PER TELEGRAAF. jer westelijke residentie's vail Java verzocht een zoon, die studeerde voor eene geestelijke betrekking, zijn vader, hem levend te begraven, omdat hij van niemand anders dan van Toean Allah onderwijs wilde ontvangen. De vader vond het verzoek des zoons zeer billijk en voldeed aan zijn wensch. Het hoofd van het gewestelijk bestuur was echter van mecningdal er achter deze geschiedenis wat meer kon schuilen en heeft den gedienstigen vader gevangen genomen. De knokkelkoorts breidt zich hier ter plaatse uit en woedt nog steeds elders. Door den gouverneur-generaal van Ned.-Indië zijn de volgende beschik kingen genomen: Civiel departement. Verleend: een tweejarig verlof naar Europa, aan den notaris te Soerabaija 11 W. F. Ligtenberg. Benoemd: tol raadsheer in het hoog geregtshof van Ned. Indiëmr. C. W. 11. van Schelle; tot voorzit ter van den landraad te Modjokerlo (resid. Soerabaija), mr. J. F. Kramer; tot tijdelijk vervanger van den notaris H. W. F. Ligtenberg, te Soerabaija, j, C. van der Mandele. Ingetrokken: de benoeming lot controleur 2e kl. bij het binnenl. bestuur in het gouv. Sumatra's Westkust van R C. Kroesen en B. Donker Curtius. Door den directeur der burgerl. openb. werken is bij de posterijen ontslagen: op verzoek, eervol, uit zijne betrekking, de poslcommies, chef van het postkantoor te Kediri. J. F. M. Schneider. Departement van oorlog. Verleend: een tweejarig verlof naar Nederland, aan den 1'"° luit. der infant. P. J. Gaberel. Bevorderd: bij de mil. geneesk. dienst: tot dirigerend officier van gezondh. 2' kl., de officier van gezondh. 1« kl. J. B. Hessig. Door den commandant van het leger enz. zijn ge plaatst: depart, van oorlog, bij de V' afd,, de onder-intendant le kl. van de mil. adminislr. H. de Haas; geneesk. dienst: bij het garnizoen te Wil lem I, de paardenarts Ie kl. E. II. A. H. Boudewijns; infanterie; bij het ]le bat., als adjudant, de Ie luit. H. H. Weychardt, en de 2' luit. J. A. F. Cramer; bij het 12" bat., de kaptt. A. Luymes en M. P. II. Perelaer: bij bet 14' bat., de kapt. A. P. Soetens; bij het garn.-bat. der Wester-afd. van Borneo, de 1' luit. J. de Bruyn. Departement van marine. Door den commandant der zcemagt is ont slagen: eervol, de 1' stuurman bij de gouv.-marine B. Krol, en belast: met de waarneming der betrekking van 2den gezagvoerder aan boord van het lichtschip in de Lucipara-passage, A. J. Krijt. VERSAILLES, 3 Maart. In de nationale vergadering heeft de heer Leroyer verklaarddat de vergadering geen constituerend karakter heeft en zich niet kan constitueren, zoodat het onnoodig is, haar als constituerende magt te proclameren. In den verderen loop zijner rede verklaarde hij, dat de legiti misten in Frankrijk geen steun vinden. De heer Bertanld spreekt een afkeurend oordeel uil over de rede van den heer Dufaure. Doen wij een stap vooruit of een stap achteruit? vraagt spr. De handhaving van liet bestand van Bordeaux brengt geen licht in den loc stand. Hij verlangt wijders te weten door welke gedachte de regering zich laat leiden bij de uitoefening van 's lands beheer. Eene regering zonder kokarde wordt door het land niet geduld. De grootste vraag van het land is te weten of het wordt voorbereid lot de monarchie, dan wel tot de re publiek. Spr. kan bezwaarlijk begrijpen hoe instellingen kunnen bestaan die èn aan de republiek èn aan de monarchie dienstig zijn. De regering moet toch welen welke regeringsvorm het best geschikt is voor het land; welnu zij legge eene verklaring dienaangaande af. De heer Baragnon zegt dat de heer Bertauld de regering brengen wil lot eene schennis van den te Bordeaux afgelegden eed. "Wij hebben een eerlijk bewind, dat het aan Frankrijk en Europa gegeven woord eerbiedigt," zegt spr., «eene regering wier verklaringen de ware meerderheid zich bij haar hebben doen aansluiten." De hh. Duvergier en Ilampont verlangen ophelde ringen van de regering. De heer Thiers vat hu het woord op. Hij zegt dat de regering niet ver langd zou hebben de discussie le rekken, maar dat, na de haar bij herha ling gestelde vragende meerderheid begrijpen zal dat zwijgen voor de regering onmogelijk is. "Men kan een land niet regeren zonder een vast aangenomen politiek," verklaart hij, «wij hadden geen andere reden om te zwijgen dan die om de kalmte der gemoederen le behouden, maar thans kunnen alleen opregte ophelderingen die kalmte teruggeven." Hij verzoekt uitstel tot morgen en dit' wordt verleend. De vergadering gaat uiteen. KÖNSTANTINOPEL, 3 Maart, Gisteren is lusschen den minister van bui- tenlandsche zaken en de vertegenwoordigers van Frankrijk, Engeland en Italië eene overeenkomst geslotenom aan de misbruiken der consulaire regtsmagt in Tripoli een einde te maken, door voorlaan de reglszaken tus- schen inlanders en onderdanen der genoemde vreemde mogendheden te doen behandelen volgens de capilulatiën WEENEN. 3 Maart. Het berigt in een der Parijsche bladen, over eene verandering in de vertegenwoordiging van Oostenrijk te Parijs en Londen, wordt van goed ingelichte zijde ten eenenmale ongegrond verklaard. PARIJS, 3 Maart. Thiers heeft heden een onderhoud met graaf von Arnim gehad. De onderhandelingen met Duitschland gaan goed vooruit. Na afloop van de zitting der nationale vergadering heeft Thiers een ge sprek gehad met eenige leden der regterzijde; men verwacht dat Thiers morgen de ware beteekenis der boodschap aanwijzen, de wettelijkheid van den legenwoordigen regeringsvorm constaterenmaar hel regt der vergade ring om over den definiliven vorm te beslissen erkennen zal. LEID SCHE SCHOUWBURG. »De Militaire Willemsorde", Oorspronkelijk Dramatische schets in 1 bedrijf door Rosier Faassenen „Wie heelt er een kind verloren?" Volksstuk in 3 bedrijven, naar het Hoogduitsch van Friedrich Kaiser. Be laatste aboiuiemenfsvoorslelling der Haagscbe tooneellisten op gisteren avond, verdient niet lol vermeld te worden, zoowel om de uitvoering als om den aard der stukken. «Wie heeft er een kind verloren?" is een aardig volksstuk, onderhoudend, vol afwisseling en met een zeer goede strekking. De titel wil ons niet bevallen, die is erg plat, en daar had wel iels beters voor verzonnen kunnen worden. Toen wij op het affiche 3 bedrijven en 7 tafereelen vermeld zagen, vreesden wij weer voor een herhaald gordijn- zicht, want wij weten dat tooneelveranderingen hier gewoonlijk niet vlug gaan. Die vrees bleek echter geheel ijdel te zijn, want men veranderde ditmaal het decoratief met open gordijn, en die changcments-a-vue gelukten bijzonder goed. Het stuk werd daardoor vlug afgespeeld, hetgeen op de stemming van het publiek niet weinig invloed heefL De hoofdpersoon van dit volksstuk is Peter Schartig, een steenhouwersknecht, die heel bekwaam is, maar volstrekt niet wil oppassen, en al wat hij verdient naar de kroeg brengt. Een ongelukkige liefde heeft hem allen moed benomen en hem op den verkeerden weg gebracht. Marie, een bekoorlijk meisje, dat hij harts tochtelijk lief had, verliet hem om aan het aanzoek van een rijk heer ge hoor te geven. In het geheim huwt zij met dien rijken minnaar, maar vóórdat de verbindlenis publiek wordt sterft deze iu een duel. Door allen verstootenlegt zij haar kind te vondeling bij het huis van den stiefvader van haar echtgenoot en daar wordt het door Peter Schartig gevonden. Nie mand wil zich het schepseltje aantrekken, behalve Peter. Hij neemt het mee naar huis, zorgt er voor, gaat met ijver aan den arbeid, om de kleine gast te kunnen onderhouden, vermijdt voortaan de kroeg, en wordt op die wijze een ander en beter mensch. Marie blijft lang onkundig van de plaats waar haar kind zich bevindt; eindelijk komt zij het te weten; haar moe derlijk gevoel behecrscht haar en als Peter 's avonds thuis komt is zijn lieveling verdwenen. Hij achterhaalt de moeder, in wie hij zijne Marie herkent en met wie hij ten slotte trouwt, daar zij geen van beiden van het kind afstand willen doen. Dat ook de- voorname geboorte van den kleinen jongen aan het licht komt en hij groote schallen erft, spreekt van zelve. Met de ontknooping hebben wij geen vrede. De geschiedenis van die antieke kast, waarin de bewijsstukken van Marie's huwelijk aanwezig zijn, is vrjj onduidelijk, en de verschijning van Peter met Marie en haar kind op het schitterende leest bij baron Feldstein vinden wij ongepast. De ontsluiering van zulke intime familiezaken moet en petit comité plaats hebben cn niet onder vreemden; deze wijze van handelen moge knal-effect te weeg brengen, ze is ongetwijfeld iu strijd met den goeden toon. Overigens voldeed het stuk ons zeer en vooral als volksstuk mag het aanbevolen wor den. Peter Schartig werd naar waarheid voorgesteld door den heer Faassen. In het 1' tafereel was zijn voorkomen volmaakt dal van een liederlijk sujet, met een zekeren genialen Anstrieh. Die steenhouwers-werkplaats in dat bosch was nog al vreemd. Ook vervoert men zware steenen zoo ge makkelijk niet. Een vaste steenhouwers-werkplaats waar de steenen blijven liggen, zou natuurlijker zijn. In het 2' tafereel verschijnt van Weckhart, de stiefvader van Marie's echtgenoot, een schijnheilige schurk, bij het volk zeer geëerbiedigd en tevens armverzorger. De heer Bruyn speelde die rol onverbeterlijk. Zijn houding tegenover de mooie Marie, die hij als dienstbode huurt, zoowel als zijn vrees dat de menschen kwaad van hem denken zullen, als dat kind voor zijn deur gevonden wordt, waren goed bestudeerd. In dit tafereel had de heer Faassen vooral een belangrijke rol. Peter vindt het kind en neemt het besluit er voor te zorgen. Hier was hij in zijn kracht, maar vooral sleepte hij ons mede toen hij in het 4' tafercel den kersboom voor zijn lieveling versierde cn een oogenblik later tot zijn ontzetting het bedje ledig vond. De rol van Marie werd goed gespeeld door mevr. Bruyn-Sablairolles en evenzoo die van Christïaanden barbier, door den heer Bigot. De mindere rollen waren in goede handen; die personen uit het volk: die groenvrouw, die melkboer, waren uit het leven gegrepen. Men was blijkbaar in het stuk thuis en alles sloot in elkaar, zooals het behoorde. Hadden wij dezen avond weer de gelegenheid om den heer Faassen als tooneelkunstcnaar te bewonderen, wij mochten hem nu tevens als tooneel- schiijver lCeren kennen, en die kennismaking heeft ons werkelijk een groot genoegen verschaft. De intrige van "De Militaire Willemsorde" is zeer een voudig. Een jonge, ondeugende knaap heeft zijn ouders in vroeger jaren veel verdriet veroorzaakt; bij heeft zelfs zijn moeder in drift met mishan deling gedreigd en daarom werd hij door zijn vader weggejaagd. Hij ging toen naar lndië, onderscheidde zich bij een expeditie, werd zwaar gewond, en komt nu zwaar gewond, met de Militaire Willemsorde versierd, bij zijn vader terug. Men ziet het, de geschiedenis is heel eenvoudig; knaleffecten vindt men niet in het stukje; op de lachspieren werkt het ook niet, maar daarentegen is het zoo natuurlijk en boeiend geschreven, dal men al zeer verwend moeCzijn door de sterk gekruide producten van de Fransche school om er geen gevoel voor te hebben, als het ten minste zoo goed gespeeld wordt als gisteren avond. Misschien zou het begin wel iets korter kunnen wezen. bijv. het tooneel van Frans met zijn vrouw en daarop dat van laatstgenoemde met van Balen. Dit ware licht te veranderen. De heer Faassen speelde de rol van den ouden van Balen werkelijk con amore. Dit karakter, goed uitgewerkt in het stuk, werd dofor hem uitmuntend vertolkt. In schijn hard en onge voelig voor zijn verloren zoon, denkt hij toch steeds aan hem en wil hij toch zoo gaarne iels van hem weten, zonder dat anderen (iet bemerken. Treffend is vooral de scène, als hij den brief van Frans door zijn klein zoontje laat voorlezen, en in den waan raakt dat Frans dood is. Terecht heeft de schrijver het stuk met de terugkomst van den jongeling dadelijk doen eindigen. Nadere ophelderingen zonden den indruk verzwakt hebben. De overige rollen werden goed gespeeld. Gelukkig verscheen de lieer Has pels als Frans. Wij zeggen gelukkigwant als een minder geoefend acteur die kleine rol, bestaande uit een woord of wat; vervulde', dan zou het j ensemble totaal bedorven worden. Wij wenschen den heer Faassen van ganscher harte geluk met zjjn succes! Leidên, 4 Maart 1873.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leydse Courant | 1873 | | pagina 3