BUITENLANDSCÜE CËRIGTEN.
volge art. 2 dier wet, ook zijn begrepen instellingen eener kerkelijke ge
meente bestemd voor de armen eener bepaalde godsdienstige gezindte, en
van wege die kerkelijke gemeente geregeld en bestuurd." Nadat door het
aanstippen van eenige punten hel oneigenaardige van den tegenwoordigen
toestand in liet licht is gesteld, wordt gezegd dat er nog één belang is
voor de burgerlijke gemeente om, zoo mogelijk, het verzoek van den ker-
keraad toe te staan, en dat is, dat deze hierdoor eene geschikte gelegen
heid zou hebben om daarbij tevens te bedingendat de kerkeraad dan ook
zal afstand doen van alle zijne regten op het vroegere houwhuis en dat
thans tot andere einden (als invalidenhuis) door de burgerlijke overheid is
ingerigt en ook nu nog daartoe door haar wordt gebruikt. Dat toch dit
gebouw, als vroeger behoorende tol het huiszittenhuis, welk laatste thans
is erkend als te zijn kerkelijk, ook streng genomen zou moeten worden
overgebragt tot de hervormde gemeente, was evenmin te betwijfelen als het
regt dat de kerkeraad met grond zou kunnen doen gelden ten aanzien van
het houwhuis. dal als instelling in 1774 met het weeshuis is vereenigd.
Wat de bevoegdheid van den gemeenteraad tot inwilliging van het verzoek
betreft, daarop meende men een volmondig toestemmend antwoord te kun
nen geven, omdat art. 72 der armenwet van 1854, zooals dit is gewijzigd
bij de wet van 1 Junij 1870 (staatsblad n°. 85), uitdrukkelijk die bevoegd
heid aan de gemeentebesturen geeft. Wat aangaat de bedenking, of hier
art. 147 der gemeentewet niet een hinderpaal is, zoo geloofde men om twee
redenen hierop ontkennend te mogen antwoorden. Vooreerst omdat gezegd
art. 147 in dat geval eveneens zou hebben moeten zijn geweest een beletsel
èn bij de overdragt van het huiszittenhuis èn evenzeer later bij die van het
minnehuis en van de armbakkerij: en ten anderen omdat dit art. ten deze
geheel buiten aanmerking blijven moet, vermits tijdens de hervorming wel
is waar het benoemen der heiligc-geestmeesteren is opgedragen aan de
burgerlijke overheid, maar dit als een regt niet kan geacht worden bij het
reglement van 4 Jannarij 1824 bij haar te zijn verbleven. Wel verre dat
gezegd art. 147 ten deze van eenige toepassing zijn kan, zoo geloofde men
dat dit meer op het oog heeft de geschillen bij art. 69, dan wel die bij
meergenoemd art. 72 der armenwet omschreven, en dat het geschil in deze
is een van die, welke uitsluitend bij laatstgemeld art. zijn opgenoemd. Ten
slotte werd besproken in hoeverre de vraag van den kerkeraad al dan niet
in strijd is met de geschiedenis in hel algemeen en met den toestand van
het gesticht in vroeger tijden. //Gaan wij", werd gezegd, "in korte trek
ken na de geschiedenis van dat weeshuis, dan moge het waar zijn dat er
geen stuk bestaal waaruit blijkt wie het weeshuis heeft gesticht en wie er
den eigendom van had, zooveel is zeker, dat het in 1316 bestond, blijkens
de daaraan gegeven erfgift van Philips van Leiden, terwijl op 18 December
1449 Philips van Bourgondien daaraan "toter armen behoeff" verkocht een
stuk land, dat door het weeshuis hem werd betaald. Voorts blijkt, dat bij
resolutie der staten van Holland van 2 Maart 1575, tijdeus het wegvallen
der hiërarchie van de r. c. kerk hier te lande, ten gevolge der hervorming,
het weeshuis met alle kerken, pastoryen, huiszittenhuizengodshuizen,
gasthuizen, en zoo voorts, is gekomen onder het oppertoezigt der burger
lijke overheid, aan welke o. a. werd opgedragen het benoemen der heilige-
geeslmeesteren alsmede de zorg dat de heilige-geestweezen behoorlijkjzouden
worden onderhouden". Verder wordt betoogd dat uit de geschiedenis van
het weeshuis blijkt: »dat, moge al, gelijk dit met meerdere gestichten het
geval is, zijn oorsprong en stichter in het duister liggen, het weeshuis
voortdurend heeft blijven beantwoorden aair'zijne beslemming en daaraan
ook thans nog voldoet, als zijnde dit volgens de verordening dezer stad
van 15 April 1871 ook nu nog uitsluitend bestemd voor de Ned. hervormde
gemeente; dat eerst met de resolutie van 2 Maart 1575 het weeshuis is ge
komen onder het oppertoezigt van de burgerlijke overheid, een krachtig be-
wijs dat het weeshuis destijds was een geestelijk gesticht, en de stedelijke
overheid bij gevolg geen oppermagt, geene wetgeving en geen bestuur daar
over hadomdat het oppertoezigt aan de burgerlijke overheid over eene
burgerlijke instelling haar niet behoefde te worden opgedragenen er geen
reden denkbaar is waarom tijdens de hervorming, ware het weeshuis eene
wereldlijke instelling, de magt der wereldlijke overheid daarover zoodanig
zou zijn besnoeid, dat zij in plaats van oppermagt, wetgeving en bestuur,
slechts een oppertoezigt daarover zou hebben behoudendat uit de resolutie
van 2 Maart 1575 blijkt, dat sedert deze wel een oppertoezigt, maar geenszins
een beheer of bestuur over hel weeshuis door de burgerlijke overheid is uit
geoefend, en dat, vermits destijds in den staal naast de burgerlijke of we
reldlijke overheid geene andere bekend was dan de kerkelijke, dit beheer
of bestuur aan geene andere dan aan laatstgenoemde kan hebben behoord
en sedert zijn verbleven, gelijk ook vóór de gemelde resolutie, het opper
toezigt daarover bij haar berustte; dat alzoo wel verre dat het beheer over
het weeshuis uitsluitend bij het stedelijk gezag zou hebben berust zonder
dal ooit de hervormde kerk in dat beheer is gekend, integendeel, wel van
een oppertoezigten dan alleen sedert 1575maar van een beheer van de
overheid niets blijkt; enz. enz." Hordt vervolgd
's GRAVENHAGE, 6 Julij.
Z. M. de koning heeft benoemd tot minister ;van staat den heer mr.
P. P. van Bosse, en tot ridder der orde van den Nederlandschen Leeuw,
den heer mr. P. Blussé.
Tot rijkslelegraaphkantoorhouder te Oostburg is benoemd de rijkstele-
graaphklerk G. J. Falk.
De vijf nieuwbenoemde ministers, die van justitie, vanbinnenlandsche
zaken, financiën, oorlog en koloniën hebben lieden ochtend ten 10% uur
in handen des konings den gevorderden eed afgelegd.
Heden namiddag ten 1 ure had er een ministerraad plaats, die gepresideerd
werd door den minister van marine Brocx.
Heden hebben de ministers hunne departementen bezocht en aldaar de
portefeuilles van hunne voorgangers overgenomen.
De minister van justitie zal Woensdag aanst. geen gehoor verleenen.
Ten gevolge van de benoeming van de heeren Fransen van de Putte
en van Delden tot ministers, zal er in de hoofdkiesdistricten Rotterdam en
Deventer eene nieuwe verkiezing moeten plaats hebben tol leden van de
tweede kamer.
Aan de leden der provinciale staten van Zuidholland isrondgedeeld de
voordragt, opgemaakt door de gedeputeerde staten, ter benoeming van eeii
griffier der staten. De voordragt, waaruit nog m deze zitting eene keuze
zal worden gedaan, beslaat uit de heeren: 1". inr. D. J, Zubli, commies bij
het dep. van binnenlandsche zaken; 2". jhp. mr. J. Roëll, commies, chef ter
prov. griffie van Utrecht, en 3°. jhr. mr. W. M. de Brauw, hoofdcommies
bij het dep. van koloniën.
opklimmende reeks geheven wordenen voor de laagste categorie van jaar
wedde, tot een maximum van 9000 fr., 5 pCt., voor de jaarwedden van
40000 fr. en daarboven 25 pCt. bedragen; zij wordt geraamd op eene op
brengst van tien millioen.
Het met. Duitschland gesloten traclaat is nog altijd het onderwerp
van de beschouwingen der dagbladen. Hel getal der ontevredenen is groot,
want men had van de te bedingen voorwaarden vrij wat illusie opgeval.
Veuillot, in l'Univers, staat aan het hoofd der ontevredenen, uit haat tegen
Thiers. Het Joum. des Déb. verdedigt het traetaat en tracht daarvan de
lichtzijde onder de aandacht te brengen.
Bij de synode der herv. kerken is ingekomen een voorstel van den
heer Cambefort, strekkende om het geloofsformulier, dal door de meerder
heid is aangenomen, voor alle nieuwe predikanten verbindend te verklaren,
en voor de reeds beslaande leeraren in zoover verbindenddat deze verkla
ren dat formulier nooit van den kansel te zullen bestrijden. Men verwacht
hierover hevige discussiën.
ITALIË.
Volgens de Parijsche Univers heeft de kardinaal-aartsbisschop van Na
pels de pastoors gelast de katholieken te vermanendat zij aan de gemeen
teraadsverkiezingen deel nemen. Voorts heeft de Paus in eene tot de pa
rochiale geestelijken gehouden aanspraak aan dezen voorgehouden dat hel
noodzakelijk is bij de gemeenteraadsverkiezingen lusschen beide te komen,
ten einde te bewerken dal christelijke gemeenteraden benoemd worden in
de plaats der tegenwoordige, welke aan goddelooze onderwijzers de taak
opdragen om de jeugd te bederven.
OUITSCHLAMD.
Het verzoek van de directie van de Homburgsche speelbankom ver
goeding wegens schade tijdens den oorlog geledenis van de hand gewezen.
Het bestuur van het archaeologisch genootschap te Berlijn heeft aan
de leden bekend gemaakt dat de archaeologischc maatschappij te Parijs hare
betrekkingen met het genootschap heeft hervat.
Sedert eenigen tijd was het gerucht in omloop dat de uitgebreide en
hoogst belangrijke verzameling brieven, indertijd gewisseld tusschen eene
overleden Frankforter dame, mevrouw Willemer en den grooten Göthe, in
handen van een Leipziger uitgever is overgegaan, die den inhoud van dezen
rijken schat binnen kort openbaar zal maken. Dit gerucht is onjuist. Na
het overlijden van mevrouw Willemer zijn de bedoelde brieven overgebragt
in de Frankforter bank. alwaar zij bewaard zullen blijven totdat de tijd is
verstreken, welke de genoemde bezitster noodig achtte om zonder gevaar
tot de openbaarmaking van den inhoud daarvan te kunnen overgegaan. Zij
had daarbij geenerlei geldelijke of andere speculatie op de openbare meening
op het oog; zij wilde die integendeel geheel vermijden. Uit dien hoofde
werd door de erflaatster bij uitersten wil bepaalddat de gansche brieven
verzameling, na afloop van dien termijn, zal worden gesteld in handen van
de geboorteplaats van den grooten Frankforter, om geplaatst te worden in
de stedelijke boekerij. Om verschillende redenen is men van gevoelen, dat
die verzameling daarvan een der voornaamste schatten zal uitmaken.
Het hoofdbestuur der Holl. Maatschappij van Landbouw heeft voor zijne
leden van den heer mr. J. P. Amersfoordt op de Badhoeve te Haarlemmer
meer het aanbod ontvangen om op 4 Julij jl. zijnen hooidrooger, en wat
daarmede in verband staat, de stoomploeg en vele andere werktuigen in
vollen gang in oogcnschouw te komen nemen, welke vergunning hij aan
elke maatschappij van landbouw heeft gedaan. Deze beleefde uitnooiliging
werd op hoogen prijs gesteld en de afdeelingsbeslureu werden daarmede in
kennis gesteld.
Geen wonder dat dit berigt ook bij de leden der afdeeling Leiden en om
streken algemeenen bijval ondervond, en wel in die mate, dat zich spoedig
zooveel belangstellenden hadden aangemelddat het aldeclingsbcstuur eene
stoomboot kon afhurendie een 8Ó-tal leden naar hel terrein vervoerde.
De togt werd ten 7 ure aangevangen en was ten 10 ure volbragl.
Op de Badhoeve aangekomen werden de leden aldaar door den algemeenen
secretaris, den heer P. F. L. Waldeck, ontvangen en verwelkomd.
Wij betraden het terrein, dat keurig aangelegd en in feestdos gehuld was
en vonden daar reeds eene groote menigte belangstellenden van heinde en
verre zamengevloeidwelk getal ieder oogenblik vermeerderde.
Na vooraf den tuin, de verschillende gebouwen met de daarin geplaatste
sloomtoestellen gezien te hebben, waarvan de doelmatigheid dadelijk in het
oog moest vallen, begaven wij ons naar den paardenstal, die om hare inrig-
ting en bovenal om haren inhoud voortreffelijk kon worden genoemd.
Hierop begaven wij ons naar het veld, waar de verschillende werkzaam
heden reeds een aanvang hadden genomen. Wij zagen daar stoomploegen
grasmaaijen, hooi schudden, hooi harken, op wiersen halen, enz., alles
volgens de nieuwste methoden. Verder deed ons de hooidrooger zien wat
menschelijk vernuft vermag, daar toch in den ongeloofelijk korten tijd van
weinige minuten het eerstgemaaide gras als hooi het werktuig verliet. Het
kon dan ook niet anders of over het algemeen droeg alles de goedkeuring
der beschouwers weg.
De heer Amersfoordt verdient ten volle den dank van allendie hij in de
gelegenheid stelde, om, na zich zoovele kosten en moeite getroost te heb
ben den landbouwers te doen zien wat nuttig en doelmatig is, en werke
lijk het belang van landbouw eu veeteeld kail bevorderen.
Den geheelen dag door het heerlijkste zomerweder begunstigd, keerden
wij vrolijk huiswaartstevreden eu dankbaar dat ons zooveel ten beste was
gegeven, en zal die dag ons steeds eene aangename herinnering achterlaten,
waartoe ook de wijze waarop de heer Knijff, kapitein der boot, ons heeft
bediendmede niet weinig heeft bijgedragen. V.
Het schrijven van Y. Z. in een volgend nommer.
F It A Y 44 K kJ K.
Bij de nationale vergadering is door eenige afgevaardigden een wets
ontwerp ingediend lot het invoeren eener tijdelijke korting op de tracle-
menten der ambtenaren van den staat, welke meer bedragen dan 5000 fr. in
Parijs en meer dan 3500 fr. daarbuiten. De bedoelde korting zou naar eene
PR««AIMA AAM MUKIEBLIJITAOERIMGEM.
Musis Sacrum. -- Op Zondag 7 Julij, des namiddags te half twee,
door bet corps Muziekanten van de Leidsche dd. Schutterij, onder directie
van den Kapelmeester J. K. 11. Muller. ic Afd. 1. Marsch. Badik; 2. Ouver
ture: "Le Macon", Auber; 3. "L'Oeil crevé", Quadrille, Hervé; 4. Souvenir
de //Rigolelto", Verdi. 2e Afd. 5. Ouverture: "Pique dame", Suppé; 6. "The
Village rose, Walzer, Coote; 7. Fantasie: "La Diva", Offenbach; 8. "Durch
die Liifte", Galop, Wagner.
Zouierzorg. Dingsdag 9 Julij, des avonds ten half zeven ure, direc
tie H. Völlmaii. lc Afd. 1. "Le Salut Militaire", Marsch, Dunkier; 2. Ouver
ture van de opéra "Nabucodonosor", Verdi; 3. Trio uit de opéra "Vampyr",
Marschner; 4. »Soldaten-Lieder", Walzer, Gung'l; 5. Fantasie over motiven
uit de opéra van David: "Lalla-Roukh", Dunkier. 2° Afd. 6, Ouverture
"Mignon", Thomas; 7. "Judith", Scène en Aria, Concone; 8. "Engellied",
Westmeijer; 9. Fantasie uit de opéra van Weber: »Eurianthe", Dunkier;
10. "Garrison-Bal-Polka", Gung'L
Te Leiden ter Boekdrukkerij van J. C. DRABBE.