Marck, directeur van Jul ihétilre. lie zes getuigen. die nil gehoord zjjn,
waren namens den gedaagde gedagvaard tol liet honden eener contra-enquête.
Uit de verklaring van den eerste, den lieer commissaris van policie, den heer
Wulffers, blijkt hoofdzakelijk dat, nadat de heer Trinquier met den heer
Chrisliani zich in de maand Jannarij ten zijnen bnreele hadden vervoegd tot
het indienen eener klagte, hij daarvan nog geen proces-verbaal had opge
maakt. maar zich slechts bepaald tot cene bloole aanleekening van het hem
medegedeelde. Getuige had zich den volgenden avond in de kleedkamer van
den heer Trinquier begeven, toen deze zeer ontdaan was door de weigering
van den heer Marck, om in de rol van Eleasarin de Juive in het 4'bedrijf
zijne aria te mogen transponeren. Gedurende de daaruit ontstane spanning
is het hem evenwel mogen gelukken van den heer Marck de vergunning te
verkrijgen tot de verlangde transpositie, zonder welke de heer Trinquier
verklaarde niet te kunnen zingen. Op de vraag van gel. of de heer T. nu
voldaan was over de welwillendheid van den lieer M. en dan nu ook geen
reden zag om van de ingestelde plainte af te zien, had de heer T. een toe
stemmend antwoord gegeven onder bijvoeging dat hij geheel voldaan was.
I)c 5 overige getuigen verklaarden met meerdere of mindere zekerheid dat
zjj zich niet bepaald herinnerden, dat de bovengemelde woorden in den
avond van 23 Nov. door den lieer.M. ten opzigte van den heer T. waren
gebezigd. Hoezeer zij niet ontkenden dat hij zich meermalen in dien geest
had uitgelaten (dè 5 bedoelde getuigen waren allen artisten van het Fran-
schc theatre), gaven zij allen genoegzaam te kennen, dat de woorden: eet
homme-Ia me vole dans mes appointements, in Frankrijk, in de tooneel-
wereld, eene gansch andere beteekenis hebben dan zooals zij door den
cischer zjjn opgeva dat daarin ook niets beleedigends ligt en dergelijke
uitdrukkingen den betrokkene ook niet in zjjne eer en reputatie kunnen
schaden, noch ook in zijne carrière; dat de zin, aan die woorden te hech
ten. over het algemeen niets anders te kennen geeft, dan: die man is het
geld niet waard dat hij ontvangt. Het verwijt van den heer T. alsof de
dikwerf bedoelde uitdrukkingen en over liet algemeen de handelwijze van
den heer M. jegens den eischer dien invloed hadden uitgeoefend, dat des
cischers kameraden hem. Trimtuicr. sedert het gebeurde met minachting
zouden hebben bejegend en heui zelfs den rug toegekeerd, is door de 5
laatstgcmolde getuigen bestreden door de verklaring, dat zij
het algemeen van de zijde van den heer T
over
artisten, zich
„,0hebben te beklagen, dat
hij hen uit de hoogte en met minachting behandelt, en dus zijnerzijds den
rug toekeert. Voornamelijk was de grief der 5 gehoorde getuigen, alsmede
van andere artisten, blijkens hunne opgaven, dat de heer T. door zijne
handelingen en zijn geschrijf aan het publiek
waarmede het niets te maken heeft
onjuist en overdreven zouden zijn.
dezer zaak voortgezet worden.*
Dezer dagen is een aanvang gemaakt met het uitgraven van den grond
en het maken der funderingen voor het gebouw van kunsten en weten-
schappen, aan den Zwarteweg. Naar men verneemt bestaal het.voornemen
reeds in de
de uitvoering
ter kennis brengt zaken
en die ook voor het grootste gedeelte
Maandag aar.st. zal de behandeling
maand Junij a. S. de eerste steenlegging van dat gebouw
van eene cantate feestelijk te doen plaats hebben.
door
BUITENLANDSCIIE BKBIGTEN.
nog
een
den
aan
van
hel
ENGELAA B.
LONDEN. 13 Maart
Omtrent de gebeurtenissen ter Kuste van Guinea deelt de Mom. Cost
het volgende mede: Toen Nederland Elmina bezat, had Alschaupang,
verwant van den koning der Ashaniijnen en een groot roover, aan
Nederlandschen gouverneur veel moeite gegeven. Tijdens de overgave
Engeland werd Alschaupang in arrest genomen en onder een geleide
60 man naar Comassie gebragt. Hij beloofde toen zich nooit meer op
Brilsche bescherming slaande gebied te zuilen laten zien. Op
onder
weg naar Comassie werd hij echter smadelijk bejegend en van zijne sieraden
beroofd; de bewoners van Akim. wie hij in der tijd veel schade had toe-
gebragt. ontrukten hem aan bet geleide en hielden hem gevangen. Dewijl
nu AXschaupang van koninklijken bloede is en bij den nu overleden koning
Quakoe Doeali het hofambt van grootbarbier bekleedde, zoo beschouwt de
tegenwoordige koning Carie Cai'te het gedrag tegenover zijn verwant als
eene trouwbreuk, die met de wapenen moet gewroken worden. Indien de
koning, zoo als men wil, bij zijn fetish heeft gezworen de Brilsche koloniën
te overvallen, dan zal die aanval zeker niet uitblijven, wan; heivertrouwen
en de gehechtheid der inlanders aan hun fetish is onbegrensd.
De Times deelt tijdingen mede nil Zanzibar, omtrent dc bemoeijingen
van sir Bartle Frere, ter onderdrukking van den slavenhandel. Alles ver
langt aldaar hel behoud van dien handel, en de sultan weigert het hem
aangeboden traclaat te sluiten. Sir Bartle zal zich echter daardoor niet
laten ontmoedigen.
FRANKRIJK.
Uit Parijs meldt men aan de Times: De laatste vier leden der com
missie van rapporteurs over het handelslraclaat lusschen Engeland en Frank-
rjjk zijn benoemd. Hoewel de meerderheid der commissie (12 van de 15
leden) tegen het tractaat gestemd is. moet men echter met verwachten dat
de nationale vergadering het tractaat njet zal ratificeren, vermits de rap
porteurs minder om economische dan wel om politieke redenen verkozen
Men zegt dat die commissie, alvorens haar rapport uit te brengen,
onderzoek zal instellen, waarmede eenige tijd zal verloren gaan vóór
dit .de nationale vergadering zal hebben te beslissen.
-f- Voor de hoven van assises in Algerië zijn in den laatsten tijd belang
rijke gedingen behandeld, ingesteld legen groepen inlanders, die zich gedu
rende den jonasten Kabylischen opstand aan moorden en plunderingen heb
ben schuldig gemaakt, op znik eene verraderlijke en wreede wjjze bedreven,
dat zij niet onder de gewone, van oorlog of burgerkrijg onafscheidelijke
'Jjn.
een
geweldenarijen en jammeren gerangschikt konden worden. Uceds zijn |(i
doodvonnissen uilgesproken, en een groot aantal personeu tol dwangarbeid
en gevangenisstraf veroordeeld. Nog is een regtsgeding aanhangig, waari»
213 personen zijn betrokken, waarvan 68 voortvlugtig. Er is in deze
zaak zelfs een Arabisch hoofd betrokken, die kommandeur is van het l.e.
giocn van Eer.
ITALIË.
In de zitting der kamer van afgevaardigden heeft de president eenen
brief van prins Amadeus voorgelezen, waarin deze aan de kamer zijnen
dank voor haar adres betuigt, cn zegt: Ik heb de kroon aangenomen in de
hoop van aan Spanje de rust te kunnen hergeven; maar ziende dat Spanje;
zijn geluk niet in mij konde vinden, heb ik van dc kroon afstand gedaan,,
na eerlijk en naauwgezet de constitutie te hebben nageleefd. Italië zal in
mij steeds eenen soldaat vinden, die zijn vaderland lief heeft.
De dagbladen melden dat de koning prins Amadeus tot luitenant-generaal
benoemd heeft.
Dezer dagen werd door eene deputatie uit vreemde landen, aan het
hoofd waarvan de prins van Lichtenslein stond, den Paus een adres over
handigd, waarin gezegd werdthoe de vrees der katholieken, dat de ver-1
meestering van Rome door de Italianen de kerk in slavernij zou brengen,,
bewaarheid is geworden. Het adres protesteert voorts tegen de opheffing
der geestelijke broederschappen en voegt er bjj, dat God de overweldigers
zal kastijden. De Opinione, van dit adres sprekende, vraagt of de prins
van Lichtenstein het regt had de regering van een land, waar hij thans
gastvrijheid geniet, zoo grof te honen. Wij zijn vast overtuigd, voegt dit
blad er bij, dat de prins in geen ander land zich dergelijke taal zou ver
oorloofd hebben tegen de regering, of dat hij, zoo hij het al gedaan had,
aan de beleedigde natie rekenschap zou hebben moeten geven. Doch alle i
deputatiën, die te Rome komen, schijnen te gelooven, dal de wet betreflende
de waarborgen voor den Paus gemaakt isniet om de vrijheid van den II
Stoel te verzekerendoch om haar in hare onbeschaamdheid aan te moedigen
Hierin nu bedriegen zij zich. Er is geen wet, die het regt geeftt
's lands instellingen te honen Italië kan onbekommerd zijn over de taal
dier deputatiën; maar zij moesten beseffen dat haar eigen belang een weinig
meer cerbeid voor de openbare meening vordert.
OOITENKIJ K.
Het comité, benoemd tol het te Weenen op te rigten Tegetthoff'si
monument, heeft, van dc 22 ingezondenc ontwerpen, den eersten prijs toe
gekend aan den beeldhouwer Ferdinand Schlöth te Rome, den tweeden aan
Leopold Rau te Berlijnen den derden aan Martin Paul Olto te Berlijn.
OOST-INOIE.
BATAVIA. 1 Fcbruarij.
Bij besluit van den gouverneur-generaal is, vermits alle eigenaren van
de specerijperken op de Bandasche eilanden toegetreden zijn tot de voor
waarden- omschreven bij het besluit van 30 April 1864, bepaald dat de ver-
pligte teelt cn levering aan het gouvernement van de specerjjen op de Ban
dasche eilanden is afgeschaft, met 1 October 1873.
Volgens een van den gouverneur van Celebes ontvangen telegraphisch
berigt, is de rust aldaar in December en in het toen reeds verloopen ge
deelte van Januarij niet gestoord geworden. Kraëng Bonto-Bonlo zwierf
nog altijd in de noorder-districlen rond, doch met een zeer kleinen aan
hang. De weèrsgesteldhcid liet niet toe hem krachtdadig te vervolgen.
Den 29sleo Jan. vertrekt van Batavia het stoomschip üjambi, com
mandant de kapitein ter zee Kroefif, om zich voorloopig naar lliouw Ie be
gevenin afwachting van een logt naar Aljin, met de benoemde commis
sarissen, de heeren Scliiff en van dc Wall, benevens geschenken voor den
sultan en sommige rijksgrooten. Deze commissie zal echter zoo spoedig
niet vertrekken. De Djambi zal toch de reis naar Riomv zeilende afleggen,
zoo men wil ter oefening van .Ie bemanning.
Den 23,lrfl Jan. heeft de commissie, belast met de opname van de
spoorwcglijn Meester Cornelis—Buitenzorg hare taak ten einde gebragt.
Met een trein, waarin ook enkele dames en heeren pla.its namen, is een
proelrid gedaan van Buitenzorg tot den zijtak op Meester. Deze proefriil
heeft volkomen voldaan. Vervolgens zijn de laatste kunstwerken gekeurd.
Hiermede was de taak der commissie afgeloopen.
De grootc droogte blijft hier reden van bezorgdheid voor den rijstoogst
geven. Wel is in de vorige week en gisteren hier wat regen gevallen,
maar slechts gedurende eenige dagen. Hier wordt veel rijst ingevoerd.
Door den gouverneur-generaal van Ned.-lndië zijn de volgende beschik
kingen genomen:
Civiel departement. Benoemd: tot assist.-resident van Socrakarla jh'. C,
II. A. van der Wijck; tot inspecteur, der posterijen in Ned.-lndië mr. J. J
Schneither Az.tot controleur der posterijen J. C. J. Voigl en J. C. Tasch;
tot commies-controleur tevens magazijnm. der postz. G. J. Laurensen, tot
poslm. H. A. Klerks, A. C. Rijken en R. I.. II. A. Bloem; tot comm. le kl.
bij de post. J. F. Blondeau, E. Spier, W. van Beem, H. Jacobs. W. R. C
Wollrabe, II W. van llogczanl. A. J. II. Payen en R. E. Rolf; tot idem 2'kl.
J. B. Groenewald, F. baron van Asbeck, P. L. G. Welter, E. B. R. Tellings,
li. N. van Gisteren, W. H. II. Snell, P. Welters, L. J. Berlijn, H. J. W
Scheller, M. den Boer en F. Th. E. Tellings; tol administr. der tinmijnen
van het district Merawang A. A. Kemper; tot idem le Toboali C. J. E
Klencke; tot idem te Koba R. de Adelhart Toerop; tot hoofdonderw. aait
de Depoksehe school G. D. W. te Niet; tot 2' comm. bij de algem. secret-
J. van Hengst; tot I' comm. bij de algem. rekenk. J. A. Kal; tot 1'comtn
bij het dep. van onderw.cered. en nijverh. A. Klasing; tot 3e comm. op
het resid.-bureau te Pontianak K. V. Schwab: tot pakhuism. bij hel zout-
hoofddepot te Sampang F. A. Schuber; tot hoofdonderw. aan de openb.
lagere school te Poerbolingo J. Zeven; tot idem te Menado A. Bommel; tot
iihm le Banljermasin J. F. Winterberg: tot idem te Bonlhain L. Hoven-
Ami
Arn
[Don
's G
f Groi
Hm
'iHi
Lee^
Leii
Maa