Steup en H. L. C. Wolterbcek Muller, etrslgei.om.de als cttdsle (flieier, tie adelborsten Is kl. G. de Frcmery en 11. Slot, de officier van gezondheid 2' kl. K. G. F. Sloos en de officier van administratie 3C kl. I. F. van Gelsdorp. II. M. de koningin is lieden ochtend per trein van 9 u. 8 m. van den lloll. spoorweg van hier naar Amsterdam vertrokken om van daar aan het eiland Marken een bezoek te brengen. Heden avond wordt H. M. hier ter stede terugverwacht. In den trein van den Hollandschen spoorweg, die even 9 uur heden ochtend aan het station alhier stil hield, bevond zich een sterk detachement marinierskomende van hun garnizoensplaats Rotterdam met bestemming paar den Helderom aldaar scheep te gaan op een der stoomschepen van de maatschappij Nederland en in Indië te worden toegevoegd aan de expedi tionaire magt. Het korte oponthoud alhier kenmerkte zich echter door cene verrassende bijzonderheid. II. M. de koningin, die met dezen trein naar Amsterdam vertrok, werd, zoodra zij door de troepen was opgemerkt, met geestdrift door dezen begroet, welke groeten H. M. met de haar eigen minzaamheid beantwoordde, door langs de waggons, waarin zich de militairen bevonden, te wandelen en mei blijkbare aandoening hen allen met een afscheidsgroet tc vereeren. In de zitting van de eerste kamer van heden is de heer mr. J. 't Hooft als lid der kamer toegelaten en heeft die heer zitting genomen. De voor- zit ter heeft medegedeeld dat de eindverslagen gereed waren over de meeste der laatstelijk ingekomen wets-ontwerpen. Een dertiental van eenvoudigen aard is aan de orde gesteld tegen morgen ten 11 ure, terwijl eenige meer belangrijke ontwerpen, zoo als die betreffende de tractatcn met België, de kanaalmaatschappij, de pensioenwet, den aanleg van staatsspoorwegen Maan dag ten I ure zullen worden behandeld. De afdeelingen van de tweede kamer hebben heden, na afloop der vroeger genoemde ontwerpen, onderzocht het wets-ontwerp tot herziening van de belastbare opbrengsten (jer gebouwde eigendommen. -- In de heden gehouden zitting van den lioogtn raad (burg. kamer) heeft advocaat-generaal Römer zijne conclusie voorgedragen in de zaak van mr. ,1. J. van Angclbeck tegen den staal der Nederlanden, waarbij de cischer vorderde uitbetaling van transport- en kostgelden voor zich en zijne oudste dochter voor de terbgreis naar Ned. Oost-Indië. Advocaat-generaal meende dat deze vordering niet door den cischer kon worden ingesteld, hoofdzakelijk op grond, dat hij nog raadsheer en gedomicilieerd te Batavia is. De conclusie strekte tot niet-ontvankelijk-verklaring van den eischer in zijne vordering en het verleenen van acte aan den gedaagde van zijn ge daan aanbod. Uitspraak 27 Junij. Een groote flesch met bitter gevuld maakte een der voornaamste stuk ken van overtuiging uit, die gisteren ochtend ter leregtzitting van het prov. gereglshof in Zuidholland aanwezig waren bij de behandeling eener zaak van moedwilligen doodslag, als bedrijver waarvan beschuldigd werd, de 25-jarige visscher uit Puttershoek, L. A. van der Voorden. De aanleiding tot deze misdaed was de volgende. In den avond van Zondag 2 Maart jl. omstreeks 11 ure, wandelde een vijftal Puttershoeksche jonge mannen, zij waren lusschen de 20 en 30 jaren oudvan Puttershoek naar Maasdam met het doel om aldaar, niettegenstaande zij reeds voldoende sterken drank hadden gebruiktnog meer drank te koopen en te gebruikenomdat het in het dorp waar zij woonden niet meer te bekomen was Na een uur gaans was men te Maasdam gekomen en van der V. kocht toen voor 75 cent de flesch bitter, welke lot het later voorgevallene aanleiding gaf; want al spoedig ontstond er gekibbel en woordenwisseling, daar van der V. niet wilde tc drinken geven voordat elk persoon 12 cent zou hebben bijgedra gen. Naar Puttershoek teruggaande werd het gekibbel voortgezet en /'geen geld geen drank" hield van der V. vol. Aan de Sluisbrug gekomen, ver wijderde van der V. zich met hem die het meest over den drank rusie had gemaakt, waarschijnlijk met het doel om te vechten, ten minste besch. deelde al dadelijk klappen uit. Het achtergebleven gezelschap, dit ziende, ging terstond op de strijdenden af, maar hij die zich vooraan en dus het digsl bij van der V. bevond, moest zijne onmiddellijke nabijheid met den dood bckoopen. Men zag dat van der V. op hen afkwam, dat hij iets blin kends in de hand had, dat hij aan dien persoon, Gcrrit Dubbelman, oud 22 jaren, een stoot in den onderbuik toebragt. De laatstgenoemde riep toen uit: "O God, dat is mijn dood1" hij viel neder en was binnen vijf minuten overleden. De nachtwacht, die op het gerucht was aangekomen, kwam ongelukkig toen hel feit was gebeurd en niet de woorden: «boei me maar, ik heb geen mes." liet de beschuldigde zich dadelijk arresteren. Wat het mes betreft bleek hel dat dit niet eens aan besch. toebehoorde, maar aan een ander persoon die bij het gezelschap behoorde en die het hem op weg naar Maasdam had geleendwelk mes de besch. later had weggewor- pen. Een vijftal getuigen werd in deze zaak gehoord, terwijl door twee deskundigen bij hun visum repertum werd verklaard, dat zij aan bet lijk j in de schaamstreek van G. Dubbelman een 5 centimeters lange en 14 een- i timeters diepe gestoken wond hebben bevondenwaardoor de daar aan wezige slagader geheel is doorgesnedendat de voornaamste organen bloed- ledig waren, dat deze wond tot eene doodelijke verbloeding aanleiding heeft gegeven en ook den dood veroorzaakt beeft. Besch. gaf te zijner verdediging op, dat het mes hem gegeven was en dat hij door allen tc gelijk was aanbevallen; hij bekende overigens den doodelijken stoot te lubben gegeven en geholpen te hebben den verslagene naar zijn oudershuis ovef te brengen. Advocaat-generaal mr. Terpstra geloofde dat het voldoende gebleken was dat de handeling moedwillig had plaats gevonden. Zij bewees weder tot j welke schrikkelijke en schromelijke gevolgen het misbruik van sterken drank kan leiden. Advocaat-generaal cischte schuldigverklaring aan moed willigen doodslag en vcroordoeiing tot tuchthuisstraf van minstens 5 en hoogstens "2D jaren. De verdediger, mr. van Roijenbragt eenige vcrschoonende omstandig heden bij. Zijns inziens was besch. niet gevallen door eigen slechtheid, maar door zwakheid en slecht gezelschap. Hij was medelijden waardig; ofschoon geregtigheid geschieden zon, hoopte hy dat de wet niet in al hare gestrengheid zou worden toegepast. Het hol heeft heden v. d. V. aan de hem ten laste gelegde misdaad schul dig verklaard en lot 5 jaren tuchthuisstraf veroordeeld. De kamer van koophandel en fabrieken alhier heeft zich bij missive tot den gemeenteraad gewend met het verzoek dat het leggen der pijpen in de woningen der ingezetenen ten behoeve der duinwaterleiding voortaan aan de particuliere nijverheid en aan openbare mededinging worde overge laten. Tot dit verzoek heelt aanleiding gegeven de onderhandsche uitbeste ding van het leggen der buizen aan eene buitenlandsche firma. LiU1 TENLANDSC11E DEDIGTEN ENGELAND. LONDEN. 15 Mei. Volgens alhier uit Zuid-Amerika ontvangen berigten werd San Salvador voortdurend door aardbevingen geteisterd; het regeringspaleis was vernield. Betreffende den strijd van de troepen der Vereenigde Stalen tegen de Modoc-lndianen en het laatstelijk daarbij door de eerstgenoemden geleden verlies, verneemt men dat generaal Gillem in den vroegen ochtend van 26 April 70 man infanterie, vergezeld van 14 bevriende Indianen, op ver kenning uitzond. Ten half 11 was men in de nabijheid der positie van de Indianen gekomen. Enkele infanteristen werden uitgezonden om die positie nader te verkennen. Er werden geen Modocs ontdekt en daarop rukten de troepen voorwaarts. Plotseling werd ecu moorddadig geweervuur op hen geopend, waardoor de grootste verwarring werd lewecggcbragt. Dc troepen werden letterlijk omsingeld en van alle kanten bestookt, zoodat binnen weinige minuten de helft gedood was. De gesteldheid van het ter rein was zoodanig, dat geen enkele Modoc gezien kon worden. Alle offi cieren sneuvelden. Weldra vluglten de overige soldaten, maar de meesten werden gedood. Zoodra het terrein vrij was, kwamen de Indianen tevoor schijn scalpeerden en verminkten de lijken en maakten de gewonden op eene vreeselijke wijze af. Bij een op den 12dvD Maart te Yokohama in Japan gewoed hebbenden brand zijn 1000 woningen vernield en duizenden menschen van huisvesting beroofd. FRANKKIJ H. lp sommige dagbladen is bcrigt dat de minister van buitenlandsche zaken eene depêche heeft ontvangen van den Franschen gezant te St. Peters- burg, waarin deze mededeelde dat er bij gelegenheid van het bezoek van den Dititschen keizer aan keizer Alexander een protocol was geteekend betrefende de Oostersche quaestie en de houding, welke Duitschland en Rusland tegenover Frankrijk zouden aannemen. Deze depêche had bij de Fransche regering eene groote ontsteltenis veroorzaakt. Naar aanleiding hiervan wordt in het Dien public het volgende gezegd: Een dagblad deelt mede dat de generaal le Flo aan de regering eene depêche heeft doen toe komen, waarin hij spreekt over de ongerustheid, welke de sedert den 27'"» April door de Fransche regering gevolgde politiek bij de beide keizers heeft opgewekt. Ofschoon de onwaarschijnlijkheid van dit bcrigt zulks overbodig maakt, gevoelen wij ons verpligt onze lezers te waarschuwen tegen ge ruchten, die volkomen ongegrond zijn. Even zoo spreekt het blad het gerucht tegen dat de regering, uit vrees voor onlusten bij de heropening der ka mers, tegen den 19den Mei'groote militaire voorzorgen zal nemen. Naar men uit Parijs aan de Times meldt heeft men er bij den president op aangedrongen dat bij vóór de zamenkomst der vergadering een beroep op de natie zou doen, doch de heer Thiers heeft dit zeer stellig geweigerd, over tuigd dat, wanneer de organieke wets-ontwerpen eenmaal bij de nationale vergadering zijn ingediend, bij cene meer natuurlijke aanleiding heeft om zich van de denkwijze der natie te vergewissen. Wanneer deze geruchten waar zijnen er is geene reden om hel tegendeel aan te nemendan zal de bestaande onzekerheid niet lang na de zamenkomst der kamers duren, want al moge de behandeling der wets-ontwerpen zelve ook later plaats hebben, de door de regering te geven verklaringen zullen zoo stellig zijn, dat zij eiken twijfel wegnemen. Ook verhaalt men dat de voorstellen, schoon den republikeinschen regeringsvorm erkennende, in eenconservaliven geest zijn opgesteld, en dal de regering geene belangrijke quaestie ter tafel zal brengen voor dat de vergadering omtrent de organieke voorstellen eene beslissing zal genomen hebben. Men hoopt dat de door de regering gevolgde politiek aan de uiterste partijen elk Toorwcndsel tot nieuwe beroeringen be nemen zal. De afgevaardigde Labottlaye heeft een nitvoerigen brief aan het Journ. des Deb. geschreven, met het oog op den tegenwoordige!) toestand des lands. Hij is van gevoelen dat de republiek eerlijk moet worden aangeno men, om Frankrijk voor al de ellende eener nieuwe revolutie te bewaren. Ik lees, schrijft bij, in de dagbladen, dat tal van interpellatiën in aantogt zijn, dat het beslaan van het bewind zelfs bedreigd wordt, en dat wjj stormachtige debatten te gemoet gaan. Hopen wij dat de verstandige lieden, waaraan het der kamer niet ontbreekt, zich niet op eene gevaarlijke helling zullen begeven. Hopen wij, dat er lal van gematigde lieden zullen gevon den worden, die dezulken, wien inderdaad de schrik om het hart is gesla gen. zullen geruststellen en die de driftigen tot bedaren zullen brengen. Le Francaisorgaan van hel regler-cenlrum. meldt dat de heer Thiers besloten heeft voortaan zijn steun te zoeken bij de linkerzijde, en dat het aftreden van den lieer de Goulard en van de andere conservative ministers nagenoeg zeker is. liet besluit, waarbij zij ontslagen worden, zou echter niet eer verschijnen dan op den dag van de weder-bijeenkomst der kamer.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leydse Courant | 1873 | | pagina 2