zonder eigen kapitaal eenvoudig te maken tot het werktuig waardoor de
gemeente bankzaken drijft, hetzij door haar te geven een zelfstandig ver
mogen, en te bepalen dat de gemaakte winst aan de bank verblijft, na
aftrek van eene vaste rente welke de gemeente als geldschietster te vorde
ren heeft; 2". de zes hier bestaande inbrengkantoren met ultimo December
te sluiten; 3". gecommitteerden te magtigen in dien zin een nieuw ontwerp-
reglement voor de bank over te leggen. Commissarissen der bank, in wier
handen bedoeld rapport was gesteld, raden: 1". het kapitaal der bank terug
te brengen tot de som noodig om in de bestaande behoefte te voorzien;
geen gelden daarvan meer renteloos uit te leenen, en het niet beleende
kapitaal dcor belegging productief te maken, mits dc gemeente dan ook
bereid is het kapitaal lijdelijk te vermeerderen, wanneer dat noodig mogt
zijn; 2". te bepalen dat commissarissen binnen zes maanden indienen een
ontwerp van herziening van het bestaande reglement.
De heer Buts, voorzitter der commissie ad hoe, vroeg het eerst het woord,
om, ter bekorting der diseussiën en ter nadere opheldering, in eenige be
schouwingen te treden over het rapport van commissarissen der bank. Het
financiële voorstel voorbijgaande, omdat daarover in de hoofdzaak geen ver
schil was, zou hij zich bepalen tot hetgeen was ingebragt tegen de door
dc commissie voorgestelde opheffing der inbrengkantoren. Daarbij gold hel,
zijns inziens, drie hoofdargumenten: 1". de opheffing zou een gebrekkigen
toestand in het leven roepen daar bet inbrengers-bedrijf daardoor vrij zal
worden verklaard; 2". het zal niet mogelijk zijn de operaliën op een punt
te concentreren; 3". de opheffing zal eene hardheid zijn voor de tegen
woordige inbrengers. Wat het eerste punt betreftdie bewering was
het gevolg van een oppervlakkig onderzoek. De vrijheid van het inbrengers-
bedrijf werd daardoor volstrekt niet gevestigd, want een gemeente-reglement
kon in niets te kort .doen aap de bepalingen van het nog vigerende kon.
besluit. Zal hel gebruik van lusschen-persouen toenemen, ja of neen? Com
missarissen der bank meenden ja, maar waarop steunde die kennis? De
commissie meende het tegenovergestelde, op grond van het getuigenis van
iemand te 'sllage, vroeger inbrenger, thans aan een hulpkantoor werkzaam.
Dat men. ten tweede, dc 'werkzaamheden niet zou kunnen concentreren in
één lokaal, daarvan werd het tegendeel ondervonden te 'sllage, zooveel
grooter dan l.eiden, waar slechts eene plaats is waar men beleenen kan.
Dat, ten derde, de opheffing hard zou zijn voor de tegenwoordige inbren
gers, van dat principe was de commissie niet uitgegaan; zij mogt het be
lang van particulieren niet op den voorgrond stellen. De opheffing der
aecijnsen had men niet nagelaten om de commiezen. De heer Cock, zich
geheel vcrcenigcnde met hel aangevoerde door den heer Buys, vestigde nog
de aandacht op enkele punten van het rapport van commissarirsen der
bank. Hij wees ook op het verward begrip dal men hechtte aan het
woord «inbrengers". Inbrengers, tusschenpersonendie belast waren met.
commissiën voor anderen, had men thans ook, b. v. de loopers die van
dorpen kwamen en panden bclectfden. De meening dat door hel nemen van
patent, zooals commissarissen te kennen gaven, het aantal werkelijke
inbrengers zeer zou toenemen, ging niet op, want alleen door het patent
had men nog niet de bevoegdheid verkregen, bij het kop. besluit bepaald.
Geneeskundigen, ofschoon patent hebbende, verkregen daardoor nog niet
de bevoegdheid van arts. De heer Stoffels, voorzitter van commissarissen dei-
bank, verklaarde dat commissarissen zich de vragen hadden voorgesteld:
wat is het belang der beleeners? wat is uitvoerbaar? De opheffing der
inbrengkantoren [achtten zij onuitvoerbaar en schadelijk voor de financiën.
Dc heer he Poole was voor de opheffing der inbrengkantoren, maar zou
gaarne meer dan éénc gelegenheid geopend zien, zooals hij nader te kennen
gaf, dat er in hetzelfde gebouw daarvoor afzonderlijke afdeelingen werden
ingerigt, ten einde te gemoel te komen aan de schuwheid van sommige in
brengers, die, door den nood gedrongen, soms panden van groote waarde
moeten beleenen. Mogt dit misschien leiden tot minder goede financiële re
sultaten, zijns inziens mogl de bank niet gemaakt worden tot eene winst
gevende zaak. De lieer Bijleveld zeide dat. zoo eenige inbrengers te schuw
waren om zich bij de bank aan te melden, er gelegenheid bestond bij den
kassier een afzonderlijk onderhoud aan te wragen en met dezen de zaak af
te doen. De heer Dcrckscn verklaarde zich legen dc opheffing der in
brengkantoren; zijns inziens ging het niet op, instellingen zoo maar op
te ruimen, die als hel ware met het volksleven waren opgegroeid. De
lieer Bijleveld meende dal dit eerst te pas zou komen als er sprake was
van dc opheffiug der bank in hel algemeen, en herinnerde aan een La-
tijnseh spreekwoord, dat er vroeger veel is daargesteld, waarvan men niet
altijd den grond kan vinden. De voorzitter verklaarde zich voor het op
bellen der inbrengkantoren, nia.ir meende dat het zijn nul kon hebben dat
de commissie nader met commissarissen der bank in overleg trad over
de vraag in hoeverre de bezwarenom alles in een lokaal te vereenigen
gegrond waren.
Na velerlei re- en duplieken werden dc voorstellen der commissie ad hcc
in stemming gebragt en aangenomen, hel eersle punt (regeling financiële
betrekkingen) met algemeene stemmen punt 2 (opheffing der inbrengkan
toren) met 17 tegen 3 stemmen: punt 3 (ontwerpen van een nieuw regle
ment) met 19 stemmen tegen 1. Voor de stemming over punt 2 werd ech
ter de termijn van 31 December daaruit gcligt en daarvoor in de plaats ge
steld «op een nader le bepalen termijn". De beer Hartcvclt drukte den
wensch uit dat dc zaak voor 31 December mogt tol stand komen, hij het
begin van een nieuw boekjaar.
De voorzitter vestigde nog de aandacht op eene uitdrukking, voorko
mende in het rapport der commissie, alwaar, bij het gesprokene over
geheime pandjeshuizengezegd w as dat die hoogstwaarschijnlijk te 's liage
niet bestonden, met de bijvoeging: «zou men dat ook van Leiden kunnen
z-güfn". De voorzitter vroeg of de leden der commissie daaromtrent iets
positiefs wisten; het was hem, zoolang hij burgemeester was, niet gelukt
daarvan iels le ontdekken. De voorzitter der commissie verklaarde dat zjj
daaromtrent niets positiefs w ist: zoo dat zoo was dan zou zij er in de eerste
plaats den burgemeester) kennis van geven bet gezegde was voortgevloeid
uit zamensprekingen met bevoegde personen. De voorzitter verklaarde dit
hier dan openlijk le constaterende uitdrukking kwam hem uit dien hooide
onvoorziglig voor. De heer Buys kon hem dit niet toegeven.
's Lands middelen over de vier eerste maanden dezes jaars hebben
opgebragt 26,898,574.41, zijnde f 459,695.57 y3 meer dan in hetzelfde
tijdvak van 1872. De raming bedroeg 25,549,774.24.
Gedeputeerde staten van Zuidbolland hebben bepaald dat de verkiezing
van een lid der provinciale staten van Zuidbolland, ter vervanging van den
lieer jhr. mr. J. L. C. van den Berch van Heemstede, zitting gehad heb
bende voor het hoofdkiesdistrict Zoetermcer, en die als zoodanig in het
jaar 1874 moest aftredenzal plaats hebben op Dingsdag den 3d"1 Junij
aanst.en dal wanneer eene herstemming mogl worden vereischt, deze zal
geschieden op Dingsdag den 17d,n Junij daaraanvolgende.
Daar bel gebleken is, dal de termijn van vier en twintig uren na de
afzending of na den ontvang van een telegram, binnen welken het, vol
gens de tegenwoordige telegraafverordeningenden afzender of geadresseerde
vrijstaat, naar voor hem onverslaanbare uitdrukkingen per telegraaf te doen
navragen, voor den afzender te kort genomen was, is die termijn in het
internationaal verkeer, ten behoeve van den afzender, tot driemaal vier en
twintig uren verlengd.
Omtrent de verzending van brievenmalen met de pakkelbooten naai
de Westkust van Afrika, zijn door de Brilsche postadministratie nieuwe
schikkingen getroffen, ten gevolge waarvan dc verzending uit de haven van
Liverpool vijfmaal per maand zal plaats hebben. De verzending uit Londen
geschiedt den 5d'", 11 *JeD17d,°, 23-,e0 en 29slrn van elke maand.
Nu de telegraafkabel tusschen Madras en Penang is gestoord, kunnen
telegrammen naar Singapore, Nederl. Indië en Australië ook nog geseind
worden over Europcesch en Aziatisch Rusland en langs de over Nangasaki
en Hongkong lpopende kabelgeleidingen. Bij verzending langs dezen omweg
beslaat gecne zekerheid voor eene even snelle en juisle overkomst als op
den regtstreekschenthans afgebroken weg. De telegrammen kunnen ook
langs den gewonen weg worden overgebragt naar Point-de-Galle, van daar
per poststoomboot naar Singapore en verder weder per telegraaf. De eerst-
varende pakkelbooten vertrekken van Poinl-de-Gallc op 17, 23 en 31 dezer;
de overlogt duurt 6 a 8 dagen.
De reünie van de afgevaardigden der Waalschc kerken zal in dit jaar
te Amsterdam gehouden en den 19dr0 Junij geopend worden.
- Volgens hel Fad. zullen op nieuw drie Nederlanders in Japansciic
dienst overgaan, t. w. dc lilt. Escher, ingenieur van den waterstaat, This-
senciviel ingenieur, en Rijke, ingenieur.
Te Amsterdam werd gisteren de gewone algemeene vergadering van
Stemgeregtigdc aandeelhouders der Ned. bank gehouden. Door den voorzit
ter der directie werd verslag uilgebragt over hetgeen in het afgeioopen
boekjaar was voorgevallen en mededeeliug gedaan van de winsten en ver
liezen der vennootschap. Aan het slot van dat verslag werd voorgesteld
om bet dividend op ƒ200 per aandeel vast te stellen. De vergadering
vereenigde zich met dit voorstel.
Door den gemeenteraad van Amsterdam is tot directeur-generaal der
publieke werken aldaar benoemd de heer J. Kalff, kapitein der genie op
non-activiteit en eerstaanwezend ingenieur bij den Oosterspoorweg.
Uit Utrecht meldt men dat aldaar aan de werkstakende sigarenmakers
door het bestuur van den bond eergister geld is uitgereikt. De gehuwden
ontvingen naar het getal hunner kinderen van ƒ2.50 tot 3; de ongc-
huwden 2 tot ƒ1.50. In het geheel zijn ƒ1000 geschonken.
Eergisteren is de conducteur Bosseman van den Ned. Rijnspoorweg
nabij Utrecht van den trein gevallen en er onder geraakt, waarbij hem een
been werd afgereden en een ernstige wonde aan het hoofd werd toegc-
bragt; men heeit hem naar bet ziekenhuis overgebragt, waar bij aan de
gevolgen zijner w onden is overleden.
Dezer dagen hebben eenige knapen in een boschje nabij Arnhem, spe
lende aldaar een kuil gravende, eene kous gevonden met geld, ten bedrage
van ƒ45.
De heer mr. G. Dumbar, le Deventer, heeft te kennen gegeven dal hij
niet weder in aanmerking wenschl te komen voor hel lidmaatschap der
tweede kamer.
Men meldt uit Leeuwarden van den 14dtn; Nadat Z. M. de koning
gisteren namiddag ten 3 ure was vertrokken naar Iiarlingen w as er behalve
dc vlaggentooi enz. weinig levendigheid hier waar te uenten. Gisteren avond
echter kwam. daarin weder eene verandering, daar reeds bij lijds eene
menigte menschen op de been was, om bij het station Z. M. bij HD.J terug
komst op te wachten. De stationsweg, prachtig versierd ais hij is met
groen en vlaggen, leverde een fraai schouwspel op, doordien men langs den
weg een lal van lampions had aangebragt, die eene prachtige illuminatie
leverden. ïcn 10% nre ongeveer kwam Z. M met eenen extra-trein aan.
Onder liet gejuich der menigte reed Z. M. vervolgens stadwaarts naar het
huis van IID. commissaris, lieden morgen ten 10 ure reed Z. M. weder uit
en bezigligde vervolgens de slroo-carlonfabriek van dc hecren Kuipers en
C°. Daarna verliet Z. M. de stad, ten einde een rijtoertje te doen door de
gemeenten Leeuwarderadecl, 't Bïldt en Menaldtimadeel. De eercwacht, die
den koninklijken stoet op nieuw omgaf, begeleide den koning tot builen
de stad. Te Stiens. Vrouwen-parochie, St. Anna-parochic, Beetgum. Mars-
suni, ja overal waar Z. M. eenige oogenblikken vertoefde of passeerde, werd
Z. M. zoo van dc zijde van de besturen der gemeenten als van bet volk de
hartelijkste ovatiën toegebragt. Te Stiens werd door eene jonge jufvrouw
Z. M. een bloemruiker (bouquet) aangebodenwelke door Z. M. welw illend
werd aangenomen. Tc Beetgum is ten huize van den baron llioc Schwart-
zenberg en llohenlansberg door Z. M. gedejeuneerd.
Het luiden der Oldehove, ten 2 ure ongeveer, kondigde aan, dal Z. M.
van IIli rijtoertje aan de harddraversbaan spoedig zou stilhouden en aan
bel daar opgrrigte prachtig versierde balcon zou afstappen. Z. M. liet zich