J.BSO €01 RANT. i 87*2. VRIJDAG 2 AUGUSTUS. X. 181. BliNNKNLASNDSCHK BKMGTKN. De Courant verschijnt dagelijks, Zon- en Feestdagen uitgezonderd. De prijs der Courant is per vierendeel jaars ƒ3.franco p.p. f 3.50; met het Verslag der Handelingen van den Gemeenteraad ƒ3.35, franco p. p. ƒ3.85. Het verslag afzonderlijk is verkrijgbaar voor f 2.50 'i jaars, builen de expeditiekosten. Afzonderlijke nommers der Courant zijn verkrijgbaar voor 5 Cents, franco p. p, 6 Cents, De prijs der Advertentiën is van 14 regels 1.iedere regel meer 25 cents. Advertentiën voor DuitschlandOostenrijk en Zwitserland worden uitsluitend aangenomen door HAASENSTEIN VOGLER, Expeditie-Kantoor van Advertentiën M Hamburg, LubeckFrankfort a. M.Berlijn, Leipzig, Dresden, Breslau, Keulen, Stuttgart, Weenen, Praag, Bazel, Zurich, St. Gallen, Geneve en Lausanne LEIDEN. 1 Augustus. Heden morgen werd op de begraafplaats aan de Groenesteeg op pleg- tige wjjze het stoffelijk overschot van den hoogleeraar F. Kaiser, van een der grootste geleerden van onzen tijd, zooals een zijner vroegere ambtge- nooten hem noemde, ter aarde besteld. Bragt het tijdstip het mede dat vele hoogleeraren onzer hoogeschool en vele vrienden en vereerders van den afgestorvene zichbij den stilstand der akademische lessenevenals de studenten, zich naar elders hadden begeven en zich buitenslands bevinden, allen echterdie zich hier of in de nabijheid bevonden hadden zich op den akker der dooden vereenigd om de laatste eer te bewijzen aan de nagedachtenis vau den man, die nog zoo kort geleden een der grootste sieraden was van Leidens hoogeschool. Toen de lijkstoet de grafplaats had bereiktschaar den zich de aanwezige professoren, studenten, vrienden en vereerders achter de nabestaandeu van den afgestorvene en volgden de baar tot aan de ge opende groeve. Nadat de lijkkist daarboven was geplaatst trad de hoogleeraar Goudsmit voor en bragt op welsprekende en gevoelvolle wijze eene laatste hulde aan den overledene. Het was niet aan hem, zeide de hoogleeraar o. a.de ver diensten van den grooten Kaiser te schetsen, van den grooten geest, van wiens rusteloos streven voor de wetenschap alleudie hem gekend hadden konden getuigen. Wel kon daarvan gezegd worden dat eene ster van de eerste grootte van het uitspansel was verdwenen. Onvermoeid had hij tot den laatstcn droppel bloeds veil voor eene wetenschap, die door hem als eene teedere plant met de meeste liefde en toewijding was opgekweekt tot hoogeren bloei en omwikkeling. Niet alleen in ons land, maar in veel ruimer kring, door geheel Europa, werd zijne zeldzame verdienste erkend en zag hij zijn streven met de schoonste lauweren bekroond. En toch klaagde deze groote man nog steeds dat hij niet meer gedaan had, dat hij niet meer liad kunnen doen. Hier op dit graf erkende de spreker dat hij nimmer rustcloozer zucht tot onderzoek en studie had ontmoet bij de meest bescheiden waardecring van eigen verdienste. Tol aan zijne laatste oogen- blikken bleef deze ijver en dorst voor de wetenschap onverllaauwd en wel mogt hier worden gezegd hij was rusteloos totdat een hooger hand hem de laatste ruste deed ingaan. Prof. Rijke sprak ook een woord in dezen geest. Hij noemde Kaiser den grootsten natuuronderzoeker, een zcldzamen geest, die op veelzijdige wijze krachtig was ontwikkeld, die aan eene dichterlijke verbeelding eene onge- meene meesterschap over de taal uitoefende, waarvan zijne talrijke werken getuigdenterwijl daarbij steeds doorstraalde dat het zijn streven was om in en door zijne wetenschap dien grooten geest te verheerlijken, wiens grootheid hij nu voorzeker van meer nabij aanschouwen mogt. Professor W. F. 11. Suringar getuigde aan deze groeve van de diepe hoogachting en dankbaarheid, waarmede zoovele leerlingen en oud-leerlingen terugzagen op den man, aan wien zij zoo veel te danken hadden. Zijn leven was er hel bewijs van geweest, dat de weienschap hem nooit hel middelmaar het doel was. En dal dit dan ook door den tijdgenoot werd erkend, daarvan was de sterrcwacht eene getuigenis, eene eerzuil door het Nederlandsche volk opgcrigt voor den manwiens naam voor tijdgenoot en nazaat onafscheidelijk was verhonden aan de wetenschap, waaraan hij zijn leven had toegewijd. Dr. Valentiner sprak ten slotte in het Duitsch nog een enkel woord. Lan gen tijd had hij in de nabijheid van deii geleerde verkeerd en hij wist bij ervaring dal Kaiser zich.niet te vreden had gesteld met enkele steenen lij te brengen tot den tempel der wetenschap. Veel, zeer veel had hij daartoe bjjgebragt en al was de sterrekundeceue wetenschap die jaren cischt om lot cenig resultaat te geraken, toch mogt er worden getuigd dat zijne wetenschappe lijke onderzoekingen op vasten grondslag rustten en niet zooals van som mige geleerden wankelbaar waren als eene op den top rustende pyramidc. Kaisers naam zou voortaan één zijn met die van dc grootste slerrckundigcn der wereld. Nadat een der zonen van den overledene den aanwezigen en inzonderheid den sprekers dank had gezegd voor de eer zjjnen geliefden vader toegebragt, werd de kist in de groeve neergelaten en was de treurige plegligheid afge- loopen. Door de commissie voor de examens van leerling-apothekerte Meppel zitting houdende, zijn nog toegelaten mej. G. C. Uuendervan Voorst; en de hh. M. Romein, van Leeuwarden; II. H. G. Schrcurs, van Roermond, en H. J. J. Janné, van Edé. De examens zijn thans afgeloopen. Van de 46 geëxamineerden zijn 38 toegelaten26 mannen en 12 vrouwen. Gisteren morgenmeldt het D. v. 's Gr.is het onderzoek in de zaak van den l,"n luit. plaatselijken adjudant Kcyzer algeloopen. Hef gold de vraag: of de woorden, door genoemden officier in zijn «Open brief aan den heer van Sypesteyn" den m3jo«r Tergau op blz. 6 en 7 in den mond ge legd, waarheid behelsden, daar genoemde hooldofficier daartegen in eene aanklagt was opgekomen. Na een naauwkeurig onderzoek, dat dagen achtereen heeft geduurd, werd door den raad tot de stemming over de eerste vraag overgegaan, luidende aldus: «Is de beklaagde schuldig aan het hem ten laste gelegde feit?" Die vraag werd met algemeene stemmen ont kennend beantwoord, zoodat de le luitenant Keyzcr vrijgesproken werd en de stemming over de andere vragen van zelf verviel, omdat dit overbo dig was. Naar men verneemt, meldt het Ilbl., wordt de Rhijnspoorwegmaat- schappjj weder met een vreemdsoortig proces bedreigd, wanneer partijen hel inmiddels niet kunnen eens worden. De directeur van het operetten- gezelschap, de bekende komiek Slein, bezit een schoonen Newfoundland- schen hond; zonder dezen is of reist hij nooit, zoo ook toen hij zich met zijn gezelschap van de Leidsche kermis naar Zwolle begaf. Ter hoogte nu van. Harmeien springt de hond uil den bagagewagen, en geraakt zoek; Stein is radeloos over het verlies, de conducteur-bagagemeester evenzoo, bevreesd voor de gevolgen. Omdat Slein hem met tranen in de oogen verzekert dat hem er meermalen ƒ1000, doch vruchteloos, voor geboden is, wordt op de terugvinding eene liooge belooning gesteld en alom daaromtrent nasporing gedaan. Eindelijk wordt de vermiste Hector ter plaatse voormeld door een rijksveldwachter gevonden, doch in bedroefden staat, het beest schijnt door den trein zeiven gedeeltelijk te zijn overreden. Het is ter verpleging opgenomen in 's rijks veeartsenijschool te Utrecht, om zoo mogelijk van de bekomen belangrijke kwetsuren te worden genezen. De heer Stein nu eischt, naar men verneemt, van de Rhijnspoorwegmaatschappij een uitbe taling van de gemaakte kosten en van de uitgeloofde belooning tot terug vinding, maar daarenboven schadevergoeding voor de verminking, zoo niet van de totale waarde bij overlijden. Te Haarlem vervoegde zich Dingsdag 11. b(j eenige winkeliers en werk bazen een persoon, die hel deed voorkomen. a:sof hij van wege een gezin, dat zich eerstdaags van elders daar zal vestigenwas belasthun toezeg ging van leverantie te doen. Na zich op die wijze als begunstiger te heb ben voorgedaanwerd het gesprekals toevalligovergebragt op oogenblik- kelijke verlegenheiddoordien hij in de buurt kleine verteringen gemaakt had en zijne porle-moiinaie had te huis gelaten, met dit gevolg, dat hem het aanbod werd gedaan hem iets le leeneu, waarvan door hem gebruik werd gemaakt. Al spoedig bleek het evenwel, dat men met een bedrieger te doen had. Het schijnt, uit vergelijking van zijne thans gehouden praatjes met die, welke vroeger gehouden zijn, dat men hier le doen heeft met iemanddie reeds ten vorigen jare op gelijke wijze van de ligtgeloovigheid van sommige ingezetenen gebruik gemaakt heeft, om zich ten hunnen nadeele eenig geld te doen verschaffen. De persoon toch, die op de voormelde wjjze te werk ging, beriep zich op gelijke familierelatiën als die van het vorige jaar. C.) Door de arrond.-reglbank te Amsterdam is de magnetiseur J. J. Wete- ling op nieuw schuldig verklaard aan hel onbevoegd uitoefenen der genees kunst door het verleenen van geneeskundigen raad als bedrijf, en veroor deeld tot eene cellulaire gevangenisstraf van 45 dagen en eene geldboete van 100. De heer Weteling heeft aangekondigd dat hij zijn vaderland verlaten «u zich te Frankfort a. Main vestigen zal. Nabij Werkendamaan de dijksverhoogiug der Nieuwe Merwede, i» dezer dagen een arbeider, die op het stoot zat. om de geladen wagens met grond, welke per spoor worden aangevoerd, te sloppen, roet den wagen Ih de put gevallen en verpletterd. Hg laat vrouw eu kinderen aa.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leydse Courant | 1872 | | pagina 1