Art. 15. De ouders of die hen vervangen zijn verplicht te zorgen, dat de leerlingen de school getrouw bezoeken en vóór den aanvang van eiken schooltijd daar aanwezig zijn. Art. 16. Indien de ouders of die hen vervangen de leerlingen uit de school wenschen te houden, of ingeval van ziekte, geven zij in persoon of schriftelijk den hoofdonderwijzer of de hoofdonderwijzeres daarvan kennis vóór den aanvang van den eerstvolgenden schooltijd. Art. 17. Indien de ouders of die hen vervangen bij herhaling het bepaalde in art. 15 niet nakomen, geeft de hoofdonderwijzer of de hoofdonderwijzeres daarvan kennis aan Burgemeester en Wethouders. Art. 18. Wanneer leerlingen herhaaldelijk van de school afwezig blijven, zonder dat voor die afwezigheid wettige redenen zijn aan te voeren, wordt daarvan mede aan Burgemeester en Wethouders kennis gegeven. Aan zoodanige leerlingen kan, op voordracht van den hoofd onderwijzer of van de hoofdonderwijzeres, voor een door Burgemeester en Wethouders goed te keuren lijd, de toegang tot de school worden ontzegd. Art. 19. Leerlingen, die zich zoo slecht gedragen dat zij voortdurend den goeden gang van het onderwijs verslorenmoeten door den hoofd onderwijzer of de hoofdonderwijzeres lijdelijk van de school verwijderd worden, die daarvan onmiddellijk aan Burgemeester en Wethouders kennis geeft en hunne beslissing inroept. Art. 20. Maandelijks zal de hoofdonderwijzer of de hoofdonderwijzeres aan de ouders of die hen vervangen een schriftelijk rapport mededeelen omtrent het gedrag, de vlijt en de vorderingen hunner kinderen of pupillen. Art. 21. Jaarlijks wordt een staat opgemaakt van het gedrag en de vorderingen van alle leerlingen der school en aan de leerlingen die het zich waardig hebben gemaakt, op voordracht van den hoofdonderwijzer of de hoofdonderwijzeres, een door Burgemeester en Wethouders te bepalen prijs uitgereikt. Aan de leerlingen, die de hoogste klasse met vrucht hebben door- loopen, wordt een getuigschrift, volgens bijgevoegd model, uitgereikt. Art. 22. De prijsuitdeeling wordt door eene les voorafgegaan en heeft plaats vóór de zomer-vacantie aan het einde van den jaarcursus, in tegenwoordigheid van eene commissie uit het collegie van dagelijksch bestuur. Art. 23. Tot bijwoning van de les en de prijsuitdeeling worden uit- genoodigd de leden van den Gemeenteraad, de,leden der plaatselijke Schoolcommissie, de Schoolopziener en de ouders der leerlingen, of die hen vervangen. Vastgesteld door den Raad der gemeente Leiden, in zijne openbare vergadering van den 4den Mei 1872. De Burgemeester, v. d. BRANDELER. De Secretaris, E. KIST. Zijnde deze verordening aan de Gedeputeerde Staten van Zuid- Holland volgens hun bericht van den 1 lden Juni 1872B. n°. 3835 (le afd.), G. S. n°. 27', in afschrift medegedeeld. En is hiervan afkondiging geschied waar het behoort, den 28sten Juni 1872. Burgemeester en Wethouders voornoemd v. d. BRANDELER, Burgemeester, E. KIST, Secretaris. De BURGEMEESTER en WETHOUDERS van LEIDEN doen te weten, dat door den Raad dier Gemeentein zijne vergadering van den 4<ten Mei 1872, is vastgesleld de volgende VERORDENING op de openbare scholen voor gewoon lager onderwijs voor on- en minvermogenden. Art. 1. Op de openbare scholen voor gewoon lager onderwijs wordt eene dag- en eene avondschoool gehouden. Art. 2. De dagschool wordt gehouden op Maandag, Dinsdag, Woens dag, Donderdag en Vrijdag, des voormiddags van .9 lot 12 uren en des namiddags van 2 tot 4 uren; op Zaterdag alleen des voormiddags van 9 tot 12 uren. Art. 3. De avondschool wordt gehouden van 1®. October tot uit®. Maart, op Maandag, Dinsdag. Donderdag en Vrijdag, des avonds van 7j tol 9 uren. De avondschool staat onder de leiding der onderwijzers van de le en 2e klasse aan de openbare scholen voor on- en minvermogendenterwijl het toezicht door de hoofdonderwijzers dier scholen, beurtelings, naar onderlinge regeling plaats heeft. Art. 4. Vacantien zijn: a. Vrijdag en Zaterdag vóór Paschen en de Paaschweek; b. de Hemelvaartsdag; c. de Pinksterweek; d. de kermisweek en de daaraanvolgende week e. de 3de October; de Kerstweek, gerekend van 24 December lot 2 Januari. Andere vacanliën, iu bijzondere omstandighedenkunnen alleen gege ven worden door den Burgemeesler. Art. 5. Op de dagschool worden geene kinderen toegelatendie den ouderdom van zes jaren nog niet bereikt hebben. Art. 6. Leerlingen van de dagschool, die den ouderdom van tien jaren bereikt hebben, mogen ook de avondschool waarnemen, indien de hoofd onderwijzer hen daarvoor geschikt acht. Art. 7. Als leerlingen, die uitsluitend de avondschool bezoeken, komen alleen zij in aanmerking, die den leeftijd van twaalf jaren bereikt en voldoende vorderingen gemaakt hebben. Art. 8. Nieuwe leerlingen op de dagschool worden aangenomen in de eerste volle week der maanden April en October. De plaatsing der leerlingen op de avondschool geschiedt op den eersten Maandag van October. Art. 9. Kinderen of pupillen van hendie zich in de gemeente ves tigen, kunnen tusschenlijds worden geplaatst, mits het blijke, dat zij voorbereid zijn om het onderwijs op eene der bestaande klassen te volgen. Art. 10. Alleen kinderendie met goed gevolg zijn ingeënt of de natuurlijke kinderziekte hebben gehad, mogen worden ingeschreven. Evenwel mogen worden ingeschreven zij, die eene verklaring van een geneeskundige overleggen, dal zij minstens driemaal vruchteloos zijn ingeënt. Telken jare zal door hen een bewijs moeten worden overgelegd dat bedoelde kunstbewerking binnen de laatst verloopen twaalf maanden is herhaald. Art. 11. Gedurende de eerste twee volle weken der maanden Maart en September wordt aan de ouders of die hen vervangen gelegenheid gegeven, om de plaatsing van nieuwe leerlingen te vragen. De plaats en tijd der inschrijving worden door Burgemeester en Wet houders bij openbare afkondiging ter kennis van de ingezetenen gebracht. Art. 12. Met betrekking tot de scholen voor on- en minvermogenden wordt de gemeente in schoolwijken verdeeld. Burgemeester en Wethouders bepalen, op voordracht van de hoofdonder wijzers der scholen, voor welk deel der gemeente elke school bestemd is. Art. 13. Voor elke school wordt een boek aangelegd, waarin wordt aangeteekend: a. volgnommer; b. de naam der kinderen en de datum der geboorte; c. de dag van aankomst; d. de gezindte waartoe de kinderen behooren; e. de namenhet beroep en de woonplaats der ouders of die hen ver vangen de naam van den geneesheer, die het kind heeft ingeënt of behan deld toen het de kinderziekte had. Bij vertrek van de school wordt in eene volgende kolom aangeteekend, wanneer het kind de school heeft verlaten en of hel al of niet met vrucht het onderwijs heeft bijgewoond. Art. 14. Bij de inschrijving moeten vertoond worden de bewijzen van geboorte-inschrijving en van vaccine of dat het kind de natuurlijke kin derziekte gehad heeft. Art. 15. Burgemeesler en Wethouders onderzoeken de in art. 11 be doelde inschiijving en, voor zooverre daartegen geene bedenkingen be staan, machtigen zij den hoofdonderwijzer tot het toelaten der ingeschre ven leerlingen. Art. 16. Bij de plaatsing der leerlingen wordt aan) de ouders of die hen vervangen een exemplaar dezer verordening uitgereikt. Art. 17. Leerlingen, die niet behoorlijk gereinigd zijn, zoomede zij die lijden aan eene besmettelijke ziekte of in wier woningen eene be smettelijke ziekte aanwezig is, worden door den hoofdonderwijzer niet toegelaten. Bij besmettelijke ziekte heeft deze toelating geen plaats, dan na ver toon van een bewijs door een geneeskundige afgegeven, dat de besmet ting heeft opgehouden. Art. 18. De ouders of die hen vervangen zijn verplicht te zorgen, dal de kinderen de school getrouw bezoeken en vóór den aanvang van eiken schooltijd daar aanwezig zijn. Art. 19. Indien de kinderen door ziekte verhinderd worden de school te bezoeken, zijn de ouders of die hen vervangen verplicht, den hoofd onderwijzer vóór het begin van den schooltijd in persoon of schriftelijk daarvan kennis te geven. Art. 20. Indien de ouders of die hen vervangen de kinderen om an dere redenen dan ziekte uit de school wenschen le houden, vervoegen zij zich, onder mededeeling der redenen, bij den hoofdonderwijzer tot het bekomen van verlof en onderwerpen zich aan diens uitspraak. Art. 21. Indien de ouders of die hen vervangen zich niet stiptelijk houden aan het bepaalde in art. 18, 19 en 20 dezer verordening, is de hoofdonderwijzer verplicht hunne kinderen weg te zenden en niet weder toe te laten dan met toeslemming van Burgemeesler en Wethouders. Art. 22. Indien de ouders of die hen vervangen den hoofdonderwijzer verlangen te spreken, moeten zij zich vóór den schooltijd aan de school vervoegen. Zij mogen noch het hulppersoneel noch de kweekelingen over school- zaken aanspreken. Art. 23. Leerlingen, die zich zoo slecht gedragen dal zij voortdurend den goeden gang van het onderwijs verstoren, moeten door den hoofd onderwijzer tijdelijk van de school verwijderd worden, die daarvan on middellijk aan Burgemeester en Wethouders Kennis geeft en hunne be slissing inroept. Art. 24. Jaarlijks wordt een staat opgemaakt van het gedrag en de vorderingen van alle leerlingen der school en aan de leerlingen, zoowel van de dag- als van de avondschool, die het zich waardig hebben ge maakt, op voordracht van den hoofdonderwijzer, een door Burgemeesler en Wethouders te bepalen prijs uitgereikt. Art. 25. De prijsuitdeeling wordt door eene les voorafgegaan en heeft plaats in de laatste volle week van Maart, in tegenwoordigheid van eene commissie uit het collegie van dagelijksch bestuur. Art. 26. Tol bijwoning van de les en de prijsuitdeeling worden uit- genoodigd de leden van den Gemeenteraad, de leden der plaatselijke Schooleommissie, de Schoolopziener en, indien de localiteit het toelaat, de ouders der leerlingen, of die hen vervangen. Art, 27. Aan de leerlingen die de hoogste klassen op de dag- of avondschoql met vrucht hebben doorloopen, wordt een getuigschrift volgens bijgevoegd model uitgereikt. Vastgesteld door den Raad der gemeente Leidenin zijne openbare vergadering van den 4den Mei 1872. De Burgemeester, v. d. BRANDELER. De Secretaris, E. KIST. Zijnde deze verordening aan de Gedeputeerde Staten van Zuid- Holland, volgens hun bericht van den llden Juni 1872, B. n°. 3835 (le afd.), G. S. n°. 271, in afschrift medegedeeld. En is hiervan afkondiging geschied waar het behoort, den'28sten Juni 1872. Burgemeester en Wethouders voornoemd, v. d. BRANDELER, Burgemeesler. E. KIST, Secretaris. Te Leiden ter Boekdrukkerij van J. C. DRABBE,

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leydse Courant | 1872 | | pagina 6