LK1DSC0E COURANT. 1871 DONDERDAG 8 AUGUSTUS. iV. 180. ST ADS-BERICHT EN. burgemeester en wethouders van leiden, PATEKTBLA0EW. KIN N EN LA NBSCH E Bi-: KiGTKN. De Courant verschijnt dagelijks, Zon- en Feestdagen uitgezonderd. De prijs der Courant is per vierendeel jaars ƒ3.franco p.p. f 3.50; met het Verslag der Handelingen van den Gemeenteraad 3.35, franco p. p. f 3.85. Het verslag afzonderlijk is verkrijgbaar voor /2.50 'ijaars, buiten de expeditiekoslen. Afzonderlijke nommers der Courant zijn verkrijgbaar voor 5 Cents, franco p. p. 6 Cents. De prijs der Advertentiën is van 14 regels 1.iedere regel meer 25 cents. Advertentiën voor DuitsehlandOostenrijk en Zwitserland wordon uitsluitend aangenomen door IIAASENSTEIN vogleu, Expeditie-Kantoor van Advertentiën te Hamburg, LubeckFrankfort a, M.Berlijn, Leipzig, Dresden, Breslau, Keulen, Stuttgart, Weenen, Praag, Bazel, Ziirich, St, Gallen, Geneve en Lausanne Gezien art. 18 der Wet van den 14df,, September 1866 Staatsblad n°. 138); houdende bepalingen betrekkelijk de inkwartieringen en het onderhond van het krijgsvolk, en de transporten en leverantiën, voor 's konings legers of vestingen gevorderd Doen te weten dat de lijst, bevatttende de namen der inwoners, die voor het verleenen van inkwartiering en onderhond in aanmerking komen, is opgemaakt, op de kleine pers van het Raadhuis aangeplakt en van lieden, gedurende veertien dagenop de secretarie dezer gemeente voor een ieder ter inzage wordt ncdergelegd. En geschiedt hiervan openbare kennisgeving door plaatsing in de Leidsche Courant. Burgemeester en Wethouders voornoemd Leiden, 7 Augustus 1872. STOFFELS. Weth. 1». Burg. E. KIST, Secretaris. De BURGEMEESTER, Hoofd van het Gemeentebestuur van Leiden, doet te welen, dat de ingevulde patenlbladenover het dienstjaar 1872 en 1873, voor de wijken 1, 2, 3 en 4, bij het Collegie van Zetters, in eene der vertrekken van het Raadhuis dezer gemeente, verkrijgbaar zijn dagelijks, met uitzondering van den Zondag, van des middags twaalf tot twee uren en wel tot en met den J7dcn Augustus eerstkomende, terwijl na het verstrijken van dien tijd dc onafgehaalde patentbladen van die wijken aan de deurwaarders der directe belastingen alhier, ter uitreiking, moeten wor den afgegeven, die, voor hunne moeite, mogen eischen Hpn cents zon der meer. En wordt deze door plaatsing in de Leidsche Courant afgekondigd. De Burgemeester voornoemd, Leiden, 7 Augustus 1872. STOFFELS, Weth. 1. B. LEIDEN, 7 Augustus. In de maand Jnlij zijn binnen de gemeente Leiden geboren 120 kin deren, als: 57 zoons en 63 dochters, waaronder zijn begrepen 3 tweeling- geboorten. Overleden 75 personen, als: 14 mannen, 12 vrouwen, 23 zoons en 26 dochters; daarenboven als levenloos aangegeven 2. Voltrokken 38 huwelijken. Uit het jaarverslag over den toestand van de kweekschool voor zee vaart alhier, gedurende 1871, blijkt dat de toestand dier inrigting zeer bevredigend mag genoemd worden; 173 personen steunden dat jaar de boofd- kas door eene bijdrage en ongeveer 93 slaan er bij den penningmeester als aandeelhouders ingeschreven. Het ledental werd met 19 nieuwe leden vermeerderd, terwijl slechts 6 personen om verschillende redenen hunne jaariijksche bijdrage staakten. De inkomsten zijn dus niet verminderd, terwijl het totaal der jaariijksche bij dragen 639.80 beloopt. De uilgaven hebben dit jaar 2913.56de ont vangsten 4876.74% bedragen, zoodat de rekening een batig slot van 1963.18% oplevert. Onder de ontvangsten zijn drie giften ten bedrage van ƒ100, als: eene van Z. K. 11. prins Frederik, eene van Z. K. II. prins Alexander en eene van de sub-commissie te Zall-Bommcl. Onder de lotgevallen der kweekschool wordt de belangrijke gebeurtenis gemeld, dat het Z. K. II. prins Alexander behaagde, na zijn bezoek aan de kweekschool op 21 October jl.het eerelidmaalschap der vereenigiug ie aanvaarden. Omtrent de bestuurderen zegt het verslag; Vooreerst mist gij de figuur van dr. K. A. Rombach en verder die van den luitenant ter zee 2C kl. H. C. de Goejc; de eerste hoog geschat wegens zijn helder doorzigt en zijn kennis van zaken, de laatste ons zooveel waard wegens zijn practische kennis van het zeemansbedrijf. Met leedwezen hebben wij beide mannen onzen kleinen kring zien verlaten. De plaats van dr. Rombach wordt thans ingenomen door prof. dr. M. J. de Goeje, een man doorkneed in zaken het onderwijs betreffende. Voor den luitenant ter zee de Goeje hebben wij nog geen opvolger kunnen vinden. Gedurende een paar maandenvan Mei tot Mij, hebben wij echter het voorregt gehad om den luitenant ter zee 2C klasse J. Fichet weder in ons midden te zien. Wij hebben die kortstondige aanwezigheid dubbel op prijs gesteld, daar genoemde officier op liet punt stond om naar Indiê te vertrekkenzoodat alleen zijne groolc belangstelling 'in de kweekschool hem heeft kunnen doen bêsluiienom van de weinige oogcnblikkcndie hem waren toegcteld, nog eenige voor de behartiging van de belangen van deze inrigting af ie staan. Bij het onderwijzend personeel, zegt het verslag, is er een bekend gelaat minder te aanschouwen, namelijk dat van den marinier der Ic klasse J. Wolff, een man, voor wicn de jon gens "er in zaten", maar waarvan ze toch hielden; een duizend-kunstenaar, die, wanneer het te pas kwam, een sloep repareerde, eene schoeijing tim merde, natuurlijk in zijn vrijen tijd, en nog een menigte andere zakendeed, te veel om te noemen, en bij dit alles op en top soldaat; maar die daarby ook het gebrek haddat hij van geen uitscheiden wistwanneer hij achter de jeneverkruik zat. Welligt dat hij op deze wijze zwaarmoedige gedachten uil zijn geest trachtte te verbannenhij had kind noch maag en reeds vroeg tijdig Duitsehland, zijn geboortegrond, verlaten. Wie weet hoe het hem soms "heimweede" naar zijn geliefd HessenMeer dan waarschijnlijk heeft diezelfde jeneverkruik het hem gedaan en hem dronken doen verdrinken; aldus nam zijn levensloop jammerlijk een einde. Hoewel wij het gebrek, waarvan zich trouwens in de dienst nimmer een spoor vertoonde, betreur den, mogt het ons toch niet het vele goede, dat den overledene gekenmerkt had, doen voorbijzien. Met eere hebben wij hem daarom ten grave gedra gen en met weemoed in het hart een laatsten afscheidsgroet gebragt. Zijn opvolger, de marinier der lc klasse D. Craymes, heeft zich in den korten lijd, gedurende welken hij aan de kweekschool is werkzaam geweest, doen kennen als een zeer geschikt onderwijzer in den wapenhandel, en tevens als iemand, dien wij, ook wat zijn gedrag betreft, aan onze jongens onbe schroomd ten voorbeeld kunnen stellen. Van het aantal kweekelingen, dat, zooals het verslag zegt, onophoudelijk wisseltdoch waarvan de kenmerken van frischheidvrolijkheid en jeugd onveranderlijk dezelfde blijven, kan niet gezegd worden dat wij met hen dit jaar gelukkig zjjn geweest. Van de 98, welke werden opgenomen, keer den 12 op hun verlangen vóór de keuring huiswaarts; van de overige 86 werden er 50 goed- en 36 afgekeurd. Van de 50 goedgekeurden gaven 10 den wenscli te kennen om naar huis te mogen gaan. daar zij niet in dienst wilden treden en aan deze wcnschen werd natuurlijk door ons gehoor ver leend. 22 van de 98 knapen maakten derhalve gebruik van de vrijheid, die door ons als een der hoofdkenmerken van de opleiding aan deze kweek school wordt beschouwdom namelijkna het doorstaan van een zekeren proeftijd, nog te kunnen terugtreden. Naar onze overtuiging kunnen wij aan dit beginsel niet te streng vasthoudenzonder dat hel echt philanthro- pisch karakter van de inrigting verloren gaat. 22 van de98, de verhouding is ongunstigmaar tochdit baart ons geen zorg. Wat ons meer ontrust is het feit, dat er van 86 kweekelingen 36, derhalve 42 ten honderd, wer den afgekeurd, terwijl van 1856 af gemiddeld jaarlijks slechts 27 ten hon derd voor 's lands dienst ongeschikt werd geoordeeld. Doch er is nog meer en dit is het wat eigenlijk de voorname reden onzer bezorgdheid is. De veelvuldige afkeuringen hebben ten gevolge gehaddal de kweekschool niet meer in de behoefte van de vloot aan scheepsjongens voorzieten daardoor is de openstelling van de werving voor onbevaren volk noodzakelijk gewor den. Hieruit vloeit voort dat menige knaap in 's lands dienst zal treden en reeds sedert 1 Jnlij. hel tijdstip van dc openstelling der werving, getre den is, verstoken van de gelegenheid om eerst zich zelf te beproeven, ver sloken van de opleiding en vorming op deze kweekschooleen opleiding en vorming, die voor hen, wier geest naderhand bijna uitsluitend door de prac- tijk in beslag word! genomen van dubbel belang kan geacht worden. Wij hebben dan ook niet verzuimd de aandacht onzer mede-bestuurders in de sttb-commissiëii te vestigen op de beteckenis, welke aan bel openstellen van de werving moet gehecht worden. Laat ons hopen dat onze gemeenschap pelijke pogingen met een gunstig gevolg mogen bekroond worden, en dat onze kweekschool weldra weder geheel in de behoefte van 's lands vloot aan scheepsjongens moge voorzien Aan twee scheepsjongens, namelijk W. J. Porrey cn J. A. J. Rokusdie zich door hun vlijt en goed gedrag zeer gunstig hadden onderscheiden, is bij het verlaten der kweekschool een zilveren horologie uitgereikt, in de stellige verwachting dat het hun op hunne verdere loopbaan eene aansporing moge zijn om op den ingeslagen weg voort te gaan. Op 1 Januarij 1872 zijn thans 696 knapen aan de kweekschool tot den rang van scheepsjongen of ligtmatroos opgeklommen, lerwjjl 58 ter koop-

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leydse Courant | 1872 | | pagina 1