LEHDSCnE
COURANT.
1872.
VRIJDAG 22 NOVEMBER.
N\ 277.
BINNENLAN DSC HE BERIGTEN.
De Courant verschijn! dagelijks, '/.on- en feestdagen uitgezonderd, üe prijs der Courant is per vierendeel jaars f 3..franco p.p. i 3.60
met hel Ferslag der Handelingen van den Gemeenteraad 3.35franco p. p. 3.85. Hel verslag afzonderlijk is verkrijgbaar voor i IA0
'i jaars, buiten dc expeditiehosten. Afzonderlijke nornmers der Courant zijn verkrijgbaar voor 5 Cents, franco p. p. 6 Cents.
De prijs der Adverteiitiïn is van 1—4 regels f 1.iedere regel meer 25 cents.
Advertentiën voor Dultsckland, Oosienrjjk en Zwitserland worden nitslnitcnd aangenomen door IIAASENSTEIN VOGLEït Expeditie-rCautoor van Advertentie» te
Hamburg, ImIcc!c Frankfort a ii.Berlijn Leipzig, Dresden Breslau, Heulen, StuttgartiYeenen, Praag, Basel, Zurich, St. (tallen, Geneve en Lausanne
LEIDEN, 21 November.
Wij laten hier volgen het meer uitvoerig verslag van dc gisteren ge
houden zitting der provinciale staten van Zuidholland:
Naar aanleiding van het besluit der staten in hare vergadering van Woens
dag 13 November jl. werd door den heer Buys, rapporteur der commissie
belast geweest met het uitbrengen van rapport over het adres van de heeren
de Bordes c. s. betrekkelijk den aanleg van een spoorweg van Leiden naar
Woerden, een gemotiveerd rapport nitgebragt omtrent een adres van de
heeren Pareau c. s. te Woerdenhoudendeen zulks in verband met den
inhoud van het ter zijde gelegd adres van de heeren Knijff en Kaptijn, dat
als de thans aanhangige voorloopige concessie mogl vervallen en die van de
heeren Knijfï en Kaptijn worden hersteldlaatstgenoemden die zouden uit
voeren zonder eenig provinciaal subsidie. Uit dat rapport bleek dat de
heeren Knijfl en Kaptijn door de commissie waren uitgenoodigd tot het doen
van mededeelingen en opening van zaken Ie gevenals h. i. zoude kunnen
strekken otn de prov. staten te overtuigen van de juistheid van het boven
gemeld berigt. In antwoord daarop, werd door de heeren Knijff en Kaptijn
een overzigt gegeven van hetgeen er met hunne vroegere concessie was
voorgevallen. De commissie echter van oordeel zijnde dat het adres van de
heeren de Bordes c. s. uiet onafgedaan kon blyven liggen, stelde voor te
besluiten het adres van de heeren Pareau c. s. voor kennisgeving aan te
nemen en zonder verder verwijl over te gaan lot de behandeling van het
rapport der commissie. Zonder beraadslaging of hoofdelijke stemming ver-
cenigde de vergadering zich met deze conclusie.
liet verzoek van dc heeren de Bordes c. s. om subsidie uit de provinciale
fondsen voor den aanleg van een spoorweg Leiden- Woerden werd alsnu
in beraadslaging gebragt.
Door den griffier werd nog voorlezing gedaan van adressen van den Leid-
schen gemeenteraad en van de kamer van koophandel en fabrieken dier ge
meente, beide tot ondersteuning van -het gedaan verzoek, welke adressen
voor kennisgeving werden aangenomen.
Het eerste deel der eind-conclusie van het rapport der commissie, strek
kende om op de adressen van de heeren de Bordes c. s.nl. de zaak door
ruime bijdragen uit de provinciale fondsen te ondersteunen, gunstig te
beschikkenkwam alsnu aan de orde.
De heeren Mock en van Volleulioven bestreden breedvoerig die conclusie,
de laatste als zijnde tegen het verleenen van eene bijdrage uit de provinciale
fondsen aan eene (particuliere industrievooral met het oog daarop dat ver
leden jaar de aanvrage van den heer Brcdius voor den Waal-Mervvede spoor
weg geweigerd is. Hij zou het niet billijk vinden nu te geven wat toen
is geweigerd. Buitendien zag hij in zoodanig subsidie nu een ondersteuning
van monopolie van den Rijnspoorweg, aan wien later de weg zal worden
overgegeven en dit achtte hij niet wenschelijk. Ook vreesde hij dat het
toestaan van deze aanvrage het gevolg zou „hebben dat de provincie met
dergelijke aanvragen zou worden overstelpt.
De heer van der Heim was eveneens uit algemeen beginsel legen subsi
diëring uit de provinciale kas van eene particuliere industriële onderneming;
op verschillende gronden was hij van oordeeldat de verbinding van Leiden
met de Rijnstreek door eenen spoorweg niet van dat provinciaal belang was
om daarvoor een subsidie van drie tonnen toe te staan, betoogde dat de
geldmiddelen der provincie subsidiëring niet toelieten, zonder tot eene ver
hooging van de belastingen over te gaan. Hij wees ook öp andere spoor
wegen en werkenwelke zonder subsidie of kunstmiddelen waren tot stand
gebragt. Ook zou hij liever het beginsel van rentelooze voorschotten wil
len toegepast zien. Op deze en andere gronden verklaarde hij zich tegen
de conclusie.
De heer Hubrecht verklaarde zich als lid van de minderheid van ged. sta
ten vóór het voorstel der commissie. Gaarne zou hij zijne slem geven a n
het voorstel tot het verleenen van een subsidie voor den bedoelden spoor
weg, dien hij in liet algemeen belang der provincie achtte, terwijl de heer
Hoogendijk zijne stem tegen liet voorstel motiveerde, omdat men hier toch
met eene «tooneelvoorstelling" te doen haddaar de spoorweg in handen
»an den Rijnspoorweg zou overgaan.
f
Na een half uur pauze ontwikkelde de heer Roest van Limburg even als
vroeger zijn gevoelen tegen liet verleenen van ondersteuning in het tot
stand komen van de lijn Leiden Woerden. Dj staten waren z. i. niet ge-
regtigd tot het geven van subsidie voor ecue spoorwegonderneming. Hij
sloot zich bij andere sprekers aandatwanneer een subsidie toegestaan
werdde staten met andere aanvragen overstelpt zouden worden. Hij
vercentgde zich dus met de meerderheid van gedeputeerde staten, door
tegen liet voorstel van dc commissie te stemmen.
De heer P. L. F. BIussc verdedigde de bedoelde conclusie. Ilij achtte liet
pligt van de provincie om subsidie voor ondernemingen toe te staan. Hoe
meer aanvragen om subsidie zouden komendes te meer zou liera dit aan
moedigen die toe te slaan.
De heer Buys beantwoordde de verschillende bedenkingen tegen de con
clusie van liet rapport der commissie ingebragt. Hij wcdcrlegde 1°. het be
zwaar van den heer van der Heimdat er te weinig tijd zou zijn gelaten
om alles tot deze zaak betrekking hebbende, behoorlijk te onderzoeken;
2". de bedenking van den heer Hoogendijk over de personen die dc aan
vrage gedaan hebbenen 3°. de bedenking van hetzelfde lid over dc over
gelegde lijst van werken die door de provincie zijn ondersteund. Daarna
behandelde spreker achtereenvolgens in het breede vijf punten, a. dat liet
provinciaal belang bij deze zaak betrokken was; b. dat de oódernemfng
zonder ondersteuning van de provincie niet lot stand kon worden gebragt
c, dal het hier wel eene particuliere onderneming gold. maar dat zjj in het
belang der provincie moest worden ondersteund; d. ging hij het verband
na van dc verleende concessie met den Rijnspoorweg, hetwelk naar zijpe
meening niet bestond, en e. sloeg hij een blik op den toestand der provin
ciale geldmiddelen, die allezins gedoogden de voorgestelde ondersleuning te
verleenen. Hij toonde toch door cijfers aan dal liet bloeijende en maglige
Zuidhollandwelligt op eene enkele uitzondering na, hel minst was be
zwaard. Hij wees er op dat andere provinciëii krachtige ondersteuning
aan spoorwegondernemingen verleenden en vreesde dat, zoo de provinciale
stalen onverhoopt tot liet voorstel niet mogten medewerken, er van al de
noodzakelijke spoorwegen in deze provincie niets zou komen.
Dc heer Herrewijn ondersteunde liet voorstel der commissie, waarvan lijj
lid isen toonde aan dat ook de gemeenten in de Rijnstreek groot belang
in hel tol stand brengen van deze verbindingslijn stelden.
De lieer Leon verdedigde de conclusie van hel rapport der commissie
krachtig; herinnerde met hoeveel moeite en tegenstand de spoorwegen hier
te lande waren tot stand gebragt, en zag er niet tegen op, dat de belas
tingen zoo noodig werden verhoogd, wanneer daardoor nuttige middelen
van gemeenschap en verkeer zouden worden gevestigd.
Op voorstel van den heer Hoogendijk werd alsnu de sluiting der beraad
slagingen uitgesproken.
Daarop werd liet bovenvermelde voorstel der commissie tot het verleenen
van ondersteuning aan den meergemelden spoorweg in omvraag gebragt en
verworpen met 31 tegen 28 stemmen. Ten gevolge van dit besluit verviel
de behandeling van de overige punten op deze zaak betrekking hebbende.
Daar er geene andere onderwerpen meer te behandelen waren werd de
najaarsvergadering, in naam des konings, door den commissaris gesloten,
Maandag II. had alhier de gevvóne jaarlijksche bijeenkomst plaats van
de Verecniging het Zilveren Kruis, afdeeling Leiden, in het hótel den Burg.
Het getal leden dezer vereeniging, dat bij de oprigting in 1866 36 bedroeg,
is nu door overlijden tot 12 verminderd, waarvan cr slechts 10 ter verga
dering aanwezig warendie met warme ingenomenheid hunnen eersten
liartelijken dronk wijdden aan hunnen welbeminden beschermheer Z. K. 11.
prins Frederik der Nederlandenaan wiens vermogenden invloed zjj liet te
danken hebben, dat zij, op vergevorderden leeftijd, zich nog kunnen ver
heugen in de vereerende onderscheiding van het Zilveren Kruis.
Men schrijft ons: De wind heeft sedert ruim 8 dagen van het noord
oosten tot het zuidwesten geheerscht, waarbjj met een sterken zuidoosleljj-
ken wind o. a. de afstrooming van Rijnlands boezemwater zeer is bevorderd.
Ondanks het malen van het ruim 400-tal poldermolens en het in werking
stellen van het 20-tal stoomgemalen in Rijnland is de boezem een Rijnl.
voet gedaald en loopt het water nog steeds af. Overal hebben de polders
op den overlast van waler gewonnen, waarhjj de moleRS veeltijds döor ge
lei