bklkie. si» as j e. zanien moord in den nacht van 13 op 14 Dec. jl.te welen de 63-jarige mevrouw de wed. van der Kouwen. en van hare dienstbode Helena Beeloo, 26 jaren oud. Beiden vonden hare laatste rustplaats op de begraafplaats Eik-en-üuincn. Duizenden hadden zich vóór het woonhuis bijeenverzameld en eene onafzienbare menigte volgde den lijkstoet bestaande uit twee lijk wagens en eenigc koetsen waarin bloedverwanten van beiden gezeten waren. Overal waar de stoet passeerde, stonden aan weêrskanten de straten bezet en eene groote volksmenigte. Iedereen was blijkbaar diep bewogen. Slechts weinigen werden ter begraafplaats toegelaten. De lijkkist, die de overblijf selen van de meesteres bevatte, werd het eerst in den nog pas voor drie jaren door baar aangekochten grafkelder nedergelatenvan daar begaf men zich naar liet algemeenc graf, waarin bel overschot van de in den bloei baars levens op zoo treurige wijze omgekomen dienstbode nederdaalde. Hier mede was deze treurige taak volbragt; doch de afgrijsselijke" gebeurtenis blijft nog steeds het onderwerp van aller gesprekeven als de wenscli tot het ontdekken van dader of daders algemeen. BUIT KMA i\ 13SCI1K BËHÏGÏ KN. In Vlaanderen heeft men steeds te worstelen met hel water. Te Gent staan geheele kwartieren der stad onder water, ten gevolge van het rijzen der rivieren. Honderden huisgezinnen hebben hunne woningen moeten ver laten en in verscheidene werkplaatsen kan niet gewerkt worden. Hit Brugge worden gelijkluidende klagten vernomen. Het gerucht loopt, dat een gedeelte van den zeedijk tusschen fleyst en Blankenberghe dreigt door te breken. De spoorweg tusschen Ghislel en Thouront loopt groot gevaar. Dag en nacht werkt men er aanom die ramp' te voorkomen. De dienst op den spoorweg tusschen Kortrijk en Audenaarde is geschorst. De bcrig- ten uit liet land van Waas en de polders zijn bedroevend. Als de regen niet ophoudt, dan zal die vruchtbare landstreek weldra in een woestenij verkeerd zijn. Uit Gent maakt men melding van eene daad van moed en zelfopoffe ring, door een Zceuwschen schilder, den heer Gustaaf Merlier, van IJzen- dijke, bedreven. Het kanaal van Gent tusschen die stad en Mariakerke in eene vigilante passerende, werd zijne aandacht getrokken door een oploop van menschen aan de waterzijde. Vernemende, dat een kind, het 4-jarig dochtertje van eene zich onder den groep bevindende dame, in het kanaal was gevallen en dat niemand der omstanders zwemmen kon, sprong hij ijlings uit zijn rijtuig en in het kanaal, en hij had het geluk de kleine drenkeling weldra te grijpen en aan den wal te brengen. Maar de redder had bij het te water gaan wel zijn hoed afgeworpen, dooh in zijne over ijling verzuimd zjjn zwarrn winterjas uit te trekken. Deze, door bel daarin getrokken water zooveel zwaarder geworden, belemmerde hem niet weinig en bragt zelfs zijn eigen leven in gevaar. Op liet oogenblik name lijk waarop men het door hem in de hoogte geheven wordende kind aan vatte, trok zijne zware winterjas hem in de diepte terug, waarin hg spoedig geheel verdween; maar even spoedig schier kwam hij aan de an dere zijde van het kanaal boven water, zonder zijn jas, waarvan hij zich behendig ontdaan had. Nu moest men den redder eenige hulp toebrengen; doch welhaast kwam hij weder tot zich zeiven en kon hij zijne reis voortzetten. ENGEIiAND. LONDEN. 16 December. Op de dezer dagen in het Guildhall te Londen gehouden openbare vergadering tot bespreking der inkomstenbelasting was een aantal leden van het lagerhuis en andere belangstellenden tegenwoordig, terwijl er brie ven van adhaesie aan de ontworpen resoluliëii waren ontvangen van onder scheiden politieke personen, o. a. den graaf Bussell, die als zijn oor deel te kennen gaf "dat de inkomstenbelasting, welke hij als eene ge deeltelijke ontzetting van den eigendom beschouwde, alleen behoorde gehe ven te worden in buitengewonen nood, maar niet in vredestijd, ten einde in de gewone behoeften van de dienst te voorzien; doch begreep dat de schatkist eene zoo ruim vloeijende bron van inkomsten niet ontberen kon en liet daarom gewaagd achtte een besluit dienaangaande te nemen vóór dat de regering zou hebben te kennen gegeven wat haar gevoelen was over deze gewigtige en moeijelijke quaestie." Donderdag jl. overleed op 77 jarigen leeftijd de philoloog Edwin Norris, een van Engelands uitstekendste geleerden. Hij stierf te midden van een belangrijken arbeidwelke zijn naam aan de nakomelingschap zal over brengen, namelijk het woordenboek van spijkerschrift, hetwelk de afge storvene met ontzaglijke moeite uit duizenden fragmenten en uit alle moge lijke bronnenwelke het Britsche museum hem aanboodheeft zamengesleld eu omschreven. Van zijne hand zijn afkomstig een spraakleer der Fullah- en een van de Borneo-taal. alsmede een overzetting van een deel des bijbels in de Tahitische taal, benevens vele andere werken. De heer Norris be kleedde vroeger een betrekking in India-House, kwam vervolgens als trans- lateur aan bet dep. van buitenl. zaken en werd secretaris van het Aziatisch genootschap. Sedert verscheiden jaren had hij echter deze betrekkingen opgegeven, om zich geheel aan zijn Assyrische studiën te wijden. De hoo- eesehoo! te Bonn schonk hem het eerediploma. F K A Si U 1.9 li. De avondzitting der nationale vergadering van Zalurdag 11.waarin ren besluit werd genomen omtrent de ontbindings-pelitiënwas vrij on stuimig; de rede door het lid Baoul Dnval uitgesproken was zeer scherp, en toen hij o. a. zeidc dat de mannendie in de gelederen der Commune stondenthans de drijvers van het petitionnement waren, riep de heer Mgslreao hem loc: gij zijl een lasteraar! Deze wilde dat woord niet terug nemen, zoodat de voorzitter eindelijk genoodzaakt was hem tot de orde te roepen. De rede van den minister van justitie was mede niet vrij van bijtende ironie. Volgens onze wel, zeide hij o. a.hebben beide magtende president der republiek en de kamer, een gelijken duur. Er zijn tal van redenenwaarom beide magten nog een tijd lang gezamenlijk aan liet werk moeten blijven. De ontbinding is geen oplossing, die wij thans moeten wcnschen. Neen. Wie waarborgt ons, dat uit de nieuwe verkiezingen een meer zuivere, een wenschelijkc toestand zal geboren worden? Ik ben in dat opzigt bij lange zoo gerust niet. Niet dat ik geloof dat nieuwe ver kiezingen iemand hier de hoogste kaart des lands in handen zullen spelen. Ik ga niet zoover als de lieer d'Audiffret-Pasquierdie lol den heer Gam- betta gezegd heeft: gij wilt nieuwe verkiezingen, omdat gij hoopt daardoor aan het bestuur te zullen komen. Ik zal er mij wel voor wachten zoo iets te zeggen. In het algemeen, en vooral in den tegenwoordige!) toestand, zou ik nieuwe verkiezingen niet met gerustheid te gemoet gaan. Eene ont binding zou de natie onvermijdelijk in opgewondenheid brengen, en dat is het wat ik verhoeden wil. Onze republiek moet vréémd blijven aan elke agitatie. Wij welen uit onze historie, wat daaruit kan voorlvloeijen. Be denkt, mijne heeren, dat in de stad. in het vlek. in het dorp uwer inwoning de stille, nijvere burgers rust noodig hebben om te werken en te leven. De gansche balie heeft behoefte aan kalmte, om voor eigen en 's lands welvaart te kunnen zorgen. Betreffende de wanordelijkhedendie op den avond van 11 December te Madrid hebben plaats gehad, wordt nader liet volgende gemeld: Des avonds ten half negen ure verscheen op het plein Anton Martinin de zuidelijke helft der stad, eene ben(le van een tiental slecht gewapende lieden, welke door versterking uit de omslrekan der ToledostraaL spoedig tot 40 a 50 man aangroeide. Te gclijkcr tijd schoolde op het plein van de Puerta del Sol eene soortgelijke bende van lieden uit de noordelijke wijken der stad zamen. Deze gaf door eenige geweerschoten het sein tot het uitbreken der revolutie, waarop de bende op het plein Anton Martin antwoordde met ge weerschoten en de kreten«leve de republiekdood aan de vijanden van Spanje's eer!" Zij vuurde tevens op eenige nachtwachten en policiebeambten, bezette de toegangen tot bet plein en bereidde zich blijkbaar voor op het bieden van tegenstand. De aanval op hen werd geopend door eenige moe dige gendarmes, die echter spoedig ondersteund werden door den kapitein- generaal Pavia met ceniee compagniën infanterie. De verschijning van den generaal was voor de oproerlingen het sein tot een levendig vuur. hetwelk evenwel weinig schade aanrigtle; de soldalen drongen spoedig door, zuiver den het plein en verdeelden zich ter vervolging van de vlugtenden in onder scheiden straten. In de straat de los Enibajadores poogde de andere bende eene barricade op te werpen en bezette de mairie van het district, doch werd weldra door de aanrukkende troepen genoodzaakt zich te vcr- slrooyen. Omstreeks 1 ure na middernacht was op alle punten de rust hersteld. Intusschen is deze dwaze poging tol opstand niet zonder bloedige gevolgen gebleven. Verscheiden gendarmes werden door de rustverstoorders in koelen bloede vermoord; ook werd van een rijtuig zonder eenige aanlei-; ding een lakei neergeschoten. Van de 2 a 300 personen, die aan den oploop deel namen, zijn er omstreeks 40 in hechtenis genomen. PER TELEGRAAF. BERLIJN, 16 December. 'De Spen. Zcit. spreekt over het gerucht dat von Bismarck de Pruissische staatsdienst zon willen verlaten, om zich uit sluitend te kunnen wijden aan zijne funetiën als rijkskanselier. Er is, zegt hel blad, van zulk eene verandering geen sprake. Wel wordt verze kerd, dat hij voornemens is als minister-president af te treden, maar nooit heeft hij gezegd, niet langer Pruissisch minister te willen zijn. Volgens verkregen informatiën blijft hij minister van buitenlaudsche zaken en komt er ook geen verandering in het verband tusschen het Pruissisch ministerie en de rijkskanselarij. IONDEN. 16 December. De Manchestor Guardian verneemt uit Berlijn, dat keizer Wilhelm legen Mei tot een bezoek te Petersburg is uitgenoodigd. WEENEN, 16 December. 11e grondtrekken der hervorming van het kies stelsel zijn deze; De leden van den rijksraad worden benoemd bij regt- streeksche verkiezing. Hun aantal wordt met 120 vermeerderd. Elk district zendt één afgevaardigde Ieder, die kicsgeregtigd is voor den landdag, is dit ook voor den rijksraad. De verkiezing geschiedt door middel van stem briefjes. Tot de benoeming wordt ver'cischt de volstrekte meerderheid van liet aantal uitgebragte geldige stemmen. Het mandaat der afgevaardigden duurt 6 jaren. VERSAILLES, 16 December. De heer Thiers heeft in de zitting der com missie Dufaure verklaard, dat hij met zijne boodschap aan de nationale vergadering niet had bedoeld de oplossing der quaestie «Republiek of Mo narchie?" te provoceren, maar alleen te wijzen op de noodzakelijkheid van op de toekomst te letten. Hij drong aan op de oprigting eencr tweede kamer. De republiek, zeide hij, bestaat; dat is een feil; doch nu moet men óf haar omverwerpen, óf haar in staat stellen op den ingeslagen weg vi ort te gaan. Hij verlangde dat er een staal van zaken in het leven zou worden geroepen, als waartoe de heer d'Audiffret eergisteren heeft geadvi seerd. Wanneer de commissie dat wilde-, was Thiers het met haar eens. Hij wenschte vurig dat men tot eene goéde verstandhouding mogt komen. Ter bevordering daarvan zou hel hem aangenaam zijn, als de commissie, in plaats van hem enkel te lioorcn, met hem in overleg wilde treden, lie commissie heeft zich met dit laatste denkbeeld vereenigd en haar overleg met den heer Thiers zal alsnu overmorgen plaats hebben. PARIJS, 16 December Volgens de berigten uit Versailles, heden avond ontvangen, heeft de rede van den heer Thiers in de zitting der commissie een builengewonen indruk gemaakt. De leden der commissie schijnen ge zind eene verzoening te bevorderen. De heer Thiers heeft reeds meer dan 3000 adressen en verklaringen van sympathie ontvangen. LONDEN, 16 December. De directeuren der Iersche katholieke scholen weigeren het nieuwe reglement te onderteekenenof trekken hunne reeds gegeven onderteekeningen in eqn en ander op last der bisschoppen en aarts bisschoppen. Lord Darlington, minister voor de Iersche aangelegenbeden, heeft, naar aanleiding daarvan, geweigerd de door hel parlement vastge stelde verhooging van jaarwedde hun uit te betalen. Men verzekert dat Gladstone deze beslissing van zijnen ambtgenoot handhaaft.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leydse Courant | 1872 | | pagina 2