gen, waarbij velen hel leven lieten voor een doel dal zij niet of na.niwe- Ijjks kenden. Men had hier slechts te doeu met een man, die zijne krach ten. al de voortreffelijke gaven des geestes wijdde aan de kunst om levens te behouden, niet om die te verdelgen. De spreker gaf vervolgens een kort j overzigl van het leven van Boerhaave, in zijne betcekcnis voor de genees kunst en voor de geneeskundige wetenschap. Zijn doel daarbij was reken- schap te geven of Boerhaave inderdaad de eer verdient, die men hem thans wilde bewijzen. Het zou slechts een eenvoudig woord zijn, om den waar lijk grooten maar nederigen man. die de woorden simplex veri sigiltum (eenvoud is het kenmerk van het ware) tol zjjn kernspreuk had, naar waarde te schetsen. Wij zouden te uitvoerig worden wanneer wij hier den spreker op den voet volgden. Genoeg zij het hier aan Ie stippen dat Boerhaave. voor het predikambt bestemd, op iti-jarigen leeftijd als student aan de Leidsche hooge- i school werd ingeschreven, en behalve de theologische lessen ook die over mathesis en wijsbegeerte volgde; de laatstgenoemde studie werd met zoo gunsiig gevolg door hem beoefend dat hij op 22-jarigen leeftijd tot philoso- phiae doctor werd bevorderd. Hij bleef zijne theologische studiën voortzet ten. maar voegde daarbij die der plantenkunde, der scheikunde en genees kunde. 2 V2 jaar na zijne promotie in de wijsbegeerte verwierf hij den doctoralen graad in de geneeskunde. Eene toevallige omstandigheid gaf aanleiding dat hij besloot zich voor goed aan de uitoefening der geneeskunde te wijden, en dientengevolge vestigde hij zich als geneesheer te Leiden, al waar hij ook privaat-onderwijs gaf in de mathematische wetenschappen. In het jaar 1701 werd hem een lectoraat in de geneeskunde aangeboden, waardoor hij als akademisch docent kon optreden. In 1709 werd hij be noemd tot hoogleeraar in de genees- en kruidkunde, terwijl later hem ook nog het onderwijs in de scheikunde werd opgedragen. Boerhaave was met zoovele akademische werkzaamheden overladen, dat alleen ecu ijzersterk gestelmet eene buitengewone vlugheid van geest en eene noeste vlijt hem tn staat konden stellen die naar belmoren te vervullen. Hij deed het echter op eene wijze dat bij zijne lessen de toehoorders zich als het ware verdrongenen de daarvoor bestemde lokalen allen naauwe- lijks kon bevatten. Als geneesheer breidde zich zijn roem dagelijks uil, en onder lien, die hem raadpleegden, waren nu en dan zelfs vorstelijke personen. In zoo hoog aanzien stond Boerhaave bij zijne leerlingen en stadgenooten dat zijn herstel uit eene ziekte en het hervatten zijner werk zaamheden door openlijke vreugdebedrijven en eene feestelijke verlichting der'stad werd gevierd. In 1729 zag hij zich. tengevolge van geschokte ge zondheid. genoodzaakt een deel zijner lessen aan anderen over te laten, en in 173b bezweek hij in bijna 70-jarigen leeftijd. Zijn naam als die van den eersten geneeskundige zweelde op aller tongenen de luister die destijds van de Leidsche hoogeschool afstraalde tol in verre gewesten, was zeker voor een groot deel aan hem verschuldigd. Wal is hel, zeide spreker, dat wij hel meecl in Boerhaave moeten be wonderen, den geleerde, den docent, den geneesheer, of alle drie evenzeer. Bevoegde reglers vellen hierover een verschillend oordeel, naar mate zij hem hebben gekend, of dal zij hem alleen uit zijne geschriften beoordeelen. Het oordeel van zijne lijdgenoolen, zelfs van mannen die hem bijna hebben ge ëvenaard, was eenstemmig, t.;w. dat zij naauwelijks woorden konden vin den krachtig genoeg om hunne bewondering en ook hunne liefde en eerbied voor hunnen onvergetelijke!! meester uit te drukken; zij weten niet wat het meest in hem le prijzen; zijne heldere boeijende voordrag!zijnegroote geleerdheid, zjjne humaniteit en daarbij zijne gulheid, eenvoudigheid en nederigheid. Ofschoon het oordeel van hen. die Boerhaave "naar zijne weinige nagelaten geschriften beoordeelen, minder gunstig is, was het spre kers uteening dat men. de verschillende redevoeringen van Boerhaave door bladerende. hem leerde kennen, niet als een dier hervormers, die door schitterende ontdekkingen of het verkondigen van geheel nieuwe waarheden de wetenschap plotseling in een ander spoor leiden; zijne groote verdien ste lag misschien daarin dat hij het in zijnen tijd gehuldigde stelsel niet hooger achtte dan het werkelijk verdiende en het in ieder geval lot grond- slag voor zijne geneeskundige behandeling wilde doen strekken, liet was dan ook aan het ziekbed, hij zijne klinische lessen, dat men Boerhaave in zijne volle waarde kon leeren kennen. Hij was de voorbereider voor de echt wetenschappelijke beoefening der geneeskunde, die later, en lot in onzen lijdgevolgd isen men mag in hem boven alles den grooten nitoefenaar en leeraar der geneeskundige praktijk bewonderen. Van daar dan ook, dat als van zelfs de plaats was aangewezen, waar zijn beeld bij voorkeur prijken moest. Na het mededeelen van nog cenige bijzonderheden uit het private leven van Boerhaave. ook dienende om hem als inensch en in hel familieleven te doen kennen, gaf spreker verslag van de wijze waarop liet plan tot oprig- ting van het standbeeld was ten uitvoer gelegd, waarbij hij tevens zijn ge- noegen uitdrukte ook bij de plegtigheid tegenwoordig te zien afgevaardig- den der kon. Belgische akademie van geneeskunde, welker leden krachtig tot het welslagen der onderneming hadden bijgedragen. Ten slotte ver- j zocht de spreker den voorzitter der Ned maatschappij tol bevordering der geneeskunst door de hand het teeken te willen geven, waardoor het beeld i van den man. dien hij getracht had in flaauwc trekken te schetsen, zich j voor aller oog zou vertoonen. Nadat de plegtigheid der onthulling was geschied, betrad professor Tilanus het spreekgestoelte en sprak het volgende: «De Nederlandsche maatschappij ter bevordering van geneeskunst heelt er prijs op gesteld heden hare algemeene vergadering hier ter stede te houden, om en corps tegenwoordig te zijn bij de plegtige onthulling van dit gedenk- teeken. De maatschappijdie voor 5 jaren de eerste stappen tot de oprig- ting daarvan deed, door eene commissie daartoe in het leveH te roepen en j te steunen, wil door die tegenwoordigheid niet alleen hulde brengen aan hem wien deze eer geldt, maar ook aan de commissie die haar denkbeeJd heeft uitgevoerd. Als tijdelijk voorzitter der maatschappij breng ik dan haren dank aan u, M. H. leden der hoofdcommissie, voor uwe vele en uwe moeitevolle zorgen, hulde voor de voortreffelijke wijze waarop gij u van uwe schoone taak hebt gekweten; op waardige wijze is dan nu het nationaal gevoel bevredigd, dat eischle dal Boerhaave zooals het behoort getierd werd. en dat het volk van Nederlanddal Leiden een zigtbaar teeken hebbe Ier herinnering aan den man, die niet alleen voor de wetenschap maar ook voor het volk geleefd en gewerkt heeft. Heeft Boerhaave door zijne ver dienste als natuurkundige en geneesheer een onsterfelijken naam verworven hij was bovendien een van die weinigen, dien het gelukte gedurende een reeks van jaren de aandacht van het buitenland op ons vaderland te ves tigen. Een van die mannen zooals wij ze niet alleen voor ons zeiven noodig hebben, maar ook om Nederland een eervolle plaats onder de Europesche natiën te geven. Geen wonder dan, dat u denoodigemedewerking geschon ken is om uw plan tot een goed einde le brengen. Ontvangt dan met onze gelukwensching nogmaals onzen dank M. H. dat gjj bel beeld van den edelen manden geliefden leermeester, van den Boerhaave van Epropa voor onze oogen hebt doen verrijzen. Is de maatschappij er Irotsch op dat het initiatief lot deze vereering in haren boezem genomen is. bovenal is zij erkentelijk voor de verdiensten en moeiten van hen, die Nederland met dit schoone gedenkleeken verrijkt hebben. Thans nam de voorzitter der commissie, prof. Boogaardnogmaals het woord op, ten einde de leden der hoofdcommissie en der sub-commissiën dank te zeggen voor de in deze zaak verleende hulp; waarbij hij tevens met weemoed gedacht aan hen die vel de gemeenschappelijke laak op zich namen, maar thans reeds door den dood waren weggenomen. Voorts bragt hij Imlde en dank aan de hh. Slracké en van Enthoven, die hun talent aan hel werk dienstbaar hadden gemaakt. Den laatste wenschte hij toe dat zijn roem m het gieten van standbeelden den roem nog mogl overschaduwen, die de vermaarde Kriipp met het gieten van moordtuigen had behaald. Ver volgens sprak hij nog een woord lot zijne amblgenooten en de studenten der hoogeschool, een woord van opwekking tot navolging van den man wiens beeldtenis thans was omhuld, en ten slotte stelde hij liet monument onder de hoede van den lieer burgemeester en leden van den gemeenteraad van Leiden. Hij eindigde met den wensch dat het gedenkleeken er toe moge bijdragen om de naauwe banden die de hoogeschool en de stad Leiden verbinden meer en meer le bevesligen. Nadat door den spreker alzoo het beeld aan hel hoofd dezer gemeente was overgedragen, sprak deze liet volgende: «Zoo was liet dan voor dit geslacht weggelegd om een monument le slich ten voor den Nederlandsclien Hippocrates. Dank zij liet initiatief door de maatschappij tot bevordering van geneeskunst genomen, dank de vorstelijke bijdrase van onzen geëerbiedigde!] koning en de doorluchtige prinsen van hel koninklijke huis, dank zij de milde giflen zoowel van liet binnen- als buitenland, is thans aan deze plaats een standbeeld verrezen voor den man, die door zeldzame geestesgaven niet alleen voor de Leidsche hoogeschool en zijn vaderland maar voor de gehcele wereld een sieraad was. Als voorzitter van den gemeenteraad en uit naam van de burgerij van Leiden zeg ik uwe commissie dank voor hel kostbaar kleinood dat zij ons aanbiedt, liarteljjk dank aan u geaclitige liooglecraar in liet bijzonder voor uwe vele zorgen aan deze laak gewijd. Leiden's burgerij, mijne heeren, is trolscli op het geschenk, en neemt het met liet volste verlrotiwen onder hare bescherming. Gaarne vereenig ik mij ook met de hulde, door u hooggel feestredenaar gebragt aan den genialen ontwerper en de kundige vervaardigers van een gedenkstukwaarop eenmaal het nakroost met eerbied zal starenoök als een bewijs dat Neèrlands zonen zijn groote mannen weten te waarderen. En nu, mede-leestgenoolennog eene korte wijle en wij verlaten dezen aan Boerhaave gewijden plek. Moge liet zijn met eene bede in liet hart voor den koning, het vaderland en Leiden met hare aloude hoogeschool." De muziek speelde daarop eene nationale hymne, die door menigeen met ongedeklen hoofde werd aangehoord en terwijl daar builen de toeschouwers nog juichten was de plegtigheid afseloopen. Ilel standbeeld, dal met het voetstuk ruim 7 meier hoog is. maakt op den toeschouwer een aangenaincn indruk. De eenvoud, door den man aan wiens nagedachtenis het werd toegewijd, zoo hoog gewaardeerd, spreekt ook uil zijn beeld. Met ongedeklen hoofde staat hij daar, gehuld in dc plooijen van den onberispelijk gedrapeerden loga. Met opgeheven hoofde zien wij daar den beroemden hoogleeraar als met bezielden blik zijne leer lingen onderwijzende, terwijl zijne hand dc gezamenlijke werken van Hippocrales, zooals uit het Grieksclic opschrift blijkt, omvat houdt. Het was eene gelukkige gedachte van den verdienstelijken Slracké. Boerhaave voor le stellen als onderwijzende uit de geschriften van den wijsgeer door hem zoo hoog gewaardeerd. Indrukwekkend door den eenvoud, waardoor de ontwerper Zijn werk heeft gekenmerkt, is het beeld, een kunstwerk door een Nederlander gewrocht en door Nederlandsche industrie in metaal wcèrgegeven, een welsprekend getuige van de wijze waarop Nederland in de laatste helft der 19,le eeuw zijne grooie mannen weel te waarderen en van Neèrland's kunstzin op dat tijdstip. Ook wat de uitdrukking en de gelijkenis van hel proflei aangaat, deze is op zeer gelukkige wijze weergegeven. Het voetstuk, in blaauw arduin, is in even strengen vorm als het beeld gemodelleerd en vormt daarmede een schoon en zuiver geheel. Van den grond loopen van de vier zijden drie treden loe op den vierkanten midden zuil, in welks vakken de volgende inscriptiën zijn gebeiteld De voorzjjde draagt in vergulde letteren het opschrift: herman boerhaave, de linkerzijde: geboren te voorhout, j 31 december 166S, j de reglerzjjde: gestorven te leiden 2S september 1738, en de achterzijde: opgericht in het Jaar 1872. De collecte binnen deze gemeenie op 17 en 18 Junij langs dc hnizen der ingezetenen gehouden, ten voordecle van het fonds lot aanmoediging en ondersteuning van de gewapende dienst in de Nederlanden, bragl dit jaar op de som van 282.87, waaronder op den eersten dag eene gifL was van ƒ01.20. Gisteren heeft te Utrecht aan de zwem-inrigling van den heer Vossc- naar de nationale zwem-wedslrijd plaatsgehad, waaraan deel werd geno men door leden van de inrigtingeu i.it Arnhem, Amsterdam, 's Hage en Leiden. De lieer J L. Andrae verwierf den eersten en den heer Sutero den tweeden prijs, beiden uit Utrechtde heer L. P. ten Gate, uit Leiden, den derden prijs, en de heer Koopman, uit Amsterdam, een getuigschrift. Voor de dienst in Nederl. Indië zijn bencodigd 10 onderwijzers, bij voorkeur ongehuwd, die in het bezit zijn eener acle van bekwaamheid als hoofd- of als hulponderwijzer, en van eene aanteekening voor eene vreemde taal, bij voorkeur de fransclie. Hoofdonderwijzers, heneden den leeftijd van 30 jaren, en hulponderwijzers, beneden den leeflijd van 24 jaren, die genegen zijn zich als onderwijzer der derde klasse aan 's lands dienst in Nederl. Indië le verbindenkunnen zich uiterlijk tot en met 25 Jnlij aanst. aanmelden hjj een op zegel geschreven, aan het departement van koloniën gerigl, en aan den heer dr. M. P. Lindo, inspecteur van het lager onderwjjs in Zuidholland, te 'sGravenhage, franco in te zenden request, onder over legging van de vcreischle stukken. Uitvoerige mededeeling hieromtrent wordt door de Staatscourant gedaan. Volgens een gerucht zou de portefeuille van oorlog aan den generaal- majoor Weil zei. chef der 4e militaire afdeeling le Groningenzijn aangeboden. De rede. door den heer mr. C. VV. Opzoomer, alsalgemeenen voorzitter van de letterkundige afdeeling der kon. akademie van wetenschappen, uit gesproken over Thorbecke, is thans in druk verschenen. De Maasbode meldt dat door wijlen den heer A. van Weel, oud-bur gemeester van Bommel en notaris te Oollgcnsplaataan hel r. k. armbestuur te Achthuizen is gelegateerd de som van 1000, vrij van successieregten.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leydse Courant | 1872 | | pagina 2