ONTVANGEN NIEUWE ZOMER-ARTIKELEN, EEN JONGEN, WINST, 31. MAGAZIJN DE KLEINE FAILLISSEMENT. Zijden Linten, Bloemen, Veeren, Stoffen, Gazen, Tulles, Blondes, Vormen, Stroo- en Fantaisie- Hoeden, etc. etc. 34 Vlamingstraat DEN H A A G oostelijk deel van Sectie D, n®. 515 en Sectie B, n°. 779. Koopers P. de Kan c. s., te Noordwijkerhout. 913. Twee percelen Bouw- en Bollen land, met daarop staand Huis en Bollenloots, binnen de gemeente Noord wijkerhout, aan den Kerkweg, Sectie C, n°». 62, 63, 64, 65 en 66. Kooper J. B. Snellen qq. ƒ2105. Een partijtje Bouwland, binnen de gemeente Noordwijkerhout, Sectie D, nM. 463 geheel en 464 gedeeltelijk. Kooper L. van Schooten, te Noordwijkerhout. f 66. Een Huis, Erf en Tuingrond, binnen de gemeente Noordwijkerhout, Sectie D, n». 464. Kooper L. van der Lans, le Hoogmade. ƒ540. Een partij Bouwland, gelegen lusschen den Leiderweg en Valkenburgerweg, in het buitenwater, binnen de gemeente Oegslgecst, Sectie B, n°. 118. Koopers A. van der Mey c. s., le Oegstgeest. 2500. AKADEME-ATEIV.S, PROMOTIE AAN DE LEIDSCHE HOOGESCIIOOL. Den 4de" April de heer J. Schuurbeque Boeije, geboren te Zierikzee, in de regten, met stellingen. AD VËRTUNTIES. OndertrouwdA. MARKS en Leiden, 3 April 1873. C. E. WOLTERS. Algemeene kennisgeving. - Ondertrouwd: LEONARD RUDOLF OLDEMAN, beroepen Predikant le Ouwerkerk, en Leiden, 4 April 1873. CLASINA JOHANNA GARRER. Benige kennisgeving. Receptie: Zondag 6 April. Voor de vele en hartelijke bewijzen van deelneming, tijdens de ziekte en het overlijden van mijn geliefden oudsten Zoon ondervonden, betuig ik, ook namens mijne kinderen en verdere betrekkingen, mijn opregten dank. Scheveningen, 3 April 1873. Wed. F. L. SP1LLE, Geeraas. DIRECTEUREN van liet Kantoor van Administratie van Nationale Fondsen, gevestigd te Legden, bcrigten, dat van heden af zal worden ge vaceerd tot betaling der Coupons hunner Administratie, verschenen 1 April 1873, van de Certificaten 4 pCt. Nationale Schuld, en wel des Dingsdags van 12 tot 2 ure, ten Kantore der Administratie op de Papengracht, Wijk IV, N". 586, en de overige werkdagen van 10 tot 12 ure, ten Kantore van VAN DER SPRUYT DE GRAAF. Ten Kantore van LEZWYN EIGEMAN, op het Rapenburg, Wijk I, N". 240, te Legden, wordt gevaceerd DingsdagsIL'oensdaqs en Donder dags, van 9 tot 11 ure, ter betaling van al de Coupons, verschenen priiqo April 1873, van de 4 pCts. Certificaten der volgende Ad ministratie- Kantorenals van De Ileeren KETWICH VOOMBERGIl WED. W. BORSKI. A. K. P. IC. VAN HARPEN EN PLUYM en BACKER. t S. D. SAPORTAS, VAN MAARSEVEEN LE JOLLE en BUYS KERKHOVEN. En De WED.. H. F. TJEENCK. c. s. EERSTE OPROEPING VAN SCHULOEISCHERS. De Schuldeiscbers in den boedel van den gefaillcerden J. J. ROMIJN, Leerhandelaarwonende te Leiden, in de Diefsteeg, worden bij deze op geroepen om op Woensdag den 16(len April 1873, des namid dags ten half twee uur, le verschijnen ter Vergaderkamer van de Arrondissements Regibank te Leiden, in één der vertrekken van het Regts- gebouw aan het Rapenburg aldaar, Wijk I. N°. 221, ten einde alsdan over te gaan tot de verificatie der schuldvorderingen; wordende de Schuldeischers verzocht drie dagen le voren hunne vordering aan den Ondergeteekende I in te zenden. De Curator in voornoemd Faillissement, i P. K. DOEFF. „rijkt, slukken voor rederijkerskamers, met ol zonder vrouwenrollen, maar die roductèn geven ons meestal buitenlandsche toestanden in een Hollandsch kleed, o( laten ons een taal vernemen, die in geen latsoenlijk gezelschap thuis boort. ,Uii®aan" daarentegen brengt ons werkelijk in een echt Ilollandsche om ging en stelt daarbij een der voornaamste gebreken ten toon, die onze jiedendaagsche maatschappij eigen zijn. De titel wijst hel aan: het is die „verzadelijke zucht naar uitgaan, naar dat schilleren op soirees en bals dat den ondergang van vele buisgezinnen ten gevolge heeft. Het is jammer d,[ wij hier geen doorloopende intrige vinden en de schrijver niet wat Beer werk van verwikkelingen heelt gemaakt. Er wordt meer gepraat dan gehandeld en dit zou, bij een minder goede uitvoering als gisteren- avond, hel succes in den weg staan. Mevrouw Valkenberg gevoelt zich ongelukkig omdat de financies van haar echtgenoot haar niet permilleeren jn'de wereld te verschijnen. Zij verneemt veel van de genoegens barer vriendinnen, maar zij moet zelve altijd thuis blijven. Daarbij is haar man door zij'1 betrekking verplicht om zelf een trouw bezoeker der soirees le vjjn, zoodat zij 's avonds alleen zit. Het le bedrijf wordt geheel ingenomen door hare klachten, door een bezoek van een vriendin, Eugenie van Heerenbeek, die haar lot beklaagt, van een vriend liaars echtgenoots. die „iet minder medelijden met haar heeft en verder door de vertoogen van Valkenberg die aan dien storm het hoofd biedt. Intrige is in dit bedrijf niet te vinden en toch dient het tot Glanors eer gezegd, dat het volstrekt niet vervelend was, maar door den aangenamen dia loog iedereen boeide. In het 2e bedrijf blijft Marie Valkenberg 's avonds alleen thuis en brengt de medelijdende vriend baars mans, Gerard van Torenheuvel, haar een verdacht bezoek. Als hij vrijpostig wordt wijst zij hem de deur, maar op dat oogenblik komt haar vader, kolonel van der Degen, bij haar logeeren. Gerard vertrekt en neemt in haast v. d. Degens hoed mede in plaats van zijne eigene. Eduard Valkenberg keert van het bal terug en vindt Gerards hoed. Nu hebben wij het begin eener intrige, maar in den aanvang van het 3e bedrijf wordt de hoeden-verwarring reeds voor komen door de oude meid, die de hoofddeksels verruilt. Er komt echter een nieuw incident: v. d. Degen krijgt bericht dat op zeker Turksch lot, dat bij juist aan zijne dochter als verjaarpresent geschonken heeftde hoog ste prijs gevallen is. Marie is dus nu rjjk en niets belet haar meer om even als hare vriendinnen een kostbare garderobe aan te schaftenniets belet haar meer om «uit te gaan"! In het 4e bedrijf zal Marie van de verkregen vrij heid gebruik maken; zij verschijnt in een prachtig toilet, maar opeens ver klaart zijdat zij zich bedacht heeft. Haar vader heeft haar (in het 2e be drijf) gewezen op de plichten der huisvrouw en moeder; heeft haar gespro- keil over hare eigen moeder en over de schoone, gezegende herinneringen welke deze heeft achtergelaten. Dat gesprek is haar bij gebleven; ook zij wil eens dien lol waardig worden, en terwijl zij nu kan uitgaan, blijft zij thuis voor het geluk van haar man en van haar kind. --De strekking van het stuk is goed. llet is verkwikkelijk eens wat anders te vernemen, dan al die verleidiugs- en echtbreuk-histories der Fransche auteurs. Hier ademen wij in een zuiveren atmospheer en wij danken Glanor voor de schoone I denkbeelden, die hij in zijn stuk heeft nedergelegd. Een paar opmerkingen mogen wij echter niet verzwijgen. VYjj achten de bekeering van Marie wat snel en wat ongemotiveerd. Van een vrouw, die in het Ie bedrijf zóó sterk over verveling klaagt, is zoo iets niet te verwachten. Zij had eerst de be zwaren van dat ^uitgaan" moeten ondervinden, om dan later tot inkeer te komen. Een tweede opmerking geldt den verjaardag van Marie, llet is niet natuurlijk dat een innig liefhebbend echtgenoot, zooals Eduard is, zoo weinig notitie neemt van den verjaardag zijner vrouw. De meid denkt er ook niet aan; er is dus in 't geheel niet over gesproken; de schrijver geeft, een te liefelijke voorstelling van het huiselijke leven, om zulk een gewich tig huiselijk feest te vergeten. Glanor heeft de genoegens der bals en soirees alleraardigst geparodieerd. Zijn dialoog is vloeiend; zijn karakterteekening zeer juist. De uitvoering was het stuk waardig. YVij noemen het eerst mej. Picéni als Marie en den heer Moor als Eduard. Ons verslag is reeds te uit gebreid om bij de verschillende voortreffelijke passages van beider spel stil te staan. Wel was mej. Picéni de fraaie bouquet waardig, die haar ge schonken werd. De heer Albregt was uitmuntend als de oude kolonel. Mw. Götz-Scheps, als Eugenie, speelde haar kleine rol zonder overdrijving. Mw. Albregt-Engelman was meer een oude jufvrouw dan een oude meid. De heer v. Zuyleti speelde zeer natuurlijk, maar had zich geen verleidelijk voorkomen gegeven. Heeft hij dat misschien gedaan opdat de deugd van Marie niet al te kolossaal zou schijnen? llet nastukje was langdradig, maar het spel van mej. Picéni en den heer v. Zuylen in alle opzichten uitstekend. Leiden, 3 April 1873. INGEZONDEN. Aan de Redactie der Leidsche Courant. In uw N°. van heden zie ik weder eene opgave vermeld, betreffende het aanlal verkochte portién in de Leidsche Volkskeukeneen getal aanwijzende van 5038 in eene maand! Beleefdelijk geef ik u in bedenking, om van lijd tot tijd ook eens de opgave te melden van de Groninger Volkskeuken, opdat het geacht bestuur der Leidsche Volkskeuken aangewakkerd worde maatregelen te nemen dat aan hunne inrigting wat meer wordt omgezet; immers wat de Leidsche in eene maand aflevert, levert de Groninger (niettegenstaande zij veel later is opgerigt dan de Leidsche) bijna in ééne week af. Welligt vernemen dan de aandeelhouders nog bij hun leven iels van divi dend ol rentebetaling. Met hoogachting, Leyden, 2 April 1873. X. Bij vonnis der arrond.-regibank te Leiden van 4 April zijn de volgende veroordeelingen uilgesproken: G. J. S.wegens diefstal, lot cellulaire gevan genisstraf van 3 maanden; M. d. B., wegens diefstal, tot cellulaire gevange nisstraf van 8 dagen; S. S., wegens diefstal, tol cellulaire gevangenisstraf van 6 maanden; C. V., wegens beleediging en mishandeling, tot 2 geld boeten ieder ad 10, subsidiair 3 dagen gevangenisstraf voor iedere boete; C. v. R.wegens ontduiking van plaatselijke belasting op de hondenlot geldboete van 12. subsidiair 3 dagen gevangenisstraf; W. C. v. d. W,. wegens ontduiking van plaatselijke belasting op de honden, tot geldboete «au ƒ6, subsidiair 2 dagen gevangenisstraf. bekend met het Eood- en Zinkwerk, kan geplaatst worden by P. H. MAANDAG. Gehouden Verkooping va-n onroerende goederen, in het lleeren-Logement aan den Burg, Vrijdag 4 April. Notaris J. M. E. Dercksen. Twee partijen Bouw- en Bollenland alsmede eene Losplaats, gelegen binnen de gemeente Noordwijkerhout, uitmakende een zuidwestelijk en een noord ALS:

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leydse Courant | 1873 | | pagina 3