3e kl. \Y. T. Clous en M. Steensma, allen behoord hebbende lol het eskader in Oost-lndië, en van daar in Nederlaud teruggekeerd, zijn op non-activi- leil gesteld. M. de N., reeder en koopman te Scheveningen, die in rekening stond met een kuiper B. uit Delft, betreffende hel door den laatsten geleverde, was borg gebleven voor eene som van ƒ382.50die de kuiper aan zekeren K. uit Amsterdam moest voldoen. De Amsterdammer drong in het begin van de maand November op betaling aan en de Delvenaar en Amsterdammer spraken af, te zamen aan de N. een bezoek te brengen. Den 14d,D Nov. jl." werd het bezoek afgelegd, maar dit had voor den kuiper geen aangename gevolgen. De N. toonde zich dadelijk bereid aan het hem gedane verzoek te voldoen, maar vorderde van zijne zijde het quiteren van de rekening door B. Ook daaraan werd voldaan. Toen nu aan K. zijn geld was voorgeteld, vroeg de zoon van B.die met zijn vader was medegekomen, of deze nu niets kreeg, want hij had eene quitantie van ƒ427 afgegeven. Deze vraag ontkennend beantwoord zijnde door d. N.trachtte de zoon van B. met ge weld zich van de afgegeven quitantie weder meester te maken, maar d. N. pakte hem vast en begon klappen uit te deelen. Nu ontstond eene worste ling lusschen d. N. en vader en zoon B. welke daarmede eindigde dat heide laatsten uit het kantoor op onzachte wijze werden verwijderd. Buiten de deur moet volgens verklaring van getuigen d. N. zich van een stok hebben bediend en o. a. aan den ouden B. een slag op den linkerarm hebben toe- gebragt. waardoor hij geruimen tijd is buiten staat geweest zijn werk te doen. De gehoorde geneesheer verklaarde dat op 4 Dec. de verwonde wel in staat was te werken, maar deze merkte op dat hij nu nog niet volko men is genezen. D. N.w egens het toebrengen van slagen voor de regtbar.k alhier gedag vaardkon ter leregtzitting van heden het hem ten laste gelegde niet ten volle bekennenmaar geloofde dat het gebeurde in zijn drift wel mogelijk is geweest. De subst.-officier van justitie, jhr. mr. de Jonge, requireerde schuldigverklaring aan hel moedwillig aan twee personen toebrengen van slagenwaaruit geen ziekte of beletsel om te werken van meer dan 20 dagen is ontstaan, en veroordeeling tot 15 dagen eenzame opsluiting en be taling van twee boeten ieder van ƒ8. Mr. van Raalte gaf toe dat het be wezen was dat de beide B's de deur van bel kantoor waren uitgesmeten, tol welke handeling iedervan w ien men iets wil afnemenwel in staat zal geacht worden, maar dal er door d. N. slagen zouden zijn toegebragt, achtte pleiter niet bewezen, de verwonding zou zeer goed veroorzaakt kun nen zijn door tegen het eene of andere voorwerp aan te loopen. Hij ge loofde eindelijk dat hel ten laste gelegde niet is bewezen. Mogl evenwel de regtbank zijn gevoelen niet deelen dan verzocht hij in aanmerking te nemen de omstandighedendie tot het voorgevallene hebben aanleiding ge geven. De uitspraak is bepaald op aanst. Donderdag. Z. K. II. prins Alexander woonde gisteren avond ip den Kon. Fran- schen schouwburg de eerste voorstelling bij van het drauie lyrique »Sylvana". muziek van von Weber, dat nog slechts alleen in het Theatre Lyrique tq j Parijs werd ten looneelc gevoerd. Voldeed de voorstelling, die door een talrijk publiek werd bijgewoond, zeer. het was vooral de heer Emile Marck, die in de rol van Melchior uitblonk en bij herhaling werd teruggeroepen. Na afloop van de voorstelling, meldde zich in het kabinet van den direc teur, den heer Marck, eene deputatie aan van het koorpersoneeldie hem, namens al de leden van het koor, met eene korte en hartelijke toespraak, als een blijk hunner achting, een fraaijen vergulden palmtak aanboden, aan welks steel een breed wit satijn lint was vastgehecht, waarop zijn afgedrukt alle de hoofdrollen, in dit en in het vorig speelsaizoen door den heer Marck vervuld en waarin hij zoozeer uitblonk. Eerlang zal moeten worden beslist, wien de directie van den Fran- schen schouwburg, voor het tooneeljaar 1873/74, zal worden opgedragen. Ook naar aanleiding van de beraadslaging, omtrent dat tooneel bij de be-- handcling der gemeentebegrooting gevoerd hebben burg. en weth. thans den gemeenteraad voorgesteld om gegadigden voor de directie op te roepen, zonder daaraan de toezegging van een geldelijk subsidie te verbinden. Volgens het D. v. 's Gr. is de uitlevering van Verlind en Behagel toe gestaan en kan men de beide verdachten binnen een paar dagen hier ver wachten. Als gevolg van het dezer dagen door den gemeenteraad aangenomen J voorstel tot hel verleencu van een crediet tot tijdelijke uitbreiding en ver sterking der nachlpolicieten einde daardoor de ongerustheid onder de ingezetenen eeuigzins te doen verdwijnen, zijn reeds een aantal buitenge wone stillewakers aangesteldterwijl het uur van indiensttreding van het nachtpersoneel, gewoonlijk 11 ure des avonds, thans vervroegd en op 9 uur gebragt is, op welk tijdstip de klap- en slillewakers de policiebureaux ver laten om hunne verschillende wijken te doorloopen. Het kleppen vangt echter zoo als gewoonlijk ten 11 ure aan. Heden nacht ten half 1 uie werd bij de policie aangifte gedaan dat bij mevrouw de wede. v. A., in de Nassaulaan zou zijn ingebroken. De po licie bevond zich spoedig op de aangewezen plaats en bevond, dat in het slot van een zilverkaslje, staande in een salon op de eerste étage aan de tuinzijdc. een valsche sleutel stak. Bij ondetzoek bleek nog dat een der ramen aanstond, en er zich op de vensterbank vóór dat raam een zilveren schotel bevond, zoodat men vermoedt dal de dader, iu zijn s'rafbaar voor nemen gestoord, door hel raam is ontvlugt. De policie zet haar onder zoek voort. IHJITKNLANDSCliK MKIMf.TKN K U E 5, A Ni ÏS. LONDEN, 9 January. Be vrienden van het parlementslid den heer Miall zijn uil dankbaar heid voer de kunde cn den ernst, waarmede hij gedurende hel grootste gedeelte van zijn leven de zaak der godsdienstige gelijkheid heeft bepleit, voornemens hem een geschenk van 10000 aan te bieden, waarvan reeds 8500 zijn bijeengebragt. IRANKBIJ K. In het Bien public leest men betreffende de quaestie der ambassade te Rome het volgende: De heeren Dufattre, de Goulard en de Fourtou heb ben in particuliere gesprekken de zienswijze der regering te kennen gege ven omtrent het te Rome voorgevallen diplomatieke incident. Zij verklaar den dat de regering in geen geval toe zou stemmen dat er eene interpellatie wierd gedaan, welke eene discussie over den geheelen omvang der Ita- liaansche quaestie zou veroorzaken. Zij zou zich eenvoudig beroepen op vroeger afgelegde verklaringencn antwoorden dat zij daarop niet had terug te komen hetzij ter intrekking, hetzij ter wijziging, hetzij ter nadere bevestiging. Wanneer derhalve de generaal du Temple en zijne vrienden bij hun besluit mogten blijven om zoodanige discussie uit te lokken, dan zon men zich hebben te bepalen tot het vragen van inlichtingen, en de nationale vergadering zou hebben te oordeelen of het haar tijdig en voor de zaak dienstig voorkwam verlof tot het doen dier vraag te verleenen. Aan den anderen kant is het ons bekend dat verscheiden leden der regter- zijde ijverig bezig zijn om te voorkomen dat aan het voornemen hunner ambtgenooten gevolg worde gegeven. Indien er dus al eene discussie plaats heeft, zal deze zich binnen enge grenzen bewegen; aan de regering zullen alleen vragen worden gedaan welke den vorm betreden van het incident, dat tol het ontslag van den heer de Bourgoing heeft geleid, en niet betref fende de eigenlijke Italiaansche quaestie. De gemeenteraad van Draguignan, in het dep. van de Var, heeft op het einde van 1872 eene belasting van het water uit de bron van Lourdes onder de gemeentelijke middelen opgenomen, daar dit water, naar de mee ning van de meerderheid van den raadmoest worden gelijk gesteld met de minerale wateren van Vals en Saint-Galmier. De algemeene raad van de Var heeft geen bezwaar in de nieuwe belasting gezien: maar het dep. van binnenlandsche zaken heeft gemeend het besluit van den gemeenteraad van Draguignan naar den raad van state te moeten verzenden. Deze is van oordeel geweest, dat geen verlof tot het heffen eener belasting mogl wor den gegeven, die niet alleen, wegens de onmogelijkheid om het bedoelde water van gewoon water te onderscheiden, in de heffing tot talrijke be zwaren aanleiding zou moeten geven, maar die bovendien blijkbaar niet uit financiële overwegingen was uitgeschreven. DUIT8CHLAN». In de kamer van afgevaardigden is door een aantal leden eene inter pellatie ingediend over de maatregelen, welke de regering heeft genomen tegen de dagbladen, die de allocutie, welke de Paus op Kersdag hield, op namen. Door den minister van eeredienst zijn drie wets-ontwerpen ingediend: een betreffende het verlaten der kerkeen ander betreflende de opleiding cn aanstelling van geestelijkeneen derde betreffende de uitoefening der kerke lijke tucht en de oprigting van een hoogste geregtshof voor kerkelijke zaken. De minister betoogde met nadruk de noodzakelijkheid om het tot nog toe gevolgde stelsel van toegevendheid te laten varen. De aanmatigingenwelke Rome onverbloemd doet gelden, zijn gevaarlijk voor het bestaan van den slaat en moeten tegengegaan worden. De ingediende ontwerpen waren echter geen tijdelijke, door den nood gebodene, maar veeleer moesten zij leiden tot een definitive regeling van de aangelegenheden der confessiën, die het regt van vereeniging bezitten. De Prov. Corr. zegt omtrent het laatst bedoelde wels-onlwerp: Bij het zamenslellen van dit ontwerp is men uitgegaan van het gronddenkbeeld dat de staatwelke aan de kerkelijke en godsdienstige vereenigingen vrijheid laat tol vrije zelfstandige ontwikkeling, slechts in zooverre geroepen is, ingeval van misbruik van geestelijke ambtsbevoegdheid, tusschen beide te komen, wanneer de staatsinstellingen, de staatswetten en de regten der staatsburgers of het vervullen van de pliglen dezer laatsten tegenover den staat in gevaar gebragt worden. De slaat kan slechts die straffen als gel dig erkennen, wier werking zich uitsluitend tot het kerkelijk gebied bepaalt. De staat is geregtigd en verpligt bij de wet elke overschrijding van die grenzen te verbieden. In het ontwerp wordt de toepassing van kerkstraffen verboden in gevallen dat de straf is uitgesproken omdat de persoon, dien zij trelt, zijne pligten als ambtenaar of als burger is nagekomen, van zijn openbaar kicsregt al dan niet gebruik gemaakt heeft. Eindelijk heeft het ontwerp ten doel te beletten dat de kerkelijke straffen een vorm aannemen, die, daargelaten de persoonlijke krenking van de daarbij betrokken perso nen, in wijderen kring ergernis veroorzaakt. Geen bediener der godsdienst zal de bevoegdheid hebben kerkelijke straffen bekend te maken met opgave van de namen der personen die er door getroffen zijn. De kerktucht op zich zelve wordt niet verzwakt, alleen voor hare werkzaamheid naar bui ten worden grenzen afgebakend, zooals deze geeischt worden door de openbare orde cn den godsdienstvrede. Volgens een schrijven uit Berlijn aan de Köln. Zeit. zou het thans zeker zijn dat het ontwerp betreflende het burgerlijke huwelijk vooreerst niet aan den landdag voorgelegd zal worden, ten gevolge van het daarom trent in den boezem van het ministerie bestaande verschil van gevoelen. In parlementaire kringen wilde men weten dat de minister van koophandel alleen voor het facultative burgerlijke huwelijk wasdat graaf von Roon het burgerlijke huwelijk op zijn hoogst wilde toelaten voor het geval dat er geen ander middel voor de sluiting van een huwelijk overbleef, en dat de ministers van justitie, van binnenlandsche zaken en van eeredienst, welke het ontwerp in den ministerraad gebragt hebben, het te ver geefs verdedigd hadden. Hel aantal landverhuizers, gedurende het vorige jaar uil Hamburg naar Amerika vertrokken, is 74011; van dit aantal zijn 52828 personen

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leydse Courant | 1873 | | pagina 2