de wetten te maken, welke de republiek
moeten organiseren. Dc verkiezingen hebben niet zoo een onrustbarend
karakter gedragen als men wel geliefde te zeggen. Gedeeltelijke verkiezin
gen zijn altijd kwader dan algemeene verkiezingen. Het redmiddel uit de
moeijelijkhcdcnw aarin wij thans verkecren, is niet gelegen in een dicta
tuur, maar te vinden in wettige middelen. Dictaturen bederven de volken.
Gij moet beslissen tusschen twee uitersten. Eenigen willen de republiek
niet gevestigd zien, om een monarchie te kunnen oprigten. Anderen willen
een constituerende vergadering bijeenroepen, in de hoop dat deze hunne
tlicoriën zal doen zegepralen. Eene uilkomst bieden de wetten aan, welke
wij indienen.
De vraag, die ons verdeelt, is: republiek of monarchie? Talrijk zijn dc
bezwaren tegen het blijven bestaan van het voorloopig bewind. Ik heb
partij gekozen voor de republiekgedrongen door de noodzakelijkheid. Een
monarchaal bewind is practiseh onmogelijk: er is één troon en er zijn er
drie om hem in bezit te nemen. Wij hebben nieuwe ministers gekozen,
omdat deze regering moet bestaan uit mannen, die eén beginsel heb
ben zal liet sterk genoeg zijnom orgpnieke wetten te maken. Onze
staatkunde, bij uitstek conservatief, bestaat hierin, dat wij ons stand
punt kiezen bij hendie het meest 's lands belangen vertegenwoordigen
en ver van de uitersten. Wij vragen den een eene opoflering, om voor de
republiek te stemmen; wij zeggen tol den ander: wilt gij hel keizerrijk?
Nadat de heer Thiers zijne rede, onder luide toejuichingen der linkerzijde,
geëindigd had, werd de zitting gedurende twee uren geschorst. Na de her
opening der zitting voerde de minister Casimir Périer nog het woord ter
wederlegging van sommige beweringen van den lieer de Broglie.
Vervolgens stelde de lieer Ernoul de volgende motie voor: «De nationale
vergadering, van oordeel, dat de regeringsvorm niet in discussie is, en dat
hel van belang is het land gerust te stellen door eene beslist conservative
politiek aan te nemen, betreurt het, dat de jongste wijzigingen aan de
conservative belangen niet die genoegdoening hebben gegeven, die men regt
had te verwachten." De lieer de Normandie stelde dg eenvoudige orde van
den dag voor, terwijl de ligcr Broët deze motie voorstelde: «De vergade
ring, vertrouwen stellende in dc verklaringen van de regering en verwach
tende van haar eene beslist conservative politiek, gaal over tol de orde
van den dag." De motic-Ernóul werd aangenomen met 360 tegen 344
stemmen.